zondag 4 augustus 2019

Riga - Rondvaart op de Daugava

Ons laatste ontbijtje bij ‘Latte it be’ is weer heerlijk. We gaan de verse croissantjes missen. Vandaag eet ik ook nog een lekkere omelet met spek. Blijkbaar ben ik de enige van het reisgezelschap die geen buikprobleempjes heeft, tot ongenoegen van onze pa. Hij vindt dat het tijd wordt dat ik ook de rijstkak krijg, ja van je pa moet je het hebben.  Vandaag gaan we onze voetjes wat rust gunnen en besluiten we de stad van op het water te bekijken. Een rondvaart is altijd een ideale manier om een ander beeld te krijgen van een stad. Vaak krijg je bezienswaardigheden vanaf het water ook nog eens beter in beeld, zonder dat er mensen en auto’s in de weg zitten. 


We wandelen dus opnieuw in de richting van het station waar ik gisteren een jong ventje beloofd heb terug te komen voor een rondvaart met zijn bootje. Ik krijg dan ook een brede glimlach wanneer hij merkt dat ik woord gehouden heb. We stappen in zijn schattige, houten bootje van Nederlandse makelij. Even is Heerenveen in Riga. We varen de Daugava rivier op met in de verte de Vansu brug. Deze indrukwekkende constructie is maar liefst 312 meter lang. We zien ook de bibliotheek van op het water en zijn nog steeds begeesterd door het prachtige gebouw. Aan die kant van de rivier bevindt zich ook het schiereiland Kipsala dat wordt gekenmerkt door de houten huizen die Scandinavisch aandoen. Met een mooi zonnetje erbij vormt dit een heel romantisch decor.


We passeren de oude binnenstad met een skyline vol kerktorens. Daarna varen we over het stadskanaal waar eendjes aan de waterkant ons lui aanstaren. Her en der ligt er afval in het water en we raden niemand aan hier een vislijn in het water te gooien want de groene kleur ziet er alles behalve smakelijk uit. Maar het gezapige tempo waarmee het bootje over het kanaal vaart, zorgt ervoor dat we er redelijk gerust in zijn, overboord zullen we niet vallen. We leunen lekker achterover en geven ons over aan de  rust. Na een uurtje varen, arriveren we terug op ons beginpunt. Het is wel opvallend dat, in tegenstelling tot de bergen afval in het water, de straten van Riga uitermate proper zijn. Hier ligt geen enkel papiertje op de grond en straatvegers zijn constant in de weer om alles netjes te houden. 


We lunchen bij ‘the flying frog’, een gezellig eetcafétje net naast ons hotel. Het zit verscholen in een souterrain en is leuk ingericht met overal kikkers. Papa probeert nog even een prinses tevoorschijn te toveren door de kikker te kussen maar dat is hem niet gelukt. Een heerlijke maaltijd wordt echter wel op tafel getoverd door een super vriendelijke serveerster.


Eenmaal terug in het hotel wordt de taxi gebeld en 10 minuten later zijn we al op weg naar de luchthaven. Om 16u40 stijgen we op richting Brussel. Wanneer we goed en wel zitten en de stroom medepassagiers voorbij komt, ben ik aangenaam verrast om Agnes te zien opstappen. Zij was ooit mijn kamergenote in Tibet en deed nu een rondreis met koning aap in de Baltische staten. De vlucht vliegt voorbij wanneer we aan de praat geraken. ‘Never a dull moment’ met Agnes. Om 18u plaatselijke tijd arriveren we op Zaventem.


We hebben genoten van Riga met zijn gezellige binnenstad vol statige gebouwen, prachtige kerken en eeuwenoude huizen. Bovendien is deze bestemming ook heel budgetvriendelijk en zijn de mensen er super vriendelijk (met uitzondering van de taxi chauffeurs). Onze eerste kennismaking met de Baltische staten was dus een succes! 

 

zaterdag 3 augustus 2019

Riga - Moskatsja

Weer zalig geslapen. Om half 9 komen we samen in de lobby en trekken we naar het koffie barretje van gisteren. Vandaag is papa jarig maar de geschenkjes zijn voor straks. We moeten nog even wachten want de koffie bar gaat pas om 9 uur open maar het is het wachten waard. De ontbijtjes smaken heerlijk en de jarige is in zijn nopjes. Althans wat het eten betreft want gisterennamiddag heeft hij te lang in de zon gezeten en zijn nek is verbrand. Deze morgen heeft hij dus flink gesmeerd en nu pikt de zonnecrème in zijn ogen. 


Onderweg komen we onze charmezanger weer tegen. De melodie van het bekende ‘Strangers in the night’ klinkt plots heel anders. We hebben moeite om onze lach in te houden maar hij doet zo zijn best dat we toch proberen ons gezicht in de plooi te houden.


