zondag 29 december 2019

Damme

Paula en Achiel verrassen ons vanochtend met een versierd eitje, dat we lekker verorberen met zicht op de prachtige zonsopgang. Eigenlijk zijn we een beetje te laat want een half uurtje vroeger zag de lucht mooi rood. De mist hangt nog over de velden en het heeft iets sprookjesachtig. Enkele toeristen uit Madrid komen ons vervoegen en genieten net als wij van de heerlijke dingen op het buffet. 


Rond 10 uur nemen we afscheid van onze lieve vrienden en hun schaapjes en rijden we richting Damme. Daar parkeren we aan de gratis parking van de Damse Vaart Zuid en starten we onze wandeling richting centrum. Het is een stralende winterdag, de temperatuur is zacht en er is een flauw zonnetje. Op het wandelpad hebben we een prachtig zicht op de karakteristieke  toren van de Onze Lieve Vrouwekerk. Af en toe houden we halt bij een gedicht van  Remco Campert. Ik had er nog nooit van gehoord maar Annelies kent hem wel. 


Bij de Onze Lieve Vrouwekerk aangekomen, wandelen we er even rond. De robuuste kerk heeft een platte toren die het polderlandschap overheerst. Aangrenzend is er een oud kerkhof en mocht ik ooit begraven worden, dan heb ik mijn grafzerk al gevonden. Buiten op het kerkplein zien we een prachtig beeld van Charles Delporte, blik van licht. Het zijn twee vrouwenhoofden die naar de lucht staren. 


Even verderop stappen we binnen in restaurant Uilenspiegel voor een heerlijk soepje van butternut. Na de lunch stoppen we bij het Sint Janshospitaal waar momenteel een tentoonstelling is van bloemenkunst. Kerst door de ogen van Frederiek Van Pamel. Het zijn geen kleine werkstukken maar grootse en niet alledaagse stukken. De warme kleuren, de bijpassende muziek en belichting geven de verschillende ruimtes een unieke sfeer. 


De wandeling gaat verder in de richting van de Haringmarkt waar zich een klein ceramiek winkeltje bevindt, Terra Flamma. We worden er verwelkomd door een guitig meisje dat ons een beetje aan Pippi Langkous doet denken, niet in levende lijve maar in ceramiek. Ze hebben prachtige dingen maar goedkoop is het allemaal niet. Toch is het een adresje om te onthouden. 


We kuieren verder door de smalle straatjes, afgeboord met kleine huisjes. Aan de markt gekomen, kijkt Jacob van Maerlant uit over het statige stadhuis met aan zijn voeten een gerestaureerde middeleeuwse waterput. Hij was een schrijver die voornamelijk in de volkstaal schreef en in Damme overleed in 1292.


We steken de brug over de Damse Vaart over en hebben hier een prachtig uitzicht over de stadswallen. Wat verder wandelen we de weidse natuur in. We zien vooral knotwilgen en populieren die met hun stevige wortels in de aarde staan. De dominante zuidwestenwind heeft ze hun unieke karakter gegeven want ze staan scheef over de weg gebogen.  In deze tijd van het jaar zijn er belangrijke gasten uit het hoge noorden in Damme, namelijk de vriezeganzen. In grote getale trekken ze boven ons hoofd voorbij. Ze komen hier overwinteren. Beide genieten we van de weidsheid en de frisse lucht. Een mens zou dit meer moeten doen, zo een fikse wandeling in de natuur. Even wandelen we in stilte naast elkaar, verzonken in onze eigen gedachten. Af en toe is het wel een beetje drassig maar dat hoort erbij.


We klimmen op de met populieren begroeide oever van het Schipdonkkanaal, waarin vooral sterk vervuild water van de Leie zit. Parallel met dit kanaal bevindt zich er nog eentje, namelijk de Leopoldsvaart. Dit kanaal voert relatief zuiver oppervlaktewater af. Dit verklaart meteen de namen ‘den blinker’ en ‘de stinker’. In het land van Tijl Uilenspiegel wordt het stilaan frisser. De wind wakkert aan en we krijgen het koud. We stappen dus flink door langs de Damse Vaart opnieuw naar het centrum. We hebben zin in een pannenkoek dus stappen we binnen in tea room Ce-delicious. Wanneer we een blik op de menukaart werpen zien we heel veel taarten, wafels en ijs maar geen pannenkoeken. Omdat de lieve dame al aan ons tafeltje staat, besluiten we dan maar een warme chocolademelk te drinken. Voor mij de witte die, zo verwittigt ze me vriendelijk, heel erg zoet is. Klinkt als muziek in mijn oren dus doe maar! Annelies gaat voor de melkchocolade. 


We zijn terug een beetje verwarmd en gaan op zoek naar een plek waar we toch kunnen genieten van die pannenkoek. Het duurt even want het lijkt wel of alle toeristen plots de weg naar Damme gevonden hebben maar we hebben uiteindelijk dan toch geluk en vinden tea room Soetkin waar ze heerlijk verse pannenkoeken bakken. Eind goed, al goed! Met ons buikje gevuld, wandelen we terug naar de parking. We passeren nog de beeldengroep ‘Tijl met de twee spiegels’ waar Annelies nog even naar haar spiegelbeeld kijkt, aangestaard door enkele dieren die elk een deel van de samenleving voorstellen: de ezel (de dwaasheid), de uilen (de wijzen), de maraboes (de geestelijkheid) en de kikkers (het kwakende plebs). Op de andere oever staat de Schellemolen, gebouwd in 1867. Het is een prachtig plaatje om ons weekendje in het polderland af te sluiten. We rijden voldaan terug naar huis.




zaterdag 28 december 2019

Brugge

In de gezellige ontbijtruimte staat de kerstboom al te flikkeren. Met uitzicht op de schaapjes eten we lekkere croissantjes en spek met eieren. Paula heeft altijd maar een half woord nodig en onthoudt als de beste wat haar gasten lekker vinden. Heerlijk om de dag zo te starten. Rond 10 uur rijden we richting Brugge want vandaag gaan we op bezoek bij Agnes. Ze woont in een soort commune midden in de stad. Uiteraard staat er weer iets lekkers klaar want ze bakt graag. De quiche met broccoli laten we links liggen maar de cake met blauwe bessen is heerlijk bij een tasje thee. Daarna trekken we de stad in.


Het middeleeuwse Brugge, het Venetië van het Noorden, blijft toch echt wel een pittoreske plek. Het is heerlijk om al slenterend te verdwalen in een stad, maar Agnes kent de binnenstad door en door en gidst ons langs de vele godshuisjes. Chaotisch als ze is, toont ze ons echter dezelfde hofjes als vorige keer maar we laten haar maar in de waan. Het is sowieso zalig om het drukke centrum te ontvluchten en de stilte op te zoeken van het echte Brugge. Gek eigenlijk dat we om de hoek van de Grote markt waar zich de drukke kerstmarkt bevindt, plots helemaal alleen lopen. Af en toe passeert er eens een koets met enkele toeristen. 


Na al dat stappen langsheen het Minnewaterpark, neemt ze ons mee naar De Republiek, een gezellige, hippe zaak waar vooral locals komen. Hier drinken we nog iets lekkers alvorens terug naar haar appartementje te gaan. 


