zaterdag 22 augustus 2020

Borgloon en Sint-Truiden

Onder het motto ‘vakantie in eigen land’ trekken we vandaag naar de parel van Haspengouw. Op slechts een uurtje rijden, ligt Borgloon, een eeuwenoud stadje verborgen in het omgevende landschap. We parkeren de auto in de kleine deelgemeente Groot-Loon  bij de Servaashoeve. De parkeerplekken zijn hier schaars en gegeerd maar we hebben geluk, er is nog 1 plekje.

We klimmen naar het hoger gelegen Sint-Servaaskerkje van waar we een prachtig zicht hebben op de rondingen van het Haspengouwse landschap.  We zien een man buitenkomen en hij trekt de deur stevig in het slot. Wanneer wij deze willen openen, lijkt dat niet te lukken want ik zie geen klink. Wanneer ik het bijna wil opgeven, zegt Marleen: ‘draai eens aan die ronde ring’ - halleluja, er moet er maar 1 slimme bij zijn hé! Van zodra we het kerkje betreden, hoor ik een klaterend watertje. Na een tijdje zegt Marleen: ‘Hoor jij nu ook dat gefezel, het lijken wel geesten’. Nu ze het zegt, er komen rare geluiden op ons af. Stemmen uit het hiernamaals? Aan het plafond zien we enkele microfoons die bewegen en sommige komen als een spin naar beneden om vervolgens opnieuw de hoogte in te gaan. We beseffen dat het vreemde klankspel uit die microfoons komt maar begrijpen niet zo zeer het nut ervan. Tot we aan de deur een klein bord zien waarop staat dat hier een geluidskunstenaar aan het werk is. Bewust worden van al het ge’luid’ rondom ons, moeten we blijkbaar terug leren ... misschien wint daarbij ook de stilte weer aan waarde. Speciaal en verrassend. Wanneer we buitenkomen, is er niemand en het ademt een zekere rust uit maar op het hek speelt zich een horror verhaal af. Een gespiesde vogel wordt opgegeten door een zwerm wespen. Het zou de setting van een Hitchcock film kunnen zijn. 


We wandelen verder volgens plan en komen terecht in het hart van de fruittelers. Links van ons frambozenstruiken en rechts van ons serres vol met aardbeien. De aangename geur van de vruchten dringt in onze neus. Fruitplukkers zijn volop bezig om het fruit te oogsten. Haspengouw is dan ook na Zuid Tirol de grootste fruitstreek van West Europa. We genieten van het wondermooie landschap. 


Na een goede twintig minuten stappen, komen we opnieuw in de bewoonde wereld en lijkt onze reisbeschrijving niet meer te kloppen. Bovendien is het hier zo goed als verlaten. We staan bij een doodlopend straatje ons plan te bestuderen wanneer er toch een auto komt aangereden. We besluiten het te vragen maar haar antwoord is niet bemoedigend. Onze volgende stop blijkt hier toch wel een 5 km vandaan dus dat betekent dat we verkeerd gelopen zijn. De vriendelijke flamboyante vrouw zegt dat ze ons wel even zal brengen en voegt de daad bij het woord, ze stapt uit haar mini autootje, zet de passagiersstoel wat naar voor waardoor haar dochtertje wel redelijk krap komt te zitten en doet teken dat we moeten instappen. Mensen die zeggen dat Limburgers traag spreken, hebben deze dame nog niet gehoord. Ze ratelt vol overgave en binnen de tien minuten weten we al dat ze naar Hasselt gaan shoppen want dat Ikea 90% korting geeft. Ons lijkt dat ‘too good to be true’ maar we hopen het voor haar. Ze rijdt gezwind tussen de maisvelden en de boomgaarden en inderdaad ... het is best ver. Bij een boomgaard met hoogstammige fruitbomen stopt ze en wijst ze voldaan naar een hekje. ‘Daar is het’, zegt ze, ‘achter dat hekje vinden jullie de Speelboomgaard met de appel en de worm’. Wanneer we afscheid nemen, geeft ze ook nog wat richtlijnen om onze wandeling straks verder te zetten. Laat er dus geen twijfel over bestaan, Limburgers zijn uitermate gastvrij! 