Een must-see is de centrale markt van Riga, de Rigas Centraltirgus! De locatie is uniek want de markt werd ondergebracht in de enorme metalen zeppelin hangars, die het Duitse leger na de oorlog heeft achtergelaten. De markt is door de jaren heen verbeterd, uitgebreid en gerenoveerd, maar de vijf originele paviljoens zien er net zo uit als vele tientallen jaren geleden. Je vindt hier de meest uiteenlopende producten en lekkernijen. Elke hal heeft zijn eigen specialiteit.


We starten helemaal achteraan bij de vis. Meestal is dit een aanslag op mijn reukorgaan maar hier valt de geur heel erg mee. De vis wordt net als bij ons gepresenteerd op ijs en dat hij vers is zien we met onze eigen ogen want hier en daar ligt de vis nog een beetje naar adem te happen. De hoeveelheid verschillende vis is enorm. Ik wist niet dat er zo veel soorten waren. We zien paling en lamprei, gerookte bot, levende karper, gemarineerde haring en tal van andere soorten. De Indiër van gisteren is ons Inge niet goed bevallen want ze spurt voor de derde keer deze morgen naar het toilet.


In de groentenhal hangt geen lekkere geur. Dit vreemde aroma is niet het gevolg van slechte hygiëne of defecte riolering. Het is gewoon het bouquet van geraspte gemarineerde kool, uitgestald in enorme hopen of van de grote in azijn gedrenkte augurken die zwemmen in glazen bokalen. Verder de gewone groenten zoals bij ons dus niets spectaculairs. 


Het vleespaviljoen is een plek voor de inwoners om een ​​verse eend of varkenskotelet te kopen maar voor toeristen is het vooral een geweldige plek om te gapen naar een voor ons aantal ongewone dingen zoals hele varkenskoppen (of gewoon hun snuiten), gigantische rundertongen en -harten, evenals varkensdarmen en -nieren. Ja, onder het felle witte licht van de TL buizen wordt werkelijk alles verkocht. We zien een kar vol geslachte dieren passeren en even later nog een. 


Uiteraard zijn er buiten ook nog eens honderden kraampjes die vanalles verkopen, van bloemen en verse producten tot jasjes van kunstleer, bontmutsen en veel onopvallende kleding. En, in tegenstelling tot het centrum waar je nogal wat toeristen ziet lopen, zie je hier de plaatselijke bevolking de dagelijkse boodschappen doen. Elke dag komen hier tussen de 80.000 en 100.000 bezoekers. De producten worden aangeleverd via de spoorlijn die voor de hallen doorloopt en via het kanaal.


Er zijn maar weinig toeristen die de moeite nemen om de Russische wijk Moskatsja te bezoeken en dat terwijl je juist hier het echte Riga nog een beetje vindt! Vanuit de bruisende markt achter het station, lopen we via de achteruitgang zo tegen de “academy of science” aan. Het gebouw doet een beetje denken aan de Empire State Building, in miniversie dan. Dit overblijfsel uit de tijd van de Russische overheersing, ook wel Stalin’s birthdaycake genoemd, is de start van onze ontdekkingstocht door Moskatsja. 


Deze arbeiderswijk voelt in eerste instantie grimmig en gevaarlijk aan, omdat we overal bedelaars tegenkomen maar is door zijn typerende houten huizen ook heel erg charmant. De geschiedenis van deze buurt is wat minder rooskleurig. Door toedoen van de nazi’s zijn er in deze van oorsprong Joodse wijk nu bijna geen Joden meer te vinden. De houten huizen staan er nog in grote aantallen. Leuk feitje; Riga heeft hierdoor het grootste percentage houten huizen van Europa (+/- 20% van heel de stad is gebouwd van hout!). 


We botsen op een oud, houten, Russisch orthodox kerkje, de Kerk van de Heilige Alexander Newsky. Hier lopen we tussen een aantal stokoude vrouwtjes, helemaal in het zwart gekleed en bezig met het opwrijven van alle iconen in de kerk. De buitenkant is volledig geel geschilderd, heeft een groen dak en blauwe koepeltjes. 


De geschiedenis van Riga is turbulent. Na bezettingen door Zweden, Polen en Duitsland verdween Letland achter het ijzeren gordijn tijdens de bezetting door Rusland. Sinds 1991 is Riga onafhankelijk en langzaam krabbelt het land terug recht. Wanneer we op een groot plein arriveren, zien we een witte, ondersteunde betonnen muur. Hier stond ooit de grootste synagoge van de stad, totdat ze in 1941 door de nazi’s in brand werd gestoken. De holocaust in Riga wordt op dit plein herdacht. In de betonnen muur zijn de namen van de slachtoffers gegraveerd. Tijdens de nazitijd werden hier tot wel 70.000 mensen doodgeschoten. 


