maandag 27 mei 2019

Delft

Toch iets beter geslapen dan gisteren. We weten het nu zeker, onze gastvrouw Annebe heeft óf Alzheimer light óf ze luistert gewoon niet naar haar gasten. Ik krijg vanmorgen ontbijt met kaas, Annelies zonder en opnieuw komen er twee tassen thee op tafel.   Wanneer Annelies vraagt waar ze een kop kan vinden voor koffie, vult Annebe prompt twee tassen koffie. We doen maar geen moeite meer, alles staat op tafel dus probleem opgelost. Vandaag verlaten we de stad Leiden en rijden we terug richting Antwerpen. Onderweg stoppen we in Delft.


Van zodra we de Delftse binnenstad inlopen, zijn we al overtuigd: het is een lust voor het oog. In het vvv kantoor gaan we de historische wandelroute halen en starten daarna met het eindeloos slenteren langs de grachten en door de sfeervolle straatjes met prachtige gevelhuizen. We starten op de markt, het hart van de historische stad, met symbolisch aan de ene kant het wereldlijke gezag, namelijk het stadhuis en aan de andere kant het geestelijke gezag, de nieuwe kerk. Hier zitten de vele terrasjes vol maar de wat kleinere Beestenmarkt vinden we toch veel gezelliger. Van 1595 tot en met 1972 was het plein de plaats voor de Delftse veemarkten. Boeren uit het Westland toonden hier hun vee. Tegenwoordig is het een gezellig plein vol terrasjes waar het zonlicht zacht gefilterd  wordt door de oude platanen. Er staat ook een grappig, modern standbeeld. 


Delft werd in 1400 ommuurd met een stadsmuur, waarin acht stadspoorten gezet werden om de stad in en uit te kunnen. Van die muur blijft nog amper iets over, en de Oostpoort is de laatste staande stadspoort. De Oostpoort bestaat uit twee delen, een landpoort en een waterpoort, welke door het laatste stukje stadsmuur verbonden zijn. De poort is een prachtig plaatje en zeker de korte wandeling vanuit het centrum waard. Wanneer we terug de stad inlopen, passeren we het Klaeuwshofje, een hofje van liefdadigheid voor rooms-katholieke ongehuwde vrouwen en weduwen. 


Delft is de stad van Johannes Vermeer, één van de meest beroemde Nederlandsche schilders uit de Gouden Eeuw, iets waar Delft erg trots op is. Van zijn beroemde schilderij ‘het Meisje met de parel’, zien we overal replica’s hangen. In 1632 werd hij in Delft geboren en hier heeft hij zijn hele leven gewoond en gewerkt. Van op verschillende plekken in de stad trachten we ons in te leven in zijn schilderijen. Niet alles uit die tijd is echter bewaard gebleven. De grachten zitten vol met prachtige waterlelies en deze geven de omgeving een extra romantische sfeer. 


Ondertussen is het lunchtijd en zetten we ons op het terras van Willem Van Oranje voor een dagsoepje. Terwijl we daar genieten van het eten en het zonnetje, kijken we uit op een prachtige schildering van het Meisje met de parel. Toch best cultureel verantwoord zo’n lunch nietwaar? We zitten op een prachtige plek, net tegenover de nieuwe kerk. Hier bevindt zich het mausoleum van Willem van Oranje en nog steeds vinden leden van de Koninklijke familie hier hun laatste rustplaats. Na de lunch is het hoog tijd om terug wat calorieën te verbranden.


We wandelen achter het stadhuis door naar de Waagsteeg en komen zo op de Oude Delft. Wat mij betreft, één van de leukste grachten van Delft. Hier zijn er zo veel romantisch ogende gevels, prachtige huizen waar beroemde mensen gewoond hebben, zoals de schilder Jan Steen. 


We nemen nog snel even een zijstraatje en komen zo bij het nieuwe treinstation van Delft, ontworpen door architectenbureau Mecanoo. In de stationshal ontvouwt zich een indrukwekkend plafond met de historische kaart van Delft en vergapen we ons aan wanden en kolommen versierd met eigentijdse Delfts blauwe tegeltjes. Ook de buitenkant is de moeite waard. Het gemeentehuis, boven het station, heeft een glazen gevel die prachtig de Nederlandse lucht reflecteert.


Na dit modern intermezzo gaan we terug naar de Oude Delft voor een terrasje in de zon. Bij het verschijnen van de eerste zonnestralen komen de grachten steeds meer vol te liggen met boten. Hier wordt heel creatief extra terrasruimte van gemaakt. Zo ook bij het Stads-Koffyhuis, dé perfecte plek om te genieten. Dit ouderwetse koffiecafé is al generaties lang geliefd bij de inwoners van Delft en met reden. Locals komen hier om bij te kletsen, de krant te lezen of gewoon voor een goede kop koffie en een taartje. Ook wij genieten van iets lekkers met uitzicht op de gracht.


In de verte zien we de Oude Kerk die deels uit de elfde en deels uit de dertiende eeuw stamt. Vooral de toren springt in het oog omdat deze tijdens de bouw is gaan zakken. Hij is 75 meter hoog maar staat 1,96 meter uit het lood, een grappig gezicht. Wij zouden de toren niet beklimmen want het lijkt wel of hij kan elk moment omver kan vallen. 


Bij Delft denkt iedereen natuurlijk aan Delfts Blauw. Doorheen de stad zien we aardig wat straatkunst, waarvan een groot deel ook gemaakt is met het Delfts blauw. Op het Sint Agathaplein bij voorbeeld werden drie lantaarnpalen versierd met beschilderd porselein. Ook op de fijnste plek in de stad om even te relaxen, zien we Delfts blauw. Deze plek is de tuin van het museum Prinsenhof. Hier hebben we bijna niet in de gaten dat we vlak langs een drukke ringweg zitten, het is er lekker rustig.


In de Hippolytusbuurt zijn er, net als elders in de stad, prachtige huizen en grachten maar ook hele leuke winkeltjes. Eentje komen we buiten met een groot pak ... altijd fijn een souveniertje voor thuis. Om tien voor drie sluiten we onze dag af bij ‘Ten to three Bakery’, een tof barretje in snoepkleurtjes waar ze een geweldige keuze hebben aan heerlijke makarons, scones, mini cupcakes en brownies. Hier zetten we ons voor de laatst keer op een terrasje. De uitbaatster heeft en stem waarmee ze zo aan de slag kan bij de Efteling. Hetzelfde kan gezegd worden over haar outfit. Ja alles past hier in deze bakery, het is een sfeervol, knus plekje en ideaal om ons driedaags uitje te beëindigen. 


zondag 26 mei 2019

Leiden - Aan wal en op het water

Toen we gisteren ons bedje inkropen, was er nog heel wat nachtelijke activiteit in Leiden en met name in ons straatje maar na middernacht werd het stil. Annelies heeft heerlijk geslapen maar mede door mijn verkoudheid was het voor mij een korte nacht. Het ontbijt maakt alles goed. Annebe brengt ons een heel gevarieerd ontbijtje. We krijgen een eitje, lekker vers beleg, heerlijke warme broodjes, zelfgemaakte bananencake, fruit, noten en rozijntjes, confituur, etc .... Haar geheugen is niet echt goed want ze brengt ons ook beide en tasje thee maar Annelies drinkt koffie. Even later begint ze ook nog een conversatie in het Engels. Ik ben nog niet goed wakker en beantwoord haar vragen ook in het Engels. Na enkele minuten zeg ik haar ‘waarom spreken we in godsnaam Engels’ waarop ze me even vreemd aankijkt, lacht en dan zegt ‘ja je lijkt Engels’. Zou ze lijden aan Alzheimer light? 


