zondag 29 december 2019

Damme

Paula en Achiel verrassen ons vanochtend met een versierd eitje, dat we lekker verorberen met zicht op de prachtige zonsopgang. Eigenlijk zijn we een beetje te laat want een half uurtje vroeger zag de lucht mooi rood. De mist hangt nog over de velden en het heeft iets sprookjesachtig. Enkele toeristen uit Madrid komen ons vervoegen en genieten net als wij van de heerlijke dingen op het buffet. 


Rond 10 uur nemen we afscheid van onze lieve vrienden en hun schaapjes en rijden we richting Damme. Daar parkeren we aan de gratis parking van de Damse Vaart Zuid en starten we onze wandeling richting centrum. Het is een stralende winterdag, de temperatuur is zacht en er is een flauw zonnetje. Op het wandelpad hebben we een prachtig zicht op de karakteristieke  toren van de Onze Lieve Vrouwekerk. Af en toe houden we halt bij een gedicht van  Remco Campert. Ik had er nog nooit van gehoord maar Annelies kent hem wel. 


Bij de Onze Lieve Vrouwekerk aangekomen, wandelen we er even rond. De robuuste kerk heeft een platte toren die het polderlandschap overheerst. Aangrenzend is er een oud kerkhof en mocht ik ooit begraven worden, dan heb ik mijn grafzerk al gevonden. Buiten op het kerkplein zien we een prachtig beeld van Charles Delporte, blik van licht. Het zijn twee vrouwenhoofden die naar de lucht staren. 


Even verderop stappen we binnen in restaurant Uilenspiegel voor een heerlijk soepje van butternut. Na de lunch stoppen we bij het Sint Janshospitaal waar momenteel een tentoonstelling is van bloemenkunst. Kerst door de ogen van Frederiek Van Pamel. Het zijn geen kleine werkstukken maar grootse en niet alledaagse stukken. De warme kleuren, de bijpassende muziek en belichting geven de verschillende ruimtes een unieke sfeer. 


De wandeling gaat verder in de richting van de Haringmarkt waar zich een klein ceramiek winkeltje bevindt, Terra Flamma. We worden er verwelkomd door een guitig meisje dat ons een beetje aan Pippi Langkous doet denken, niet in levende lijve maar in ceramiek. Ze hebben prachtige dingen maar goedkoop is het allemaal niet. Toch is het een adresje om te onthouden. 


We kuieren verder door de smalle straatjes, afgeboord met kleine huisjes. Aan de markt gekomen, kijkt Jacob van Maerlant uit over het statige stadhuis met aan zijn voeten een gerestaureerde middeleeuwse waterput. Hij was een schrijver die voornamelijk in de volkstaal schreef en in Damme overleed in 1292.


We steken de brug over de Damse Vaart over en hebben hier een prachtig uitzicht over de stadswallen. Wat verder wandelen we de weidse natuur in. We zien vooral knotwilgen en populieren die met hun stevige wortels in de aarde staan. De dominante zuidwestenwind heeft ze hun unieke karakter gegeven want ze staan scheef over de weg gebogen.  In deze tijd van het jaar zijn er belangrijke gasten uit het hoge noorden in Damme, namelijk de vriezeganzen. In grote getale trekken ze boven ons hoofd voorbij. Ze komen hier overwinteren. Beide genieten we van de weidsheid en de frisse lucht. Een mens zou dit meer moeten doen, zo een fikse wandeling in de natuur. Even wandelen we in stilte naast elkaar, verzonken in onze eigen gedachten. Af en toe is het wel een beetje drassig maar dat hoort erbij.


