zondag 5 juni 2011

Lissabon - Laatste uurtjes

Onze laatste dag is alweer aangebroken. De laatste uurtjes in Lissabon brengen we door in Alfama, voor ons toch het mooiste gedeelte van Lissabon. De volkswijk in echt een schilderachtig doolhof van steile steegjes waar we lekker doorheen kuieren en waar we geen genoeg van kunnen krijgen. Hier lijkt het of we terug in de tijd gaan. Overal hangt de was buiten te drogen en zitten de bewoners op een stoeltje voor hun huis. We vergapen ons een laatste keer aan de kleurrijke mozaïeken, prachtige doorkijkjes en pittoreske binnenplaatsen. 


Lissabon heeft heel veel musea maar wij geven tijdens deze vakantie de voorkeur aan buitenactiviteiten, omdat wij nu al vijf dagen lang gezegend zijn met een aangename temperatuur en een strakblauwe lucht. Na een lange winter, willen we daar natuurlijk optimaal van genieten. Voor het Monastery of Sao Vicente de Fora maken we graag een kleine uitzondering. Het is een 17-eeuws klooster en één van de meest belangrijke gebouwen van de stad en de begraafplaats van de meeste Portugese koningen. Een standbeeld van de treurende moeder waakt bij het graf van de in 1908 vermoorde koning Carlos I en zijn opvolger Prins Luis Filipe.  We klimmen naar boven op het dak en wanneer we de deur openen, zijn we in eerste instantie verblind door het felle licht. Het dak is omringt door hagelwitte torentjes. De felblauwe lucht geeft een prachtig contrast met al dat wit om ons heen. Het is letterlijk oogverblindend. We genieten van de rust en het schitterende uitzicht over de stad. Wanneer er andere toeristen boven komen, verdwijnt voor ons de magie van deze plek. We besluiten weer naar beneden te gaan.



Ondertussen is het tijd om terug naar het hotel af te zakken, uit te checken en een taxi te nemen naar de luchthaven. Het was een heerlijke citytrip! Lissabon is een fijne stad om doorheen te dwalen, de kleurrijke mozaïeken te bewonderen, te genieten van schitterende uitzichten en heerlijk te relaxen op gezellige terrasjes. Sintra heeft ons echter het meest kunnen bekoren en dat is een plek waar we zeker nog eens willen terugkeren. Maar volgend jaar, dan zoeken we weer een nieuwe bestemming om onze vriendschap te vieren.


zaterdag 4 juni 2011

Lissabon - Cascais & Belém

In 20 minuten ben je met de trein in het prachtige Cascais. Ook vandaag schijnt de zon weer volop, dus het is helemaal geen straf om naar zee te gaan. Het vissersdorpje Cascais is gelegen aan de pittoreske kust van Portugal die ook wel de Costa do sol wordt genoemd. Het is uitgegroeid tot een kosmopolitische, welvarende badplaats.  Iedereen weet dat wij geen strandmensen zijn maar het strand ligt wel in een prachtige baai en laat daar nu net een gezellig terrasje zijn. Met de voetjes in het zand lekker genieten van een drankje, meer moet dat niet zijn! Na deze verfrissing besluiten we wat te gaan rondwandelen in het stadje. Veel is er niet te zien maar wanneer we voorbij een gezellig ogend Indisch restaurantje komen, hoeven we niet lang na te denken. Indisch is ons lievelingseten en bovendien is het een pittoresk terrasje. Op deze relaxte plek genieten we van een uitgebreide lunch met een heerlijke chicken tikka massala. Het ‘nooit meer naar huis’-gevoel viert hoogtij.


Na deze heerlijke lunch nemen we de trein naar Belém. Dit voormalige vissersdorp ligt aan de rivier de Taag en is vooral bekend vanwege de vele Portugese zeevaarders die hier hun ontdekkingsreizen begonnen. De stad staat dan ook vol met monumenten die verwijzen naar de ontdekkingsreizen in de Gouden Eeuw en die inmiddels benoemd zijn tot cultureel erfgoed. Naast deze monumenten is er een hoop meer te beleven in deze mooie wijk. 