Na het ontbijt gaan we naar het Rijksmuseum volkenkunde. Dit etnologisch museum is gevestigd in een monumentaal pand aan de Singel. Vermits wij wel nieuwsgierig zijn naar de enorme culturele diversiteit die de wereld rijk is, is dit helemaal ons ding. De inkom is 15€ maar dat is het helemaal waard. Er zijn wisselende exposities en vandaag is dat er eentje over Bali. Ik word even terug gekatapulteerd in de tijd en bevind me in no time terug in het paradijs. Bijna iedereen gaat naar het Indonesische eiland Bali, is er geweest of heeft het op zijn bucketlist. Verleidelijke reisbeschrijvingen en enthousiaste blogs garanderen je een droomvakantie maar dat is niet het complete verhaal. We ontdekken hier hoe het paradijs onder druk staat, mede door de plastiek vervuiling. Maar de cultuur is nog wel springlevend en dat leren we dan weer dankzij interviews met een  hindoeïstische priester. Zelf ben ik er al geweest maar toch leer ik nog dingen bij en dat is toch het doel van een museum.


Na de tijdelijke tentoonstelling over Bali gaan we de rest van het museum ontdekken. Hier openen we onze blik op de wereld. Alle werelddelen komen aan bod en het gaat over thema’s die allemaal één ding gemeen hebben, namelijk de mens. Er worden verhalen verteld over universele thema’s zoals vieren, rouwen, versieren, bidden, liefhebben en vechten. De opstellingen zijn prachtig en bij elk werelddeel hoort ook aangepaste muziek. Alleen bij Tibet ontbreekt de immer galmende mantra ‘om mani padme hum’. Annelies besluit het dan maar zelf te zingen. Dat levert haar geen vreemde blikken op want we lopen er helemaal alleen. Ook voor kinderen is dit museum geweldig want uitleg wordt ook op ‘kindermaat’ gepresenteerd. Annelies begint te lachen wanneer ik op mijn knieën ga om helemaal onderaan een vitrinekast over de Inuit een tekst te lezen en ik me luidop afvraag of ze het misschien nog iets lager zouden kunnen zetten. Ja blijkt dus dat de tekst voor volwassen gewoon op ooghoogte staat en voor kindjes dus onderaan. Toch slim bedacht!


Het is al snel twee uur later en tijd dus om iets te eten. In het grand Café van het museum verkopen ze heerlijke broodjes dus blijven we hier gewoon hangen en nog wat nagenieten van dit prachtige museum. Wat ons betreft, echt een aanrader wanneer je in Leiden bent. 


Om twee uur hebben we een ‘Hofjeswandeling’ en daarvoor moeten we naar de Burcht. Op het plein ontmoeten we onze gids. We zijn wat te vroeg en betalen alvast ons deel (4€ pp). Zoals jullie al gelezen hebben in de blog van gisteren, telt Leiden maar liefst 35 verschillende hofjes en het oudste dateert uit 1467! In deze hofjes is het rustig en ben je helemaal afgesloten van al het rumoer uit de stad dus ideaal voor een zondag zo vinden wij. Ons groepje wordt groter en uiteindelijk vertrekken we met 9 personen. De gids blijkt een saaie vent die zichzelf nochtans heel grappig vindt. Bij elke bezienswaardigheid in de stad stopt hij en begint hij een ellenlange uitleg. We zijn al een uur aan het wandelen en hebben nog geen enkel hofje gezien. Annelies en ik worden er een beetje chagrijnig van en besluiten af te haken. Zij wil liefst zachtjes verdwijnen maar dat is buiten mij gerekend. Wanneer hij eindelijk zijn mond houdt, zeg ik hem dat we het voor bekeken houden. Hij kijkt me verbaast aan dus ik zeg hem ‘we zijn al een uur aan het wandelen en hebben nog geen enkel hofje gezien’. Gevat als hij is, antwoordt hij: ‘Oh maar daar gaan we zo naartoe’. Tja dat hofje waar we nu inderdaad voorstaan, hebben we gisteren al gezien.  


We besluiten dan maar om en andere toeristische attractie op te zoeken. Leiden is misschien wel de beste stad om een prachtige rondvaart doorheen te maken! Door de vele grachten heeft Leiden een uitgebreid netwerk van waterwegen waardoor iedereen zich gemakkelijk door Leiden kan verplaatsen. Het mooie is dat heel veel bezienswaardigheden in Leiden direct aan het water liggen waardoor een rondvaart ook een prachtige gelegenheid biedt om de stad te bekijken vanuit een boot op het water. Voor slechts 10€ schepen we in bij de Leidse Rederij en worden aan boord geholpen door Rein waar ik het op slag warm van krijg, wat een knappe man! Hij blijkt bovendien dan ook nog eens perfect tweetalig en grappig. Hij geeft een interessante uitleg die hoegenaamd niet verveeld.  Zo komen we heel wat te weten over Leiden, de inwoners en de Koninklijke familie. Ook koning Willem Alexander heeft in Leiden gestudeerd, nu ja gestudeerd kan je misschien niet echt zeggen. De eindwerken van de studenten worden gepubliceerd maar dat van Willem Alexander niet omdat hij blijkbaar te veel hulp kreeg van de professoren. Ook al vertelt Rein alle dagen meerdere keren hetzelfde verhaaltje, toch vertelt hij het alsof het de eerste keer is en met zo veel humor en originaliteit. Het uur is zo voorbij en we vinden het beiden jammer dat het zo snel gedaan is. Leiden is mooi van op de kades maar vanop het water is het nog tien keer mooier.


Wanneer we terug aan wal zijn, slenteren we wat door de binnenstad. Plots is het heel wat drukker en dat is niet te verwonderen want we zijn aangekomen in dé winkelstraat van Leiden, de Haarlemmerstraat. Het is zondag en zelfs vandaag zijn alle winkels open. Annelies en ik zijn dit weekend niet bewust gaan shoppen maar wanneer we Cecil passeren, vindt Annelies al snel haar gading en koopt ze enkele bloesjes. Het is net of ik met Liliane op stap ben. Cecil kan zij ook nooit voorbij! Ook ik vind een prachtige vest die me past als gegoten. Tja .... als het op je weg komt! 


Om vijf uur sluiten de meeste winkels en gaan we terug naar onze B&B voor een aperitiefje. ‘s Avonds trekken we naar de Vrouwenkerkkoorstraat naar het Indische restaurant ‘Indian Way’ voor ons diner. Achterin is het heel erg druk maar aan het raam is nog een plaatsje vrij. De papadums en onze drankjes komen onmiddellijk maar daarna valt het stil. Mensen komen en gaan en wij hebben honger. Na bijna anderhalf uur komt het dan eindelijk op tafel. Heerlijk of wat hadden jullie gedacht? Mijn lievelingskeuken stelt nooit teleur! Na afloop komt de eigenaar persoonlijk zijn excuses aanbieden voor de lange wachttijd maar die zijn wij al lang vergeten. We wandelen terug naar de B&B voor een laatste nacht in klein Amsterdam.


