Paula en Achiel verrassen ons vanochtend met een versierd eitje, dat we lekker verorberen met zicht op de prachtige zonsopgang. Eigenlijk zijn we een beetje te laat want een half uurtje vroeger zag de lucht mooi rood. De mist hangt nog over de velden en het heeft iets sprookjesachtig. Enkele toeristen uit Madrid komen ons vervoegen en genieten net als wij van de heerlijke dingen op het buffet.
Rond 10 uur nemen we afscheid van onze lieve vrienden en hun schaapjes en rijden we richting Damme. Daar parkeren we aan de gratis parking van de Damse Vaart Zuid en starten we onze wandeling richting centrum. Het is een stralende winterdag, de temperatuur is zacht en er is een flauw zonnetje. Op het wandelpad hebben we een prachtig zicht op de karakteristieke toren van de Onze Lieve Vrouwekerk. Af en toe houden we halt bij een gedicht van Remco Campert. Ik had er nog nooit van gehoord maar Annelies kent hem wel.
Bij de Onze Lieve Vrouwekerk aangekomen, wandelen we er even rond. De robuuste kerk heeft een platte toren die het polderlandschap overheerst. Aangrenzend is er een oud kerkhof en mocht ik ooit begraven worden, dan heb ik mijn grafzerk al gevonden. Buiten op het kerkplein zien we een prachtig beeld van Charles Delporte, blik van licht. Het zijn twee vrouwenhoofden die naar de lucht staren.
Even verderop stappen we binnen in restaurant Uilenspiegel voor een heerlijk soepje van butternut. Na de lunch stoppen we bij het Sint Janshospitaal waar momenteel een tentoonstelling is van bloemenkunst. Kerst door de ogen van Frederiek Van Pamel. Het zijn geen kleine werkstukken maar grootse en niet alledaagse stukken. De warme kleuren, de bijpassende muziek en belichting geven de verschillende ruimtes een unieke sfeer.
De wandeling gaat verder in de richting van de Haringmarkt waar zich een klein ceramiek winkeltje bevindt, Terra Flamma. We worden er verwelkomd door een guitig meisje dat ons een beetje aan Pippi Langkous doet denken, niet in levende lijve maar in ceramiek. Ze hebben prachtige dingen maar goedkoop is het allemaal niet. Toch is het een adresje om te onthouden.
We kuieren verder door de smalle straatjes, afgeboord met kleine huisjes. Aan de markt gekomen, kijkt Jacob van Maerlant uit over het statige stadhuis met aan zijn voeten een gerestaureerde middeleeuwse waterput. Hij was een schrijver die voornamelijk in de volkstaal schreef en in Damme overleed in 1292.
We steken de brug over de Damse Vaart over en hebben hier een prachtig uitzicht over de stadswallen. Wat verder wandelen we de weidse natuur in. We zien vooral knotwilgen en populieren die met hun stevige wortels in de aarde staan. De dominante zuidwestenwind heeft ze hun unieke karakter gegeven want ze staan scheef over de weg gebogen. In deze tijd van het jaar zijn er belangrijke gasten uit het hoge noorden in Damme, namelijk de vriezeganzen. In grote getale trekken ze boven ons hoofd voorbij. Ze komen hier overwinteren. Beide genieten we van de weidsheid en de frisse lucht. Een mens zou dit meer moeten doen, zo een fikse wandeling in de natuur. Even wandelen we in stilte naast elkaar, verzonken in onze eigen gedachten. Af en toe is het wel een beetje drassig maar dat hoort erbij.
We klimmen op de met populieren begroeide oever van het Schipdonkkanaal, waarin vooral sterk vervuild water van de Leie zit. Parallel met dit kanaal bevindt zich er nog eentje, namelijk de Leopoldsvaart. Dit kanaal voert relatief zuiver oppervlaktewater af. Dit verklaart meteen de namen ‘den blinker’ en ‘de stinker’. In het land van Tijl Uilenspiegel wordt het stilaan frisser. De wind wakkert aan en we krijgen het koud. We stappen dus flink door langs de Damse Vaart opnieuw naar het centrum. We hebben zin in een pannenkoek dus stappen we binnen in tea room Ce-delicious. Wanneer we een blik op de menukaart werpen zien we heel veel taarten, wafels en ijs maar geen pannenkoeken. Omdat de lieve dame al aan ons tafeltje staat, besluiten we dan maar een warme chocolademelk te drinken. Voor mij de witte die, zo verwittigt ze me vriendelijk, heel erg zoet is. Klinkt als muziek in mijn oren dus doe maar! Annelies gaat voor de melkchocolade.
We zijn terug een beetje verwarmd en gaan op zoek naar een plek waar we toch kunnen genieten van die pannenkoek. Het duurt even want het lijkt wel of alle toeristen plots de weg naar Damme gevonden hebben maar we hebben uiteindelijk dan toch geluk en vinden tea room Soetkin waar ze heerlijk verse pannenkoeken bakken. Eind goed, al goed! Met ons buikje gevuld, wandelen we terug naar de parking. We passeren nog de beeldengroep ‘Tijl met de twee spiegels’ waar Annelies nog even naar haar spiegelbeeld kijkt, aangestaard door enkele dieren die elk een deel van de samenleving voorstellen: de ezel (de dwaasheid), de uilen (de wijzen), de maraboes (de geestelijkheid) en de kikkers (het kwakende plebs). Op de andere oever staat de Schellemolen, gebouwd in 1867. Het is een prachtig plaatje om ons weekendje in het polderland af te sluiten. We rijden voldaan terug naar huis.