Het indrukwekkende Padrão dos Descobrimentos is in 1960 gebouwd als monument voor de belangrijkste Portugese zeevaarders en het heeft de vorm van de voorsteven van een karveel waarop Hendrik de zeevaarder staat afgebeeld die gevolgd wordt door een rij helden. Met de Ponte 25 de Abril op de achtergrond vormt het langs de Taagoever een karakteristiek beeld. We zetten ons even op de kade om te genieten van het zonnetje en het frisse briesje.



De Pasteis de Belém die van oudsher te vinden zijn in de Rua de Belém bij Confeitaria de Belém mogen zeker niet ontbreken op onze trip. Deze winkel staat al sinds 1837 bekend om de beste artisanale gebakjes van Lissabon. Ze worden gemaakt van bladerdeeg gevuld met een eiercrème en bestrooid met poedersuiker en kaneel. Een bezoek aan Belém is dus niet compleet zonder het eten ervan. Vol verwachting en gelokt door de verrukkelijke geur van vanille en kaneel betreden we de Confeitaria de Belém. Er staat enorm veel volk maar de zaak is echt heel erg groot en loopt helemaal naar achteren door.  We worden naar een tafeltje gebracht en wachten vol ongeduld.  De beroemde gebakjes worden hier volgens geheim recept gebakken. Dit is officieel ook de enige bakkerij die de gebakjes Pastéis de Belém mag noemen. In de rest van Portugal worden ze Pastéis de Nata genoemd. Dagelijks verkopen ze hier zo’n 10.000 stuks.  Wanneer de lekkernij op tafel komt en we onze tanden zetten in dit lauwwarme gebakje, wanen we ons helemaal ‘in heaven’. Ik heb tijdens deze citytrip al veel Pastéis geproefd, maar hier zijn ze echt het áller lekkerst.


Een van de indrukwekkendste bouwwerken in Belém is het Mosteiro dos Jerónimos. Het is gebouwd ter herinnering aan de reizen van Vasco da Gama en om de maagd Maria te bedanken voor het succes van deze ontdekkingsreizen. In 1983 is het benoemd tot Unesco werelderfgoed. Het hele klooster dat werd opgetrokken in kalksteen, is rijkelijk versierd en met veel oog voor detail gebouwd. Het geeft een goed beeld van de macht en rijkdom van Portugal in de Gouden Eeuw. In de kerk Santa Maria liggen graven van de leden van de Koninklijke familie maar ook van Vasco da Gama. Het is vooral de kloostertuin die ons met verstomming doet staan. De prachtige gaanderijen in Moorse stijl zijn indrukwekkend maar misschien hebben de schattige waterspuwers hier ook iets mee te maken. 



De metro van Lissabon kent 4 lijnen met elk een eigen kleur: rood, geel, blauw en groen. Op elke lijn kunnen de bezoekers prachtige kunstwerken bewonderen. De idee om de metrostations van Lissabon te decoreren met kunstwerken, komt uit de jaren vijftig. De kunstwerken uit deze periode zijn gemaakt op de typische Portugese azulejos. Vanaf de jaren negentig ligt in nieuwe of gerenoveerde metrostations het accent meer op moderne kunst, gemaakt door bekende moderne Portugese kunstenaars, dichters, schilders en beeldhouwers. Vandaag bezoeken we er enkele op onze uitstap naar de expo terreinen aan de andere kant van de stad. De expo vond plaats in 1998 in het Park der Natiën en de gebouwen zijn allesbehalve vervallen. De meeste worden nog steeds gebruikt. De vroegere ingangshal herbergt nu het koopcentrum Vasco da Gama. We rusten wat uit met zicht op de Taag en genieten van de waterfontein, een leuke verfrissing. 


Het Oceanario de Lisboa is het grootste aquarium ter wereld en was de topattractie tijdens de wereldtentoonstelling van 1998. Het gebouw zelf is gebouwd op een groot aantal palen die in de Taag omhoogsteken. De bijzondere architectuur van het gebouw wordt door sommige mensen vergeleken met een vliegdekschip. Om de entree te bereiken moeten we over een lange brug. Buiten staat de mascotte van het oceanario ons al op te wachten. In het midden staat een enorme tank met 5 miljoen liter water. Dit is het paradeplaatje van het Oceanário en alleen hier al zouden we urenlang kunnen vertoeven. In deze immense tank leven verschillende soorten haaien, roggen, tonijnen en zelfs een manta. Daarnaast zijn er ook nog vier andere aquariums die ons een overzicht geven van het leven in de verschillende wereldzeeën. Ons bezoek gaat verder op de bovenste verdieping. Hier zien we ook dieren die niet onder water leven, zoals de prachtige papegaaiduikers en mijn favoriete beestjes de pinguïns. Mijn dag kan niet meer stuk