Leiden heeft ons echt verrast. De stad van Rembrandt uit de 17de eeuw is nagenoeg nog volledig intact. Met zijn vele grachten, idyllische bruggetjes, kleine pleinen, drijvende terrassen en niet in het minst zijn tientallen binnenhofjes is dit de ideale stad om te wandelen. En wandelen hebben we gedaan! We hebben ook lekker gegeten, genoten van het zonnetje en met een bootje gevaren. Kortom Leiden is een stad die we iedereen kunnen aanbevelen.


zaterdag 25 mei 2019

Leiden - Wandeling door de oude stad

Dit weekend laten we ons verLEIDEN want we trekken naar een stad die door de Nederlanders ook vaak klein Amsterdam wordt genoemd. Reden hiervoor is dat de stad ook doorkruist wordt door diverse grachten met de bijbehorende karakteristieke grachtenpanden. Hopelijk zijn er niet zo veel toeristen als in de hoofdstad. Om half negen pik ik Annelies op en in de regen rijden we richting Nederland om dan 1,5 uur later daar aan te komen in het zonnetje. We parkeren de auto op een park en ride net buiten het centrum. We gaan eerst iets drinken in de gezellige sixties bar, ‘De Leidse lente’. We hebben ogen te kort om het ganse interieur in ons op te nemen. Een grote tas thee, een cappuccino en fijn gezelschap leiden tot een diepzinnig gesprek waarbij de eerste traantjes rollen, van emotie maar ook van plezier. Even je hart blootleggen bij een goede vriendin kan enorm opluchten.


Tijd om de stad te gaan ontdekken en we merken al snel dat Leiden, de thuisbasis van de oudste universiteit van Nederland en de geboorteplaats van Rembrandt, een heel gezellige stad is. De oude stad is dus doorspekt met vele grachten, mooie bruggetjes en romantische binnenhofjes. Deze geven ons het gevoel dat we in een openluchtmuseum lopen. We slenteren door de smalle straatjes, in de voetsporen van één van de bekendste schilders van Nederland.


In 1645 ontwierp de Leidense stadsarchitect de Doelenpoort. Ze gaf toegang tot een oefenterrein van twee schutters verenigingen die de stad verdedigden in tijden van oorlog maar ook het handhaven van de openbare orde in vredige tijden. De beeldengroep bovenaan stelt St Joris voor, de beschermheilige van de schutters, die een draak verslaat. We gaan door de poort de Doelensteeg in en komen zo in het binnenhofje van Eva Hoogeveen, volgens de Latijnse tekst op de poort, een kuise maagd uit die tijd. Leiden is naast universiteitsstad ook stad van de hofjes! Verspreid over de stad zijn er meer dan 35 idyllische binnenhofjes die meestal tot stand kwamen door een rijke familie die hun hemel wilden verdienen. Ze bouwden kleine woningen binnen een ommuring die voorzien waren van het standaardcomfort voor die tijd, met centraal een gemeenschappelijke tuin of binnenhof. Arme mensen mochten er komen wonen in ruil voor een dagelijks gebed voor de weldoener. ’s Nachts werden de poorten gesloten. Vandaag worden de woningen verhuurd aan senioren die er ook nu nog aan een voordelige prijs kunnen wonen. Dit binnenhofje heeft Eva Hoogeveen laten bouwen na haar dood in 1654 met haar erfenis.


Vermits we het juiste seizoen gekozen hebben voor het bezoeken van een tuin, gaan we even langs bij Hortus Botanicus. Deze tuin ligt tussen de universiteitsgebouwen en werd gesticht door Clusius in 1594 die er vooral tulpen kweekte. Hij bracht zijn eerste tulp mee vanuit Wenen. Net voor de ingang komen we al voorbij de oudste plant van de tuin. Deze dateert van 1601. De enorme entree in de grote glazen kas is op zich ook al heel indrukwekkend. Wanneer we door de tuin wandelen, zien we dat sommige kassen gesloten zijn voor het publiek. Dat komt omdat er hier nog steeds wetenschappelijk onderzoek gebeurt. We passeren een prachtige Japanse tuin die destijds in 1829 door Siebold gemaakt werd. In de victoriakas zien we een reuzewaterlelie uit de Amazone. In deze kast zijn er ook vlinders en prachtige orchideeën te bewonderen. 


Wanneer we uit de tuin komen, zien we de kapel van het Witte Nonnenklooster. Hier werd de eerste universiteit van Nederland opgericht in 1575 maar nu heeft het enkel nog een ceremoniële functie. Het is ondertussen tijd voor de lunch dus zetten we ons op een zonovergoten terras op de brug over één van de grachten. Er is toch werkelijk niets dat lekker eten in het zonnetje kan overtreffen want zoals de slogan hier zegt ‘The only thing I like better than talking about food, is eating it’. Bar Barrera aan de Rapenburg is een aanrader als je houdt van lekkere broodjes. 


Met ons buikje goed gevuld, wandelen we verder naar de Pieterskerk maar komen een klein poortje voorbij waarachter een van de mooiste binnenhofjes van Leiden ligt, het Jean Pasijnshofje uit 1655.  Hier blijven we even rondhangen om te genieten van de stilte. 


Ondertussen zijn we dus aangekomen in het Pieterskwartier, nog echt een oud stukje Leiden.  De idyllische, smalle straatjes met klinkertjes rondom de Pieterskerk noemt men ook wel het ‘Quartier Latin’ van Leiden. In de zijstraatjes zijn er leuke vintage- en antiekwinkeltjes, maar ook de leuke decoratiewinkeltjes die de moeite waard zijn om even in rond te kijken. Het Pieterskwartier wordt al eeuwen bevolkt door kunstenaars en studenten en dat is nu ook nog steeds zo. Het is er heel pittoresk en de steegjes en oude panden stralen rust en vredigheid uit, een erg fijn plekje en ook de buurt waar onze B&B gelegen is dus dat treft! 


De Pieterskerk is een laatgotische kerk, opgetrokken in zandsteen.  Oorspronkelijk stond er hier in 1121 een kapel die dus later vervangen werd door een kerk gewijd aan Sint Pieter. De kerk is de oudste van Leiden. Ze is opgebouwd in fases doordat er in sommige perioden minder financiële middelen aanwezig waren dan in andere perioden. Uiteindelijk heeft het bouwen van de Pieterskerk 180 jaar gekost. De glas in lood ramen hebben al heel wat te verduren gehad, vooral tijdens de Beeldenstorm en de kruitramp van 1807. Oorspronkelijk had de Pieterskerk een westtoren, deze werd in 1920 gebouwd en werd de Coningh der Zee genoemd aangezien de toren zo hoog was dat de schepen vanuit de Noordzee de toren met gemak konden zien staan. Op 5 maart 1512 viel de maar liefst 110 meter hoge toren echter om en werd daarna niet meer opgebouwd. Uiteraard nemen we een kijkje in deze 12e -eeuwse oudste kerk (900 jaar) in het hartje van Leiden. We gaan binnen via het Pieterskerkcafé en zijn aangenaam verrast wanneer we de kerk binnenkomen. Het is enorm groot en er is veel lichtinval. In de kerk bevinden zich een dertigtal grafstenen en gedenkplaten van bekende kunstenaars, vooraanstaande figuren en ‘rijke stinkerds’. Deze laatste zijn mensen die zo rijk waren dat ze het zich konden veroorloven om in de kerk begraven te worden. Als die begonnen te rotten dan kwamen er geurtjes vrij van onder de grafsteen. Een paar weken na de begrafenis kon het dus flink stinken in de kerk.  


Via een ander binnenhofje met gezellige hoekjes, een muur vol leuke spreuken en kleurrijke spulletjes, komen we in de Breestraat waar we oog in oog staan met het prachtige oude stadhuis! De gevel dateert van 1547 en is geheel in renaissancestijl opgetrokken. In 1929 voltrok zich een enorme brand die later herinnerd zou worden als ‘de stadhuisbrand van 1929’. De brand ontstond doordat men de kolenkachels in het stadhuis aan had laten staan. Bij deze brand ging naast het bevolkingsregister van Leiden ook een groot deel van het stadhuis Leiden zelf verloren, alleen de voorgevel overleefde het. Het stadsbestuur van Leiden besloot in 1932 een nieuw stadhuis achter de voorgevel te bouwen. 


De Breestraat is één van de twee grotere winkelstraten in Leiden. Hier vind je enkele ketens maar het gros van de winkels zijn speciaalzaken. Ik verbaas me vooral over het grote aantal prachtige bloemenwinkels met heerlijk geurende bloemen, mooie vazen en exotische planten. Een walhalla voor plantenliefhebbers dus! Misschien neem ik maandag toch wel een leuk plantje mee voor thuis. 


Aan de Vismarkt zien we de Kroonbrug met galerijen. Hier krijgen we een goed beeld van hoe er vroeger handel werd gedreven. Het graan werd verhandeld en opgeslagen onder het dak. In die tijd waren er geen markten en werd de koopwaar verkocht op bruggen en pontons. Veel bruggen dragen dan ook namen van koopwaar. Rondom de brug heerst er een gezellige drukte want het is marktdag. De geur van verse vis dringt in onze neusgaten, toch iets minder dan de heerlijke bloemengeur van daarnet.


De Burcht van Leiden is met haar gemiddeld 6,2 meter hoge muren en een muurdikte van zo’n 85 centimeter zeer imposant om te zien. De Burcht bevindt zich op een zeer centrale locatie in het midden van de stad en werd gebouwd met als voornaamste doel de Leidenaren bescherming te bieden in tijden van oorlog. Tegenwoordig is de Burcht een waar symbool voor de stad. Ze werd gebouwd in de 11e eeuw en is daarmee een van de oudste burchten van Nederland. De kunstmatige heuvel, ook wel een motte genoemd, waar de burcht op staat werd al gevormd in de 10e eeuw en is in de loop der tijd meerdere malen verhoogd tot een hoogte van wel 9 meter. Vanaf de Burcht heeft men een zeer riant uitzicht over de gehele stad.


We komen aan bij de oudste brug van Leiden, de Visbrug. Zoals de naam al doet vermoeden, werd er op deze brug vis verkocht.  Even verder ligt De Leidse Waag. Op deze plaats stond vanaf eind 15de eeuw een houten waag, een gebouw waar de goederen van handelaren uit andere steden gewogen en gecontroleerd werden. Op deze manier was het voor de stad Leiden mogelijk om naast accijnzen op de goederen te heffen ook de producten op kwaliteit te controleren. Een ander voordeel van de Waag was dat de afnemer, de uiteindelijke koper van het handelswaar, precies wist waar hij of zij aan toe was aangezien de handelaren een ‘waagbriefje’ kregen wat eigenlijk de garantie was voor de consument dat het gewicht van de goederen juist was. In 1657 kwam er een stenen versie in classicistische stijl. Boven de ingang zien we nog afbeeldingen van het wegen en het verpakken. De kraan om goederen te lossen en te laden is er jammer genoeg niet meer. Vandaag is er een restaurant gevestigd. 


Even verderop passeren we de oudste schouwburg van Nederland. Na verschillende renovaties straalt de Leidse schouwburg opnieuw de pracht uit van weleer. Het ligt aan een mooie gracht en hier is het lekker rustig. Vroeger stonden er op de wallen van leiden 19 windmolens. Vandaag rest er nog slechts één originele, De Valk. Het is een authentieke stellingkorenmolen van 29 meter hoog uit 1743 met zeven verdiepingen. Deze werd in amper 3 maanden gebouwd en er werd tot in 1925 graan gemalen. 


Aan het stationsgebouw Leiden Centraal moeten we even de weg vragen want we zijn een beetje verloren gelopen. Een hulpvaardige bloemenverkoopster brengt ons terug op het juiste pad. We passeren het Rijksmuseum Volkenkunde maar we hebben al zo veel gestapt en dat beginnen we te voelen, we zijn te moe om binnen te gaan. Misschien doen we dit morgen. We hebben nu echt wel een taartje verdiend en wanneer we de koffiebar Lavendi passeren, moeten we niet lang nadenken. Tijd om even onze voetjes wat rust te gunnen. Het gezellige interieur straalt een ontspannen en vriendelijke sfeer uit. Met veel liefde en passie wordt hier verse koffie, heerlijke taarten en super lekkere chocolademelk gemaakt. Het is een plek waar we ons helemaal thuis voelen. De barrista is heel bedreven in het versieren van het melkschuim, het is bijna te mooi om op te drinken. De wortelcake is smeuïg en smaakt heerlijk. 


We vervolgen onze weg en komen aan bij een driehoekig plein, de Beestenmarkt. Zoals de naam al doet vermoeden, werden hier vroeger dieren verhandeld. In die tijd werd de start van de markt aangegeven door een bel die er nu nog steeds zou gangen maar wij vinden ze niet. Even verderop komen we aan in een kleine haven. Oude binnenschepen werden omgebouwd tot woonboten en geven de kleine haven opnieuw een zekere allure. Rechts zien we de Leidse Stadstimmerwerf. Dit was de werkplaats met magazijnen en woningen voor de timmerman, metselaar en steenhouwer. Het huis vooraan werd bewoond door de stadsarchitect, daarachter was zijn atelier en dat van de bouwlieden. De voorgevel in Hollandse renaissance dateert van 1612. De natuursteen die uitsteekt onder de ramen moest er voor zorgen dat de bakstenen grotendeels droog bleven. Via een poortje komen we opnieuw in een mooi binnenhofje terecht. 


We wandelen verder naar de Morspoort, één van de tien stadspoorten die Leiden ooit had. Momenteel zijn er slechts 2 bewaard gebleven. Vroeger heette deze poort de Galgpoort omdat deze plek toegang gaf naar het Galgenveld. In de 17de eeuw kreeg de poort haar huidige naam, afgeleid van het moerasgebied de Morsch aan de westelijke  rand van de stad. Opvallend is de grote achtkantige koepel. Lange tijd werden in de poort gevangene vastgehouden. 