We zetten onze weg verder door de armoedige wijk en zien veel houten huizen met afgebladderde verf die werkelijk van het minste zuchtje wind lijken om te vallen, maar ook zo nu en dan nog altijd schitterende, half vervallen Art Nouveau panden. De straten zijn bedekt met kinderkopjes, maar ze hebben bergen karakter! Tegenwoordig is de wijk wel aan een ommekeer bezig want leegstaande oude pakhuizen worden gerestaureerd naar ateliers waar kunstenaars hun creativiteit kwijt kunnen. 


We wandelen terug in de richting van de binnenstad want gisteren zagen we een klein bakkerijtje waar we vanmiddag graag willen gaan eten. We moeten wel even zoeken in de vele smalle straatjes maar arriveren uiteindelijk op onze bestemming. Het kleine huisje zit afgeladen vol maar er is nog 1 plekje op het terras. Ook aan de lange toog is het aanschuiven maar de geur alleen al doet ons watertanden. Geduld wordt beloond! Het wordt een zoete lunch bij Rigensis. De kersenstrüdel is een van de lekkere die ik ooit geproefd heb. 


Gisteren was het Zwarthoofdenhuis niet open maar vandaag wel dus wandelen we er nog even naartoe. Beneden in de kelder wordt de geschiedenis verteld aan de hand van een documentaire. Op 29 juni 1941 werd de stad Riga door Duitse troepen gebombardeerd en werd het huis grotendeels verwoest. In 1948 werd de ruïne door de Sovjets gesloopt. Er kwam geen gebouw in de plaats en het marktplein werd er zo groter op. Ter voorbereiding van het 800-jarig bestaan van de stad werd het gebouw tussen 1993 en 1999 gereconstrueerd. Het is echter vooral de zaal boven die ons met verstomming doet slaan. De indrukwekkende kroonluchters hangen aan een prachtig geschilderd plafond. Ondertussen hebben de twee mannen ook last van hun buikje dus de Imodium die Inge altijd op zak heeft, komt van pas.  


Het KGB House, ook wel “the Corner house”, willen we niet missen ook al weten we dat het bijzonder aangrijpend zal zijn. Na een toch wel lange wandeling komen we aan bij een groot wit gebouw waar, achter de ijzeren deur jarenlang het hoofdkwartier van de KGB schuilging. Het was een gebouw waar je alleen na een extra strenge screening mocht komen, of als je was opgepakt natuurlijk. Eenmaal binnen zien we aan de kassa een bord hangen waarop staat dat alle tickets voor vandaag uitverkocht zijn. Een teleurstelling, maar we mogen wel binnen in de registratieruimte. Daar werden destijds foto’s gemaakt, moesten de mensen zich uitkleden en werden alle lichaamsholtes onderzocht. Waardevolle spullen gingen in een laatje en daar kregen ze een ontvangstbewijs voor. Niet dat dat enige waarde had want vrijkomen was een wonder. Op deze plek zaten geen dieven en moordenaars, maar alleen politieke gevangenen. De KGB richtte zich op sociale groepen waartoe iemand behoorde en het doel was om zo snel mogelijk informatie los te krijgen en geen enkel middel werd daarbij geschuwd.


We luisteren naar een getuigenis van een vrouw die alles zelf heeft meegemaakt. Als de gevangen na de ondervragingen naar hun cel werden gebracht, wisten de medegevangenen bij het horen van de sleutel in het slot al dat er iemand moest klaarstaan om hen op te vangen. Het tapijt op de gang was rood zodat al het bloed niet zo zou opvallen. Daarnaast was het dik, zodat voetstappen niet te horen waren en de bewakers ongemerkt naar de deuren konden lopen om gevangenen af te luisteren en te bespieden. De cementen vloer lag vol modder en op de bedden lagen geen matrassen of planken, enkel metalen spijlen. Er stond een stinkende emmer in de hoek waar ze hun behoefte konden op doen (buiten die ene keer per dag dat ze naar de wc mochten) en de temperatuur werd opzettelijk zó hoog gehouden dat het wel een sauna leek. Praten was verboden en om te voorkomen dat gevangenen boodschappen aan elkaar doorgaven, waren de muren ruw zodat ze er niet in konden krassen. 


Er brandde 24 uur per dag fel licht in de cel en als ze hun ogen bedekten om te kunnen slapen, kwam er een bewaker naar binnen om de arm van hun gezicht te schoppen. Overdag was er wel eens wat meer plek om te liggen als er mensen uit de cel waren gehaald voor ondervragingen, maar liggen was overdag verboden: dan mochten ze alleen zitten of staan. Uitgeputte mensen praten namelijk sneller. Af en toe mochten ze naar buiten, rondjes lopen op de luchtplaats maar enkel met het hoofd omlaag en handen op de rug. Hier werden ook veel vrouwelijke gevangenen verkracht.