vrijdag 3 juni 2011

Lissabon - Sintra

Vandaag maken we een uitstap naar het wondermooie Sintra op slechts 40 minuten van Lissabon. We gaan naar het station maar daar krijgen we een koude douche want wat blijkt, de treinen staken vandaag. Even zijn we van de kaart maar al snel is dat gevoel verdwenen want twee vrouwen met een plan, hou je zo maar niet tegen. Vooral omdat Sintra echt wel bovenaan op onze bucketlijst staat. We besluiten gewoon de taxi te nemen en in stijl verder te reizen. Sintra werd door de Engelse dichter Lord Byron omschreven als het aards paradijs. Van zodra we er aankomen, hebben we het gevoel in een sprookje beland te zijn. Sintra staat vol met prachtige kastelen, paleizen en landhuizen, omringd door de mooiste tuinen en parken. Het is een prachtige plaats die bol staat van cultuur, geschiedenis en natuur.  Het is dan ook niet moeilijk om te begrijpen waarom de koning dit gebied ooit uitkoos als zijn zomerresidentie.


Bij aankomst in het mooie, kleine stadje, kopen we een kaartje voor de Hop on/Hop off bus, want hoe erg we ook opzien tegen toeristische dingen, de klim omhoog is zonder vervoer echt niet te doen. De straten zijn smal en de scherpe haarspeldbochten zijn ook de moeite.


Een van de paleizen die Sintra herbergt is het Palácio Nacional de Sintra. Tot aan de 19e eeuw was het paleis de zomerresidentie van de Portugese koninklijke familie. Nu kunnen we ons vergapen aan de opvallende torens in melkflesvorm. Dit zijn de schoorstenen van de keuken. De hal met schilderingen van vogels op het plafond, ook wel de zwanenhal genoemd, is indrukwekkend. Erg kleurrijk aan de buitenkant en veel nostalgie aan de binnenkant.


Het kasteel Castelo dos Mouros ligt op een heuvel en staat samen met de omgeving van Sintra sinds 1995 op de Werelderfgoed lijst van Unesco. De muren van het kasteel hebben een totale lengte van 450 meter. De grootste toren op het terrein de Torre Real is via een trap met 50 treden te bereiken. Vermoeiend maar zeker de moeite waard. Het is de ideale plek om in één oogopslag zicht te hebben op Sintra en de omgeving.  In de verte zien we reeds het Palacio Nacional de Pena en we krijgen onmiddellijk een ‘efteling’ gevoel. Al die felle kleurtjes steken mooi af tegen de blauwe lucht en we kunnen niet wachten om op ontdekking te gaan.



Het Palacio Nacional de Pena werd 2 jaar geleden uitgeroepen tot één van de zeven wonderen van Portugal. Het paleis is het eerste van Europa dat gebouwd werd in de stijl van de 19-eeuwse romantiek. Het is een samensmelting van allerlei stijlen en invloeden. Het overdadig ingerichte kasteel, waar we vrij kunnen rondlopen, is als toppunt van kitsch toch zeer de moeite waard. Er hangt een sprookjesachtige sfeer dankzij de felle kleurtjes, de grappige torentjes en bijzondere figuren. En dan hebben we het alleen nog maar over de buitenkant. Het interieur van Pálacio da Pena is waar mogelijk nog weelderiger en excentrieker. Vooral de Arabische zaal met fresco’s en de immens grote en indrukwekkende balzaal blazen ons omver.