We besluiten onze wandeling wat in te korten en onmiddellijk naar het Doorkijkkerkje te wandelen. Dit kunstwerk kreeg de naam ‘Reading between the lines’ en werd gebouwd door een kunstenaarsduo bekend onder het pseudoniem Gijs Van Vaerenbergh. Sedert 2011 heeft dit kerkje tot doel je naar het landschap te laten turen tussen de lijnen, hier gevormd door stalen platen. Ook van buitenaf kan je dwars door het kerkje naar het landschap kijken. Hierdoor is de kerk wel aanwezig maar tegelijk ook afwezig in het landschap. Het is kleiner dan we verwacht hadden maar het staat op een adembenemende plek. We zijn hier niet alleen want dit kunstwerk trekt vele wandelaars en fietsers. We veronderstellen dat het in het hoogseizoen tijdens de bloesemperiode hier over de koppen lopen is. Ja kunst kom je echt niet alleen tegen in stoffige museumzalen. Kunst in de vrije natuur, daar hou ik het meest van!


Blij dat we het gezien hebben, keren we op onze stappen terug en zoeken de boomgaard die ons terug naar de kerk zal brengen. We genieten van dit stukje natuur. Honderden fruitbomen boordevol verse vruchten zover het oog reikt. Via een natuurpad komen we bij een weide en passeren we een bijenhotel. Toch jammer dat er nog altijd mensen zijn die allerlei rommel laten rondslingeren. Daar waar het vroeger ging om bierblikjes zijn het nu mondmaskertjes die overal te pas en te onpas worden achtergelaten. Na een tijdje zien we de Sint-Servaaskerk terug opduiken en zijn we terug bij het begin van de wandeling. We nemen de auto naar het dorp want we hebben honger gekregen. 


Borgloon is een klein dorpje maar super gezellig. Het prachtige stadhuis uit 1680 geeft het een zekere grandeur. In de volksmond noemt men het ook wel s’Grevenhuis en het was ooit de woning van de graven van Borgloon. We gaan lunchen in de Herberg Klappoel. De wind is nog wat aangewakkerd dus besluiten we om een plekje binnen te nemen. Het interieur is kleurrijk, de gastvrouw super vriendelijk en het eten vers en lekker. Een goede keuze dus, nou keuze is veel gezegd want de herberg is de enige mogelijkheid om te lunchen in dit dorp.


Na de lunch besluiten we verder te rijden naar Sint-Truiden. We parkeren de auto op de Markt. Rondom zien we mooie patriciërshuizen waarvan enkele teruggaan naar de 17de eeuw. Drie torens heersen over het marktplein: de halletoren (belfort) van het stadhuis, de abdijtoren en de toren van de prachtige O.L. Vrouwekerk. Het contrast tussen de stilte van deze morgen en de drukte hier in de stad is enorm, we moeten hier dus ons mondmasker dragen. Niet zo fijn maar gelukkig is de brandende zon van deze morgen al een beetje minder. Er komen wat wolken opzetten en het windje zorgt ervoor dat het best wel meevalt om gebivakkeerd rond te wandelen. Op weg naar Sint Maarten passeren we enkele oude vakwerkhuisjes. 

De Sint-Maartenkerk is een stukje renaissancearchitectuur die ons initieel wat donker lijkt maar ons toch aangenaam verrast. Binnenin is de vlakke zoldering rijkelijk beschilderd met wapenschilden van Sint-Truidense families. Het meest merkwaardige is het hoogaltaar in lichtdoorlatende albast. Zoiets heb ik nog nooit gezien en ik sta er dan ook met verbazing naar te kijken. Ik vind het prachtig! 


Het stadspark van Sint-Truiden werd aangelegd op de stadswallen en je vindt er mooie waterpartijen, schilderachtige hoekjes, bruggetjes en wandelpaden. De wind wakkert nog meer aan en de lucht wordt donkerder ... regen is niet ver weg maar we stappen dapper verder en net wanneer de hemelsluizen openen, arriveren we bij het kunstwerk ‘Het verval’ van Tom Herck. De 60.000 kg wegende constructie stelt een kaartenhuis voor met 9 betonnen kaarten en is zo groot als een huis. Perfect dus om onder te schuilen. Gelukkig duurt het maar 10 minuten en dan klaart het alweer op. Tijd dus om verder te stappen in de richting van het Begijnhof. De vroegere ommuurde enclave is nu zo goed als verdwenen waardoor we niet het gevoel hebben in een begijnhof rond te lopen. Er zijn nog wel wat resten te zien van een bakstenen muur maar de huisjes zijn zo goed als allemaal gerestaureerd waardoor ze heel modern ogen. Reden om dit plekje over te slaan is er echter niet want de begijnhof kerk verdient toch wel wat aandacht. Ondanks het feit dat het binnen niet echt warm aanvoelt vanwege de witgekalkte muren zijn er toch best wel wat troeven. In deze kerk bevinden zich maar liefst 38 schilderingen op de muren en pijlers. Op twee na allemaal vrouwenfiguren zoals het past in een begijnhof. 


We sluiten de dag af met een heerlijk ijsje bij Tea Room Venice en keren dan terug huiswaarts. 


zaterdag 15 augustus 2020

Maasvallei - Maaseik en Thorn

Op moederdag ga ik samen met een emotionele mama op stap naar de Maasvallei. In de auto wordt er alvast honderduit gebabbeld over mama’s en kinderen. Je hartje luchten kan zo fijn zijn. Af en toe kijken we even rond ons heen en daar worden we niet blij van. We hebben namelijk het zonnige Antwerpen  achter ons gelaten en zijn terechtgekomen in een mistig landschap. Het is ongeveer anderhalf uurtje rijden en gelukkig verandert het onvoorspelbare Belgische weer even verder toch weer en breekt de zon door de wolken.

De Maas is een grillige rivier die zorgt voor een gevarieerd landschap waarrond zich mooie pittoreske dorpjes bevinden. Vandaag bezoeken we er twee en we starten in Maaseik. Op een gratis parking net aan de rand van de stad laten we de auto achter. We passeren even bij de toeristische dienst voor de wandelbrochures.  Rond de markt van Maaseik staat een schat aan historische gebouwen, het is dan ook niet verwonderlijk dat de stadswandeling daar start. We zijn beide gecharmeerd door de oudste privéapotheek van het land. Maar bijna alle huizen in deze stad dateren nog uit de 17 de eeuw en dat geeft Maaseik toch wel een zekere schoonheid. We wandelen dan ook steeds met ons hoofd een beetje omhoog om al die prachtige gevels te bewonderen. Ja de Maaslandse renaissance gebouwen in de binnenstad ademen een bijzondere sfeer uit. Er is bijna niemand op straat en het duurt best wel even voor we beseffen dat het een officiële feestdag is. Op de markt worden we gelukkig wel welkom geheten door iemand. Het zijn de gebroeders Van Eyck, de beroemde kunstenaarszonen die geboren werden in Maaseik. Voor diegenen die niet vertrouwd zijn met de schilder, Van Eyck zorgde voor het meesterwerk ‘Het Lam Gods’. 


We staan beide niet echt bekend om onze oriëntatie- en kaartleeskwaliteiten en dat wordt al snel duidelijk. De historische wandeling beschreven in onze brochure doet ons meer dan eens de wenkbrauwen fronsen. Bij het stadbeeld De Vlooienkonig loopt het al mis. We wandelen de koning van het Maaseiker carnaval schaamteloos voorbij. Wanneer we onze fout opmerken, draaien we toch nog even terug om deze fiere maar armtierig geklede man een bezoekje te brengen. Vastberaden stappen we verder maar komen terug uit op de Markt. Dat was niet echt de bedoeling maar welgekomen want we hebben dorst gekregen. Gecharmeerd door de slogan ‘A life without dreams is like a pancake without toppings’, zetten we ons op het terras van Het Pannenkoekenhuis. We zouden natuurlijk voor de veilige keuze kunnen gaan, een pannenkoek met appel of banaan maar er staan zo veel verleidelijke alternatieven op de kaart dat we besluiten om eens ‘out of the box’ te denken. We kiezen voor een Indonesische en een Mexicaanse versie. Wanneer de reuze pannenkoeken op tafel komen, zijn we het er beide over eens, ze ruiken heerlijk en zien er geweldig uit! Het kost ons best wat moeite om ons bordje leeg te eten maar het is zo lekker.


Er wordt me af en toe al eens de vraag gesteld ‘geloof jij in toeval’? Het antwoord blijf ik meestal schuldig maar na vandaag heb ik toch zo mijn twijfels. Tijdens het nagenieten van de heerlijke pannenkoek, hoor ik plots het lievelingslied van mama en mijn hart maakt een sprongetje. Het lijkt wel of ze me wil zeggen: ‘hé het is moederdag en ik ben er hoor’. Het is dan ook met een fijn gevoel dat ik de dag verderzet. Na de lunch besluiten we naar het dorpje Thorn te rijden. Ook hier parkeren we aan de rand van het dorp en wandelen we naar het centrum. Thorn was een rijk en levendig stadje tot in 1794 de Fransen kwamen en de rijke adel deed vluchten. De Fransen voerden belastingen in op de omvang van de ramen en de haard. Om aan de zware lasten te ontkomen, metselden de verarmde bevolking vele ramen dicht. Uit trots bedekten ze de ‘bouwlittekens’ door de gevels wit te kalken. Thorn wordt dan ook het witte dorp genoemd en charmeert ons van bij het binnenkomen. De indrukwekkende abdijkerk torent boven de stad uit en daarrond zijn zo goed als alle huisjes oogverblindend wit.


Waarschijnlijk worden de gevels jaarlijks geverfd want alles is picco bello onderhouden, de bloembakken met geraniums incluis. Rond het dorp loopt de Thornerbeek en daar vinden we nog heel veel groen. Wandelend onder de bomen hebben we een mooi uitzicht op de achterbouw en achtertuinen van de huizen. Twee bruggetjes waarvan één uit 1727, overbruggen de beek. Bij het Monument van de Muziek, houden we even halt. Ons geduld wordt op de proef gesteld want een familie wil met beide muzikanten op de foto, één voor één, dus dat duurt wel even. In het dorp bevindt zich een wijndomein en Vivke wil die wijn wel eens proeven. We trekken dus terug naar het centrum en zetten ons op een terrasje. De Thornse wijn smaakt heerlijk. 


Voor vanavond hebben we gereserveerd in Maaseik bij Le Bouchon, een klein restaurantje met een traditionele keuken en een gezellige sfeer. Dus rijden we terug van waar we gekomen zijn. Het is echter nog wat te vroeg dus besluiten we alvast een aperitiefje te drinken op de Markt. Van zodra we ons neerzetten, worden we geterroriseerd door enkele wespen. Die rotbeesten weten echt wel hoe ze het bloed onder iemands nagels kunnen halen. Dat is echt het enige nadeel aan mooi weer! Rond een uur of 6 trekken we naar het restaurant waar we even twijfelen of we binnen of buiten gaan zitten maar er is geen airco dus opteren we toch maar voor open lucht. Onze vriendjes van het café zijn ons echter gevolgd en ook hier komen ze ons een beetje lastig vallen. De bediening is uitermate vriendelijk en zelfs al zitten we als enige buiten, met de regelmaat van de klok komen ze vragen of alles ok is en of we nog iets nodig hebben. De scampi’s zijn heel erg lekker en ook de frietjes zijn vers en knapperig gebakken. Een goede keuze dus!

Rond een uur of 8 rijden we terug richting Antwerpen. De Maasvallei is een echte aanrader voor een dagje uit … alleen hebben we de Maas niet gezien dus moeten we zeker nog eens terugkeren naar deze streek. Misschien maken we dan wel een boottochtje op de rivier. 

maandag 3 augustus 2020

Weekendje weg Aartrijke - Stalhille & Lisseweege

Vandaag is papa jarig en ook Paula en Achiel hebben er aan gedacht. Wanneer we beneden komen, staat er al een pakje klaar. Het is een doosje vol met lekkers dus zijn dieet zal nog even moeten wachten. Ook wij staan met onze geschenkjes klaar. Na het uitpakken, is het tijd voor het laatste ontbijt bij Artiriacum en zoals steeds worden we verwend. Met spijt in het hart, nemen we afscheid. Wanneer we elkaar weer mogen zien, valt nog af te wachten. Antwerpen is nu uit den boze. Wie had ooit gedacht dat onze prachtige stad verboden terrein zou worden? 