‘s Avonds heeft Paula voor ons gekookt. We voelen ons hier al helemaal thuis te meer omdat we gewoon mogen mee eten in de gezellige keuken. Nadien keuvelen we nog even bij het haardvuur en kruipen dan ons bedje in. 

vrijdag 27 december 2019

Aartrijke - Koksijde

Om half 9 de auto in voor een tripje naar Aartrijke, op bezoek bij onze vrienden van de Artiriacumhoeve. Annelies pik ik op aan Berca in Merksem en off we go! Na anderhalf uur komen we aan in West Vlaanderen tussen de velden vol met koeien en schaapjes. Ja wie aan de drukte wil ontsnappen, moet hier zijn. Het platteland, ongerept en onbezoedeld. De ouderwetse charme van de polder. Zoals steeds worden we weer hartelijk ontvangen door Paula en Achiel en we gaan na het uitladen op onze vertrouwde kamer ‘Het melkschaap’, al gelijk ‘wijnen’. Na de lunch, die trouwens niets te vroeg komt want ik voel de wijn al naar mijn hoofd stijgen, trekken we naar Middelkerke. Daar zetten we de vader van Paula af bij zijn nicht en rijden we verder naar Navigo, het visserijmuseum in Koksijde. Het biedt een hedendaagse kijk in de nostalgische wereld van de Vlaamse vissersfamilie, de heroïsche Ijslandvaarders en de Oostduinkerkse garnaalvissers te paard. Aan de muren ook enkele prachtige foto’s van Stephan Vanfleteren. Na deze culturele uitstap genieten we van een drankje in een typische Estaminet, de paardenvisschers genoemd. Er komen drie paardenvissers op tafel en een warme choco, jullie mogen twee keer raden wie wat gedronken heeft. 


‘s Avonds gaan we eten in een Chinees restaurant. Het is een buffetformule voor slechts 20€ per persoon. Bij het afrekenen vergeten ze echter 1 persoon aan te rekenen waardoor we dus heel goedkoop gesteld zijn. We praten nadien nog wat bij en kruipen dan onder de wol. 

zondag 8 december 2019

Gransdorf

Vrijdag: We staan aan het begin van een lange, saaie en koude winter maar toch heb ik weer kriebels in de buik van contentement. Om 9 uur vertrekken we met z’n allen namelijk opnieuw naar Gransdorf voor ons jaarlijkse weekendje onder vrienden. We gaan er dus weer lekker tussenuit om ons hoofd helemaal leeg te maken.  Het weer is zoals het voorbije jaar opnieuw guur en regenachtig. We weten onze weekends wel uit te kiezen maar we laten het niet aan ons hartje komen en gaan er het beste van maken.  Van zodra we de autosnelweg oprijden, staan we al in de file. Jan en Pascale hebben het lumineuze idee om via de stad te rijden en daar is het nog erger. Zij besluiten dan maar niet te stoppen aan het wegrestaurant. De rest arriveert daar samen met ons omstreeks 11u. Na een lekkere tas hete chocolademelk, rijden we op de tonen van Willy Sommers ‘Laat de zon in je hart’ verder naar Bitburg waar we traditiegetrouw stoppen voor de lunch bij de Bitstube. Ook al is het buiten koud, binnen is het gezellig en is iedereen al in kerststemming. Lekker ingeduffeld onder moeders paraplu lopen we na de lunch nog wat in het stadje rond en doen we onze jaarlijkse inkoopjes.


Omstreeks 17 uur komen we aan in Gransdorf, het dorpje waar de tijd al lange tijd stil staat. Birgit ontvangt ons weer hartelijk en we kunnen gelijk inchecken in onze kamers. Daarna drink ik een himbeer schnaps om me lekker te verwarmen vanbinnen. Het enige wat ontbreekt in Gasthaus zum Holzwurm is een haardvuur.  


’s Avonds krijgen we voor de verandering eens andere kost en iedereen is het erover eens dat het lekker is. Jan geeft ze zelfs een 9,5 op 10! Buiten wakkert de wind flink aan, de grote kerstboom op het terras waait bijna weg. Dat belooft voor morgen! Om half 10 krijg ik het moeilijk om mijn ogen open te houden en kruip ik onder de wol. 


Zaterdag: De nacht was te warm en veel te kort. Meermaals ben ik opgestaan om iets te gaan drinken. Ook Liliane had dorst vannacht maar durft naar eigen zeggen niet van de kraan te drinken. Waarschijnlijk waant ze zich in Azië of zo ... Wat mij betreft komt hier het zuiverste water uit de kraan. We gaan rond half 9 ontbijten en spreken met Birgit af hoe we de lunch gaan regelen. Daarna is het tijd om te gaan wandelen. Normaal beperkt mijn natuurbeleving zich tot een rustmomentje in mijn tuin maar dat doe ik alleen als het zonnetje schijnt.


Het weer is niet echt denderend maar het regent niet meer dus gaan we met al onze zintuigen focussen op de natuur. Het is nodig om af en toe te vluchten van de werkdruk, de files en het lawaai. Wat ben ik fier op mijn roomie! Liliane besluit namelijk toch nog maar eens mee te gaan wandelen. Het is best indrukwekkend hoe ze zonder morren de bospaadjes mee beklimt. En dat terwijl een bos haar normaal ‘depressief’ maakt. Deze had ik nog niet gehoord maar ja ze bestaan, mensen die niet genieten van het groen. Pascale heeft een snoeischaar bij om wat dennentakken te knippen voor haar kerststukjes. Liliane maakt de opmerking ‘Ah jij hebt je tang bij’, of ze het nu op haarzelf had of op die snoeischaar laten we in het midden.  Ik baseer me hier zuiver op de Vaningelgem humor uiteraard.


De stilte in het bos doet alle stress, de oververmoeidheid en andere gezondheidskwaaltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon. De bospaden zijn erg rustig en nog nauwelijks belopen. Hier is er genoeg plek om stil te zijn en al onze zintuigen te gebruiken. Ik adem goed in en vervolgens weer uit. De geur van het mos, de paddenstoelen en de bomen vind ik heerlijk. Na een uurtje wandelen ben ik helemaal in de ban van het buitenleven.


Ik hoor iets ritselen en plots zie ik vanuit mijn ooghoek iets bewegen. Even hou ik de adem in, het duurt slechts 1 seconde en dan draait het hert zich om en verdwijnt terug in het bos. Ik hou van een glooiend landschap, al moet ik wel bekennen dat eens een heuvel opgeklommen, ik snak naar een rustmomentje. Mijn fysiek is niet meer wat het ooit is geweest dus een stop met bijhorend koekje en een lekker borreltje jenever is welgekomen. Het is wel niet gemakkelijk om te kiezen want iedereen heeft wat lekkers bij. Er is keuze uit straf, straffer en strafst ... Als we heel stil zijn, zouden we zelfs de vogeltjes kunnen horen  maar met zo een uitgelaten bende geef ik het geen kans. De gebruikte borreltjes worden vakkundig door Jan en Inge uitgewassen in de rivier. Ja iemand moet zich opofferen hé en zij hebben alvast de juiste kledij aan om het koude water te trotseren.


Op een prachtige locatie aan de rand van het bos ligt de Gransdorfer grillhut, een houten chalet die we afgehuurd hebben om onze lunch te nuttigen. Nadat we de heerlijke geur van de bossen hebben opgesnoven, stappen we binnen in de aangename warmte van de hut. Want zeg nu zelf, wat is er leuker dan jezelf lekker te verwarmen aan een groot vuur na een verfrissende wandeling.


Ons vlees wordt door de mannen boven het vuur op een draaibaar in hoogte verstelbaar rooster mooi gegrild. ‘Voor herhaalbaar vatbaar’ zegt Jan - zal waarschijnlijk op z’n Zandvliets zijn maar we verstaan het hoor Jan.  Bij het knisperend vuur ontbreken enkel nog wat kampvuurliedjes dus zingen we uit volle borst ‘vrolijke vrienden’. Toen hadden we de plopdans al gehad. Jan en ik hebben onze beentjes flink losgegooid maar gelukkig zijn daar geen beelden van, althans niet op deze blog! Zot zijn doet geen zeer en het is best fijn om af en toe het kind in jezelf even los te laten, ook al levert dit een vreemde blik van Pascale op. 