Het meest mysterieuze paleis van Sintra en wat mij betreft ook het meest indrukwekkende, is zonder twijfel Quinta da Regaleira. Dit bijzondere paleis zou op sommige plekken zo kunnen meedoen als decor voor The Games of Thrones. Het is een prachtige, magische plek en het romantische paleis bestaat uit vijf verdiepingen. Voor het paleis staat een rijk gedecoreerde kapel met fresco’s. De tuin van dit 4 hectare tellende complex is zo mogelijk nog indrukwekkender dan het paleis zelf. Hier speelt water de hoofdrol. We zien verschillende mooi gedecoreerde fonteinen, twee meren compleet met grotten, spiraalvormige putten en een ondergronds gangenstelsel. Wanneer we afdalen, moeten we ons een weg banen over het water via enkele stenen. Rondom dit alles hangt er een zeer mysterieuze sfeer. Dit is een plek die voor altijd in mijn geheugen gegrift zal zijn. Mooi, mooier, mooist! Met enige tegenzin verlaten we deze prachtige plek want er staat nog en paleis op ons verlanglijstje.



Het Palacio de Monserrate is een traditioneel buitenverblijf voor de Portugese adel. Het werd gebouwd in 1858. De sfeer in dit paleis is ook zeer bijzonder. Op de begane grond voelen we ons in een sprookje van duizend-en-één-nacht met veel Arabische invloeden. Het is een mix van Mexicaanse, Japanse en Moorse stijl. We zien prachtige gotische galerijen met opeenvolgende bogen waardoor een groter dieptezicht wordt bereikt. De romantische tuinen van het paleis brengen verkoeling en zijn een streling voor het oog. Het groene gazon maakt de kleuren van het paleis nog intenser. Om deze schitterende tuinen aan te leggen liet de Engelse zakenman Cook van over de hele wereld planten en struiken komen. De tuin is daarom ook ingedeeld in verschillende tuinen met diverse thema’s. Om de twee meters zijn er wel vijvers, watervallen en verborgen stenen paadjes. Lange tijd was het paleis niet geopend voor publiek. Pas vorig jaar werd er een ingrijpende restauratie uitgevoerd, waarna het paleis openging voor het publiek. Misschien komt het daardoor dat de massa’s toeristen het paleis nog niet hebben ontdekt. En dat is heel aangenaam, alleen jammer dat we niet genoeg tijd hebben om alles gronderiger te bekijken.


Het was een prachtige dag vandaag, echt eentje om in te kaderen! Hadden we het op voorhand geweten dan zouden we hier een hotel gezocht hebben om te logeren en gewoon een dag of 2 met de trein naar Lissabon zijn gegaan. Dit plekje geeft ons echt het ultieme vakantiegevoel.


donderdag 2 juni 2011

Lissabon - Alfama

Zalig geslapen zonder nachtlawaai en ook het ontbijt is heerlijk en zeer verzorgd. Tijdens de week houden we het thuis meestal eenvoudig maar op vakantie mag het iets meer zijn. We genieten in de redelijk krappe ontbijtruimte dan ook van een iets uitgebreider ontbijt en gaan daarna op stap. 


Daar ons hotel wat buiten het oude centrum ligt, nemen we de bus naar de wijk Alfama, die al dateert van in de middeleeuwen. Dat de wijk nog bestaat, is op zich al een klein wonder te noemen. Een grote aardbeving in 1755 heeft in Lissabon veel schade aangericht, maar niet in Alfama. Dat alleen al maakt de wijk bijzonder om te bezoeken! Alfama heeft steile, smalle straatjes, trappen en steegjes en is de belangrijkste bezienswaardigheid van Lissabon. Dwars door de wijk kronkelt tram 28 die steeds tot de nok toe gevuld is. We besluiten dan maar te voet naar boven te gaan. Hoewel de temperatuur onder de strakblauwe lucht al flink begint op te lopen, valt de klim eigenlijk best mee. Tijdens het wandelen kijken we onze ogen uit: veel gebouwen zijn geschilderd in felle kleurtjes of bevatten authentieke mozaïek. Wasgoed hangt dwars door de straten, op de balkons staan prachtige plantjes. Hier snuiven we de echte Portugese sfeer op en kunnen we heerlijk wegdromen. Ons eerste bezoekje vandaag is de kathedraal van Lissabon. De Sé Catedral is één van de oudste kathedralen van Lissabon en wat mij betreft ook de mooiste. Ze werd gebouwd op de resten van een oude moskee. Helaas is het gebouw bij verschillende aardbevingen beschadigd, maar inmiddels is de kathedraal al verschillende malen gerenoveerd en in zijn oude glorie hersteld. Ik ben niet echt gelovig maar de toewijding en de religieuze energie die in deze kathedraal hangt is bijna voelbaar. Een heerlijke plek om even tot rust te komen. 