We klimmen op de met populieren begroeide oever van het Schipdonkkanaal, waarin vooral sterk vervuild water van de Leie zit. Parallel met dit kanaal bevindt zich er nog eentje, namelijk de Leopoldsvaart. Dit kanaal voert relatief zuiver oppervlaktewater af. Dit verklaart meteen de namen ‘den blinker’ en ‘de stinker’. In het land van Tijl Uilenspiegel wordt het stilaan frisser. De wind wakkert aan en we krijgen het koud. We stappen dus flink door langs de Damse Vaart opnieuw naar het centrum. We hebben zin in een pannenkoek dus stappen we binnen in tea room Ce-delicious. Wanneer we een blik op de menukaart werpen zien we heel veel taarten, wafels en ijs maar geen pannenkoeken. Omdat de lieve dame al aan ons tafeltje staat, besluiten we dan maar een warme chocolademelk te drinken. Voor mij de witte die, zo verwittigt ze me vriendelijk, heel erg zoet is. Klinkt als muziek in mijn oren dus doe maar! Annelies gaat voor de melkchocolade. 


We zijn terug een beetje verwarmd en gaan op zoek naar een plek waar we toch kunnen genieten van die pannenkoek. Het duurt even want het lijkt wel of alle toeristen plots de weg naar Damme gevonden hebben maar we hebben uiteindelijk dan toch geluk en vinden tea room Soetkin waar ze heerlijk verse pannenkoeken bakken. Eind goed, al goed! Met ons buikje gevuld, wandelen we terug naar de parking. We passeren nog de beeldengroep ‘Tijl met de twee spiegels’ waar Annelies nog even naar haar spiegelbeeld kijkt, aangestaard door enkele dieren die elk een deel van de samenleving voorstellen: de ezel (de dwaasheid), de uilen (de wijzen), de maraboes (de geestelijkheid) en de kikkers (het kwakende plebs). Op de andere oever staat de Schellemolen, gebouwd in 1867. Het is een prachtig plaatje om ons weekendje in het polderland af te sluiten. We rijden voldaan terug naar huis.




zaterdag 28 december 2019

Brugge

In de gezellige ontbijtruimte staat de kerstboom al te flikkeren. Met uitzicht op de schaapjes eten we lekkere croissantjes en spek met eieren. Paula heeft altijd maar een half woord nodig en onthoudt als de beste wat haar gasten lekker vinden. Heerlijk om de dag zo te starten. Rond 10 uur rijden we richting Brugge want vandaag gaan we op bezoek bij Agnes. Ze woont in een soort commune midden in de stad. Uiteraard staat er weer iets lekkers klaar want ze bakt graag. De quiche met broccoli laten we links liggen maar de cake met blauwe bessen is heerlijk bij een tasje thee. Daarna trekken we de stad in.


Het middeleeuwse Brugge, het Venetië van het Noorden, blijft toch echt wel een pittoreske plek. Het is heerlijk om al slenterend te verdwalen in een stad, maar Agnes kent de binnenstad door en door en gidst ons langs de vele godshuisjes. Chaotisch als ze is, toont ze ons echter dezelfde hofjes als vorige keer maar we laten haar maar in de waan. Het is sowieso zalig om het drukke centrum te ontvluchten en de stilte op te zoeken van het echte Brugge. Gek eigenlijk dat we om de hoek van de Grote markt waar zich de drukke kerstmarkt bevindt, plots helemaal alleen lopen. Af en toe passeert er eens een koets met enkele toeristen. 


Na al dat stappen langsheen het Minnewaterpark, neemt ze ons mee naar De Republiek, een gezellige, hippe zaak waar vooral locals komen. Hier drinken we nog iets lekkers alvorens terug naar haar appartementje te gaan. 


‘s Avonds heeft Paula voor ons gekookt. We voelen ons hier al helemaal thuis te meer omdat we gewoon mogen mee eten in de gezellige keuken. Nadien keuvelen we nog even bij het haardvuur en kruipen dan ons bedje in. 

