donderdag 28 maart 2019

Salinas de San Pedro del Pinatar

Vandaag zoeken we de rust op en rijden we naar San Pedro del Pinatar, gelegen aan de kust op slechts 7 km van Pinar de la Horadada. We parkeren de auto en wandelen naar het strand waar we Liliane tegenkomen, een gebuur van Ingrid. Zij is met de fiets en is gekleed in een kort rokje en t-shirt. De zon schijnt volop maar op de fiets zal dat toch wel redelijk fris zijn.  Ikzelf loop ook in T-shirt maar voor Ingrid is dat veel te koud, zij heeft twee truien, een vest en een sjaal aan. De zon schittert in het water maar het strand is nog verlaten. 


Aan het einde van de boulevard start er een lange pier, die recht het water ingaat. Aan de linker kant bevinden zich de Salinas, aan de rechterkant Mar Menor. Het contrast kan niet groter zijn. Op de bodem van het zoute water van de Salinas bevindt zich een soort modder die heel goed is voor de huid. Twee Engelse dames smeren zich in van kop tot teen en laten dit opdrogen in de zon. Daarna spoelen ze zich af in het water van de Salinas. Dit water is troebel en heel erg zout, dat kunnen we merken aan de planten die aan de zijkant van de pier groeien, deze zijn bedekt met een laagje zout. Het zit hier vol met kleine vogeltjes, ‘vuelvepiedras’, zo noemen de beestjes in het Spaans.  Aan de andere kant van de pier is het water mooi blauw en zo helder dat we de bodem kunnen zien. Verschillende roze kwallen liggen te drijven aan de waterkant, geen ideale plaats om in het water te gaan dus, hoe uitnodigend het er ook uitziet. 


Het is hier werkelijk zalig, we lopen hier bijna alleen en genieten van de stilte, de vogels en het adembenemende uitzicht. In totaal wandelen we zo ongeveer 3 km de zee in en draaien dan terug, Alles bij elkaar hebben we dus 6 km gewandeld. Van deze inspanning hebben we honger gekregen.


Onze besluiteloosheid kent geen grenzen. In totaal doen we drie terrasjes aan. Het eerste terras is ideaal gelegen, vlak aan het strand maar er is zo veel wind dat ik Ingrid bijna ineen zie krimpen van de kou. Ik vind het zelf ook niet aangenaam wanneer mijn haar constant in mijn eten vliegt dus staan we terug op en wandelen verder. Het tweede terrasje ligt ideaal in de zon maar wanneer we de kaart te zien krijgen, vinden we de keuze maar summier dus stappen we ook hier op en zetten we ons op het terras daarnaast. Wat blijkt, we zitten bij een Indiër, mijn lievelingskeuken maar daarvoor zijn we natuurlijk niet in Spanje. De garçon voelt de bui al hangen en kijkt wat beteuterd wanneer we ook hier opstappen. Uiteindelijk zetten we ons op het terras van Los Caracoles, waar Ingrid al een paar keer geweest is. We bestellen alvast iets om te drinken, nu kunnen we niet meer weg. Even later willen we aan dezelfde garçon de menu del dia bestellen maar dat mag blijkbaar niet - hij staat enkel in voor de drank en de tapa’s. Hij roept zijn collega die al strompelend tot bij ons komt, zijn ogen zijn rood doorlopen en staan op half zeven. Volgens Ingrid was hij de vorige keer ook zo stoned als een garnaal. We installeren ons met een glaasje wijn in de hand voor een foto maar dat is buiten een luidruchtige muzikant gerekend die met zijn accordeon naast ons komt staan. Hij wil graag mee op de foto denk ik maar ik geef hem mijn dodelijke blik en hij druipt gelukkig af. Wanneer ik terug kom van het toilet zit Ingrid zowaar in een topje, waar gaan we dat schrijven?

Het is hier dan ook zalig van temperatuur in het zonnetje. De dame achter mij is er al van aan het knikkebollen. Haar middag dutje kan beginnen. Wanneer onze garçon met ons hoofdgerecht aankomt, vraagt hij voor wie de merluza is. Wij kijken elkaar aan en schieten in de lach want we hebben allebei hetzelfde besteld. Wanneer we hem daarop attent maken, kijkt hij eens voos naar beide borden en zet ze neer. Onze frietjes zijn koud maar de vis en de groentjes zijn lekker en warm. Zoals steeds zijn onze ogen groter dan onze buik want we hebben veel te veel gegeten na die drie gangen menu. Tijd dus om dat er weer af te wandelen.


We trekken dus terug de natuur in. Eureka! Wat zien we daar op het water? Flamingo’s - echt roze zijn ze nog niet maar wij zijn al blij dat we ze gezien hebben. In dit natuurgebied zien we veel water, riet, laag struikgewas en duinen. Via een houten pond wandelen we naar de zee waar we even gaan zitten in het warme zand. Er staat weer een windje dus Ingrid pakt zich zoals steeds helemaal in, terwijl ik het eigenlijk wel warme wind vind. Ze bekijkt me of ik gek geworden ben. Voor de foto wil ze wel even haar vest uitdoen maar nadien gaat deze even snel terug aan. 