The best things in life are free! En dat geldt zeker voor de spectaculaire uitzichten over de stad bij Mirador de Santa Luzia. Hier besluiten we even te rusten en wat te genieten van de heerlijke melancholische fadomuziek. Wanneer je in Portugal bent, is het een absolute must om ergens naar deze melancholische muziek te luisteren.

Het is vreemd maar ook al spreken we beiden geen Portugees, we lijken de grote lijnen van de tekst te begrijpen dankzij de prachtige klanken van de zanger. Deze laatste kan me bovendien wel bekoren, dus het is zeker geen straf om hier wat langer te blijven hangen.  Op de muren rondom het kleine parkje zitten allerlei afbeeldingen in azulejos.  Ik moet weeral dringend naar het toilet en dat treft want hier is er eentje. De originele toiletbordjes die er hangen, doen ons denken aan ons eigen manneke pis.



In de wijk Alfama, is er ook een fado museum, een aanrader voor iedereen die meer wil weten over deze melancholische muziek. Het is een mooi museum, niet te groot maar de moeite waard.


Het bekendste kasteel van Lissabon is Castelo de Sao Jorge. Het ligt op de hoogste heuvel van de stad en kijkt uit over de brede Taag. Vanuit alle hoeken van de stad is het kasteel bovenop de heuvel trouwens te zien. De fundamenten van het kasteel stammen al uit de 6de eeuw voor Christus. In 1147 werd het kasteel tijdens de belegering van Lissabon veroverd. Het kasteel beschikt over mooie binnenplaatsjes die zich perfect lenen voor, alweer, een pauze tijdens ons dagje kuieren in Alfama. We besluiten hier te lunchen in het restaurant. Het is zelfbediening en niet van hoge kwaliteit maar het vult wel onze hongerige maag. Van hierboven hebben we trouwens opnieuw een weids uitzicht over het historische centrum én de Taag.


Museu Nacional do Azulejo is het grootste mozaïekmuseum ter wereld met collecties uit de 15de eeuw tot nu. Alleen al de locatie van dit museum is een bezoek waard: het is gevestigd in een schitterend klooster, Madre de Deus uit de 16e eeuw. De vele plafond- en wandschilderingen van heiligen en koningen zijn zeer indrukwekkend. Het museum zelf is niet minder spectaculair. Hier leren we alles over de historische, technische en kunstzinnige ontwikkeling van deze geglazuurde tegelpanelen. Het hoogtepunt van het museum is een paneel in wit en blauw dat 23 meter lang is en uit 1300 tegels bestaat. Het is een panorama van Lissabon in 1738, voordat de grote aardbeving zijn verwoestingen aanrichtte.



Eigenlijk wordt ingeblikt voedsel beschouwd als slecht en goedkoop, maar de Portugese blikjes vis zijn ongekend populair. Hier in Lissabon hebben ze inmiddels een gourmet status bereikt. Dee Dee leest in haar reisboekje dat het oudste conservenwinkeltje van de stad in Rua dos Bacalhoeros gelegen is, dus gaan we ernaar op zoek. Het winkeltje is piepklein maar is tot de nok toe gevuld met conservenblikjes. De winkel is bovendien extra bijzonder omdat het nog altijd de jaren ’30 stijl van vroeger heeft, met een oude kassa. Er zijn twee dingen die de Portugese blikjes vis zo bijzonder maken. Ten eerste is wat er in zit daadwerkelijk lekker. Het meest bekend is natuurlijk het blikje tonijn, maar er is hier nog veel meer te verkrijgen, zoals makreel, zwarte degenvis, mosselen, bacalhau, horsmakreel en ansjovis. De visjes worden geblikt in water, tomatensaus of olijfolie (soms met bijzondere smaken) of er wordt paté van gemaakt. De variaties zijn werkelijk enorm. Het tweede unieke aspect van de blikjes is de verpakking. De felle kleuren, historische plaatjes, soms lekker retro en Portugese tegelprint maken de blikjes tot collectors items en hippe decoratie voor de keuken. Ze zijn daarom ook zeer geschikt als souvenir. Dan geef je tenminste iets weg waar iemand ook echt iets aan heeft. Het is een ultiem geschenkje voor de thuisblijvers!