vrijdag 27 december 2019

Aartrijke - Koksijde

Om half 9 de auto in voor een tripje naar Aartrijke, op bezoek bij onze vrienden van de Artiriacumhoeve. Annelies pik ik op aan Berca in Merksem en off we go! Na anderhalf uur komen we aan in West Vlaanderen tussen de velden vol met koeien en schaapjes. Ja wie aan de drukte wil ontsnappen, moet hier zijn. Het platteland, ongerept en onbezoedeld. De ouderwetse charme van de polder. Zoals steeds worden we weer hartelijk ontvangen door Paula en Achiel en we gaan na het uitladen op onze vertrouwde kamer ‘Het melkschaap’, al gelijk ‘wijnen’. Na de lunch, die trouwens niets te vroeg komt want ik voel de wijn al naar mijn hoofd stijgen, trekken we naar Middelkerke. Daar zetten we de vader van Paula af bij zijn nicht en rijden we verder naar Navigo, het visserijmuseum in Koksijde. Het biedt een hedendaagse kijk in de nostalgische wereld van de Vlaamse vissersfamilie, de heroïsche Ijslandvaarders en de Oostduinkerkse garnaalvissers te paard. Aan de muren ook enkele prachtige foto’s van Stephan Vanfleteren. Na deze culturele uitstap genieten we van een drankje in een typische Estaminet, de paardenvisschers genoemd. Er komen drie paardenvissers op tafel en een warme choco, jullie mogen twee keer raden wie wat gedronken heeft. 


‘s Avonds gaan we eten in een Chinees restaurant. Het is een buffetformule voor slechts 20€ per persoon. Bij het afrekenen vergeten ze echter 1 persoon aan te rekenen waardoor we dus heel goedkoop gesteld zijn. We praten nadien nog wat bij en kruipen dan onder de wol. 

zondag 8 december 2019

Gransdorf

Vrijdag: We staan aan het begin van een lange, saaie en koude winter maar toch heb ik weer kriebels in de buik van contentement. Om 9 uur vertrekken we met z’n allen namelijk opnieuw naar Gransdorf voor ons jaarlijkse weekendje onder vrienden. We gaan er dus weer lekker tussenuit om ons hoofd helemaal leeg te maken.  Het weer is zoals het voorbije jaar opnieuw guur en regenachtig. We weten onze weekends wel uit te kiezen maar we laten het niet aan ons hartje komen en gaan er het beste van maken.  Van zodra we de autosnelweg oprijden, staan we al in de file. Jan en Pascale hebben het lumineuze idee om via de stad te rijden en daar is het nog erger. Zij besluiten dan maar niet te stoppen aan het wegrestaurant. De rest arriveert daar samen met ons omstreeks 11u. Na een lekkere tas hete chocolademelk, rijden we op de tonen van Willy Sommers ‘Laat de zon in je hart’ verder naar Bitburg waar we traditiegetrouw stoppen voor de lunch bij de Bitstube. Ook al is het buiten koud, binnen is het gezellig en is iedereen al in kerststemming. Lekker ingeduffeld onder moeders paraplu lopen we na de lunch nog wat in het stadje rond en doen we onze jaarlijkse inkoopjes.


Omstreeks 17 uur komen we aan in Gransdorf, het dorpje waar de tijd al lange tijd stil staat. Birgit ontvangt ons weer hartelijk en we kunnen gelijk inchecken in onze kamers. Daarna drink ik een himbeer schnaps om me lekker te verwarmen vanbinnen. Het enige wat ontbreekt in Gasthaus zum Holzwurm is een haardvuur.  


’s Avonds krijgen we voor de verandering eens andere kost en iedereen is het erover eens dat het lekker is. Jan geeft ze zelfs een 9,5 op 10! Buiten wakkert de wind flink aan, de grote kerstboom op het terras waait bijna weg. Dat belooft voor morgen! Om half 10 krijg ik het moeilijk om mijn ogen open te houden en kruip ik onder de wol. 


Zaterdag: De nacht was te warm en veel te kort. Meermaals ben ik opgestaan om iets te gaan drinken. Ook Liliane had dorst vannacht maar durft naar eigen zeggen niet van de kraan te drinken. Waarschijnlijk waant ze zich in Azië of zo ... Wat mij betreft komt hier het zuiverste water uit de kraan. We gaan rond half 9 ontbijten en spreken met Birgit af hoe we de lunch gaan regelen. Daarna is het tijd om te gaan wandelen. Normaal beperkt mijn natuurbeleving zich tot een rustmomentje in mijn tuin maar dat doe ik alleen als het zonnetje schijnt.