We vinden het jammer dat we geen rondleiding meer kunnen krijgen maar aan de hand van de informatieborden en de documentaire kunnen we wel opmaken dat het een vreselijke plek was.


Aangedaan, wandelen we naar het park waar we op een terras in de zon nog iets gaan drinken. s’ Avonds eten we bij Zviedru Varti, een typisch Lets restaurant dat papa heeft uitgekozen. De reservatie die we twee dagen geleden persoonlijk hebben gemaakt, hebben ze duidelijk niet genoteerd. Ja die Letten die ‘letten’ niet echt goed op hé. We krijgen toch een tafeltje. Het interieur is eenvoudig, net of we zitten in een gewone huiskamer met veel plastic bloemen en planten, boeken op een schap en in de hoek een tv.  Het restaurant wordt uitgebaat door een Letse familie en we kunnen spreken van grootmoeders keuken. Toch is de tomatensoep met basilicum olie werkelijk de lekkerste soep die ik ooit gegeten heb. Ook de hoofdgerechten en de desserts zijn simpel maar lekker. 


Papa krijgt zijn geschenkjes maar omdat we met het vliegtuig zijn, staan die geschenkjes wel op papier afgebeeld en zal hij moeten wachten tot we thuis zijn om ze daadwerkelijk in ontvangst te nemen. 


Na het eten slaat de vermoeidheid toe en wanneer we naar huis lopen is het toch een pak frisser. Papa begint spontaan te zingen: ‘Ik wil deze nacht in mijn frakske verdwalen’. Al heeft hij het dan meer over Inge dan over zichzelf. We zijn doodmoe van het lopen op die vervelende klinkers in de binnenstad en we zijn blij wanneer we eindelijk in ons bedje kruipen.


vrijdag 2 augustus 2019

Riga - de historische binnenstad

‘s Morgens worden we gewekt door het gekrijs van de meeuwen, een herinnering dat de Oostzee dichtbij is. Ondanks de redelijk harde matras hebben we zalig geslapen en vol enthousiasme trekken we naar het ontbijt. We schieten in de lach wanneer we zien wat er op het buffet staat: Cornflakes, van dat vieze toastbrood, confituur, kaas en ham. Een toaster staat er echter niet.

Hopelijk hebben Inge en Thomas geen al te grote honger. Voor het ganse hotel staan er welgeteld 5 stoelen aan een lange toog en een Duits echtpaar ging ons al voor, dus wanneer Inge en Thomas boven komen, zijn alle stoelen ingenomen. Geen erg want ze zijn niet van plan het summiere ontbijt te nuttigen. Voor de prijs die wij voor overnachting met ontbijt betalen, kunnen we natuurlijk geen luxe ontbijt verwachten maar toch .... dit is echt wel heel summier. We trekken dan maar naar een nabijgelegen koffiebar waar ze wel heerlijke koeken en croissantjes hebben. De komende dagen zal dat onze vaste ontbijtplek worden. 


Vandaag gaan we naar het hart van de Vecriga, de oude stad. Door het ondertussen ons heel bekende Kronvalda park, komen we bij wat ons betreft het mooiste monument van de stad, de Kathedraal van de Geboorte van Christus. Deze gigantische Russisch-Orthodoxe kathedraal is met zijn gestreepte jasje, heel indrukwekkend vanbuiten. De gouden koepel die als dak fungeert, is echt prachtig, vooral nu de ochtendzon er op staat. Binnen mogen we niet fotograferen en dat is wel jammer. Niet dat ze zo mooi is want wat mij betreft toch een beetje kitscherig maar het zonlicht schijnt door de ramen op een devote dame die net bezig is de kaarsen aan te steken. 


We steken de brede laan over en komen zo bij het vrijheidsmonument, dat liefkozend ‘Miga’ wordt genoemd. Het is zonder enige twijfel een van de belangrijkste monumenten van de stad. De hoge pilaar die naast een van de mooiste parkjes in Riga staat, is een standbeeld van een vrouw  die symbool staat voor de Letse onafhankelijkheid. Ze houdt drie sterren in de lucht die de provincies van Letland vertegenwoordigen. De dame staat dan ook niet voor niets met haar neus naar het westen gericht. Het opschrift van het Vrijheidsbeeld luidt: voor vaderland en vrijheid. De straat achter het Vrijheidsbeeld heet de Vrijheidsstraat, een stuk prettiger dan de eerdere namen Leninstraat en Hitlerstraat! Riga maakte zich in 1920 los van de kluwen van de Sovjet Unie. Verrassend genoeg bestaat bijna veertig procent van de bevolking nog altijd uit Russen. Dit geeft de stad nog altijd een Oost-Europese sfeer.