Wij vinden het heerlijk om ons onder te dompelen in de cultuur, de mensen en de taal. Daarom mag een lekker glaasje porto tussen de locals niet ontbreken. Net over het conservenwinkeltje zien we een gezellig wijnbarretje waar ogenschijnlijk niet echt veel toeristen komen. We zetten ons op een barkrukje en genieten van een lekker glaasje porto met heerlijke pata negra. Niet echt goedkoop maar het is het meer dan waard! De witte porto geniet onze voorkeur en Dee Dee besluit zelfs een flesje mee naar huis te nemen. Ik kijk er al naar uit om dat mee te komen proeven op een zwoele zomeravond in België. 


woensdag 1 juni 2011

Lissabon - Baixa

Dee Dee en ik trekken er voor de tweede keer samen op uit. Dit keer staat de hoofdstad van Portugal op het programma, Lissabon. Volgens de reisgids zou Lissabon de meeste zonuren van Europa hebben en is de stad behalve fotogeniek en kleurrijk ook heel budget vriendelijk. De stad, ook wel “witte stad” genoemd, is gebouwd op 7 heuvels en ligt aan de riviermonding van de Taag. Na een vlucht van 2u en 45 min staan onze voetjes op Portugese bodem. Wanneer we het luchthavengebouw verlaten, zien we alvast dat de zon volop schijnt en dat maakt ons gelukkig. We nemen een taxi naar ons hotel Princesa in de rua Gomes Frere dat aan de rand van het centrum gelegen is. Met haar lage skyline oogt de stad al vriendelijk en pittoresk bij het binnenrijden. We worden vriendelijk ontvangen en kunnen meteen op onze kamer. We nemen de schitterende oude smeedijzeren lift die nog feilloos werkt ook al moet die zeker dateren uit de jaren ’30. Ons kamertje is niet groot maar goed genoeg om te slapen. We droppen de bagage en trekken dan de stad in. 


Op deze eerste dag bezoeken we de oude binnenstad. Er stopt een bus op het pleintje net voor het hotel en ook de metro is niet ver maar we besluiten gewoon wat te wandelen en te zien waar we uitkomen. Een ding valt in elk geval op als we door de stad kuieren: overal zijn azulejos te zien, de beschilderde tegels waarvoor de stad zo bekend is. De tegels bevatten vaak geometrische motieven, een verwijzing naar de Moorse herkomst. Vele met azulejos versierde muren in het centrum van Lissabon verkeren helaas in slechte staat, vooral op woonhuizen zijn halve tegelwanden soms verdwenen. Gelukkig wordt er hier en daar wel flink gerestaureerd. We wandelen langst de Av. da Liberdade, niet voor niets noemen ze deze de Champ Elisée van Lissabon. Het is een prachtige laan met veel groen en in het midden een wandelpromenade met mooie mozaïek op de grond, hier en daar fonteintjes en standbeelden.


Lissabon voelt aan als een ontzettend vriendelijke en rustige stad. Niemand lijkt haast te hebben en iedereen lijkt te genieten van het leven, elkaar, de zon en de zoetigheden!  Op bijna elke hoek van de straat, soms zelfs meerdere in dezelfde straat, vind je een pastelaria. Bijna allemaal verkopen ze pasteis de nata, de Portugese traditionele roomgebakjes. Bij de bakkers kan je ervan uit gaan dat ze home-made zijn.  Telkens wanneer we een van de vele bakkers voorbijkomen, kruipt de heerlijke geur in onze neus en komt het water ons in de mond. Tijd dus om even een stop in te lassen. Al zouden de lekkerste te vinden zijn in Belém, hier smaken ze toch ook verrukkelijk! Het wordt waarschijnlijk het eerste ‘pasteiske’ van vele ….