In de late namiddag gaan we nog even naar de supermarkt want we willen vanavond thuis een kleine snack eten. Terug in het appartement zetten we ons boven op het zonneterras maar dan krijgt Ingrid een mail dat haar tv binnen is. We gaan dus terug op stap om deze op te halen. Uiteraard wordt er eerst nog wat geshopt in de Zenia boulevard en het is al half 9 wanneer we bij de media markt aankomen. Het duurt weer even voor we geholpen worden maar kunnen dan eindelijk naar huis. Om kwart na 9 zitten we aan tafel na te genieten van een mooie, warme dag in de natuur. 


woensdag 27 maart 2019

Elche - El Huerto del Cura - La Mata

Wat is het fijn wanneer je ‘s morgens opstaat en je overstelpt wordt met felicitaties. Alweer een dagje ouder vandaag maar nog steeds jong van hart. De zon schijnt volop en de wind is een beetje gaan liggen, het belooft dus een fijne dag te worden. Na het ontbijt rijden we naar Elche, de palmen stad. Wanneer we de stad binnenrijden weten we gelijk waarom. In de tijd van de Moren is de stad verplaatst en omgeven door palmbomen. Deze oase is in 2000 tot Werelderfgoed verklaard en de palmbomen mogen niet worden gekapt.


Het centrum is niet erg groot maar echt gezellig, kleine straatjes, veel winkeltjes en tapa bars. Op het plein waar we de wagen hebben geparkeerd, staat een groot beeld van een vrouw met de haren in wielvorm langs het hoofd, helemaal versierd met bloemen. Her en der in de stad komen we die vrouw tegen en we zijn echt benieuwd wie het is. Na wat research komen we te weten dat deze Iberische dame het boegbeeld is van Elche. Het beeldje werd gevonden in 1897 en stamt uit 425-374 v. Chr. Het origineel is te vinden in het archeologisch museum in Madrid. Dat weten we dan ook weeral.



We wandelen naar de centraal gelegen Basilica de Santa Maria. De kathedraal imponeert aan de buitenzijde door zijn zeer zware vierkante toren, de overdadige barokke inkom en de blauwe koepel. Binnenin trekt de gaanderij, die boven rondom de kerk loopt en verschillende balkons met elkaar verbindt de aandacht. Het is een donkere kerk en daar hou ik niet echt van dus lang blijven we er niet rondhangen. Aan de uitgang is het file want een man probeert de kerkdeur te openen maar dat lukt niet zo goed. Trekken, nee dat gaat niet, duwen ja dat wel maar niet als je aan de verkeerde kant duwt. Gelukkig kan hij er zelf mee lachen en wanneer het hem eindelijk lukt, houdt hij zelfs de deur voor ons open. Aan de overkant staat er een mooi standbeeld van een soort wereldbol waarop allerlei spreuken verwerkt zijn, alsook het indrukwekkende Altamira Palace met op de achtergrond, hoe kan het ook anders,  palmbomen. 



Ondertussen hebben we stilaan een hongertje dus zetten we ons op een zonovergoten terrasje voor wat tapa’s. Hier bij La Fabrica 1984, krijg je bij elke tapa een glas wijn dus Ingrid is in haar nopjes. Ze besluit de tapa’s 1 voor 1 te bestellen. Je moet niet groot zijn maar slim. Op die manier versiert ze twee glazen wijn in plaats van eentje. Deze combinatie kost slechts 2,5 euro dus hier word je goedkoop zat! Zowel de garçon als enkele klanten op het terras doen de bijnaam die mijn vader voor de Spanjaarden heeft, alle eer aan. Hij noemt ze soms de ‘stierenvreters’ en ze hebben stuk voor stuk een piercing in de neus, de ene al wat groter dan de andere. Dat kan toch niet gemakkelijk zijn als je een verkoudheid hebt! In ieder geval het eten is super lekker en verzorgd, een adresje om te onthouden. 



Elche is dus vooral bekend voor zijn enorme palmentuinen en eentje in het bijzonder zou de moeite waard zijn, El Huerto del Cura. We weten het ongeveer liggen en gaan op zoek. Het lijkt alsof Ingrids oriëntatie er een stuk op verbeterd is, nu ze twee glazen wijn achterover heeft gekapt want zonder aarzelen wijst ze de weg. Hier links, hier rechts, ja hier zijn we gepasseerd. Na een tijdje komen we echter terug bij ons beginpunt, mmmm die oriëntatie is toch niet wat het moet zijn. Na twee pogingen halen we ons beste Spaans maar boven en vragen de weg. Blijkbaar zitten we helemaal verkeerd - we moeten opnieuw langs het gemeentehuis, dat we al twee keer gepasseerd zijn. Na een half uur zoeken, loop ik er dan nog bijna voorbij. Gelukkig is Ingrid heel even bij de pinken. 