Aan het Livuplein richten we onze blik omhoog op zoek naar de zwarte kat bij het kattenhuis. Nee, dit is geen huis waar allemaal katten wonen of een museum gewijd aan katten. Het is niets meer dan een huis met twee torens, met op de punt van beide torens een zwarte kat. Het verhaal erachter is wel amusant. De eigenaar van het gebouw werd een beetje gepest door de toenmalige gilden van de stad en mocht zich niet bij hen aansluiten. Om hen een beetje belachelijk te maken plaatste hij dan maar een kat op zijn dak, met het achterwerk keurig naar de gilden gericht. De mannen van alle gildes vonden dit niet zo prettig en stemden uiteindelijk toe dat de man toch bij de gilde kwam. Op voorwaarde dat de kat haar achterwerk in de tegenover- gestelde richting zou tentoonstellen. En zo geschiedde.


We krijgen geen genoeg van de grandeur van de enorme gebouwen, soms zij aan zij met extreem vervallen exemplaren. Al struinend door de straatjes komen we op een gezellig plein met alweer mooie pittoreske huisjes. Op de hoek bevindt zich het rock & roll café waar François heel even model staat voor Francoise.

Het gaat hem goed af! Wat verder in de straat staat de Petrikerk (Sint Pieterskerk). Met een gigantisch, appelblauwzeegroen dak torent deze uit boven de rest van de oude stad. De kerk is net zo hoog als onze Antwerpse kathedraal namelijk 123 meter. De inkom is 9€ wat redelijk duur is voor de anders zo spotgoedkope stad. We laten ons verleiden om naar de top te gaan. Gelukkig betekent dit niet dat we een eindeloze spiraal aan traptreden moeten trotseren want er is een lift. Een wat afwezige man leest een boek, al zittend in de hoek van de lift en drukt voor ons op het knopje.  Boven zien we de rode en zwarte daken van de stad, de vele kerkjes en in de verte de indrukwekkende bibliotheek. De klok van de kerk staat stil op 12 uur. Daarom spreken veel Letten af om 12 uur onder de kerk, dan komen ze nooit te laat.


Eenmaal terug op de begane grond nemen we een kijkje bij het standbeeld van de Bremer stadsmuzikanten. Als je geen smetvrees hebt, dan moet je voor wat geluk nog even de dieren over hun kopje wrijven. Het historisch centrum heeft mooie pittoreske gebouwen met trapgevels en daartussen heel veel groen en bloemperken. Hier en daar horen we live muziek en het voelt aan alsof we op een stadsfestivalletje terecht zijn gekomen maar dan met tweederangs- artiesten. Onze pa zingt mee op een nummer van Elvis en geloof me, hij zou meer centjes in zijn hoed krijgen dan ‘den artiest’ die daar de longen uit zijn lijf zingt. 


Wat me erg opvalt is dat de vrouwen hier allemaal uit een doosje komen. Het lijken wel barbiepopjes. Ze dragen hele, echt hele hoge hakken en ik moet zeggen dat ze er ook erg ongelukkig op lopen, vooral op de klinkers hier. Onderweg zien we veel haarlaboratoriums (ja zo noemen ze hier de kapper) en nagelstudios. Verder zijn er allerlei klinieken waar je wat aan je uiterlijk kunt laten doen. Misschien kost het hier heel wat minder om je volledig te laten verbouwen.


Het zwarthoofdenhuis is een typisch gebouw in Gotische stijl met een gevel die doet denken aan de grachtenpanden in Amsterdam. Het gebouw werd in de 14e eeuw gebouwd door de gilde van de Zwartkoppen, een gilde voor ongetrouwde Duitse koopmannen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog brandde het gildehuis af, maar het is gerestaureerd en in oude staat hersteld. Wat vooral opvalt is de trapgevel, de wapenschilden en de beelden van Neptunus, Mercurius, Eendracht en Vrede. Maar het meest in het oog springend is het indrukwekkende astronomische uurwerk met daarin de dierenriem, de maanfasen, de tijd en de datum.