Rond een uur of twee verlaten we de hut om opnieuw wat te wandelen. We keren op onze stappen terug en hebben nu gelukkig meer berg af dan berg op. Papa en Jef lopen voorop en ik vraag me af ‘is dat wel een goed idee’? Nee dus, bij de eerste splitsing lopen ze al bijna verkeerd. Gelukkig stappen we net achter hen. In een bos verdwalen wanneer de avond bijna valt is niet iets wat op mijn Bucket list staat. We drinken nog een laatste borrel en keren dan terug naar ons hotel. 


s Avonds donder ik de trappen af - ja als je het licht niet aansteekt om naar beneden te gaan kan dat gebeuren natuurlijk. Ik sla mijn voet om en kom met een smak op de stenen trap terecht. Quasi onmiddellijk verschijnt er onder mijn knie een heuse bult en de tranen springen me letterlijk in de ogen. Er wordt ijs gehaald en dat moet het euvel een beetje verhelpen. Na het avondeten wordt er in de kamer waar we zitten heel erg veel lawaai gemaakt door een groot gezelschap dus verhuizen we naar de rustige zaal. Daar wordt er nog heerlijk gekeuveld. Dankzij een collegaatje heb ik black stories bij, macabere maar waargebeurde verhalen waarin het doel is om, na een korte situatiebeschrijving, te raden waarom dit is gebeurd. Om hier achter te komen mag iedereen vragen stellen die met ja of nee te beantwoorden zijn. De verhalen zijn soms raar, ondoorgrondelijk, pervers of absoluut absurd. De andere helft van de tafel haal de kaarten boven. 


Wanneer ik naar bed ga val ik als een blok in slaap. Mijn opgebouwde slaapschuld wordt terug afgebouwd en dat heb ik waarschijnlijk te danken aan de frisse lucht van vandaag en de vermoeidheid in mijn lijf van het vele stappen. Of zou het toch komen door de straffe pijnstiller die ik genomen heb?


Zondag: Vandaag hebben we minder geluk want wanneer ik het raam open, zie ik dat het opnieuw regent. Maar wij zijn ‘die hard fans’ van de Gransdorfse wandelwegen dus trekken we onze wandelplunje weer aan en gaan we na het ontbijt opnieuw op pad. Via de schnappsbrug de trappen omhoog. Ja ik word niet gespaard ... wandelen gaat wonderwel met mijn knie maar die trappen .... Ik kom dus als laatste boven maar niet getreurd het uitzicht over de mistige velden en het dorp is prachtig.


Aan de kerk wil Coiske al borrelen maar dat ziet Jan niet zitten tussen al die doden. Dus trekken we verder tot aan de kalkoven. Kalk werd 2000 jaar geleden verbrand door de Romeinen. Kalkverbranding in de 19e en vroege 20e eeuw was een belangrijk en noodzakelijk extra inkomen voor de Eifel-boeren. De verbrande kalk werd gebruikt als meststof en pleister voor de huizen. Zelfs medicijnen werden ervan gemaakt. Nu staat die kalkoven leeg maar het is de ideale plek voor een borrel want hier staan we droog.


Jan haalt een flesje boven waaraan ik niet kan weerstaan. Het blijkt een soort tinto verano te zijn maar het smaakt naar amaretto. Na een borrel of drie heb ik gratis vertier, het lijkt wel of ik zit op de draaimolen. Greta en Sylvia draaien terug want de wind is nog wat aangewakkerd maar wij stappen moedig verder. Nieuwkomer in de groep, Jef voelt zich al helemaal thuis in deze zotte bende en laat het kind in hem weer even boven komen. Vroeger sprong hij met gemak van de hoogste brug in de vaart dus klimt hij ook  hier op de brug en wij vragen ons af, ‘gaat hij springen of niet’? Toch maar niet ... het water is veranderd in een modderpoeltje dus dat komt nooit goed. Terug in het hotel wacht ons nog een laatste maaltijd en dan rijden we terug naar huis. Onze trip voor volgend jaar is reeds vastgelegd. Hopelijk dan opnieuw met ons mateke erbij want Nadine, we hebben je gemist hoor 😪

maandag 23 september 2019

Herceg Novi

Als het in Montenegro regent, dan REGENT het! Ik moet mijn bed nog niet uitkomen om te weten dat het vandaag een verschrikkelijk natte dag zal worden. De regen klettert tegen de rolluiken. Eenmaal uit bed zie ik op ons normaal zonovergoten terras dat de hemel volledig dicht zit. Ontbijt op het terras is dus uitgesloten. Gelukkig is het binnen lekker warm en knus. We hadden ons de laatste dag in dit prachtige landje helemaal anders voorgesteld maar het is wat het is en we moeten er het beste van maken.


s’Middags lunchen we gewoon thuis maar rond half 5 klaart de hemel een beetje op en besluiten we het stadje in te trekken. Nog een laatste keer door de straatjes kuieren en uiteraard gaan eten in ons favoriete restaurant. Lekker decadent doen voor een laatste keer: eerst een voorgerechtje, daarna een lekker visje en afsluiten doen we met een ijsje. 


Op twee weken tijd hebben we bijna het ganse land doorkruist en kunnen we zeggen dat we ongeveer alle bezienswaardigheden in Montenegro bezocht hebben. Het kleine Montenegro is net iets groter dan België maar had echt alles om ons te betoveren: een prachtige kust, ongerepte natuur en pittoreske dorpjes. De schoonheid van het land heeft onze verwachtingen echt overtroffen. Tijdens onze eerste etappe in de bergen waar we het Nationale park Durmitor bezochten, zagen we vooral natuurschoon en het was er lekker rustig want we kwamen er bijna niemand tegen. De tweede etappe in Virpazar was wat ons betreft de leukste bestemming met adembenemende ritten door de bergen en het prachtige Skadarmeer. Maar ook hier aan de kust hebben we genoten van de prachtige toeristische dorpjes. Montenegro heeft het allemaal. We kunnen nu met zekerheid zeggen dat diegenen die beweren dat dit het best verborgen geheim is van Europa, groot gelijk hebben!


Nog even voor alle toekomstige reizigers naar Montenegro: zet jullie roaming af want wij werden getrakteerd met een hoge rekening! Montenegro is wel Europa en je betaalt weliswaar met de euro maar het behoort nog steeds niet tot de Europese unie. 


Het was weer fijn even wat ‘quality time’ door te brengen met papa. Wanneer je plots helemaal op elkaar bent aangewezen, beleef je samen zowel de mooie als de slechte momenten en komen alle sterke maar ook zwakke kantjes naar boven. Ja telkens we samen op reis gaan, brengt dat ons weer ietsje dichter naar elkaar toe.


zondag 22 september 2019

Kotor - Rose - Tivat

De laatste dag mooi weer, als we de voorspellingen mogen geloven, dus gaan we vandaag de draad weer oppikken van ons bezoek aan Kotor. Enkele dagen geleden moesten we de stad hals over kop verlaten vanwege het onweer. Het is zondag en dat is duidelijk te merken op de weg. Er is zo goed als geen verkeer en dat is best een aangename afwisseling met de drukte die er meestal heerst rond het meer. Ik kan dus ook wat rondkijken en het valt me op dat er hier en daar een soort boeien op het water dobberen, alsook grote ronde kooien. Papa denk dat dit plekken zijn waar mosselen worden gekweekt maar zeker zijn we dus niet. Dat moeten we een van de dagen eens aan Mole vragen. 


Op de betaalparking van Kotor is er nog plek zat. Eenmaal binnen in de ommuurde oude stad, bewegen we ons van plein naar plein, langs eeuwenoude kerkjes, schattige steegjes en middeleeuwse gebouwen. Kotor telt buiten zijn 23.000 inwoners, tevens ook een heleboel katten. Eeuwenlang was Kotor een handelshaven voor schepen uit de gehele wereld en vele katten op de schepen werden hier achtergelaten en uiteindelijk bevolkte een uiterst gevarieerd scala van dit geliefde beestje de stad. Volgens de legende werd de stad geplaagd door slangen en ratten en de katten werden hierheen gebracht om de stad en haar inwoners hiertegen te beschermen. Hoe dan ook, de katten zijn nu het symbool van geluk voor het gehele land.