De entree die we moeten betalen is best pittig naar Spaanse normen, 5 euro voor het jonge veulen en 3 euro voor de, hoe zal ik het zeggen, oudere dame :-) Maar wat we te zien krijgen, is echt de moeite. In dit park dat als "koelkast" moet fungeren in de hete zomermaanden, zijn duizenden palmen te vinden. We moeten gewoon de nummering volgen maar volgens ons klopt die van geen kanten of zou het dan toch aan dat gebrek aan oriëntatie liggen? Volgens Ingrid niet, ze kunnen hier geen pijlen goed zetten zegt ze.



Aan de ingang botsen we gelijk op een prachtige waterpartij met het borstbeeld van hoger vernoemde ‘La dame de Elche’. Via de mooi aangelegde wandelpaden, komen we bij ‘La Palmera Imperial’, die zijn naam dankt aan keizerin Sissi. De enorme palmboom die meer dan 165 jaar oud is, werd aan haar opgedragen. Normaal groeien er extra palmbomen aan de basis van een boom maar bij deze palmboom verschenen 8 extra palmbomen 2 meter boven de grond. Deze worden gevoed door de basispalm. Indrukwekkend om te zien. Behalve palmbomen, zijn er ook andere planten te bewonderen in het park, waaronder verschillende cactussen. Het is hier heerlijk wandelen tussen de bomen en de prachtig aangelegde waterpartijen. Ingrid spot een witte pauw en doet alle moeite om hem zo ver te krijgen zijn staart open te doen  maar dat lukt jammer genoeg niet. Met spijt in het hart verlaten we deze groene oase van rust maar we willen nog graag even langs La Mata, het nationaal park waarin het blauwe meer gelegen is. Benieuwd of we hier wat flamingo’s kunnen spotten.



Salina de La Mata is 700 hectare groot en is een belangrijk watergebied met daarbij een speciaal beschermde zone voor vogels. We parkeren de auto in het zonnetje maar wanneer we de deur openen, waaien we bijna weg. De wind is weer in alle hevigheid terug. We starten aan onze wandeling door het nationaal park via de indrukwekkende wijnvelden in de richting van het meer. Aan een houten pond zien we een hut en we besluiten even een kijkje te gaan nemen. De deur is langs buiten vergrendeld dus Ingrid doet de hendel van het slot en we stappen binnen, recht in het clubhuis van 3 jonge gasten die er een potje wiet zitten te roken. Ze doen teken dat we gerust een kijkje mogen nemen en openen zelfs een luik dat uitzicht biedt op het meer. In de verte zien we tientallen flamingo’s aan het water maar jammer genoeg is dit toch iets te ver. We nemen afscheid en stappen al lachend weer de frisse lucht in. Die gasten zullen net zo verrast geweest zijn als wij. Toen we eraan kwamen hadden we wel iemand op het dak van de hut gezien dus hij moet er aan de andere kant, via het luik zijn ingekropen want hoe kan het anders dat de deur vergrendeld was langs buiten? Op de terugweg zien we onze drie vrienden op hun mountainbike voorbij racen, blijkbaar nog zwaar onder invloed want het fietspad dat nochtans breed genoeg is, is voor hen niet breed genoeg. Ze rijden half op de weg zich van geen kwaad bewust.  



Omdat ik jarig ben, mag ik het restaurantje kiezen dus wordt het uiteraard Aziatisch. In het dorp is er een lekkere chinees volgens Ingrid. We krijgen een aperitief van het huis en wanneer het eten op tafel komt vraag ik onze garçon een foto te nemen. Iedereen weet dat Chinezen uitblinken in het nemen van foto’s. Wij hebben de enige chinees gevonden die dat niet kan! Echt ongelofelijk, hij probeert tot 10 keer toe maar het lukt hem niet. Iedereen kijkt geamuseerd toe. Mocht ik niet beter weten, ik zou denken dat Ralph Inbar hier banana split opneemt. Uiteindelijk geeft de lieve man het op! Geen foto van ons beiden dus ....



Eenmaal thuis zondig ik nog maar lekker verder want in de plaatselijke supermarkt hebben ze pasteis de nata en Ingrid is er enkele gaan halen. Heerlijk!


dinsdag 26 maart 2019

Torrevieja - Las Salinas ‘Laguna Rosa’

We hebben weer heerlijk geslapen en uitgerust beginnen we aan onze dag. Wanneer we buiten kijken, zien we opnieuw blauwe lucht en zon maar tegelijkertijd stormt het. We horen de wind huilen en de palmbomen gaan flink heen en weer. We waren al aangekleed maar beslissen toch maar om een andere outfit aan te doen!


Vandaag rijden we naar Torrevieja. Gedurende de afgelopen jaren heeft deze stad zich ontpopt als een van de populairste toeristenbestemmingen ter wereld.  Wanneer het zomer wordt en de temperaturen omhooggaan, worden de normaal stille straten van Torrevieja overvallen door toeristen uit alle landen maar gelukkig is het er nu nog redelijk rustig. De enige hoogbouw is een verdwaald appartementsgebouw van hooguit 8 of 9 verdiepingen. De boulevard van deze stad is zonder meer geweldig. Schitterend aangelegd met veel terrassen, overal gezellige banken en enkele kunstwerken. Bovendien ook allemaal vitale mensen op de zeedijk en geen fossielen zoals in Benidorm. 