We besluiten naar de andere oever te wandelen om de bibliotheek van dichtbij te bekijken. Hier heeft de wind vrij spel en we bibberen bijna uit ons vel maar het uitzicht over de Daugava is wel prachtig. De bevolking van Letland heeft een lichtelijke haat-liefde verhouding met de nieuwe National Library, geopend in 2014. Het gebouw is zo modern dat het eruit ziet alsof er een ufo is geland op de oevers van de stad, en is eigenlijk veel te groot voor een stad met zo’n bescheiden inwonertal. Volgens sommigen lijkt het op een ijsberg, maar volgens mijn gids zijn de contouren een weergave van de Letse economie: iedereen hoopt dat er gauw weer een stijgende lijn in komt. De strakke en lichte architectuur van het interieur zijn waanzinnig. Om de verhuiskwestie budget vriendelijk op te lossen, werd van de oude locatie in het stadscentrum naar het nieuwe gebouw aan de overkant van de rivier een menselijke ketting gevormd waarlangs de boeken stuk voor stuk werden doorgegeven en een plekje in hun nieuwe thuis vonden. Als dat geen financiële efficiëntie is! Voor het gebouw staat een standbeeld van 2 mannen waarvan eentje wel heel veel weg heeft van de Jef, een vriend van papa. Na wat ‘spielerei’ nemen we een kijkje binnenin. De indrukwekkende bibliotheek is goed voor maar liefst 8 miljoen boeken. 


We krijgen honger en besluiten langs het water naar de jachthaven te wandelen. Daar strijken we neer op het terras van restaurant Muusu Terrace. De heerlijke vruchtensappen worden gevolgd door lekker eten dus worden we wat overmoedig en bestellen we nog een dessert. Pavlova met ijs en fruit maar dat wordt een teleurstelling. Zonde van de caloriebom. Soit we zijn op congé dus laten we het niet aan ons hartje komen. We wandelen terug in de richting van de oude stad maar merken al snel dat we de drukke straat niet over geraken zonder zebrapad en lichten. Bij de brug zien we een gammele lift en we besluiten die te nemen. Een plakaatje vertelt ons dat we er net met 5 personen in mogen. Inge drukt op de knop naar boven maar wanneer ze lost, vallen we stil. Ze moet blijven drukken tot we boven zijn. Op de glazen deur staat ‘If you need help, please yell and cause panic’. Inge en papa staan nog in de lift en Thomas sluit de deur - even is er echt paniek wanneer Inge de deur effectief niet meer open krijgt. Eerlijk? Ik was blij dat ik eruit was, want ik vond het toch maar eng. 


Bij het kasteel aangekomen zien we twee wachters stokstijf in hun wachtershuisje staan. Ieder zijn meug maar ik zou al snel naar een carrière switch verlangen. Het Kasteel van Riga is te herkennen aan de vier torens. Het oorspronkelijke kasteel - Wittenstein kasteel - werd in 1330 door Duitse ridders gebouwd. De Duitsers kozen de locatie aan de oever van de Daugava rivier zodat ze de schepen in de haven zagen aankomen. In de loop van de tijd raakte het kasteel verschillende keren zwaar beschadigd. Telkens werd het heropgebouwd, maar het verloor daardoor wel zijn middeleeuwse karakter. Tegenwoordig bevinden zich kantoren van de president in het kasteel, maar hij woont er niet.


Ondertussen moet ik dringend naar het toilet en volgens mij is café Black Magis hier niet ver af dus gaan we op zoek. Gelukkig vinden we het redelijk snel. We stappen de oude apotheek binnen en gaan meteen 100 jaar terug in de tijd. Alles is tot in het detail ingericht. Achter een oude boekenkast ontdekken we een geheime trap die ons naar een oud labo brengt. Het lijkt wel alsof we in een film van Harry Potter terecht zijn gekomen. Hier worden we ondergedompeld in de sfeer van toen. We horen duistere muziek en de dame die onze bestelling komt opnemen, draagt zelfs kledij vanuit die tijd. Er is ons gezegd dat we hier zeker de Riga Black Balsam moeten proeven. Deze plaatselijke specialiteit is een kruidenlikeurtje. Het recept van dit bitterzoete drankje is gebaseerd op wodka, gemixt met wel 24 natuurlijke ingrediënten. Het alcoholpercentage is 45%. Hoewel het eerst dienst deed als medicinale drank, wordt Black Balsam tegenwoordig gedronken ‘on the rocks’, in een cocktail of zelfs warm in koffie of thee. De dames kiezen een cocktail en de mannen een soort Irish Coffee maar dan met Riga Black Balsam ipv wiskey. Als je niet vaak alcohol drinkt zoals wij, dan is het best heftig! We nemen er ook enkele lekkere bonbons bij. In tegenstelling tot het drankje, zijn die heerlijk!


Op het Domplein staat de in de 13de eeuw gebouwde, protestantse kathedraal van Riga, opgetrokken uit rode baksteen. Het is een indrukwekkend gebouw maar we hebben geen zin meer om alweer een kerk te bezoeken. Het is veel te mooi weer! Achter de kathedraal zien we de Drie broers, drie schattige huisjes die samen het oudste stenen woonhuis van Riga vormen. Ze staan schots en scheef tegen elkaar aan gedrukt en vormen samen een sprookjesachtig geheel. Het witte huis stamt uit de 15de eeuw, het gele uit de 16de eeuw en het groene uit de 17de eeuw. 