In Kotor is er zelfs een heus kattenmuseum, voor kattenliefhebbers een droom die uitkomt. We betalen 1€ en dat bedrag gaat integraal naar de verzorging van de vele katten in Kotor. Het museum bevat duizenden foto’s, postkaarten, sieraden, advertenties en postzegels. Heel grappig dat de katten er ook in en uit lopen. Dat is niet zo verwonderlijk want in een van de kamers staat wat voeding voor de lieve beestjes. Ze lijken ook allemaal heel erg verzorgd en sommigen hebben ook een vlooienband om.


Tegenover het museum bevindt zich het Ombra restaurant. Op het terras staat een grote zwarte populier. Deze werd gepland na de grote aardbeving in 1667 en doet dienst als beschutting tegen de felle zon. We zetten ons op het terras en genieten van een vers fruitsapje. Even overwegen we om hier te lunchen maar het wordt drukker in de stad en we hebben geen zin om tussen de cruiseboot toeristen te belanden. We besluiten om naar rustiger oorden te trekken maar eerst eten we nog een heerlijk ijsje.


Wanneer we de parking verlaten, klopt een Brits koppel op ons raam. Ik denk dat ze om een lift zullen vragen maar nee hoor, ze vragen of we weten dat we met onze koffer wagenwijd open rijden? Hmmmm nee dus! Papa had net nog snel iets uit de koffer genomen en was ze gewoon vergeten dicht te doen. Beetje verstrooid zeker? 


Eenmaal op de baan zie ik aan de zijkant politie staan. Ik begin dus hevig te dimmen telkens er een auto aankomt, om de chauffeur te verwittigen. Alleen, merk ik niet op dat er ook een politiewagen in tegenovergestelde richting komt. Hij wordt dus ook verwittigd! Even hou ik mijn hart vast want voor hetzelfde geld draait hij terug om me te beboeten. Staat er trouwens een straf op mensen verwittigen? 


We rijden naar Rose, een vissersdorpje dat helemaal aan de andere kant van de baai ligt. Van op ons terras kunnen we het zien. De weg er naartoe gaat gedurende 4 km steil naar beneden en is redelijk smal. Helemaal op het eind van de weg is er een kleine parking. Door de ligging buiten de toeristische gebaande paden op het uiterste puntje van het Lustica schiereiland, geeft het ons een ander gevoel dan de andere dorpjes in de baai. De zee is hier veel onstuimiger door de meer open ligging en donkerder door de diepte. De smalle straatjes, de trapsgewijze opstapeling van huizen en het pittoreske haventje kunnen ons onmiddellijk bekoren.


Er zijn veel gerenoveerde vissershuizen waar nu hostels van gemaakt zijn en het zijn vooral rustzoekers en zonnekloppers die deze locatie uitkiezen. Er is een voormalig klein Oostenrijks Hongaars fort, genaamd Forte Rose. Dit werd ook omgetoverd tot een hotel.


We zetten ons op het terras van restaurant Adriatic Rose met zicht op de azuurblauwe zee. Naast ons komt er een Belgisch koppel zitten die een gesprek aanknopen met papa. Ze zijn net aangekomen en ze vragen waar we logeren en wat we al gezien hebben. Tja dat moet je nu net aan Coiske vragen. Hij moet hun het antwoord schuldig blijven. Wanneer ik terugkom van het toilet sta ik ze maar even te woord en geef ik hen wat tips. We eten mosselen in witte wijn (niet zo lekker als in België volgens papa) en gamba’s (lekker van smaak maar wel een heel gepruts want ik krijg ze maar moeilijk uit hun jasje en het darmkanaal zit er nog in). De locatie maakt echter alles goed! 


Op onze weg terug naar huis, stoppen we in Tivat. Dit is een populaire toeristische bestemming aan de Baai van Kotor. Toen Montenegro nog onderdeel was van het voormalige Joegoslavië, was Tivat de plaats waar de grootste marinehaven van het land te vinden was. Na het uiteenvallen van het land werd de haven verlaten en kwam een groot deel van de inwoners zonder werk te zitten. Enkele jaren geleden werd de oude haven opgekocht door enkele miljonairs die er een jachthaven bouwden.


In de jachthaven van Porto Montenegro ligt een fortuin te dobberen. De lange prachtig aangelegde autovrije winkelstraat is een lust voor het oog maar niet voor de portemonnee. Hier vind je winkels van alle grote merken: Scapa, Hermes, Prada, zelfs Dries van Noten heeft hier een filiaal. Aan de brede boulevard is het zalig vertoeven op een van de zonnige terrassen maar daarvoor zal ik nog eens moeten terugkomen want papa vindt zo veel luxe maar niets. Tivat is goed op weg om het Saint Tropez van Montenegro te worden. 




zaterdag 21 september 2019

Nationaal park Lovcen - Cetinje - Njegusi

Weer een prachtige blauwe lucht wanneer we opstaan dus besluiten we nog eens de bergen in te trekken. Dat is lang geleden en ik begin het een beetje te missen. Met de ferry gaan we weer richting Kotor en daar nemen we de oude weg naar boven de bergen in. We trotseren, behalve zo’n dertigtal gewone bochten, zowaar 25 scherpe, steile haarspeldbochten en tellen mee af want bij elke bocht staat het aantal op de rots geschreven. Af en toe houden we halt om van het indrukwekkende landschap te genieten. Onder ons zien we de baai van Kotor steeds kleiner worden. Dit is werkelijk een van de mooiste wegen die we deze vakantie hebben gedaan en de weg is best te doen, dus laat je niet afschrikken. Af en toe moeten we even plaats maken voor een tegenligger maar daar is voldoende gelegenheid voor. Een eenzame fietser trapt voor zijn leven en we denken allebei: hij liever dan wij!


We gaan op zoek naar de ingang van het Nationaal park Lovcen. Het bestrijkt 6.400 ha en wordt gedomineerd door het Lovcen gebergte. De berg heeft twee pieken, Štirovnik op 1.749 meter en Jezerski op 1.657 meter hoogte. Na flink wat zoeken, komen we aan bij de ingang van het Nationale park. Hier moeten we 2€ per persoon betalen om het park binnen te mogen. Na nog wat bochten komt de top die de Montenegrijnen beschouwen als hun berg van Olympus, in zicht. Op deze piek, de Jezerski, staat het mausoleum van Petar II Petrovic Niegos, een symbool voor het Montenegrijnse volk en een boodschap aan al haar uithoeken: het hart van Montenegro is onveroverbaar.


Bij de laatste bocht zien we de laatste helling voor ons. De smalle weg staat links helemaal vol geparkeerde auto’s en recht staat er een file van auto’s die trachten naar boven te rijden. Het toeval wil dat net wanneer wij in de bocht arriveren, er een auto wegrijdt dus ik pik zijn plaatsje in. Na wat manoeuvreren om zo dicht mogelijk tegen de rotswand te staan, besluiten we dat te voet verder gaan, de beste optie is. Eenmaal aan de ingang besef ik dat mijn  portemonnee nog in de auto ligt dus draai ik terug want hij ligt echt in het zicht en stel je voor dat ze een ruit uitslaan. Ik denk mijn fitness voor vandaag al gehad te hebben, maar niets is minder waar. Hier begint het nog maar! Enthousiast beginnen we aan de klim van 467 treden. 


We betalen 5€ per persoon om het mausoleum zelf te bezoeken. Hier liggen de resten van Petar II Petrovic Njegos, vanaf 1830 de laatste ‘vladika’ van Montenegro en de grootste held van het land. Het gebouw werd in de jaren 70 in communistische stijl opgetrokken. Twee metershoge vrouwelijke bewakers domineren de entree. Daarachter is er een ruimte waar, onder een indrukwekkend gouden plafond, een 28-ton zwaar granieten beeld staat van Njegos, rustend in de vleugels van een arend. Het granieten beeld is even prachtig als indrukwekkend.