Costa Blanca, dat eigenlijk witte kust betekent, doet haar naam alle eer aan. De uitgestrekte kustlijn is een aaneenschakeling van witte zandstranden. Hier en daar beukt het water tot tegen de boulevard. Ik voel de gezonde "zoute lucht" tot diep in mijn longen en heb echt het gevoel dat ik hier beter kan ademen dan thuis. Aan een rotsig stuk zien we het standbeeld ‘La mujer del pescador’, de vissersvrouw die op haar man wacht. Al wie met visserij te maken heeft, weet wat de gevaren zijn en welke tol de zee reeds geëist heeft. Deze symboliek komt helemaal tot z’n recht met dit beeld. Ingrid gaat naast haar zitten, ook zij tuurt over de zee en denkt aan haar geliefde. Ze vraagt zich luidop af of ze nog ooit gelukkig zal worden. Her en der op het rotsige strand werden dergelijke betonnen banken geplaatst. Het lijkt belachelijk, maar daar even verpozen met de zee quasi aan je voeten en de drukte van de dijk achter je rug, is heerlijk. 



We trotseren de hevige wind op de lange loopbrug aan de haven. Daar staat opnieuw een standbeeld, ‘La mujer marinera’. We kunnen eigenlijk nog verder maar besluiten toch af te dalen naar de haven en via daar in het zonnetje terug te wandelen naar de boulevard. Via een lange laan met winkeltjes komen we aan de Paseo de la Liberdad. Daar gaan we lunchen bij Bar la Marina. Ingrid gaat voor de pasta met zeevruchten en ik neem twee tapa’s: tortilla en gamba’s met look. Gelukkig zit er in Ingrid’s pasta ook look want ik stink uren in de wind. Wanneer straks iedereen opzij gaat, weten we waaraan het ligt. De storm is nog steeds niet gaan liggen en we hebben alle moeite om de papieren servetten tegen te houden die op tafel liggen, zelfs de servetten houder vliegt de grond op. Niet dat we daar van wakker liggen maar wanneer zelfs de spaghetti saus van Ingrid op haar blouse terecht komt, vinden we het tijd om op te stappen. 



In een klein winkeltje, volgestouwd met kledij hangen enkele losse broeken aan een rek. Mij lijken deze ideaal voor mijn reis naar Jordanië, alles bedekkend en in een heel lichte stof. We kruipen achterin tussen de rekken want een paskot is er niet. Na elke pasbeurt komt de man van het winkeltje, een kleine Spanjaard die wat lijkt op Manuel van Fawlty Tower met een spiegeltje aangelopen. Ik zie hem denken ‘mens, beslis nu al’, maar dat is niet zo simpel voor vrouwen. Ik twijfel nog over de kleur en het model. Uiteindelijk worden het er twee. Ingrid gaat met lege handen naar huis want de taille unique broeken zakken van haar gat. Tja dat probleem heb ik dus nooit! 


Het roze zoutmeer in Torrevieja staat al geruime tijd op mijn bucketlist. Nu ik hier ben, is een bezoekje aan dit bijzondere natuurverschijnsel een must. In het toerist Office hebben we vernomen dat er nog steeds veel productie is en dat bijgevolg het meer volledig is afgesloten voor onbevoegden. De enige mogelijkheid om toch ter plaatse te geraken is met een toeristen treintje. Normaal niet echt mijn ding maar om deze roze lagune met mijn eigen ogen te zien, wil ik wel wat compromissen sluiten. We hebben geluk, er vertrekt een treintje binnen 10 minuten en Ingrid wringt zich door de menigte zodat we vooraan kunnen zitten. Ze sluit resoluut het deurtje dus iedereen sluit achter ons aan. We moeten er iets voor over hebben want de rit duurt een goed uur en het is verschrikkelijk koud. De wind heeft vrij spel in de open trein en we waaien bijna uit onze kleren. Achteraan zit er een dame met een zomerkleedje, ik zou niet in haar plaats willen zijn. Al van ver zien we het meer dat 1.400 hectare groot is en een lengte heeft van 5,5 km. Het is wel degelijk roze van kleur. Het water is door het hoge zoutgehalte een ideale leefomgeving voor een microscopische bacterie die de roze kleur veroorzaakt. In de zomer komen er hier ook heel wat flamingo’s. Zij eten deze bacterie en bijgevolg worden hun veren ook roze. De lucht zit hier vol jodium en is dus heel gezond voor mensen met longproblemen. We genieten van het weidse uitzicht op de roze lagune. De stilte en schoonheid zijn sensationeel. We blijven een beetje achterop en even voelt het of dit unieke meer alleen van ons is. We laten ons betoveren door de fantastische kleuren: het roze dat overgaat in blauw, het contrast met de reuze witte zoutbergen, een échte droomplek.