Vandaag deden we al meer dan 25.000 stappen en het is dan ook al bijna 8 uur wanneer we op zoek gaan naar het Indische restaurant Singh’s. In dit a-typische Indische restaurant met mooie verlichting in plaats van de normale TL verlichting, eten we heerlijke gerechten. De inrichting is modern en sober. De garçon spreekt vloeiend Engels op z’n Indisch en belooft onze pa dat zijn gerecht ‘medium spicy’ is. Wanneer het op tafel komt wens hij hem wel ‘good luck’. Zijn mond staat in brand maar gelukkig vindt hij dat niet zo erg. 


Wanneer we eindelijk terug in het hotel zijn, nog snel even bloggen en dan oogjes toe want morgen staat er alweer een dagje Riga op het programma. Ja we blijven nog even in deze geweldig mooie stad. 

donderdag 1 augustus 2019

Riga - Jugendstil wijk

Er staat weer een ‘familie-reisje’ gepland. Samen met papa, Greta, Inge en Thomas reis ik vandaag naar één van de Baltische staten. Mijn kennis over Letland, bovenbuur van Litouwen en onderbuur van Estland, is niet groot. Benieuwd naar wat er komen gaat, wrijf ik me eens goed in de handen, klaar om Riga te ontdekken. Ik heb toch wat vertrek stress want voor het eerst neem ik een vliegtuig met enkel handbagage. Bovendien is het weerbericht wat wisselvallig. Ze voorspellen 20 graden, bewolkt en af en toe een bui dus wat neem ik mee?


Het is vroeg in de ochtend wanneer het luchthaven transport ons komt ophalen maar het is hoogseizoen dus willen we geen enkel risico nemen. Er is al behoorlijk wat volk in Zaventem maar inchecken hoeven we niet want we hebben enkel handbagage bij. Het vliegtuig van Air Baltic is op tijd. Inge en Thomas moeten even opzij want ze krijgen een andere stoel. Gevolg: wij zitten helemaal achteraan en zij helemaal vooraan. Waarom? Ons een raadsel want de oorspronkelijk geboekte stoelen naast ons, zijn gewoon vrij. De kapitein spreekt ons via de luidsprekers toe in het Lets. Het klinkt zangerig, vriendelijk en op de een of andere manier bekend – ook al begrijp ik er niets van. Slechts tweeënhalf uur na het opstijgen, landt het vliegtuig op het internationale vliegveld van Riga. We nemen een taxi en maken onmiddellijk kennis met de niet al te vriendelijke inwoners. We geven de chauffeur het adres van ons hotel. Zijn wegkijkende blik straalt irritatie en vermoeidheid uit. Zonder enige verbale reactie start hij de wagen. Welkom in Riga! We hebben hotel Mosaic geboekt. Voor slechts 113 euro logeren we 3 nachten in een moderne kamer in dit eenvoudige maar best wel trendy hotel. De entree is alvast heel kleurrijk. Ook de vriendelijkheid van de loketbediende is  prima.


Het is al ver na de middag wanneer we eindelijk op ontdekking kunnen gaan in Riga. De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Daugava. Op de westelijke oever liggen de Oude en Nieuwe Stad, waar zich de meeste toeristische bezienswaardigheden bevinden. Maar ook buiten het centrum is voldoende te beleven. Volgens de reisgids zitten wij in de wijk van de Art Nouveau en Jugendstil architectuur dus een prima startpunt voor onze ontdekking in Riga. In de Elizabetes Iela waar ons hotel gelegen is, zou zich op nummer 10 een juweeltje van de Jugendstil bevinden. Al snel wordt duidelijk dat de nummering van de huizen hier niet is zoals bij ons. Op nummer 10 zien we een grauw huis zonder enige versiering. Vol enthousiasme zetten we onze tocht verder in de richting van het Kronvalda park. Deze groene long in de stad is een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Af en toe schieten we in de lach en dat heeft alles te maken met de bijzondere kledingstijl van de Letten. Pas op, die is zeker modern en we denken dat de kledij ook best wel duur is maar toch hebben we zo onze bedenkingen. Een sjeik kleed met daaronder een soort pantoffel met vooraan een grote pompon, jeans met meer gaten dan stof, rokken en blouses met een vreemde snit. In het midden van het park staat er een ijskarretje. Verkoopstechniek nul komma nul want wie haalt het nu in zijn hoofd om deze koude lekkernij te kopen wanneer de verkoopster ineengedoken op een stoeltje zit, gekleed in een oversized regenpak. Vreemd volk die Letten wat het is nu wel wat bewolkt maar toch nog een aangename 19 graden. 