Als we om deze ruimte heen lopen, zien we aan de achterkant een trap die leidt naar het ondergrondse mausoleum. Hier heeft Petar de eeuwige rust gevonden. Het is er verschrikkelijk donker, enkel wat kaarsen verlichten de ruimte maar het heeft iets sereen. Achter het mausoleum leidt een pad naar een uitzichtpunt over de machtige bergen van het Lovcen-gebergte. Wow ik ben echt onder de indruk! Het uitzicht en de rust hier is adembenemend. Hierboven waait er een fris windje maar gelukkig hebben we het warm gekregen van al dat klimmen. De meeste mensen hebben echter een trui, een jas of een warme sjaal bij dus koukleumen zijn gewaarschuwd!


Nog helemaal onder de indruk wandelen we terug naar de auto maar daar aangekomen is er chaos. Een bus probeert omhoog te rijden terwijl een aantal wagens net onderweg is naar beneden. In de bocht waar wij geparkeerd staan, staat alles dus stil. Niemand kan voor of achteruit en ook wij zijn geblokkeerd. We zetten ons op een steen en slaan het tafereel gade. Nadat er eindelijk een auto wegrijdt, kan de bus achteruit en kunnen de auto’s passeren. Moraal van het verhaal: wil je het mausoleum bezoeken, kom dan heel vroeg in de ochtend want parkeerplekken zijn hier schaars. 


We rijden terug naar beneden naar de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro, Cetinje. We waren hier al eens eerder maar beseften toen niet dat er zo veel te zien is.  Het is een stad met een rijke historie en heeft buiten een historische, ook een spirituele waarde voor de Montenegrijnen. Ze werd gesticht in de 15de eeuw aan de voet van de berg Lovćen en sindsdien vertegenwoordigt Cetinje het culturele hart van Montenegro. 


Ondertussen is het lunchtijd dus zoeken we opnieuw het gezellige terrasje van enkele dagen geleden op. Toen dronken we hier voor het eerst een aardbeiensapje, een drankje dat we sindsdien nog vaak drinken want het is super lekker. Telkens wanneer er een mandje brood op tafel komt, heb ik moeite om er af te blijven maar niet in Montenegro. Het brood is meestal zout- en smaakloos en redelijk droog. Het brood dat hier echter op tafel komt, is hemels! Lekker mals en het smaakt een beetje naar smoutebollen. Het is eigenlijk maisbrood, gemaakt van polenta. Tegen dat mijn forel en papa’s inktvis op tafel komen, hebben we al flink wat brood achter de kiezen.  Alles is super vers en heel lekker klaargemaakt en het bijhorend sausje van olijfolie, look en peterselie smaakt heerlijk. ‘Restoran TavèRna’ (Ul. Baja Pivjanina 77) is een aanrader! 


Na de lunch gaan we op verkenning in de stad. Cetinje, met name het historische centrum van de stad, is klein en alles is dan ook op loopafstand. We passeren een aantal indrukwekkende gebouwen, zoals de voormalige ambassades en barokke paleizen die nog toebehoren aan de familie van Petrovic Njegos.


Via een autovrije, gezellige straat komen we bij het Klooster van Cetinje. Voor sommige Montenegrijnen is het haast een bedevaart plek. In de kerk bevinden zich namelijk twee relikwieën, het trotse bezit van het klooster: een splinter van het kruis van Jezus Christus en de rechterhand van Johannes de Doper. Wij mogen alleen de binnenplaats en het rechter kapelletje bezoeken. Fotograferen mogen we binnen niet en we zullen maar braaf zijn, want er hangen hier overal camera’s. Wel jammer want het is er echt mooi binnen. Devote inwoners branden er een kaars en kussen de beeltenis van de heiligen. Ook hier hangt er een serene sfeer en we worden er zelf stil van. Een momentje van bezinning, ook voor ons, niet gelovigen.


Aan de andere kant van het park staat er nog een klein mausoleum, dat van Crnojevici. Het klooster werd in 1484 gebouwd ter nagedachtenis van Virgin Mary. Enkel het kerkje staat nog recht, de andere gebouwen zijn nu nog slechts ruïnes. 


Onze laatste stopplaats voor vandaag is het authentiek dorpje Njegusi, gelegen op de hellingen van de berg Lovcen, aan de voet van het Nationaal park op 1.111 meter boven zeeniveau. Dit dorp is het best bekend als de geboorteplaats van de koninklijke dynastie van Montenegro van Petrovic, die Montenegro van 1696 tot 1918 regeerde. Het dorp is ook belangrijk voor zijn goed bewaard gebleven traditionele gebruiken. De lokale kaas, Njeguški sir en de lokale ham Njeguški pršut, worden uitsluitend in het gebied rond Njeguši gemaakt. Het dorp leent zich dan ook uitstekend voor het proeven van ham, kaas en wijn. En als het op eten aankomt, dan is papa er als de kippen bij. Overal staan er kraampjes waar de lokale bevolking hun producten aan de man trachten te brengen.


We proeven eerst de Njeguški pršut. De bijzondere smaak en het aroma van de ham, zijn het resultaat van een mengeling van zee- en berglucht en vooral van de rook van beukenhout dat wordt gebruikt tijdens het droogproces. Daarna krijgen we elk een borrel van de plaatselijke wijn, al vind ik het meer een likeurtje. Het goedje gaat zoetjes naar binnen maar omdat ik moet rijden, nemen we maar een flesje mee voor straks. Ook een pakje ham mag niet ontbreken. De verkoper is in zijn nopjes maar wij ook. Met een tas vol lekkers rijden we terug naar huis. We kijken er al naar uit om straks op ons terras te genieten van de Montenegrijnse folklore. 


vrijdag 20 september 2019

Sveti Stefan - Budva

Het eerste wat ik ‘s morgens doe, is de rolluiken optrekken om te kijken of we opnieuw een zonnige dag krijgen. Aangenaam verrast door de prachtige blauwe hemel, maak ik me klaar. Snel een eitje bakken voor ons ontbijt en dan de auto in voor een ritje van zo’n 1,5 uur naar Sveti Stefan. Eenmaal op de weg, passeren we het stadje Kamenari. Daar vertrekt de overzetboot naar de andere kant van de baai en die zou ons 45 min tot een uur sneller ter plaatse kunnen brengen. We besluiten dus toch maar eens te gaan informeren. De man in het kioskje kijkt me onvriendelijk aan wanneer ik hem vraag wanneer de volgende boot vertrekt, wat het kost en hoe het werkt. Hij begrijpt duidelijk geen Engels maar duwt me een rekening in de hand van 4,5€. Ik vraag hem toch nog maar eens of ik moet wachten maar hij doet teken en zegt op brute wijze: ‘just go!’ Ah een beetje Engels kan hij dus toch. Ik rep me snel terug naar ons autootje en rij richting ferry. Daar wordt mijn ticket gevraagd en dan mag ik achter de auto’s plaatsnemen. In totaal gaan er zo’n 18 auto’s aan boord. Nog geen 2 min later vertrekken we al. Papa trotseert de hevige wind aan dek om wat te filmen maar ik blijf rustig zitten want amper 10 min later staan we al aan de overkant in het dorpje Lepetane. Super zo’n ferry, hier gaan we nog gebruik van maken!


Na nog eens 30 minuutjes rijden, arriveren we in Sveti Stefan. Eeuwenlang was dit een vissersdorpje op een rotsig eilandje, vlak voor de kust in de Adriatische Zee. Totdat dictator Tito in de jaren 50 besloot om de luttele resterende bewoners te verbannen en het eiland te transformeren tot een hotel dat door middel van een dam verbonden is met het vasteland! De vijftig huisjes met hun dikke muren, kleine raampjes en rode pannendaken werden suites en Sveti Stefan werd het eerste luxueuze vakantieoord van toenmalig Joegoslavië. De groten der aarde vierden al vakantie op het ommuurde eiland zoals Kirk Douglas, Richard Burton en Orson Welles. De val van Joegoslavië betekende het einde voor het befaamde staatshotel. Het kostte de luxe hotelketen Aman Resorts vijf jaar en 30 miljoen euro om het eilandhotel tot in de puntjes te restaureren. In 2012 heropende het weer en staan de sterren opnieuw in de rij, onder wie Brad Pitt, Bruce Willis en Sylvester Stallone. Tennisster Novak Djokovic trouwde met zijn geliefde Jelena Ristic in het fresco-rijke kerkje en huurde voor het huwelijksfeest het hele eiland af. Ook al kan je het niet echt bezoeken het is wel een pareltje langs de Adriatische kustlijn.