Wanneer we terug aan de Paseo de la Libertad arriveren, besluiten we even op te warmen op de mooie mozaïek banken in de zon. We geraken aan de praat met een Antwerps koppel dat hier al 10 jaar een appartement heeft. Ingrid krijgt heel wat bruikbare tips maar op een gegeven moment hebben we het wel gehad en gaan we ieder onze eigen weg. De rest van de dag zien we alles door een roze bril en wandelen we vrolijk door de straatjes van Torrevieja. De traditie van de siësta is hier nog niet verdwenen want van ongeveer 13u tot 17u zijn alle winkels dicht en de stad lijkt dan wel verlaten.



We besluiten dan maar naar het Parque de las Nationes te gaan, een park dat rondom een langgerekte waterpartij is gesitueerd. Hier lopen er enkele pauwen los rond en we hebben geluk, eentje wil pronken met zijn veren en zet zijn staart wagenwijd open. De prachtige blauwe kleuren schitteren in de zon. Er zitten ook veel kippen en dat blijken geen lievelingsdieren van de pauw. Hij maakt een vreemd geluid en we zien de veren van zijn staart trillen, niet van genot, zo denken we. Het is ook de eerste keer dat ik de achterkant van een pauwenstaart te zien krijg en dat is ook best speciaal.



Na de wandeling in dit stukje natuur, trekken we naar de Zenia boulevard een heus openlucht winkelcentrum. Ingrid heeft nog een tv nodig dus gaan we eens een kijkje nemen. Na lang wachten is de tv eindelijk besteld en kunnen we naar huis. We hebben beide geen zin meer om te shoppen want we zijn moe en hebben het koud. 


Thuis eten we opnieuw paella maar dit keer met zeevruchten. Heerlijk om de dag af te sluiten met de voetjes onder tafel en daarna niet meer uit de luie zetel te komen. Ik word bijna een dagje ouder nietwaar. 


maandag 25 maart 2019

Torre de la Horadada

Opnieuw schijnt de zon dus ik ben happy. Voor Ingrid mag het best nog wat warmer zijn maar ik ben al best tevreden! Na het ontbijt gaan we alvast even naar de winkel want vandaag zouden ze de tv kast in elkaar komen steken en we zitten nu eenmaal in Spanje. Geduld is hier een vereiste. Ze hebben beloofd om tussen 10 en 11 te komen. In afwachting, installeren we ons op het zonneterras boven. Uit de wind kan zelfs Ingrid een topje aan! We zitten hier in de appelsienen streek dus moeten we toch eens proeven of deze hier sappig en zoet zijn. Ik besluit er dus alvast wat uit te persen. Wat volgt is een hilarisch momentje. Ingrid heeft hier nog geen elektrische pers maar dat dringt bij mij even niet door. Ik hou de helft van de appelsien op het persstuk en kijk haar beteuterd aan, het werkt niet. Dan heb ik het door en schiet ook ik in de lach, ik moet werken om er iets uit te halen. Wat is een mens toch snel gewend aan luxe. 




Om half 11 krijg ik een bericht dat ze onderweg zijn. Na een uur vraag ik me luidop af of ze verkeerd gereden zijn. Om half 1 wordt er gebeld op de gsm. In gebroken Engels vraagt de man aan de andere lijn of hij tussen 2 en 3 kan komen want hij heeft problemen met zijn camionette, een excuus als een ander. Veel keuze hebben we niet. Gelukkig hebben we onze lunch in huis en kunnen we nog wat genieten van de zon. Die schijnt alvast een beetje harder dus Ingrid trekt haar bikini aan.  Om half twee staan er dan toch 3 mannen aan de deur en ongeveer 3 uur later staat de kast in elkaar. 


Het is dan ook al 5 uur vooraleer we naar buiten kunnen. We rijden naar Torre de la Horadada. Deze wachttoren werd gebouwd in de 16de eeuw om de stad te behoeden voor invallen van piraten. Hier start een prachtige wandelboulevard vol met palmbomen. Het dorpje lijkt volledig verlaten, met uitzondering van een ‘gelateria’ vlak aan de kleine haven. Hier zit het terras afgeladen vol. We kunnen ons nog bedwingen en wandelen verder.


Het laatste stukje gaat via het strand waar de heerlijke geur van de zee onze neusgaten binnendringt. Het geluid van de golven en wat gesjirp van de krekels in het struikgewas brengen ons helemaal tot rust. 