In het park zou bij het kunstmuseum een borstbeeld staan van de schilder Janis Rozentals, een van de protagonisten van de jugendstil en het is ook daar dat onze stadswandeling start. Tot drie maal toe wandelen we het park rond maar geen Janis te bekennen. We verlaten het park dan maar en wandelen wat rond want ver kan het niet zijn. Tijdens die zoektocht passeren we een restaurant en vermits het ondertussen bijna half 4 is en iedereen een beetje honger heeft, besluiten we toch eerst een hapje te eten. Op goed geluk en mede omdat de buitenkant er zo mooi uitziet, gaan we binnen bij Ikos Olivia. Dat blijkt een voltreffer! Bij tripadvisor gewaardeerd met 4 sterren en dat is het meer dan waard. Het gezellige, warme interieur en de mooi gedekte tafels zijn uitnodigend en wanneer we de menukaart bekijken zijn we helemaal aangenaam verrast. De gerechten zijn stuk voor stuk heel erg origineel met verrassende combinaties. Blijkbaar heeft de chef bij verschillende sterren restaurants gewerkt en dat proef je! Mijn tagliatelle met kreeft is om duimen en vingers bij af te likken. Papa en Greta gaan voor zwaardvis, Thomas voor ribeye en Inge neemt het meest gewaagde gerecht, eend met geitenkaas en chocoladesaus. Wat ons betreft prijs, kwaliteit uitstekend. We kunnen het iedereen aanbevelen. 


Met ons buikje goed gevuld, kunnen we onze zoektocht relaxter verder zetten en al snel arriveren we in het hart van de Jugendstil wijk. Toch zijn we een beetje teleurgesteld want als je bij ons de Cogels Osyslei gezien hebt, stellen de huizen hier niet veel voor. De mooiste straat in deze wijk is de Alberta straat. Wij verstaan echter iets helemaal anders onder jugendstil maar onmiskenbaar zijn de huizen wel allemaal rond 1900 gebouwd. De façades van de gebouwen tonen de meest uitbundige ornamenten denkbaar: allerlei grappige versieringen gemaakt van verschillende materialen zoals cement, keramiek, metaal en hout zorgen voor een vrolijk en vaak grappig geheel. De huizen zijn versierd met nimfen, waterspuwers, dieren en wezens ontsproten aan de fantasie van de architect. Ieder gebouw is daardoor volslagen uniek. Veel gebouwen zijn trouwens gerestaureerd. Achter de hoek bevindt zich het jugendstil museum maar we zijn net te laat want om zes uur sluit het. 


Naast de zogenaamde Jugendstil gebouwen zien we hier ook heel veel houten huizen en dat komt omdat er tot het einde van de negentiende eeuw een wet bestond die het bouwen van stenen gebouwen buiten de stadsmuren verbood. De reden daarvoor was dat houten gebouwen gemakkelijk in brand gestoken konden worden om te voorkomen dat indringers de stad innamen. Deze combinatie van Middeleeuwse gebouwen, Jugendstil en houten architectuur maakt van Riga een allesbehalve alledaagse stad.


Een hele vreemde gewoonte van de Letten is dat ze met hun fiets gewoon op het voetpad rijden. Gelukkig zijn de meeste heel erg breed maar af en toe moeten we toch even opzij springen. Riga is echt een stad met twee gezichten, aan de ene kant zie je echt veel armoede, ouderen die lopen te bedelen of een karig loontje met een ijscokarretje bij elkaar proberen te schrapen, aan de andere kant staan er schitterende gebouwen.


We gaan alvast het restaurantje reserveren waar papa zaterdag op zijn verjaardag wil gaan eten. Op het terras zit een groep Vlamingen die mijn vraag om hoe laat iedereen wil eten, beantwoorden met ‘tegen acht uur is goed zene’. 


Voor het mooiste uitzicht over de stad, trekken we naar de 26st verdieping van het Radisson Hotel. In de Skyline bar hebben ze heerlijke cocktails. Ik ga voor de Angel Falls met rum, mango, passievrucht, ananassap, limoen en rietsuiker. Heerlijk zoet en het gaat vlot naar binnen. Al nippend aan ons heerlijke drankje, genieten we van het uitzicht. Wat een grote stad is Riga! De onvermijdelijke vraag van iedereen tegenwoordig, luidt: Is er wifi? Wel, Riga is in 2014 uitgeroepen tot Europese wifi-hoofdstad. De stad is dan ook volledig ‘connected’ en de wifi is overal gratis. Ook hier, hoog boven de grond. Wat mij betreft een fijne afsluiter van de dag maar de anderen gaan naast ons hotel nog een afzakkertje drinken. Ik kruip echter mijn bedje in want we hebben vandaag maar liefst 15.000 stappen gezet en dat voel ik aan de voetjes. Bovendien wordt morgen ook weer een vermoeiende dag.