Amper 8 km verder ligt Budva, de bekendste badplaats van Montenegro. Het is er groot, levendig en druk en de stad staat bekend als het Miami van Montenegro. We moeten dus wel eventjes zoeken naar een geschikte parkeerplek die niet te ver van de oude stad ligt. Ik heb zin in een latte macchiato maar ook al staat het hier op de kaart, het ziet er helemaal anders uit. Dan maar een vers fruitsapje, ook altijd lekker. Na de nodige behoeftes gaan we richting zee en wandelen we via de kleine wandelboulevard en de jachthaven met indrukwekkende jachten richting Stari Grad. De oude stad dateert helemaal uit de 5e eeuw v. Chr., is klein en charmant en volledig autovrij. Ze betovert ons onmiddellijk.


Het Middeleeuws centrum ligt op een schiereiland en is omringd door middeleeuwse stadswallen, compleet met fort, torens en toegangspoorten.  Zodra we door één van de stadspoorten de stad binnenwandelen, zien we hoe sfeervol de kleine straatjes zijn. Veel van de architectuur in de oude stad is van Venetiaanse oorsprong. Deuren, scharnieren, ramen en balkons zijn nog in Romeinse stijl. Overal zijn er uiteraard kleine souvenirwinkeltjes en die nemen wel een beetje van de charme weg maar ach alles is beter dan vervallen en vuile straatjes. Hier is gezelligheid troef!


De Holy Trinity kerk, middenin het centrum van het oude stadje, heeft prachtige fresco’s op de muren en het plafond. Foto’s nemen doe ik al lang niet meer want alle kerkjes zien er zo goed als hetzelfde uit vanbinnen. Deze orthodoxe kerk is gebouwd in 1804. Het verbaast me nog steeds hoeveel jonge mensen hier naar de kerk gaan om te bidden en kaarsen te branden. Wat een verschil met ons landje. Naast deze kerk vind je in de oude stad nog 3 kerkjes, namelijk de St John’s kerk, de St Mary’s in Punta en de St Sava’s kerk. Deze kleine kerkjes maken Stari Grad nog charmanter.


Wanneer we in de richting van de zee lopen zien we het oude fort Citadela. De inkom bedraagt 3,5€ en alles wordt goed in het oog gehouden. Papa die al doorgaat, wordt streng toegesproken dat hij eerst een ticket moet kopen. Ik doe teken dat mijn tweede ticket voor hem is en pas dan kan er een lachje af. In het fort genieten we van een prachtig uitzicht, doordat het hoger gelegen is dan de rest van Budva. Daarnaast is er een klein museum maar het is vooral de oude bibliotheek die ons kan bekoren. Hier wordt de grootste schat uit de Middeleeuwen bewaard, want er staan heel wat unieke oude boeken. 


Ondertussen is het middag en we hebben honger maar we zijn de Montenegrijnse keuken even moe. Deze is in een woord te beschrijven: puur, what you see is what you get! Aardappelen, vlees of vis, weinig groenten en zo goed als geen saus. Dat laatste is ok voor vis maar het vlees is meestal altijd redelijk droog hier. Daarom besluiten we eens voor iets Aziatisch te gaan. Een risico, want het is het eerste Aziatische restaurant dat we in Montenegro zien maar we wagen het erop. Op hun gezellig terrasje nemen we, als enige gasten, plaats in de schaduw. Na een kwartiertje loop ik toch even naar de keuken om te vragen of ze wel open zijn. Die blinkt als een pareltje en de kok draagt een nette schort dus ik ben er alvast gerust in. Hij vraagt me nog even geduld te hebben want er is net een groep Chinezen aangekomen (zij zitten blijkbaar binnen) maar hij brengt ons toch al de kaart. Wanneer het eten op tafel komt zijn we beiden in onze nopjes want het is zooooo lekker! Restaurant Shanghai is echt een aanrader wat ons betreft en Maurina, als je volgend jaar gaat .... ze hebben er ook sushi! Je vind het in een klein straatje, trapje op aan Hotel Vila Balkan. 


Overal zien we plaatjes en souvenirs van een balletdanseresje en ik wil ze graag in het echt zien dus gaan we op zoek. Net buiten de stadsmuur aan de jachthaven, staat het kleine beeldje te pronken. Het verhaal gaat dat dit standbeeld er is neergezet voor een meisje dat er verdronken is, maar niemand weet dit echt zeker.  Het doet me een beetje denken aan de kleine zeemeermin van Kopenhagen. Dat is ook niet erg groot maar net als het balletdanseresje, heel sierlijk. Ik vind het prachtig! Af en toe tracht er iemand dezelfde pose aan te nemen, meestal jonge meisjes die waarschijnlijk aan ballet doen maar helemaal lukt het toch niet.  Ik moest direct aan Noa denken, die zou dat wel kunnen! 


Via de prachtige jachthaven wandelen we terug naar de auto om vervolgens opnieuw huiswaarts te rijden. We besluiten nog even op zoek te gaan naar een grot met prehistorische tekeningen uit de achtste eeuw voor Christus. Deze zouden zich in Lipci bevinden. Al van ver wordt de grot aangeduid op bruine borden. Nu hebben wij geen goede verstandhouding met die bruine borden want herinneren jullie nog dag 3, toen we op zoek waren naar dat klooster dat we nooit gevonden hebben? We twijfelen dus even maar volgen dan toch de wegwijzers en wat denken jullie? De wegwijzer gaat naar rechts via een kronkelig smal weggetje maar eindigt op privaat terrein, geen grot te bekennen! Het is werkelijk heel vreemd dat de Montenegrijnen zo veel geld en moeite steken om die grote bruine borden te plaatsen op de hoofdweg maar eens je van de hoofdweg afgaat, zie je geen wegwijzers meer en word je aan je lot overgelaten. 


Een beetje gefrustreerd rijden we dan maar naar Herceg Novi om op ons lievelingsterras een ijsje te gaan eten. Hier is het de plaatselijke vuilniswagen die ons op de zenuwen werkt. Ze duwen ons zo goed als de weg af want zij moeten er door. Ik kan echter niet weg want voor mij staat er een auto waar niemand in zit en achter mij staat er een auto die aan bumperkleven doet. Gevolg: heel het kruispunt geblokkeerd! Jullie begrijpen wel dat dat ijsje écht gesmaakt heeft zeker! 


donderdag 19 september 2019

Kotor

Wederom slecht geslapen, dit keer door de pomp van het zwembad die heel de nacht een zoemend geluid produceert. Papa slaapt door alles door en hoort er niets van. Ik ben dus wat grumpy aan de ontbijttafel, ook omdat ze voor vandaag een regenachtige dag voorspellen. Wanneer we buiten kijken, lijkt alles mooi en vredig dus overleggen we even wat we gaan doen. Kotor staat op de planning maar dat is best even rijden (eergisteren deden we er 1u40 over) en het onweer zou rond de middag losbarsten. We besluiten om het er toch maar op te wagen. Om 8 uur zitten we al in de wagen en op de weg langs de baai is het zo vroeg in de ochtend nog redelijk rustig. We komen aan rond 9 uur en parkeren op een betaalparking net buiten de oude stad. 