Het weer is niet echt denderend maar het regent niet meer dus gaan we met al onze zintuigen focussen op de natuur. Het is nodig om af en toe te vluchten van de werkdruk, de files en het lawaai. Wat ben ik fier op mijn roomie! Liliane besluit namelijk toch nog maar eens mee te gaan wandelen. Het is best indrukwekkend hoe ze zonder morren de bospaadjes mee beklimt. En dat terwijl een bos haar normaal ‘depressief’ maakt. Deze had ik nog niet gehoord maar ja ze bestaan, mensen die niet genieten van het groen. Pascale heeft een snoeischaar bij om wat dennentakken te knippen voor haar kerststukjes. Liliane maakt de opmerking ‘Ah jij hebt je tang bij’, of ze het nu op haarzelf had of op die snoeischaar laten we in het midden.  Ik baseer me hier zuiver op de Vaningelgem humor uiteraard.


De stilte in het bos doet alle stress, de oververmoeidheid en andere gezondheidskwaaltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon. De bospaden zijn erg rustig en nog nauwelijks belopen. Hier is er genoeg plek om stil te zijn en al onze zintuigen te gebruiken. Ik adem goed in en vervolgens weer uit. De geur van het mos, de paddenstoelen en de bomen vind ik heerlijk. Na een uurtje wandelen ben ik helemaal in de ban van het buitenleven.


Ik hoor iets ritselen en plots zie ik vanuit mijn ooghoek iets bewegen. Even hou ik de adem in, het duurt slechts 1 seconde en dan draait het hert zich om en verdwijnt terug in het bos. Ik hou van een glooiend landschap, al moet ik wel bekennen dat eens een heuvel opgeklommen, ik snak naar een rustmomentje. Mijn fysiek is niet meer wat het ooit is geweest dus een stop met bijhorend koekje en een lekker borreltje jenever is welgekomen. Het is wel niet gemakkelijk om te kiezen want iedereen heeft wat lekkers bij. Er is keuze uit straf, straffer en strafst ... Als we heel stil zijn, zouden we zelfs de vogeltjes kunnen horen  maar met zo een uitgelaten bende geef ik het geen kans. De gebruikte borreltjes worden vakkundig door Jan en Inge uitgewassen in de rivier. Ja iemand moet zich opofferen hé en zij hebben alvast de juiste kledij aan om het koude water te trotseren.


Op een prachtige locatie aan de rand van het bos ligt de Gransdorfer grillhut, een houten chalet die we afgehuurd hebben om onze lunch te nuttigen. Nadat we de heerlijke geur van de bossen hebben opgesnoven, stappen we binnen in de aangename warmte van de hut. Want zeg nu zelf, wat is er leuker dan jezelf lekker te verwarmen aan een groot vuur na een verfrissende wandeling.


Ons vlees wordt door de mannen boven het vuur op een draaibaar in hoogte verstelbaar rooster mooi gegrild. ‘Voor herhaalbaar vatbaar’ zegt Jan - zal waarschijnlijk op z’n Zandvliets zijn maar we verstaan het hoor Jan.  Bij het knisperend vuur ontbreken enkel nog wat kampvuurliedjes dus zingen we uit volle borst ‘vrolijke vrienden’. Toen hadden we de plopdans al gehad. Jan en ik hebben onze beentjes flink losgegooid maar gelukkig zijn daar geen beelden van, althans niet op deze blog! Zot zijn doet geen zeer en het is best fijn om af en toe het kind in jezelf even los te laten, ook al levert dit een vreemde blik van Pascale op. 