Op de terugweg laten we ons toch verleiden tot het eten van een klein ijsje. Italiaans ijs op een Spaans terras ... moet kunnen. Initieel wilden we vanavond met een vriendin van Ingrid gaan eten maar zij kwam later aan dan voorzien en wil het toch liever uitstellen. Wij besluiten dan maar hier in het dorp een restaurantje op te zoeken. Het wordt ‘La Merluza’, een gezellig Spaans tentje met een mic mac aan tafeltjes en stoelen. We bestellen een paella de polo. Wanneer deze op tafel komt, zijn we aangenaam verrast want de grote pan zet aan tot eten maar het is toch vooral de knappe garçon die onze aandacht trekt. Hij heeft prachtige witte tanden en zijn indringende grote, zwarte ogen kijken ons vriendelijk aan wanneer hij ons verwittigt dat de paella heel heet is. Bij de eerste hap heb ik al prijs en verbrand ik bijna mijn tong. Tijdens het eten begint een Donald Trump look alike aan het amusement voor de avond. In zijn Hawaïaans hemdje, roze jasje en dito roze gitaar speelt hij verschillende klassiekers. Tussen de liedjes door probeert hij grappig te zijn maar zijn humor is niet aan ons besteed. Enkele van zijn flauwe grappen: ‘Suggesties zijn welkom op een briefje van 50€’, ‘Als jullie rustig willen eten dan kunnen jullie hier van dinsdag tot zondag terecht, maar jullie kozen een maandag en dus hebben jullie pech’. 


We rekenen af en krijgen nog een lekker zoet drankje dat ons wat aan baileys doet denken. We wandelen terug naar de auto. Daar we niet overhuis zijn geweest, lopen we nog steeds in onze zomer outfit en buiten is het ondertussen flink afgekoeld. We zijn dan ook blij wanneer we in de verte ons autootje zien staan. Terug thuis, wordt de verwarming een graadje hoger gezet zodat we terug wat kunnen opwarmen. Deze avond sluiten we af in ‘nuestra casa' met een lekkere pasteis de nata. Ja ook hier vind je deze lekkernij gewoon in de supermarkt. Heerlijk!


zondag 24 maart 2019

Guadalest - Benidorm - Villajoyosa

Wanneer ik wakker word, zit Ingrid al te genieten van een koffietje op het terras. Ik heb heerlijk geslapen en bij het zien van de zon word ik instant happy. Na ons ontbijt, rijden we naar Guadalest, zo’n 140 km rijden maar via de autosnelweg is dit goed haalbaar. De ‘eyecatcher’ is hier El Castillo dat hoog boven het dorpje tussen de bergen uitrijst. Het 1.000 jaar oude dorp is rondom dit kasteel gebouwd. El Castello de Guadalest was jarenlang het verdedigingspunt van de Moren tegen de Spanjaarden. Een moeilijke verdediging was dat overigens niet. Het dorp was maar via één weg bereikbaar en vanuit het kasteel tussen de rotsen had je daar perfect zicht op.



We parkeren de auto op een parking beneden en starten onze klim via de gezellige, geplaveide toeristische straatjes van het kleine dorp. We passeren een prachtige barokkerk en arriveren dan op het sfeervolle marktplein. Van hieruit hebben we een geweldig zicht op een groot reservoir met helderblauw water. In het kasteel zelf kuieren we door de verschillende vertrekken. De ramen hebben uitzicht op de imposante toegangspoort van het dorp maar deze zijn gesloten. Ingrid besluit ze gewoon even te openen, het schurende scharniertje is er niets tegen. Nadat ik mijn foto genomen heb, wil Ingrid het raam terug sluiten maar de zware, veloursstof van de gordijnen verhindert dit. We besluiten dan maar dat de vertrekken hier best wel even verlucht mogen worden. Hopelijk hang er geen camera!  Terug beneden in het dorp, lunchen we op een terras. De zon is nog steeds van de partij maar er staat een stevig windje dus besluiten we om verder te rijden.



Benidorm stond niet op onze bucket list van te bezoeken Spaanse steden. Benidorm Bastards ligt nog iets te vers in ons geheugen maar nu we hier toch zijn, besluiten we om eens te gaan kijken wat al die Belgen daar te zoeken hebben. Wanneer we de stad naderen, zien we een sky-line die op die van New York lijkt. De ene wolkenkrabber naast de andere. Vanwege de grote hoeveelheid skyscrapers heeft het dan ook de bijnaam Manhattan van de Costa Blanca gekregen. Die eerste aanblik valt niet echt in de smaak maar misschien veranderen we nog van gedacht.



We parkeren de auto in een overdekte garage waar ik in een innige omhelzing terechtkom met een pilaar die in de weg staat. Bijna vallen we in kosten maar gelukkig is het maar een klein krasje. We trekken vervolgens naar de lange boulevard. In dit openlucht bejaardentehuis zien we heel wat oudjes genieten van het zonnetje, op een bankje, al sloffend over de dijk of in hun scootmobiel. Wanneer er twee jonge meisjes voorbij tuffen op zo’n ding, kijken we toch even naar elkaar maar wat blijkt, dit kan je hier gewoon huren. Waarom iemand, die goed te been is dit zou doen, is ons een raadsel maar er loopt hier wel meer vreemd volk rond. Op het strand ligt een bruingebakken man te genieten van de zon in zijn modieuze zwembroek, met de benen wijd open in het zicht van de voorbij wandelende mensen. Wij voelen een soort plaatsvervangende schaamte maar hij kent geen gêne. Een dame op leeftijd, monokini maar wel behangen met juwelen, wandelt naar het water en maakt haar bovenlijf nat. Ingrid is benieuwd naar de temperatuur en besluit toch even te gaan voelen. Het verbaast me haar te horen zeggen dat het water best meevalt, tenslotte is het nog maar eind maart. We verlaten het strand en wandelen omhoog de oude stad in. Boven bevindt zich een soort reuze prieel waar een plaatselijke muzikant gitaar staat te spelen. Een hippieachtig figuur spreekt ons aan. De foto die we nemen is volgens hem niet oké zonder zijn hoed. Ingrid krijgt deze dan ook zonder pardon op haar hoofd. Gelukkig laat hij ons verder met rust.