Kotor is een Venetiaans Werelderfgoed stadje aan de voet van de berg Lovcèn, in een diepe inham van de Adriatische Zee. We werden reeds gegrepen door de schoonheid van de immens blauwe baai toen we 2 dagen geleden de stad passeerden. We weten dat we aan de zee zitten, maar naar ons gevoel zou het ook een bergmeer kunnen zijn. De hoge bergen omsluiten de baai bijna volledig en alleen de cruiseschepen die naar binnen varen, verraden dat er een uitgang is. Ja, Kotor is een geliefde haven voor deze mastodonten, dus we zijn hier niet alleen. De schepen spugen mensen uit met gevolg dat er hordes toeristen achter bordjes aanlopen. 


De entreepoort naar de stad toe is gebouwd in 1555 door de Venetianen. Op de muren van de hoofdingang zien we de gevleugelde leeuw van St Mark, het symbool van Venetië. Later zien we dit symbool ook op andere plekken in de stad. Boven de ingangspoort staat de datum wanneer Kotor vrijkwam van de Nazi’s en dit wordt gekenmerkt door een communistische ster en een quote van Tito.


Wanneer we door de toegangspoort binnenwandelen, is het eerste wat we zien de robuuste en vierkante klokkentoren. We wanen ons meteen in een schilderijtje, waar op elke straathoek de charme er vanaf spat. Ik ben een romantisch ziel en het duurt dan ook niet lang vooraleer ik overmeesterd word door de lieflijke sfeer van Kotor. De kleine, verkeersvrije steegjes die zigzag doorheen het oude centrum lopen, nodigen uit tot slenteren aan een gezapig tempo. Kotor is een middeleeuws doolhof met musea, kerken, pleinen en Venetiaanse paleizen. We wandelen door de smalle straatjes, waar de schone was boven ons hoofd aan de  waslijnen hangt te drogen.


Het meest indrukwekkende gebouw van Kotor is de katholieke St Tryphon’s kathedraal. Met zijn asymmetrische toren, het symbool van de stad. Deze kerk is in de 12e eeuw gebouwd, maar door vele aardbevingen constant gereconstrueerd. Toen in 1667 de hele voorzijde werd vernietigd werd de barokke klokkentoren toegevoegd. De linker klokkentoren is helaas nooit afgeraakt.


Het hoogtepunt van een bezoek aan Kotor zou het uitzichtpunt zijn vanuit het San Giovanni Fort. Het is bewolkt dus misschien is het nu wel het moment om de uitdaging aan te gaan. We beginnen aan de wandeling naar boven via de meer dan 1300 treden langsheen de vestingmuur. Gebouwd op de flanken van de baai, vormt de muur nog steeds een raadsel voor heel wat historici. Het lijkt wel of we kijken naar een miniversie van de Chinese muur.  Soms is het oppassen geblazen want de stenen kunnen verraderlijk glad zijn en af en toe moeten we uitkijken dat we niet in een gat donderen. Tijdens de wandeling is er een enorme samenhorigheid tussen de toeristen, iedereen steunt elkaar. Nog een beetje verder, komaan niet opgeven! Ook de mensen die naar beneden komen, spreken ons bemoedigend toe. Het uitzicht is grandioos dus echt wel de moeite om door te zetten. Na toch best wel wat klimmen, komt er een Engelsman naar beneden die al lachend zegt: ‘je moet nog zeker drie keer zo veel trappen doen tot aan de top’. We lachen het weg maar later zal blijken dat hij gelijk had. 


De wandeling is verschrikkelijk vermoeiend maar ondanks de vele treden, wel te doen zolang we af en toe maar een rustpauze inlassen. Het uitzicht wordt mooier na elke stap die we zetten. Na ongeveer een uur bereiken we ‘the Church of Our Lady of Health’ en vinden we dat we een iets langere rustpauze verdiend hebben. Gelukkig zijn er stenen banken waar we ons op kunnen neervlijen. Mijn wangen zien ondertussen al zo rood als een tomaat en ik voel het zweet over mijn rug naar beneden lopen. Op een dag als gisteren had dit echt geen optie geweest. Gelukkig heb ik er wel aan gedacht om beneden wat water te kopen en dat is echt geen overbodige luxe. Papa heeft soms het gevoel draaierig te zijn dus ik doe hem drinken want vocht is echt essentieel bij een dergelijke klim, zeker op zijn leeftijd. In mijn binnenste ben ik best wel trots op mijn papa want doe het hem maar na hé, 76 jaar en toch best nog fit. Fitter dan mij bij momenten! 


Even overwegen we of het niet genoeg is geweest maar we zijn nu al zo ver dus gaan we verder. Na nog eens 30 min komen we opnieuw op een platform van waar we de ruïnes van het fort kunnen zien. Van hieruit hebben we een uniek en ongeëvenaard zicht op de door groene bergen omringde Baai van Kotor, ook wel ‘de zuidelijkste fjord van Europa’ genoemd.  


Een blik op de stad, die ver onder onze voeten ligt, gedrapeerd door een cruiseschip dat net is aangemeerd, doet het hijgen en zweten van de eindeloze klim vergeten. We snappen nu ook waarom Kotor nooit veroverd kon worden.  Hoe kan je als schip hier aanleggen terwijl de bommen van boven op je neer regenen? We kijken naar boven en zien dat we best nog wat trappen te goed hebben en eerlijk, ik ben kapot! Papa laat het aan mij over of we verder gaan maar ik zie dat ook hij zijn limiet bereikt heeft. Bovendien neemt de bewolking toe en ben ik bang dat de regen niet lang meer op zich zal laten wachten. We besluiten dus dat het welletjes is geweest en draaien net als zovelen terug. Het uitzicht hier zal wellicht niet zo erg verschillen met dat van helemaal aan de top. Nog een laatste foto van ons samen daar op ‘ons’ hoogste punt. De rode wangen verraden mijn vermoeidheid.


Al zigzaggend gaan we stap voor stap terug naar beneden. Ik moet me vaak bedwingen om de mensen niet te verwittigen voor wat nog komen moet, maar wil ze ook niet ontmoedigen. Naar beneden is niet zo vermoeiend maar wel heel vervelend met die trappen. Ik voel mijn knie branden. Blij dat we heelhuids beneden zijn aangekomen, gaan we op zoek naar een lunchplekje. Het wordt een leuk terras op een sfeervol pleintje. Het menu van de dag bestaat uit drie gangen en kost slechts 10€. Geen culinair hoogtepunt maar best lekker. In de verte zien we een onheilspellend zwart wolkendek dus vragen we snel de rekening. Alle andere gasten haasten zich naar binnen. Naast het terras staan er twee dames ijs rolletjes te maken, een specialiteit hier in Kotor dus dat moeten we toch geproefd hebben. Op een diepgevroren plaat worden alle gekozen ingrediënten geplaatst, in mijn geval mozartkugel en rode vruchten. Daarbovenop wordt melk gegoten en dan wordt alles gehakt en gemengd en in rolletjes gesneden. Ja het is moeilijk uit te leggen maar het was in ieder geval wel heel lekker.


Ondertussen is het pikdonker geworden, het lijkt wel nacht, en waait er een hevige wind. We besluiten even te schuilen onder een luifel terwijl we rustig ons ijsje opeten maar dan breekt de hel los, de hemelsluizen worden opengezet, de regen stroomt door de straten. Het is een uurtje later dan de voorspelling maar we weten dat het de hele namiddag zal blijven duren. Met tegenzin reppen we ons door de straten naar de auto. Opnieuw is het rustig op de weg wanneer we naar huis rijden, iedereen zit binnen te schuilen voor het noodweer. Eenmaal thuis maken we er een rustige, luie namiddag van. Tegen de avond is de rust weergekeerd en eten we buiten op ons terras een lekkere pasta. 

woensdag 18 september 2019

Herceg Novi - Perast

Zalig geslapen en terug helemaal fit, klaar voor een nieuwe dag! We zetten een muziekje op en ontbijten op ons terras met prachtig uitzicht. Iedereen slaapt nog en het is er lekker rustig. Om half 9 trekken we naar beneden, weg van onze berg om Herceg Novi te gaan ontdekken. Het gebeurt allemaal in Stari Grad (oude stad), met grote levendige pleinen, fraaie kerken en grote forten. Om hier te komen moeten we wel eerst flink afdalen. We proberen er nog niet aan te denken dat we straks ook terug naar boven moeten. We passeren de plaatselijke markt waar de marktkooplui al druk bezig zijn hun fruit, groenten, honing, raki en wijn presentabel te maken voor de vroege vogels. Het zijn duidelijk de inwoners zelf die hier een tafeltje neerzetten met hun producten. 