Rond een uur of twee verlaten we de hut om opnieuw wat te wandelen. We keren op onze stappen terug en hebben nu gelukkig meer berg af dan berg op. Papa en Jef lopen voorop en ik vraag me af ‘is dat wel een goed idee’? Nee dus, bij de eerste splitsing lopen ze al bijna verkeerd. Gelukkig stappen we net achter hen. In een bos verdwalen wanneer de avond bijna valt is niet iets wat op mijn Bucket list staat. We drinken nog een laatste borrel en keren dan terug naar ons hotel. 


s Avonds donder ik de trappen af - ja als je het licht niet aansteekt om naar beneden te gaan kan dat gebeuren natuurlijk. Ik sla mijn voet om en kom met een smak op de stenen trap terecht. Quasi onmiddellijk verschijnt er onder mijn knie een heuse bult en de tranen springen me letterlijk in de ogen. Er wordt ijs gehaald en dat moet het euvel een beetje verhelpen. Na het avondeten wordt er in de kamer waar we zitten heel erg veel lawaai gemaakt door een groot gezelschap dus verhuizen we naar de rustige zaal. Daar wordt er nog heerlijk gekeuveld. Dankzij een collegaatje heb ik black stories bij, macabere maar waargebeurde verhalen waarin het doel is om, na een korte situatiebeschrijving, te raden waarom dit is gebeurd. Om hier achter te komen mag iedereen vragen stellen die met ja of nee te beantwoorden zijn. De verhalen zijn soms raar, ondoorgrondelijk, pervers of absoluut absurd. De andere helft van de tafel haal de kaarten boven. 


Wanneer ik naar bed ga val ik als een blok in slaap. Mijn opgebouwde slaapschuld wordt terug afgebouwd en dat heb ik waarschijnlijk te danken aan de frisse lucht van vandaag en de vermoeidheid in mijn lijf van het vele stappen. Of zou het toch komen door de straffe pijnstiller die ik genomen heb?


Zondag: Vandaag hebben we minder geluk want wanneer ik het raam open, zie ik dat het opnieuw regent. Maar wij zijn ‘die hard fans’ van de Gransdorfse wandelwegen dus trekken we onze wandelplunje weer aan en gaan we na het ontbijt opnieuw op pad. Via de schnappsbrug de trappen omhoog. Ja ik word niet gespaard ... wandelen gaat wonderwel met mijn knie maar die trappen .... Ik kom dus als laatste boven maar niet getreurd het uitzicht over de mistige velden en het dorp is prachtig.


Aan de kerk wil Coiske al borrelen maar dat ziet Jan niet zitten tussen al die doden. Dus trekken we verder tot aan de kalkoven. Kalk werd 2000 jaar geleden verbrand door de Romeinen. Kalkverbranding in de 19e en vroege 20e eeuw was een belangrijk en noodzakelijk extra inkomen voor de Eifel-boeren. De verbrande kalk werd gebruikt als meststof en pleister voor de huizen. Zelfs medicijnen werden ervan gemaakt. Nu staat die kalkoven leeg maar het is de ideale plek voor een borrel want hier staan we droog.


Jan haalt een flesje boven waaraan ik niet kan weerstaan. Het blijkt een soort tinto verano te zijn maar het smaakt naar amaretto. Na een borrel of drie heb ik gratis vertier, het lijkt wel of ik zit op de draaimolen. Greta en Sylvia draaien terug want de wind is nog wat aangewakkerd maar wij stappen moedig verder. Nieuwkomer in de groep, Jef voelt zich al helemaal thuis in deze zotte bende en laat het kind in hem weer even boven komen. Vroeger sprong hij met gemak van de hoogste brug in de vaart dus klimt hij ook  hier op de brug en wij vragen ons af, ‘gaat hij springen of niet’? Toch maar niet ... het water is veranderd in een modderpoeltje dus dat komt nooit goed. Terug in het hotel wacht ons nog een laatste maaltijd en dan rijden we terug naar huis. Onze trip voor volgend jaar is reeds vastgelegd. Hopelijk dan opnieuw met ons mateke erbij want Nadine, we hebben je gemist hoor 😪