dinsdag 3 december 2002

Yangon-Twante

We worden om 7u30 gewekt en na het ontbijt vertrekken we naar het Twante kanaal dat Yangon verbindt met de zee. Hier worden we verrast met een ontspannende boottocht. De klei van de rivierbedding wordt vermengd met zand en maakt het water troebel. Klei is hier de voornaamste bron van inkomsten waardoor er heel wat pottenbakkerijen in deze streek voorkomen. De bedrijvigheid aan de rivier is mooi om te zien. Ook op het water is er heel wat te beleven. Lange, smalle boten worden door de welstellende inwoners van aanpalende dorpjes met allerlei voedingsmiddelen gevuld en naar de overkant gebracht. Voor de minderbedeelden is er de overzetboot. Het is geen plezierritje want de meestal oude, versleten boten zitten overvol. In het deltadorp Twante houden we even halt. Dit dorp is beroemd om zijn aardewerk. De prachtige grote potten liggen verspreid langs de kant van de weg. Ze zouden heel mooi staan in ons tuintje maar wegen iets te zwaar. Hier heerst nog heel wat armoede maar onze gids Dominique raadt ons aan geen geld te geven. Tot op heden kennen ze het fenomeen ‘toerisme’ niet en alle kindjes zijn tevreden met een snoepje. We hebben wel het gevoel een attractie te zijn. In dit primitieve dorpje zien we enkel zand en hobbelige wegen. De ossenkar fungeert hier nog als vervoersmiddel. Verder zien we in het straatbeeld ook nog paardenkoetsen en fietstaxi’s. Ondertussen nemen we een open truck, diegenen die er in kunnen toch. De anderen hangen er langs buiten aan en jawel we eten stof, stof en nog eens stof. We bezoeken de Swesandaw pagode, een prachtig complex. Voor het eerst moeten we onze schoenen uittrekken, een handeling die we tijdens deze reis meerdere malen per dag zullen moeten doen. De serene rust die de pagode uitstraalt, doet ieder van ons goed. Na de stress en het hectische leven in de westerse wereld is dit echt een verademing. Het weidse landschap is ook adembenemend mooi. Het is één van de meest belangrijke boeddhistische pelgrimsoorden van Birma. Bij het verlaten van de pagode, staan er al fietstaxi’s op ons te wachten. Nadat we het systeem door hebben om plaats te nemen (nooit allebei tegelijk en eerst diegenen die in dezelfde richting zit als de chauffeur), vertrekken we naar het meest mystieke gebouwencomplex van Myanmar. De Swedagon pagode werd reeds beschreven als 'a beautiful winking wonder' en 'a golden mystery'. De gids belooft ons dat we deze pagode twee maal gaan bezoeken, één maal bij daglicht en één maal bij zonsondergang. Tijdens de wandeling krijgen we een goed beeld van het boeddhisme. Dit berust op drie pijlers: de persoon Boeddha, zijn leer en de gemeenschap van gelovigen. Deze worden de drie juwelen van het boeddhisme genoemd en ze staan in nauw verband met elkaar. De devote sfeer wordt in deze majestueuze tempel bepaald door de talrijke pelgrims die komen offeren en mediteren. Hier zijn we getuige van een processie van een toekomstige novice. De tuinen buiten de pagode worden dagelijks besproeid want ook al spreken we nu van het koude seizoen, de temperatuur loopt tijdens de dag toch op tot zo’n 40 graden. Blote schouders en benen zijn verboden bij het betreden van een pagode. Daarom hul ik me in een lange longyi en bedek ik mijn schouders met een vestje. Na deze prachtige ontdekking gaan we opnieuw aan boord. langs de oevers zien we prachtige Thaise schepen die gekaapt werden door Birmaanse zeerovers. Ze worden in Birma opgeknapt en vervolgens tegen woekerprijzen verkocht. ’s Avonds eten we in een Thais restaurantje lekker en pikant. Daarna kruipen we onder de wol want om 4u30 zullen we gewekt worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten