maandag 27 maart 2023

Le Touquet

Ohhh hoe fijn, op mijn verjaardag worden we wakker met een stralend zonnetje. We ontbijten voor een laatste keer in het kasteel en verlaten Hesdin de l’Abbe rond half 10. Do you want to go to the beach with me? Als een Parijzenaar dat aan je vraagt, is de kans groot dat jullie koers zetten richting Le Touquet. Deze mondaine badplaats, die ook ‘Paris plage’ wordt genoemd, is namelijk het toevluchtsoord voor Parijzenaren tijdens de weekends.


We parkeren de auto aan de rand van het stadje en starten een prachtige wandeling. Wat is het hier mooi en pittoresk met prachtige vakwerkhuizen en villa’s uit de negentiende eeuw. Er zijn heel veel gebouwen in een Art Deco stijl die rijkelijk versierd zijn en veel verschillende kleuren hebben. Schuin tegenover het prestigieuze hotel Westminster, gebouwd in de jaren 20 begint de wijk Village Swisse waar de meeste huizen dateren van het begin van de jaren 1900. Hier staat Le Phare, een vuurtoren uit 1949 met een hoogte van 57 meter. 

We wandelen door Bois d’Artois, een van de vele groene zones in de stad. Hier wordt de zilte zeelucht vermengd met de geur van naaldbomen. Wanneer we aan de andere kant het bos verlaten, zien we in de verte de jachthaven. Hier gaan we iets drinken en dat is een schot in de roos. Wanneer de uitbater verneemt dat ik jarig ben, start hij prompt met het lied ‘Joyeux anniversaire’ en hij zingt nog goed ook. Het is ongelofelijk hoe vriendelijk iedereen hier is. Wat een leuke plek is dit! Zicht op het prachtige  natuurpark de l’Estuaire de la Canche met onbewaakte stranden en mooie uitzichtpunten. 

We nemen afscheid van onze gastheer en wandelen dwars door de duinen van de Corniche. Het mulle zand wandelt iets moeilijker maar het loont de moeite. Hier zijn er veel beschermde plekjes tegen de wind en in het zonnetje is het heerlijk. We zetten ons dan ook af en toe in het zand om gewoon wat te genieten. Na nog een laatste flinke klim op de Dune Blanche verlaten we de duinen en wandelen we via een vlonderpad terug naar de bewoonde wereld.

Ondertussen is het middag en krijgen we honger. Op de Place Quentovic zien we een leuk restaurantje, Le Bouillon, waar we genieten van een heerlijke lunch. Na de vis van de dag is er nog net plek voor een heerlijk dessertje. Zowel de Tarte Tatin als de crème brulée is om duimen en vingers af te likken. Ze houden wel van veel ‘groensel’ op hun gerechten, zowel op hoofd-  als nagerechten.

Tijd om het centrum te verkennen. Op de brede Boulevard Daloz staan de mooiste en grootste villa’s. Het wordt hier de gouden driehoek genoemd.  Bij Villa Monéjan houden we even halt. Deze ogenschijnlijke nederige villa met op het gelijkvloers een immobiliënkantoor was een residentie van de Franse president Macron. Sinds zijn scheiding behoort het toe aan zijn ex vrouw. Er staan twee bewakers voor de deur dus nemen we geen foto’s en keren op onze stappen terug. We wandelen door de belangrijkste winkelstraat Rue Saint-Jean maar veel winkels zijn gesloten op maandag. Misschien een geluk bij een ongeluk want de prijzen hier zijn net iets te hoog voor ons budget.  

Bij de overdekte markthal aan Rue Jean Monnet wandelen we onder de arcaden. Hier wordt op donderdag en zaterdag vis verhandeld. Vandaag ligt het er verlaten bij. Wat verderop staat de Kerk Jeanne d’Arc en Hôtel de Ville. De kerk dateert van 1912 en werd mooi gerestaureerd. Binnen is het redelijk donker maar wel mooi. Het stadhuis met een belfort van 38 meter hoog is gebouwd in dezelfde periode als de kerk. Het zijn echt twee prachtige gebouwen. 

De Jardin d’Ypres aangelegd in 1905 was het eerste stadspark dat werd opengesteld voor publiek. Destijds bestond het uit waterpartijen, bruggetjes en een riviertje. Maar 2 jaar later had de buurt zoveel last van muggen dat alles werd afgebroken en het een gewoon grasplein werd. Het kreeg zijn naam omdat er tijdens de eerste en tweede wereldoorlog zo’n 3000 vluchtelingen uit Ieper werden opgevangen. Via het Parc de Pins uit 1935 wandelen we terug naar ons beginpunt. We zetten ons bij Abaca op het terras en drinken er het theetje van de dag: Mango met kaneel en Griekse honing. Een leuke afsluiter van 4 prachtige dagen. 

Wij waren echt verrast door de schoonheid van deze regio en hebben genoten van de mooiste panoramische uitzichten, de golvende groen-bruine landschappen en het prachtige schouwspel van de golven die tegen de witte krijtrotsen kapot slaan. Echt de verborgen parel van Noord-Frankrijk!


zondag 26 maart 2023

Boulogne sur mer

Na een zeer stormachtige nacht met veel wind en regen, zijn we opgestaan met een hemel die grauw en grijs is, er staat wat wind en er valt een druilige regen. We laten het echter niet aan ons hartje komen en trekken na het ontbijt naar Boulogne-sur-Mer, een prachtig stadje dat al heel vroeg is ontstaan. In 55 voor Christus vertrok Julius Caesar vanaf hier om Engeland binnen te vallen. Eeuwen later verzamelde Napoleon hier een zeemacht met hetzelfde doel. De stad bestaat uit twee delen: een historische bovenstad en een moderne benedenstad. 


We starten net buiten de stad bij de Colonne de la Grande Armée, een 53 meter hoge marmeren toren met bovenop het beeld van Napoleon Bonaparte. Hier heeft Napoleon destijds zijn plannen gesmeed om Engeland binnen te vallen. De keizer staat met zijn rug naar Engeland, de ‘grote vijand’. Hier werden 180000 soldaten verzameld om de invasie van Engeland voor te bereiden. Wanneer we in de Rue Auguste Delacroix komen, zien we een 60 tal huizen met een kleurrijke gevel. Architecte Sophie Ricard, die hier trouwens zelf kwam wonen, liet alle bewoners zelf de kleur van de gevel kiezen. Het is een arme buurt en de huurders zijn veelal mensen aan de rand van de samenleving die deze wijk hun ‘getto’ noemen. We worden er instant somber van … en dat komt niet enkel door het weer. We hadden er veel van verwacht maar deze kant van de stad is niet echt een must see. Het poedermagazijn of La Poudrière ligt op een soort plateau. Dit gebouw kwam er nadat de troepen van Napoleon zich hier hadden gevestigd. Er kon tot 12 ton kruit voor de kanonnen in worden bewaard.  Wat verder staat La Calvaire des Marins, een kapel die de zeelieden herdenkt die gestorven zijn op zee, tijdens de visvangst of tijdens een conflict. Het gebouw stelt een boeg van een schip voor dat nog net boven water uitsteekt. 

In het nieuwe deel van de stad aan het water, bevindt zich het museum Nausicaa, het nationale zee centrum met meer dan 36.000 dieren. En zo bevinden we ons op deze regenachtige dag aan de Opaalkust tussen de vissen in plaats van op het strand of in de stad voor een wandeling. Gelukkig is Nausicaa wel echt een bezoek waard. Doel is de bezoekers de zee en de rijkdom van de oceanen te laten ontdekken. Eerste indruk is wow, het lijkt wel of we een andere wereld binnen stappen. Met licht en geluid wordt een bepaalde sfeer gecreëerd. Er zijn verschillende aquaria die allemaal van vorm verschillen. Zo zwemmen de vissen soms boven, soms onder en af en toe zelfs om ons heen. Ik ben al meteen in trance bij het eerste bassin met de sierlijk dansende inktvissen. 

De tropische zone met een prachtig koraalrif is ook echt heel indrukwekkend. Er is een mega bassin van 10.000 vierkante meter waarin de volle zee is nagebootst. Door de immense glaspartij van 100 vierkante meter staren we verwonderd naar de grijze haaien, grote scholen vissen en 8 meter lange mantraroggen. We nemen de lift naar boven en van hieruit hebben we een prachtig zicht op het bassin dat gevuld is met maar liefst 10.000.000 liter water. Dit is het zenuwcentrum van het aquarium waar allerlei machines de toestand van het water in het oog houden. Vanaf deze plek kunnen duikers ook afdalen in de verschillende aquariums voor het verzorgen en voederen van de dieren. Dat gebeurt uiteraard na sluitingstijd.

Wat Nausicaá in Boulogne-sur-mer voor mij nog meer uniek maakt is dat het niet alleen een aquarium is, maar er ook aandacht besteed wordt aan de dieren die op de wal leven. Het laat echt een stukje van de wereld zien, waar de zee en de oceaan een onderdeel van zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld terraria met leguanen, kameleons, slangen en padden, maar ook kan je pinguïns en zeeleeuwen zien, net als kaaimannen. En dat allemaal in mooi aangeklede, natuurlijk ogende verblijven. De dieren hebben allemaal de ruimte en de verzorging die ze nodig hebben.

Het is al late namiddag wanneer we uit het museum komen en besluiten naar de oude ommuurde stad te gaan. Bij de stadspoort parkeren we de auto. Op het plein bevindt zich een kopie van de zonneboot van Cheops. We vervolgen onze weg door de stadspoort de trap op naar de vestingmuur. Dit is ongetwijfeld het mooiste deel van Boulogne. Wanneer we over de vestingmuur en door de schilderachtige straatjes slenteren, wanen we ons even terug in de tijd. Door het slechte weer, is er zo goed als niemand op straat maar we kunnen ons levendig inbeelden dat op een mooie lentedag de terrasjes hier overvol zitten.

Wij zijn gek op streetart en dat treft want dankzij het streetart festival zijn veel muren in Boulogne de afgelopen jaren omgetoverd in kunstwerken van nationaal en internationaal befaamde straatkunstenaars. Er zijn maar liefst vier omlopen en wij doen vandaag het blauwe parcours, net buiten de binnenstad. Indrukwekkend grote tekeningen sieren de gevels, de een al mooier dan de andere.

Zelfs de elektriciteitskasten kregen hier één voor één een laagje verf. De buurt waar we ons nu bevinden, is niet echt een buurt waar we anders zouden rondlopen maar dankzij het streetart festival ziet het er hier toch leuk uit. Onderweg passeren we ook nog enkele bronzen beelden, zoals dat van Marilyn Monroe met haar omhoogvliegend rokje.



zaterdag 25 maart 2023

Cap Gris-Nez en Cap Blanc-Nez - Wimereux

Na een zalige nachtrust, worden we wakker terwijl de zon haar weg zoekt door de ochtendmist. We wandelen naar de prachtige veranda van het kasteel. Alles is hier smaakvol ingericht en het ontbijt is redelijk uitgebreid. Alleen de croissants kunnen beter, we zitten tenslotte in Frankrijk.  


Weersvoorspellingen zijn gelukkig niet altijd correct. Er was een grauwe en grijze dag voorspeld maar wanneer we richting de kust rijden, komt de zon erdoor. We parkeren de auto aan het bezoekerscentrum van ‘Maison du Site des Deux Caps’ en starten onze wandeling naar de Cap Gris-Nez. Het eerste stuk gaat via de ongerepte polders. Hier in deze weidse natuur maken we ons hoofdje leeg. Zeg nu zelf, we hebben allemaal wel eens nood aan zo’n moment van rust en stilte. De stevige wandeling geeft ons bovendien een flinke shot zuurstof en energie. De omgeving van de kaap ligt bezaaid met bomkraters en bunkers. Stille getuigen van de Tweede Wereldoorlog. Om dit gebied werd er hevig gevochten. Als je geïnteresseerd bent in de tweede Wereldoorlog, kan je Musée du Mer de l’Atlantique, beter bekend als Batterie Todt bezoeken.

Na ongeveer 1,5 uur flink doorstappen zien we ze eindelijk, ‘La mer’, die Charles Trenet zo mooi kon bezingen:

La mer

Qu'on voit danser

Le long des golfes clairs

A des reflets d'argent

La mer

Des reflets changeants

Sous la pluie


We hebben echt geluk met het weer: er staat een fikse wind en we kunnen onze sjaal en muts dus goed gebruiken maar het is droog en bovendien schijnt de zon. We dalen af naar het strand van waar we in de verte de rotsachtige kaap met een hoogte van vijftig meter al kunnen spotten. Ik kan enorm genieten van het geluid van de golven en het stuiven van het zand in de wind. Als we geen natte voeten willen, moeten we echter via de duinen verder wandelen. Het uitzicht over de zee en de omgeving met groene velden is prachtig. We wandelen nog wat verder naar wat de beste plek zou zijn om het gebied in al zijn grandeur te aanschouwen. En het klopt, het uitzicht van op deze berg is grandioos. De wind scheert over de vlakte en doet onze ogen tranen. We hebben deze prachtige plek bijna helemaal voor onszelf. 

Wanneer we eindelijk aan de Cap Gris-Nez aankomen, is de wind sterk aangewakkerd. Voor wie houdt van extreme natuurelementen is Cap Gris-Nez ‘the place to be’. We hebben er geen idee van hoe stevig het hier vandaag waait maar laat ik het zo stellen : mijn kapsel laat nu geen selfie toe. De immense bruine rotsblokken lijken in zee te schuiven. En dat doen ze ook letterlijk, want de rotsen kalven relatief snel af. We zien heel wat schaapjes grazen, de wind stoort hen duidelijk niet om vredig van het malse gras te knabbelen. We dromen even weg bij het zien van de huisjes op de kliffen maar maken ons al snel de bedenking dat de wind het wonen daar waarschijnlijk toch niet zo aangenaam maakt.

Het eerste gedeelte van de wandeling zit er op en ondertussen hebben we honger gekregen. We zoeken dus een restaurantje en komen terecht bij ‘Estaminet Les Margats de Raoul’. Hier eten we heerlijke fish en chips. Wanneer onze vermoeidheid wat is gezakt, beginnen we vol goede moed aan de terugweg. Deze keer hebben we wind op kop en gaan we iets minder snel vooruit. We zijn beiden opgelucht wanneer we terug bij ons beginpunt aankomen.


We nemen de auto en rijden verder naar Cap Blanc-Nez. We parkeren de auto en trotseren opnieuw de hevige wind. Bij het strand aangekomen, hebben we de grootste moeite om ons staande te houden. Het contrast met Cap Gris-Nez kan niet groter zijn. Hier geen vuile bruine rotsen maar steile witte kliffen die 134 meter boven de zee uitstijgen. De witte krijtkliffen zijn naar schatting zo’n 90 miljoen jaar oud. Ze zijn gevormd onder water en door de miljoenen jaren heen steeds meer naar het oppervlak gekomen. Het is vloed dus we kunnen niet op het strand maar hier bij de indrukwekkende kalksteenrotsen biedt de zee een onvoorspelbaar spektakel waar ik nooit genoeg van krijg. Golven slaan wild tegen de kliffen en de wind blaast schuimvlokken omhoog. De oevers zijn groen bruinig door gras en mos. De zon komt nog amper door het wolkendek en het voelt een beetje mistig aan. 

We eindigen onze dag in Wimereux, een charmante badplaats die ons een beetje aan De Haan doet denken. We wandelen door de gezellige straatjes met pittoresk gekleurde villa’s uit de Belle Epoque en stoppen bij een charmant theehuisje voor iets lekkers. Daarna gaan we heerlijk flaneren op de brede boulevard aan zee. We genieten van het geluid van het water. Prachtig om te zien zijn de ribbels die het water in het zand achterlaat in combinatie met het zeewier en de algen die lichtjes bewegen in de wind. In de algen, die als schuimvlokken op het water liggen, zien we prachtige gekleurde belletjes. Hier komt een mens tot rust.



vrijdag 24 maart 2023

Arras - Montreuil sur Mer

Om negen uur ’s ochtends in de auto stappen en in de namiddag genieten van La douce France: daar zeg je toch meteen ‘oui’ tegen?!  Vandaag starten we met een roadtrip langs de opaalkust, of op z’n Frans Côte d’Opale, een prachtige kuststrook in het noorden van Frankrijk, net over de Belgische grens.  Dit deel van de Franse Noordzee wordt ook wel Frans Vlaanderen genoemd. Gepakt en gezakt met een paar goede wandelschoenen, een dikke trui en een regenjas gaan we op pad. Een vakantie in Frankrijk betekent rijden langs kleine landweggetjes en traditionele dorpen, verse croissants bij de lokale boulangerie, eindeloze wandelingen over prachtige stranden, ongerepte natuur en culinaire hotspots. Ik kijk er zo naar uit!


Omdat het nog wat vroeg is om in te checken besluiten we eerst naar Arras te rijden, de hoofdstad van het departement Pas-de-Calais. Onderweg stoppen we even bij het indrukwekkende Notre Dame de Lorette en het nabij gelegen L'Anneau de la Mémoire. Bij het monument dat werd opgericht ter nagedachtenis van de soldaten die tussen 1914 en 1918 zijn gesneuveld werden 580.000 namen in alfabetische volgorde geplaatst op indrukwekkende panelen. Hier worden we stil van. Alles kleurt grijs en de regen valt met bakken uit de hemel.

Op de heuvel van Notre-Dame-de-Lorette vonden er in 1919 verschrikkelijke gevechten plaats. Het werd een herdenkingsplek voor meer dan 42.000 soldaten. In het midden van de necropolis staat een soort toren en een basiliek, die beide waken over de slachtoffers.  Plots breekt de zon door en baadt de unieke gedenkplaats in het licht. 

Het is bijna middag wanneer we in Arras aankomen. We hadden gepland om bij Restaurant l’œuf ou la poulet te gaan lunchen maar het kleine restaurantje zit helemaal vol. Gelukkig bevindt zich net daarnaast een Marokkaans restaurant, Le Mamounia en dat blijkt een top keuze. De tajine is heerlijk en goedkoop.


De binnenstad van Arras heeft twee prachtige pleinen: de Grand Place en het Place des Héros. Het doet hier niet echt Frans aan, het lijkt wel of we gewoon in België zijn. Dat is niet zo gek want de stad heeft niet altijd bij Frankrijk gehoord. Na de middeleeuwen hoorde Arras bij Nederland en heette de stad nog Atrecht. Beide pleinen werden tijdens de Eerste Wereldoorlog compleet verwoest. De 17e-eeuwse huizen zijn na de oorlog allemaal steen voor steen weer opgebouwd. Het Grand Place is het grootste plein en wordt omringd door Vlaamse kleurrijke herenhuizen in barok stijl met elegante gevels met puntdaken.

Het tweede plein, Place des Herós, is kleiner maar wordt ook omringd door schitterende vakwerkhuizen. Het meest in het oog springende bouwwerk hier is het Belfort, de Beffrois, dat gebouwd werd in de 16e eeuw. Het belfort deed dienst als wachttoren om vijanden tijdig aan te zien komen en om stadsbranden snel te kunnen ontdekken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een groot deel van Arras getroffen en ook het belfort bleef niet gespaard. Het bouwwerk werd in oktober 1914 verwoest door de Duitse artillerie, maar werd in 1932 volledig heropgebouwd. 


Wanneer we in Arras rondlopen, valt het ons op dat we op diverse plekken een rat tegenkomen. Soms als afbeelding op de grond, dan weer als naam van een restaurant, of als beeldhouwwerk op een gebouw. Die verbintenis met de rat dankt Arras aan een woordspeling. Arras spreek je namelijk bijna hetzelfde uit als het Franse woord voor rat. Vandaar dat de rat een symbool van de stad is geworden. We gaan op zoek naar de prachtig ingerichte patissier/chocolatier Thibaut op het Place des Héros nr 50 om jawel, een lekker ratje te eten!  Jammer voor mij maar de originele ratten zijn allemaal uit pure chocolade.

Anders dan de naam doet vermoeden ligt Montreuil-sur-Mer niet aan zee, maar ongeveer vijftien kilometer landinwaarts. Het biedt wél zicht op de Canche, nu een bescheiden stroom van vijftien meter breed, maar eeuwen geleden goed voor wel één uitgestrekte kilometer. Een rivier met zee allures dus. Het verklaart de verwarring. Het historische vestingstadje vormde een inspiratiebron voor de beroemde schrijver Victor Hugo. Een deel van zijn boek Les Misérables speelt zich namelijk af in Montreuil-sur-Mer.


We maken een wandeling op de vestingen die dateren uit de 16de en 17de eeuw. De omtrek bedraagt 3 km. Vogels fluiten dat het een lieve lust is. Een vink verrast ons met een heerlijk concert : suskewiet, suskewiet … Eindeloze vergezichten, volkstuintjes, koeien die een dutje doen in de schaduw. Het is een landschap dat je eerder in Italië of in de Provence verwacht. Voor ons glooiend groen, achter ons smalle geplaveide slingerstraatjes, achttiende-eeuwse burgerhuizen en een heuse citadel. Af en toe verlaten we de vesting om wat mooie plekjes te bezoeken.

Al wandelend door het charmante stadje wanen we ons even in de middeleeuwen. Het is heerlijk kuieren over de hobbelige kasseien in de bovenstad. In de pittoreske straatjes passeren we leuke restaurants en ambachtelijke winkeltjes, gevestigd in schattige huisjes met gekleurde luiken. De Cavée Saint-Firmin, een sterk hellende straat die de laatste jaren grondig werd gerenoveerd, is ooit het filmdecor geweest voor de eerste verfilming van Les Miserables in 1925. Wat verder op het plein zien we de abdijkerk van Saint-Saulve. Deze maakte deel uit van een benedictijnenabdij gesticht in de 11de eeuw. Het is een zeer donkere kerk maar ze kan ons wel bekoren. 

We eindigen onze wandeling in de Rue Saint-Walloy, het mooiste straatje van de stad. De witte, kleine huisjes in combinatie met de ruwe kasseiweg doen ons even wegdromen. Deze bouwstijl is typisch voor deze regio. Vroeger woonden hier pottenbakkers, nu hebben zich hier heel wat artiesten en ambachtslui gevestigd.


Rond zes uur rijden we naar Chateau Cléry, gelegen in Hesdin-l’Abbé. Wanneer we aan het kasteel aankomen en door het authentieke ijzeren hek rijden,  is de majestueuze gevel het eerste wat in het oog springt. Het kasteel is omringd door een prachtig park! Onze eerste positieve indruk wordt ook bevestigd wanneer we aan de receptie komen. We worden vriendelijk onthaald maar jammer genoeg slapen we niet in het kasteel zelf. We worden naar een bijhuis gebracht maar de kamer is meer dan behoorlijk.


‘s Avonds willen we graag dineren in het kasteel maar er is pas een tafel vrij vanaf half 9 dus gaan we eerst wat relaxen op de kamer. Het sfeervolle restaurant is voor de helft leeg dus we vragen ons echt wel af waarom we zo lang moesten wachten. De menukaart is beperkt maar we vinden al snel onze gading. Dee Dee gaat voor een voorgerechtje met geitenkaas en ik kies de dorade. Het eten is voortreffelijk, net als de wijn. Ook de bediening is “chateau-waardig”. Na een heerlijk diner, gaan we naar bed en kijken we al uit naar morgen.