Bij de brug en Molen De Put blijven we even staan. Beiden zien er heel erg oud uit maar dat zijn ze niet. De molen is een nagebouwde standaardmolen uit 1997 die wel nog steeds in gebruik is. De Rembrandtbrug is een recente reconstructie van de brug uit de 17de eeuw. Sommigen beweren dat Rembrandt’s ouders hier hun molen hadden maar blijkbaar stond die molen buiten de stad. Van op de brug hebben we een prachtig zicht op de historische haven. Rechts op een gevel zien we een gedicht, geschreven in het Fries. Her en der in de stad zijn er nog gedichten te lezen in niet minder dan 103 verschillende talen. Het initiatief werd opgestart in 1992 met als doel vreemdelingen te verwelkomen. Ik vind het alvast geweldig! Ik hou van gedichten en op een of andere manier zijn ze nóg mooier als je ze op een stenen muur ziet. Een prachtig initiatief!


Even verder zien we opnieuw een brug. Deze kreeg de naam Galgewater omdat er hier vroeger veel galgen stonden waar misdadigers werden opgehangen.   Dit deel lag immers net buiten de stadsmuren. Eenmaal over het water komen we aan de Rembrandtplaats. Een kleine plaat doet ons eraan herinneren dat hier  het geboortehuis van de beroemde schilder gestaan heeft . Hij heeft hier gewoond van aan zijn geboorte in 1606 tot 1631 maar het huis werd ondertussen afgebroken. Op het pleintje zien we het bronzen standbeeld ‘De jonge Rembrandt’  dat werd gemaakt naar aanleiding van het 400st geboortejaar van de schilder in 2006. De kleine Rembrandt schildert een zelfportret. 


Rembrandt de beroemde kunstschilder werd dus geboren in Leiden als negende van tien kinderen en was nog geen veertien toen zijn ouders hem inschreven aan de universiteit. Hij studeerde er nauwelijks want de schilderkunst trok hem te erg aan. In de Young Rembrandt Studio leerde Rembrandt in zijn beginjaren schilderen, tekenen en etsen van zijn leermeester Jacob van Swanenburgh. In 1631 verhuisde hij naar Amsterdam en dat was de start van aan reeks productieve werken. Artistiek gaat het hem voor de wind maar op familiaal vlak heeft hij niet veel geluk gekend. Drie maal op rij stierf een pasgeboren kind. Uiteindelijk kreeg hij toch 1 zoon en 1 dochter. Hij leefde te erg boven zijn stand en in 1658 moest hij zijn huis en al zijn bezittingen verkopen. Tijdens zijn laatste jaren leverde hij ondanks zijn armtierig bestaan nog prachtige werken af. Hij blies zijn laatste adem uit in 1669.  


Via een klein parkje wandelen we in de richting van het water. Hier stond vroeger in de 19de eeuw de zeevaartschool waar studenten sliepen in hangmatten zodat ze zich volledig konden inleven hoe een verblijf op zee eruit zou zien. We genieten van de kleine, pittoreske straatjes met de prachtige, typische Hollandse huisjes waarvan de gevels altijd bedekt zijn met veel groen. 


Ondertussen zijn we terug bij de park en ride waar onze auto staat. We halen de koffers uit de wagen want het is tijd om in te checken. We logeren dus in één van de leukste en meest historische wijken van Leiden, het Pieterskwartier. De Pelgrimsplaats is een sfeervolle B&B met slechts 1 kamer.  De woning dateert uit 1750 en bij aankomst, voelen we ons onmiddellijk thuis bij Annebe. Deze toffe dame heeft over de hele wereld gewoond en richtte haar B&B in met kunst en verzamelde items van haar vele reizen. Dit creëert een gezellig sfeertje. We krijgen een korte uitleg en een welkomstdrankje, een soort bessensapje. In de ijskast staat een lekker wit wijntje dus besluiten we alvast te aperitieven. Ik vraag of zij uit de voeten kan met een kurkentrekker want dat is niet mijn ding maar ik krijg een vreemde blik. Het blijkt een draaistop te zijn dus fles is in no time open. We zetten ons voor het huisje en genieten nog wat na in de warmte van de avondzon. Het is een drukte van jewelste in ons straatje want in dit gedeelte van de stad rijden er bijna geen auto’s maar er passeren veel fietsers en voetgangers. Mensjes kijken is altijd leuk. Wie had dit vanmorgen gedacht dat we om zes uur in T-shirt nog in de zon zouden zitten? Wij in ieder geval niet! 


Rond half zeven gaan we op zoek naar het Thaise restaurantje Siri Thai in de Doezastraat. We hebben niet gereserveerd maar gelukkig is er nog een tafeltje vrij in dit kleine, knusse restaurantje. We laten ons verleiden om een voorgerechtje te nemen. De portie is al redelijk groot maar wanneer het hoofdgerecht op tafel komt, weten we het zeker: dit krijgen we nooit op. Annelies kiest de ‘Moo Phad Horapha Krob’, varkenshaas met pittige peper in oestersaus, groenten en krokante basilicum. Ik ga voor de ‘Kai Med Mamuang’, kip met oestersaus, geserveerd in een licht pittige bruine sambal, verse groenten en cashewnoten. Een mooie combinatie tussen een zoete en licht gekruide smaak. Hier worden mijn smaakpapillen vrolijk van. Wanneer ik ooit terug naar Leiden kom, reserveer ik hier opnieuw! 


Wanneer we ‘s avonds terug naar onze B&B wandelen, is het nog gezellig druk in de stad. Rond de kerk is er een Foodtruck festival waar inwoners van Leiden samen komen om gezellig te babbelen, te eten en te drinken. Terug in ons huisje drinken we nog een wijntje en kruipen dan onder de wol

zondag 12 mei 2019

Heuvelland - Poperinge

Beter geslapen dan gisteren en vooral het wakker worden is hier fijn. Zachte vogelgeluiden dringen de kamer binnen door het open raam. Een nieuwe zonnige dag begint! Na het ontbijt rijden we naar Poperinge voor een korte stadswandeling van 3,5 km door de stad. Annie en Monique voorzien ons van een deskundige uitleg. We starten in het Sint Annastraatje aan het standbeeld van het Spellewerkege, een kantklossertje in het Poperingse dialect. Tot aan het begin van de 20st eeuw was het gebruikelijk dat kinderen uit arme gezinnen leerden kantklossen om hun ouders financieel bij te staan. Even verder in het Weeuwhofje dat lijkt op een middeleeuws begijnhof is het stil tot quasimodo verschijnt. We kunnen onze lach niet inhouden wanneer een man zo ver voorovergebogen dat hij bijna met zijn neus de grond raakt zich een weg baant langst het smalle pad naar buiten. Ria vraagt zich luidop af of de zoldering in de huisjes zo laag is dat men er niet meer in recht kan staan. 