Sfeervol kan ik het historisch centrum niet echt noemen maar er is wel ambiance. De oude binnenstad is vergeven van de restaurantjes. In tegenstelling tot de Nederlandse, de Duitse en de Britse toeristen die veeleer kiezen voor hun eigen keuken, zetten wij ons neer op het terras van een typisch Spaans tentje voor enkele tapa’s. Deze kiezen we uit aan de toog en worden vervolgens aan tafel gebracht. We hebben verkeerd gekozen want de ‘croquetas de jamón serrano’ zijn niet echt lekker. Jammer! Aan het tafeltje naast ons zitten wat Engelse toeristen te genieten van een plaatselijk biertje. De dames met half ontblote decolleté, de mannen met wijd opengezet hemd en behangen met gouden kettingen. Ook de tattoos mogen niet ontbreken.  Het is misschien een cliché, maar Benidorm trekt toch een ander soort publiek dan de overige badsteden hier in de buurt. Wat de Belgen betreft, ja dat zijn toch vooral de Blankenberge liefhebbers die zich hier thuisvoelen.



Al wandelend door Benidorm, vragen we ons luidop af waarom mensen hier willen zijn.  Oké je hebt hier zon, zee, strand en goedkoop eten maar de stad kan ons niet echt bekoren. Wij zijn nog lang niet toe aan een Benidormse wandelstok of scootmobiel. Voorlopig willen we nog even de rest van de wereld ontdekken maar mocht ik toch een gezegende leeftijd bereiken, dan zal het niet hier zijn waar ik van mijn oude dag kom genieten.


Onze laatste stop van vandaag is in kleurrijk Villajoyosa. Aan het voorlaatste ronde punt ben ik even in de war want de gps doet vreemd. Tot 4 keer toe maak ik een rondje alvorens de juiste richting uit te gaan. We parkeren ons autootje in een klein hellend straatje en wandelen in de richting van La Vila Joiosa, de oude wijk aan het strand. De bonte kleuren van de huisjes vormen een uniek contrast met het zandstrand. Deze kleuren waren vroeger bedoeld voor de vissers; zij konden van op zee dan hun eigen huis spotten. We genieten van het uitzicht op dit prachtige geheel, maar nemen ook de tijd om een wandeling te maken door het stadje zelf.



Ook hier worden sommige huizen, net als aan de waterkant, gekarakteriseerd door felle kleuren. Bovendien passeren we echte graffiti juweeltjes. In de smalle straatjes wapperen vers gewassen lakens boven ons hoofd. Even hebben we een nostalgisch gevoel wanneer we enkele spelende kinderen passeren, twee mamma’s houden een groot elastiek tussen hun benen geklemd en de kinderen trachten op het ritme van een liedje behendig over het elastiek te springen zonder dit te raken. Wij kijken geamuseerd toe. Hier in de achterliggende straatjes zien we geen toeristen maar voor mij is dit echt genieten, verdwalen in de straatjes op zoek naar alledaagse tafereeltjes. We besluiten hier aan het strand te eten en kiezen voor een lekker visje. Dorade staat er op de kaart maar het zijn sliptongetjes die we krijgen. Deze keer wel een goede keuze zo blijkt want verser kan niet.



In het donker rijden we terug naar huis en dat valt hier niet mee want als ik zeg donker, dan bedoel ik ook echt donker! Wat zijn wij verwend in het in licht badend België. Hier moeten we het doen met was lichtjes op de grond en dat is best vermoeiend. Bovendien lijkt het wel of nu heel Spanje onderweg is want er is een pak meer verkeer dan tijdens de dag. Ik ben blij wanneer we eindelijk onze straat inrijden. Een hoofd gevuld met mooie herinneringen aan een prachtige dag maar wel 20 euro armer aan peage. In een streek waar alles zo goedkoop is, is rijden hier toch een pak duurder. Maar daartegenover staat wel dat de wegen hier heel goed onderhouden zijn.


Thuis trakteren we ons nog op een klein dessertje. Ingrid leest op het nieuws dat er vandaag om 17u een kleine zeebeving geweest zou zijn in Torrevieja maar daar hebben we niets van gemerkt, gelukkig! Zonder zorgen zoeken we dus de lakens op.

zaterdag 23 maart 2019

Pilar de la Horadada

Geniet van je leven vandaag want gisteren is voorbij en morgen is je nooit beloofd.