Vandaag gaan we wat kuieren in het Brugse ommeland en enkele gezellige en historische dorpjes bezoeken, althans dat is het plan. Nu is het weer nog mooi maar ze verwachten regen vanmiddag. Geen tijd te verliezen dus ! We starten in Stalhille, een dorpje met vele, leuke ambachtsadresjes. De dorpskern van Stalhille wordt beheerst door de Sint-Jan-de-Doperkerk, die nog deels haar vroeg gotisch uitzicht wist te bewaren ondanks vele verbouwingen. Op het kerkhof rond de kerk liggen twee Canadese officieren die sneuvelden op 28 mei 1918. Zij werden op die dag met hun vliegtuig boven Stalhille neergeschoten.

In het kleine polderdorp zou er een bezige bij wonen, namelijk Norbert Demonie. Hij is imker, glasblazer en korfvlechter. Samen met zijn vrouw Anne-Marie runt hij een gezellig winkeltje dat heel toepasselijk de Sfeermaker werd genoemd. We moeten niet lang zoeken maar bij aankomst blijkt dat hij zijn gezellige terrasje niet mag openen vanwege COVID. Zo jammer want ik had nu echt uitgekeken naar zijn thee met honing. 


We trekken dan maar naar één van de tien mooiste dorpen van Vlaanderen! In het witte polderdorp Lisseweege, is de tijd blijven stilstaan. De huisjes in het oude dorpscentrum zijn sinds eeuwen wit geschilderd. Bij de parking is er een klein parkje waar de bomen ‘versierd’ zijn met items uit de zee. Momenteel is er ook een openlucht expo ‘Beelden in het witte dorp’. Meer dan 100 kunstenaars stellen hun werken tentoon. Wanneer we aan de beeldenroute willen beginnen, kleurt de hemel donker en het duurt niet lang alvorens het water met bakken uit de hemel valt. We duiken dan maar een restaurant binnen waar we toch de toelating krijgen iets te drinken. Na ons komen er nog vele fietsers doorweekt het etablissement binnen. 


Het lisseweegs Vaartje is misschien wel het lieflijkste uitzicht van het dorp maar bij regenweer zijn de oude huizen langs dit pittoreske water niet zo idyllisch. We doen nog een laatste poging om door het dorp te wandelen maar besluiten al snel dat dit geen zin heeft en we rijden dan maar huiswaarts. Desalniettemin was het toch een leuk weekendje weg. 




zondag 2 augustus 2020

Weekendje weg Aartrijke - Diksmuide

Wakker worden met het geluid van de schaapjes, het blijft toch heel bijzonder. Om vier uur zijn ze al paraat want dan hoor ik het eerste geblaat. Ik draai me nog maar even om en val terug in slaap. Om kwart na acht zit iedereen aan het ontbijt. We horen enthousiaste kreten van de twee kaasliefhebbers want er ligt schapenkaas op het buffet. Papa die net zei dat hij vandaag niet veel gaat eten, bezwijkt al onmiddellijk. Paula kocht in een delicatessenwinkeltje speculoospasta en die is heerlijk, nog lekker crunchy. 