De middeleeuwse welvaart van Poperinge zorgde voor een bevolkingsgroei. Daarom werden er in 1290 maar liefst twee kerken gebouwd, waaronder de hoge Hallenkerk. Deze gotische kerk heeft indrukwekkende glasramen. Buitengekomen passeert net de paardentram, getrokken door drie prachtige paarden van het Franse ras Boulonnais. Ze zijn volledig opgetuigd met koperen versierselen. Het geluid van de paardenhoeven in de Poperingse straten is heel wat fijner dan het irriterende geluid van twee motards die onze rust komen verstoren. Ze vragen de weg en letten hierbij niet op Monique die net aan haar uitleg is begonnen bij het volgende monument. Ze laten hun motor flink ronken en bedwelmen ons bijna met hun uitlaatgassen. 


Gelukkig kunnen we snel weer een lekkere geur opsnuiven wanneer we aan de Grote Markt aankomen want daar staat de Talbot House Rose. Naar aanleiding van de 100st verjaardag van Talbot House heeft de stad 100 rozenstruiken aangeplant. We passeren de Sint Janskerk waar momenteel een dienst bezig is dus we kunnen niet naar binnen maar zelfs van hieruit zien we hoe indrukwekkend de hoofdkerk van de stad wel niet is. Over de kerk staat het stadhuis. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de binnenkoer gebruikt als executieplaats. In de gevangeniscellen brachten ter dood veroordeelde soldaten hun laatste uren door. 


In het Dirk Frimoutpark ligt er een gigantisch standbeeld van een soldaat op een sokkel op de grond. Het is echter een kunstwerk van de Nederlandse kunstenaar Anno Dijkstra. Dit park is een groene long in het stadscentrum van Poperinge. 


Bij ‘Café A la Poupée’ zien we het standbeeld van Eliane Cossey, beter bekend onder de naam Ginger. Zij was de dochter van een lingerie verkoopster. Officieren die een bestelling deden om 10 uur mochten dansen met Ginger. Het bleek een verkooptruc die werkte. Tijdens WO I was zij voor ontelbare militairen een verademing na de hel van de loopgraven. Het valt op dat Ginger in vrijwel elk officieren dagboek voorkomt van wie in de buurt gelegerd was.


Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakt Poperinge deel uit van het kleine stukje onbezet België. Weg van het krijgsrumoer van de Ieperse frontstreek, groeit de stad uit tot het zenuwcentrum van de Britse sector. Midden in die drukke stad openen de aalmoezeniers Neville Talbot en Philip "Tubby" Clayton in december 1915 een Clubhuis. Zonder onderscheid van rang kunnen soldaten er drie jaar lang terecht voor een zeldzaam moment van rust en ontspanning. Vandaag is de plek, net als toen, een vredige halte langs het parcours van de "Grote Oorlog" in de Westhoek. We brengen een bezoek aan deze Britse soldatenclub uit WO I. Ons bezoek aan Talbot House begint op de eerste verdieping van een modern gebouw waar een Britse soldaat en een Belgisch meisje ons meevoeren doorheen de tijd naar Talbot House zoals zij het kenden. Ze laten ons onder andere zelf ervaren hoe het moet geweest zijn om er als soldaat tijdens de oorlog een optreden van de "Happy Hoppers" bij te wonen.


Na de film krijgen we allemaal een tablet en kunnen we eindelijk het legendarische Talbot House bezoeken. Op de tablet wordt er meer uitleg gegeven over elke kamer in het huis. Daarna nemen we een kijkje in de netjes onderhouden tuin. De permanente tentoonstelling over het leven achter het front op het gelijkvloers van de nieuwe, aangebouwde vleugel leunt het dichtste aan bij wat je van een normaal museum zou verwachten. De expositie is uitgewerkt als een plakboek van verschillende personages die gedurende de oorlog in de buurt van Poperinge terecht kwamen. We leren er onder andere waarom deze stad tijdens de oorlog "Little Paris" werd genoemd, hoe het kampleven van de soldaten eraan toe ging en hoe ze er de moraal hooghielden. Na ons bezoek krijgen we in de oude kantine van Talbot House een broodjeslunch, gemaakt door enkele vrijwilligers. Na het eten krijgen we nog thee en cake en komt een wat gezette man ons geamuseerd vertellen wat hem bindt aan Talbot House. We luisteren geboeid en hangen aan zijn lippen wanneer hij ons in zijn prachtig Engels dialect zijn leven vertelt.


Poperinge is ook de metropool van de hop! We brengen na de middag dus nog even een bezoek aan het Poperingse Hopmuseum, gevestigd in het stadsschaalcomplex en centrum van hop en bier. Hier vernemen we alles over de hopteelt en hopverwerking van zowel vroeger als nu. Hier werd vroeger hop gewogen, gekeurd en gestapeld. We krijgen een rondleiding langsheen een uitgebreide collectie authentieke hoptuigen, aangevuld met audiovisuele fragmenten. We beleven er de geschiedenis en de levenscyclus van de hop. De man is heel enthousiast en dat zullen we geweten hebben. Na anderhalf uur is het eindelijk tijd voor een kleine degustatie. We zetten ons neer op het terras voor een Poperings Hommeltje. Een leuke afsluit van een driedaags uitje in het Heuvelland. We nemen afscheid van iedereen en rijden terug richting Antwerpen. 




zaterdag 11 mei 2019

Heuvelland - Dranouter en Westouter

Het was geen al te beste nacht want het was redelijk warm. Maria dacht dat ze de verwarming had afgezet maar ‘s morgens ontdekken we dat deze gloeiend heet staat. Het ontbijt is sober maar lekker, vooral de croissants, en dat maakt alles goed.  Het uitzicht vanuit de ontbijtzaal is prachtig. Een lichte nevel hangt over het dal en het zonnetje komt al piepen door de wolken. We halen alvast opgelucht adem want de voorspellingen waren alles behalve goed. Het geluk staat echter aan onze kant. Met ons buikje goed gevuld, vertrekken we voor een wandeling van 11 km door de Douvevallei, een mooie streek. Dit is het mekka van de knotbomen. We krijgen bij het startpunt van de wandeling allemaal een foto die we op ons traject moeten zoeken. Dat zorgt ervoor dat we af en toe een rustpauze kunnen inlassen. Al snel vind ik de eerste foto, die van Eddy en een beetje later volgt die van Maria. We helpen elkaar zo veel we kunnen. Mijn foto laat echter op zich wachten. Een rijk landschap, betekent ook een rijk dierenleven. Ria die gids is bij natuurpunt weet me moeiteloos te zeggen welke vogeltjes we allemaal horen en zien. De afwisseling van bos, houtkanten en open veld is ideaal voor de veldleeuwerik, de patrijs en de ree. Bovendien is het de beste periode voor het zien van reekalfjes maar we zijn met een te grote groep en dat brengt sowieso lawaai met zich mee. De wandeling is heel afwisselend maar vooral de stukjes door het bos zijn prachtig, via vlonders dalen we meer en meer af in het groen. Hier en daar ligt het pad er wat modderig bij en dat ervaart Maria aan den lijve. Bij een zware modderpoel zakt haar ene schoen volledig in de smurrie. Ze springt verschrikt achteruit waardoor wij allemaal gewaarschuwd zijn. Enkele van ons besluiten door de prikkeldraad te kruipen en langs het weiland te gaan om zo het pad te vermijden. Ik heb toch mijn getten aan en kies de zijkant van de modderpoel. Dat lukt aardig.