De Elevador de Santa Justa is zonder twijfel de meest indrukwekkende lift waar ik ooit ben in geweest. De lift is zo bijzonder doordat hij twee wijken verbindt die door het enorme hoogteverschil van elkaar gescheiden zijn. We stappen beneden op de Rua Santa Justa in de wijk Baixa in de lift en we stappen op 45 meter hoogte uit op het Carmoplein in de wijk Chiado. Hij werd ontworpen rond 1900 in neogotische stijl door een leerling van Gustave Eiffel. Deze lift is niet alleen erg mooi vanwege de Gotische bouwstijl, hij is dus ook heel erg praktisch. Wanneer de lift op het hoogste punt is, hebben we een geweldig uitzicht op het belangrijkste plein van Baixa, ook de benedenstad genoemd. De officiële naam van het plein is Praça de Dom Pedro IV, in de volksmond heet het Rossio. Vroeger de plek voor demonstraties en stierengevechten, nu een ontmoetingsplaats voor de inwoners van Lissabon. Vanavond is het blijkbaar feest want ze zijn volop versieringen aan het aanbrengen.



We dalen terug af en wandelen via het water weer naar het centrum. Het zonnetje schijnt en er is een fris briesje. Aan het aan de Taag gelegen, zeer grote plein Praça do Comércio houden we even halt om van al dat klimmen te bekomen alvorens verder de stad in te trekken. Dit plein wordt ook wel het paleisplein genoemd, vanwege het Ribeira Paleis dat hier vroeger stond. Hier werd in 1775 een standbeeld onthuld van de toenmalige koning Jozef I van Portugal. Op de hoek van het plein bevindt zich een gezellig terras waar we wat Portugese tapas eten. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de Arco Triunfal da Rua Augusta, de mooie entree naar één van de leukste wijken van Lissabon. Het ziet eruit als een poort maar in werkelijkheid is het een gigantische triomfboog. Het is een onderdeel van de 400 jaar oude paleisgalerij.


We hebben even genoeg van de drukte en de smalle steegjes dus lopen we naar de uitgestrekte Botanische Tuinen achter de Praça do Principe Real, waar we tussen de exotische planten uit de hele wereld wat verkoeling zoeken. De tuin, die tot de universiteit van Lissabon behoort, is een oase van rust want er lopen slechts een paar bezoekers rond. De banken langs de paden lenen zich prima voor een zen momentje. De tuinen zijn slechts 4 ha groot maar door de overdadige en dichte begroeiing helemaal afgesloten van de rest van de stad. Het is een tuin in twee niveaus, verbonden door een brede laan met hoge palmen. Midden in het park bevindt zich een mooie vlindertuin. Hier vliegen deze prachtige dieren je letterlijk om de oren. Heel mooi om te zien.



In de oude stad van Lissabon zijn het voornamelijk de grappige oude trammetjes die in het oog springen. De Ascesor de Bica is een kabelspoorweg die als tram rijdt van Largo do Calhariz naar Rua de Sao Paulo. De kabeltram is in 1892 in gebruik genomen. Het pittoreske trammetje kronkelt door de smalle straatjes en trekt vele kijklustigen. Ook de Elevador da Glória is een knalgele tram die al sinds 1880 in gebruik is. Hij rijdt naar de bovengelegen wijk Barrio Alto en legt in twee minuten een afstand van 265 meter af. Wij besluiten te lopen en dat is een flinke klim want de helling heeft een stijgingspercentage van 20%. De tram is langs de buitenkant besmeurd met graffiti van het ergste soort. Vaak wordt graffiti beschouwd als vandalisme maar gelukkig is er, in de vele straatjes van Lissabon, ook wel mooie graffiti te zien.  Er zijn echte pareltjes bij.



Doordat Lissabon gebouwd is op zeven heuvels, zijn er enorm veel uitzichtpunten te vinden. Deze worden in het Portugees miradouros, of ‘gouden blik’ genoemd. Mijn favoriet is de Miradouro São Pedro de Alcantara, omdat je hier uitzicht hebt op zowel het moderne als het oudere deel van Lissabon. We zien ontelbaar veel rode daken én het kasteel. Bovendien is het uitzichtpunt zelf ook erg sfeervol met een mooie fontein en een klein park.  Omdat een ritje met het ouderwetse trammetje dat al zwoegend de steile hellingen bedwingt toch echt wel een ‘must’ is, besluiten we om mee te rijden naar beneden. Veel minder volk deze keer want de meeste mensen doen het dus andersom. Het is een belevenis op zich, het kraakt en rammelt langs alle kanten.


Onze eerste dag in Lissabon zit erop en we kruipen moe maar voldaan ons bedje in.