 

Eviva España! Vandaag vertrek ik samen met Ingrid naar de Spaanse zon om mijn verjaardag te vieren. Een tijdje geleden kocht ze een appartement in Pilar de la Horadada, nabij Torrevieja maar het is er nog steeds niet van gekomen om haar daar te gaan bezoeken. Voor mij zou het de eerste keer zijn dat ik vanuit Deurne vlieg maar gisterenavond is alles plots veranderd. Wegens een defect aan het toestel moeten we vroeger naar de luchthaven om van daaruit per bus naar Charleroi te rijden. Om 4 uur sta ik al gepakt en gezakt klaar. Op de luchthaven van Deurne worden we opgevangen door de TUI hostess die ons naar 2 bussen begeleidt.  In Charleroi aangekomen, volgen we de meute en checken we in voor onze vlucht naar Murcia. Om 8 uur hangen we eindelijk in de lucht. Na 2 uurtjes vliegen landen we in het bewolkte Spanje waar de temperatuur slechts 12 graden bedraagt. Van hieruit is het nog zo’n klein uurtje met de auto. Ingrid heeft hem al besteld dus trekken we na het ophalen van de bagage naar Sunny Cars. We krijgen mits kleine opleg een sportieve rode Citroën C3. In de gietende regen begeven we ons naar de hangars waar de huurauto’s staan. Het zonnige Spanje is ver zoek. Hoe meer we in de richting van de zee rijden, hoe lichter het wordt dus we leven op hoop. We passeren veel sinaasappelplantages en dat is toch wel bijzonders om te zien. Murcia is de regio bij uitstek van de fruitbomen. Ze bevoorraden dan ook een groot deel van Spanje en West-Europa met sappige citrusvruchten. De gps leidt ons moeiteloos naar Ingrids appartementje. 


Het eerste dat opvalt bij aankomst in Pilar de la Horadada, zijn de vele nieuwe woonwijken vol met prachtige witte huizen. Deze huizen zijn meestal als "rijtjeshuis" in tamelijk smalle straten gesitueerd. Over het algemeen bestaan ze uit drie woonlagen, waarvan de derde laag meestal een enorm groot dakterras is. Wolkenkrabbers zijn er niet te vinden. Ook Ingrids appartement is gelegen op een mooi domein met een groot zwembad. Ook al schijnt de zon nog steeds niet, toch besluiten we het zonneterras te installeren. We sleuren de mooie rieten meubeltjes naar boven en creëren zo wat meer plaats in de living. 



Ondertussen is het 2 uur voorbij en we krijgen honger dus gaan we op zoek naar een gezellig restaurantje. We passeren ‘Panaderia José Antonio’ en besluiten daar een broodje te eten. Achter de toog staat een jongeman die me aankijkt als een koe naar een snelweg wanneer ik in mijn beste Spaans een bocadillo con jamon bestel. Heel overtuigend zeg ik ‘sin mantequilla’ en hij antwoordt dat hij geen boter heeft. Volgens mij kan dat ventje geen Spaans!  De broodjes worden warm gemaakt en zijn heel erg lekker. We wandelen terug naar de auto. Het zit ons niet mee, bij de auto aangekomen, krijgen we deze niet open.  Het duurt even voor we beseffen dat we gewoon aan een vreemde auto staan te prutsen. Oh ja hij is ook rood maar het is wel een Peugeot en geen Citroën. Al lachend zetten we koers naar Ikea want Ingrid heeft nog een tv kast nodig. Zonder gps hadden we dit nooit gevonden maar nu is het een fluitje van een cent. We vinden een prachtige kast maar hebben wel onze bedenkingen bij onze installatie skills. Van mezelf weet ik dat ik deze niet bezit dus misschien kunnen we best even informeren of we niemand kunnen inhuren om de kast in elkaar te zetten. Gelukkig snelt een goed Engels sprekende kerel ons ter hulp. Alles wordt geregeld en maandagochtend zal hij langs komen. Benieuwd of de Spanjaarden zich aan de afspraak zullen houden. 


‘s Avonds eten we bij Mount Everest, een Indisch restaurantje in het dorp. En ik die dacht dat ik mijn gewicht wel zou kunnen behouden met die magere Spaanse keuken ...  Tja ik ben weer een illusie armer want karakter heb ik hoegenaamd niet als het op de Indische keuken aankomt. We nemen een volledig menu met papadums, verschillende voorgerechtjes, chicken korma en tikka massala met rijst en naan en dan nog eens een ‘home made’ mango kokos ijsje als dessert en dat alles voor slechts 12 euro. Over dat laatste moeten we niet echt naar huis schrijven want met ijscrème heeft het niets te maken. Het ijzige dessert is een aanslag op onze tanden en helemaal niet lekker. Maar al de rest ..... mmmmm heerlijk. We krijgen nog een schoofzakje mee want Ingrid is geen grote eter. Goed voor maandag want dan moeten we toch thuis lunchen wanneer ze de kast in elkaar komen steken.


Die eerste dag is voorbij gevlogen en zijn beide doodop dus gaan we vroeg naar bed. Hopelijk worden we morgen wakker met een stralend zonnetje. Ik ga er alvast over dromen!