We krijgen het warm en de jassen verdwijnen in de rugzakken of worden rond het middel geslagen. Wat een weertje! De velden zijn gevuld met gele bloemen en de bossen met de blauwe boshyacint, al zijn die laatste al een beetje uitgebloeid. Ook in de dierenwereld komt de transgender problematiek aan bod. In een weiland zien we een koe zich vakkundig boven een andere gooien maar beide hebben een goed gevulde uier. Oeps foutje of zouden ze gewoon wat aan het dollen zijn? De beestjes zijn hier in ieder geval goed voorzien want er is best wat vlees aan. 


Typisch voor het Heuvelland is de 'couleur locale' met de streekgastronomie en de vele bruine kroegen onderweg. We stoppen in een authentiek eethuisje voor de lunch. Hier mogen we een boterham naar keuze nemen. Aan de prijs te zien (9€) belooft dat een serieuze maaltijd en dat is het ook. De 3 mega sneden donker brood met veel beleg, vullen  onze lege magen. Ik neem er nog een soepje bij. Hier in dit dorpje lijkt de tijd stil te staan. De patron is een gezellige vent die probeert ons Antwerpse dialect na te bootsen. Dat lukt hem wonderwel.


We zitten over de helft van onze wandeling maar hebben toch nog wel wat kilometers voor de boeg én ik moet nog steeds mijn foto zoeken. Vol goede moed zetten we onze tocht verder in de richting van Westouter. Hier zijn tijdens de eerste Wereldoorlog 2947 vluchtelingen aangekomen. Zij werden opgevangen bij gezinnen, in schuren, tenten en barakken. Op 20 juni 2015 was het wereld vluchtelingendag en werd er hier een tuin ingericht waar we mooie gedichten lezen over vluchtelingen. Zoals verwacht, zie ik bijna alle foto’s maar de mijne blijkt toch moeilijker dan verwacht. Iedereen wandelt er voorbij dus Annie roept ons terug. Het duurt daarna nog wel even voor mijn oog erop valt. Het laatste stukje van de wandeling gaat opnieuw door een bos. De mooie oranje paddenstoel die we tegenkomen zou volgens Ria eetbaar zijn. Wanneer we het bos uitkomen, zien we in de verte Dirk staan en weten we dat het einde nabij is. We zijn allemaal moe maar blij dat we zo een prachtige wandeling hebben gemaakt in deze mooie streek. Zeker voor herhaling vatbaar! 


Om drie uur worden we uitgenodigd om geheim agent te worden in de Commandobunker Kemmel (1953). Begin jaren vijftig van de vorige eeuw, in volle Koude Oorlog, bouwen België, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg en Nederland in het kader van het Pact van Brussel een coördinatiebunker voor de West-Europese luchtverdediging. Wanneer de bunker eindelijk klaar is, zal de nieuw opgerichte NAVO een eigen systeem installeren en blijft de bunker in Kemmel ongebruikt achter. Pas in 1963 besluit het opperbevel van de Belgische strijdkrachten om de bunker in te richten als hoofdkwartier in geval van oorlog, conflict of oefening. Aan de ingang van de bunker zien we nog een stuk van de Berlijnse muur en boven het gras steken twee luchtkokers uit. Die kokers voorzien de bunker van frisse lucht en lijken wel twee omgedraaide , ijzeren paddenstoelen. 


Ook al ben je minder geïnteresseerd in de oorlog, een bezoek aan deze bunker is een boeiende ervaring. Een enthousiaste gids leidt ons rond. Langzaam dalen we van vredestijd af naar de oorlog. Ruim anderhalf uur duiken we onder in de buik van de Kemmelberg: een site vol geheime missies, onzichtbare vijanden en een alomtegenwoordige spanning die niemand onberoerd laat. Alleen al rondlopen in de 'Operations Rooms' - het kloppend hart van de bunker, is een indrukwekkende belevenis. We horen bij wijze van spreken de bevelen die er ooit werden gegeven nog in de lucht nazinderen. Hier onder de grond is er een constante temperatuur van 18 graden en vermits er op de bunker een koperen plaat ligt is er geen WiFi bereik. Dit gezegd zijnde, neemt de helft van de groep zijn gsm in de hand om te checken of dit klopt. De gids vertelt er bij dat hij onlangs een groep politici te gast had die bij dit nieuws bleek werden. Blinde paniek want het land was even niet bestuurbaar. Hier onder de grond is het echt the place to be voor mij want hooikoorts heeft hier geen schijn van kans. Het filtersysteem houdt al de pollen tegen. Zou er een nucleaire aanval komen, dan zijn we er echter allemaal aan. 


’s Avonds is het nog steeds prachtig weer en genieten we voor het diner nog even van ons terrasje met de indrukwekkende blauwe regen.


Rond half zeven gaan we naar beneden. Zoals in de meeste restaurants moeten we ons beperken tot 4 gerechten per tafel maar ik heb geluk want bijna iedereen neemt het maandmenu met asperges. Dat betekent dat ik dus à la carte kan eten. We laten het spel met de foto’s beslissen naast wie we aan tafel zitten. Elke foto staat voor een letter en alle letters vormen samen de zin ‘Welkom bij KeyMundo’. We gaan zitten op volgorde en dat is best fijn want zo leren we eens iemand anders van de groep beter kennen. Er wordt aan onze kant heel wat afgelachen met de verhalen die Annie en Monique hebben meegemaakt tijdens hun vele reizen samen. We sluiten deze super leuke dag opnieuw af met een lekker dessertje en kruipen dan onder de wol. 



vrijdag 10 mei 2019

Kortrijk

De boog mag niet altijd gespannen staan dus af en toe ga ik op zoek naar dingen om mijn batterijen terug op te laden. Vlaanderen kent prachtige, gevarieerde natuurgebieden, waar de diversiteit aan flora en fauna troef is. Vandaag vertrekken we met KeyMundo op ontdekking in het West-Vlaamse Heuvelland, een gemeente die bestaat uit 8 kleine dorpjes en zijn naam dankt aan de verschillende heuvels die binnen de gemeente liggen waarvan de Kemmelberg (156m) de hoogste is.  Maar vooraleer het zover is, gaan we een dagje citytrippen. Maria en ik pikken Ria, Eddy en Gerd op aan de park & ride in Zwijndrecht en we trekken naar Kortrijk, de middeleeuwse guldensporenstad. Deze stad aan de Leie  telt 75.000 inwoners maar het gevoel is dorps en vertrouwd en dat merken we meteen al bij aankomst. We parkeren de auto aan de Broeltorens en starten daar onze wandeling door Kortrijk. Eerst gaan we in de richting van het water waar we moeder aarde verzonken in het gras zien liggen. Dit krachtige maar tevens kwetsbare beeld van een naakte vrouw in een wat rare pose, werd gemaakt door kunstenares Ann Deman. Ria wil wel even opnieuw geboren worden en vleit zich neer tussen de benen van de immense vrouw. Hier aan het water zijn er maar liefst zes immense bruggen, de een al indrukwekkender dan de andere. 