Bij het Nikola Durkovic plein zien we de klokkentoren die gebouwd werd in 1667. Tijdens de Turkse overheersing was het de toegangspoort naar de stad. Hier beginnen de trappen en geloof me het zijn er veel in dit stadje! Gelukkig worden we afgeleid door de vele kleine, mooie steegjes om ons heen.


Na een flinke klim komen we hijgend en puffend boven bij Kanli Kula, het grootste fort in Herceg Novi. Kanli Kula betekent ‘bloedige toren’. Het fort is dan ook een voormalige beruchte gevangenis geweest. Het is een van de belangrijkste bezienswaardigheden want van hieruit heb je een prachtig uitzicht over de hele stad maar het is nog vroeg en we zijn er, op twee dames na, helemaal alleen. In de zomer worden hier theatervoorstellingen en concerten georganiseerd en mede daardoor staan er midden in ons beeld enkele lelijke ijskasten van coca cola. Daar is duidelijk niet over nagedacht, althans niet door iemand met een oog voor fotografie!


Zigzaggend gaat het stap voor stap terug naar beneden naar het fotogenieke plein Belavista met de mooie St. Arhangel Mihailo kerk die gebouwd werd tussen 1883 en 1905. Vroeger stonden er twee grote palmbomen om de kerk maar die zijn nu jammer genoeg verdwenen. Ik kan me voorstellen dat die het plaatje helemaal compleet zouden maken. Van al dat trappenlopen hebben we dorst gekregen en gaan we nog maar een terrasje doen. We zitten net neer wanneer er een bende schoolkinderen de klim naar boven aanvat. Wat zijn we blij dat we zo vroeg hier waren. Hoe later op de dag hoe meer bussen met toeristen er arriveren. We proberen ze voor te blijven en dalen verder af naar de St. Jerome kerk, gelegen aan het Mico Pavlovic plein en vervolgens naar het Forte Mare. Van hieruit hebben we een prachtig zicht over de Adriatische zee en de wandelboulevard beneden. Eenmaal beneden aan de haven, brandt de zon heel erg fel. Tijd om papa zijn hoedje boven te halen want insmeren dat doet hij niet meer, dan pikken zijn oogjes, zegt hij.


We zijn dus helemaal beneden en dat betekent dus ook terug helemaal naar boven klimmen. Vol goede moed beginnen we eraan maar dat valt dus dik tegen. De hoge trappen zijn een aanslag op onze gewrichten om nog maar te zwijgen over ons gebrek aan conditie. Wat zijn we blij wanneer we aankomen bij een park met veel banken. Tijd om te rusten en te genieten van wat groen. Ondertussen is het bijna middag en net om de hoek bevindt zich het restaurant waar we gisteren ook gezeten hebben. We besluiten gelijk een hapje te eten. Ik ga voor de zalm met appelsien-gember saus en papa voor de tonijn met zwarte sesam. Beide overheerlijk! Ja Gradska Kafana (Njegoseva 31) staat met stip op nummer 1 van lekkerste keuken in Montenegro tot nu toe. We nemen er ook nog een dessertje bij - baklava en de langverwachte kersenstrudel. Met ons buikje vol, vatten we de tweede etappe van de klim naar boven aan. 


Aan de oostkant van de stad ligt het vredig orthodox klooster Savina met prachtig uitzicht over de wijnranken en de kust. Het is een oase van rust, bekend voor zijn eigen wijngaard. Bij het klooster bevindt zich de 18e-eeuwse kerk van de Dormition, gemaakt van Kroatisch roze steen. Binnen zien we de oudste fresco’s van Montenegro. Ze zijn inderdaad al wat afgesleten maar ooit moeten ze echt prachtig geweest zijn. Rondom de kerk bevindt zich een kleine begraafplaats. Er zijn ergere plekken dan deze om begraven te worden. Wat een adembenemend zicht!


Omdat het nog vroeg in de namiddag is, besluiten we verder te rijden langs Boka Bay. Hoge bergen omsluiten de baai bijna volledig en rondom rond liggen de oevers bezaaid met schilderachtige dorpjes vol Italiaanse charme. Vooral het beeldschone Perast lijkt wel een stukje Venetië dat ooit is afgebrokkeld en richting de Balkan is gedreven. In het gebied liggen er vele oude steden, met een rijke geschiedenis en cultuur, maar het middeleeuwse dorpje Perast is toch het best bewaard gebleven van allemaal. Wanneer we er aankomen, blijken alle parkeerplaatsjes ingenomen te zijn tot er een jonge gast op ons raam tikt en vraagt of we een boottocht willen maken. We zeggen ja en plots is er wel plek voor ons. Hij dirigeert ons door de meute mensen die net van een bus gestapt zijn en geeft ons een plekje. Uiteraard kunnen we er nu niet meer onderuit maar voor 5 € per persoon gaan we niet moeilijk doen. We willen het eilandje ‘Gospa od Škrpjela’ of ‘Onze Vrouwe van de rotsen’ sowieso doen dus stappen we in zijn gammele bootje. Al van ver zien we de blauwe koepel van het kerkje en na slechts 10 minuutjes varen, zijn we er al. 


Volgens de legende vonden twee zeelieden in 1452 een icoon van de Maagd Maria op een rots in een ondiep gedeelte van de baai. Samen met de bevolking van Perast besloten zij om ter ere van de Heilige Maagd het eilandje en een kapel te bouwen op exact diezelfde plek. Het eiland bleef groeien, omdat de bewoners van Perast steeds stenen meenamen naar de rots. In 1630 werd de kapel omgebouwd tot een kerk, Crkva Gospa od Škrpjela. Het is vervolgens een traditie geworden om met kleine bootjes stenen naar het eiland te brengen. Ieder jaar op 22 juli wordt deze traditie gehouden, dit feest heet fašinada. In de kerk zien we weer indrukwekkende fresco’s maar veel tijd om ze op beeld vast te leggen, krijgt papa niet want hij wordt bruut omvergeduwd door een Russische gids die met haar groep wil passeren. Ja ik maak me soms druk over Chinese toeristen die altijd en overal in je beeld komen te staan maar de Russen kunnen er ook wat van, zij het dan vanwege hun boertige manier van doen. 


Van hieruit hebben we een mooi zicht op het andere eilandje dat voor de kust van Perast ligt, Sveti Đorđe, wat in het Nederlands Sint-Joris betekent. Dit is een natuurlijk eiland met een 12e-eeuwse Benedictijnse klooster. Helaas is het niet mogelijk om dit eiland te bezoeken. 


Na 30 minuten zijn we al rond en komt ons bootje ons opnieuw ophalen. We besluiten om hier in Perast nog wat rond te wandelen. Ondanks dat het maar piepklein is met slechts één hoofdstraat, barst het in Perast van de oude kerken en statige voormalige paleizen.


Iedereen kent iedereen hier want het dorpje telt slechts 300 inwoners. We kunnen ons voorstellen dat het voor de inwoners niet fijn is om hun dorp elke zomer te zien overspoelen met toeristen maar wij genieten in ieder geval van de schoonheid van deze plek. Ik laat papa nog even zuchten en blazen wanneer ik opnieuw trappen neem naar boven omdat ik een mooie kerktoren heb gezien. Eenmaal boven blijkt deze gesloten en keren we op onze stappen terug. Op een terras aan het water rusten we uit en genieten we nog even van ons favoriete drankje alvorens terug huiswaarts te keren.