Aan de Broeltorens gekomen hebben we een geweldig zicht over de nieuw aangelegde kaaien. Hier zijn oud en nieuw prachtig met elkaar verweven. De torens dateren uit de 14de en 15de eeuw en dienden om de brug tussenin te beschermen. 


Bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk aangekomen krijgen we een inkijk in het leven van Guido Gezelle die hier in de tweede helft van de 19de eeuw kapelaan was. Naast de kerk staat er nog een buste van hem. Binnen in de kerk kijken we gefascineerd naar de met leeuwtjes beschilderde zoldering. Het interieur is sober en vroeg-gotisch. Het voelt warm aan, wat je niet zou verwachten van een kerk. Paradepaardje is de gravenkapel met de portretten van de opeenvolgende graven van Vlaanderen. Je hoeft echt niet gelovig te zijn om hier even te mediteren en de stress te vergeten. Ook de buitenkant vind ik prachtig met de vele waterspuwers aan de gevel. 


Vanaf de kerk is het een kleine stap naar het prachtige begijnhof van Kortrijk. In totaal zijn er 40 huisjes van rond 1650. De rust is hier onbeschrijflijk en dat op slechts 100 meter van de Grote Markt. In het Huis van de Grootjuffrouw eten we lekkere taart, die de juffrouw zelf heeft gebakken. De appeltjes verwerkt op een krokant bladerdeegje smelten in de mond. Dat is een zoete zonde meer dan waard! Ook de service is geweldig want ze vertelt ons alles over de kruiden in haar tuintje. Een zalig plekje om even tot rust te komen.


Bij het verlaten van het Begijnhof komen we op een stemmig plein dat vroeger een kerkhof was. Hier passeren we aan de grootste en belangrijkste kerk van Kortrijk, de Sint Maartenskerk. Omdat het zo’n mooi weer is besluiten we nu niet binnen te gaan. Vooral omdat even verderop een prachtig park ligt aan de gerestaureerde gebouwen van de Groeningenabdij. Hier is het museum Kortrijk 1302 gevestigd. Het verbaast ons dat Kortrijk zo veel groen heeft in de stad. Het is er ook lekker rustig, op enkele studerende jongeren na wandelen we hier helemaal alleen.


Bij de vrijmetselaarstempel blijven we even staan want dit is toch wel uniek. Het gebouw heeft bijna geen vensters aan de straatkant en het lijkt alsof het zijn geheimen niet wil prijsgeven. De logebroeders zijn de enigen die hier naar binnen mogen.  Amicitia Fortior is Latijn voor ‘sterker dan vriendschap’. Via de Groeningenpoort zetten we onze tocht verder in het groen. Ria weet ons te vertellen dat ze hier bij de Guldensporenslag zeshonderd jaar geleden hevig gevochten hebben. De Vlamingen gooiden toen de Franse overheersers buiten. Ja geschiedenis is zo nooit mijn ding geweest maar nu ga ik dat niet meer vergeten! We zien het immense standbeeld dat er werd opgericht alsook de gulden sporen die we her en der ook in het mini op de stoep vinden. Het ziet er iets anders uit als het embleem voor de route naar Compostela maar het is hetzelfde principe. Aan het openluchttheater geeft Ria nog snel even en showke weg.


In het centrum van Kortrijk ligt het Schouwburgplein. Behalve het statige gebouw van de schouwburg, wordt onze blik meteen getrokken naar de kunstige fontein waar we uren zouden naar kunnen kijken. Water geeft mij altijd rust en dat is ook hier niet anders. We zetten ons even neer aan het standbeeld van Jan Palfijn, een arts uit de 17de en 18de eeuw die door lijken open te snijden medisch onderzoek verrichtte. Ook het Belfort ligt aan dit prachtige plein en is een mooi overblijfsel uit de middeleeuwen. In de nok van het gebouw staat een beiaard met 48 klokken. 

We zijn al even aan het zoeken naar de grot van Broeder Isidoor maar ik ben er zeker van, het is daar in die inham. Vol goede moed stappen Maria en ik verder maar helaas het blijkt een urinoir te zijn en hoe dichter we komen hoe indringender de geur. Even verder komen we dan toch aan bij de Lourdesgrot. We zetten zowel Ria als Maria aan de voet van het kruis, we branden een kaarsje en gaan dan nog even binnen in de kerk van Broeder Isidoor waar hij begraven ligt. De kerk is heel uniek en doet ons denken aan Afrika vanwege de bruine, gevlekte muurschilderingen. 


Het is twee uur wanneer we eindelijk gaan zitten om een hapje te eten. De zon schijnt volop en we genieten van een lekker broodje. 


Kortrijk is ook een perfecte stad om een dagje te gaan shoppen en dat is ook wat ze promoten. Onlangs is het splinternieuwe winkelcentrum K geopend, wat de kers zou moeten zijn op de shoppingtaart. Het ziet er mooi uit, maar het is niet groot en niet bijzonder. Als het droog is buiten, is het veel aangenamer om in de historische straten rond te struinen. Bij de nieuwe kaaien zijn we aangenaam verrast. Cultuur en design gaan hier hand in hand.


We besluiten nog even verder te wandelen naar Texture. Dit museum vertelt het verhaal over de teelt en de verwerking van vlas en linnen in de Leiestreek. 


Via de Leieboorden waar menig toeristen in de zomer hun voeten in het water zullen steken, komen we opnieuw bij de Broeltorens. Hier is er een tentoonstelling van Ann Deman, de Kortrijkse kunstenares van Moeder Aarde. In dit prachtige kader stelt ze foetussen tentoon in fragiel puur porselein. Elk beeldje heeft een eigen identiteit en voert ons mee naar ons eigen innerlijke kind. De sfeervolle muziek op de achtergrond maakt het geheel compleet. 


Na een zalig dagje Kortrijk, rijden we verder richting Heuvelland. Wanneer we bijna op onze bestemming zijn, zien we echt een prachtig landschap voorbijglijden. Deze streek straalt rust en vrede uit. Toch zijn de herinneringen aan de Grote Oorlog steeds dichtbij. Oorspronkelijk was dit een bosrijk gebied. Vele eeuwen akkerbouw maar ook zware gevechten in de Eerste wereldoorlog  hebben het uitzicht totaal veranderd waardoor nu alleen nog de heuveltoppen met bomen zijn bedekt, vooral met eik, beuk en tamme kastanje.


We worden vriendelijk ontvangen in Hotel De Hollemeersch in Dranouter. Het hotel is gelegen in de bosrijke omgeving van het heuvelland op enkele kilometers van Ieper, Poperinge en de Franse grens. Daar het hotel op een hoogte gelegen is kan je heel ver kijken. De spreuken op iedere kamerdeur in het dialect en ernaast in het Nederlands vertaald zijn een leuke meerwaarde. Bij ons staat er ‘Ol de troanen da je lacht é moe je  nie krieschgen’ wat  betekent ‘Alle tranen die je lacht moet je niet wenen’. De kamers zijn groot en gezellig ingericht. 

We dineren allemaal samen en sluiten het lekkere eten af met een hemels dessertje. Dan kruipen we onder de wol want morgen wordt een vermoeiende dag.