Vandaag staat Diksmuide op het programma. Hier is er onvermijdelijk een link naar de eerste Wereldoorlog want de stad was nu eenmaal een van die plaatsen waar tijdens de Groote Oorlog hevig gevochten werd. We parkeren de wagen aan de IJzertoren, het absolute vredesmonument van Vlaanderen. Dit bouwwerk werd voltooid in 1965 en is maar liefst 83 meter hoog. De 22 verdiepingen tellende toren is in 2014 een vredesmuseum geworden. Van hieruit start er een mooie wandeling door de natuur met veel erfgoed. De start van de wandeling begint al goed, een hek en een bord verboden fietsers verspert ons de weg op de oude spoorwegbedding. Wij zijn voetgangers zegt Greta, dus vervolgen we onze weg. Een groepje wielertoeristen scheert voorbij, ook zij laten zich niet afschrikken. Na ongeveer een kwartier komen ze terug op ons af. Op de vraag of wij als voetganger doorkunnen, krijgen we geen antwoord. Even verder is de weg inderdaad opgebroken. Het verleden haalt ons in, het lijkt wel oorlog hier. Bergen zand en een diepe geul naast ons zouden ons kunnen doen geloven dat we  werkelijk op het slachtveld staan. Het is zondag en er is niemand aan het werk dus zetten we dapper door en komen uiteindelijk toch bij het stilte pad dat aangelegd werd ter gelegenheid van de 100st verjaardag van de Eerste Wereldoorlog. In deze loopgraaf langs de IJzer zaten de Duitsers destijds met sluipschutters te schieten op alles wat bewoog. De ruïne die er nog staat, is van een oude hoeve.


Het pad loopt tussen de maisvelden, de dorpsgeluiden sterven al snel uit en de stilte hier brengt rust in mijn hoofd. We horen enkel het ruisen van de wind en het zingen van de vogels. Hier in dit groene hoekje van het Brugse ommeland,  lijkt het of de wereld is ingedommeld en het is moeilijk te geloven dat dit ooit het decor was van een bloedige oorlog. Wanneer we bij de dodengang arriveren is het reeds 11 uur. We hebben vooraf gereserveerd dus melden we ons aan bij het bezoekerscentrum. Hier zaten de Belgische soldaten slechts enkele meters van de Duitsers verwijderd. Zij waren de IJzer overgestoken en hadden er een bunker gebouwd op amper 50 meter van de loopgraven. De Dodengang was een van de gevaarlijkste plaatsen aan het front. Leven en dood gingen hier hand in hand.

Tijdens ons bezoek, wandelden we door een wirwar van smalle gangen tussen muren van met beton opgevulde zakjes, die de oorspronkelijke zandzakjes vervangen. Nu is het hier uiteraard rustig maar tijdens de oorlog was dat wel even anders. Wie zijn hoofd boven de zakjes uitstak was dood. Scherpschutters lagen immers op de loer om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Regelmatig vernietigde obussen een deel van de loopgraven, gewoonlijk met doden en gewonden tot gevolg. De stukgeschoten delen moesten natuurlijk hersteld worden en dat was een levensgevaarlijke klus. Terwijl de kogels hen om de oren vlogen, stonden de soldaten half in het water om een gang door de modder te graven. De doden werden vaak ter plaatse begraven. Ratten en ongedierte maakten het leven nagenoeg ondragelijk. De stank van rottende mensenresten en van uitwerpselen kunnen we ons onmogelijk voorstellen, net zo min als het feit dat de soldaten hier zo goed als onder de grond leefden en dat maar liefst 4 jaar lang! Kinderen zien het waarschijnlijk als een doolhof maar wij, volwassenen beseffen de tragiek van de plaats. Toch wel een beklijvende ervaring, indrukwekkend in zijn eenvoud en om stil van te worden. Hier vloeide ooit veel onschuldig bloed. Hier realiseren we ons meer dan ooit waartoe een mens in staat is. 


Na al het leed van de oorlog is het tijd om de innerlijke mens te versterken dus zetten we ons op het enige terras  in de buurt. Iedereen eet een kleinigheidje en papa laat de lunch zelfs aan hem voorbij gaan. Het eten van gisteren ligt hem nog steeds zwaar op de maag. De jongste van den hoop proeft een lokaal biertje, al is de naam niet waarheidsgetrouw: nachtraaf noemt het. Achteraf wandelen we opnieuw naar de IJzertoren van waar we gemakkelijk de stad in kunnen. We volgen opnieuw de koperen klinkers in het voetpad. Op de Grote Markt bewonderen we het mooie gerestaureerde neogotische stadhuis met Belfort en de Sint Nicolaaskerk. Dankzij deze twee gebouwen is het plein echt indrukwekkend. Het baadt in de middagzon en we worden onmiddellijk getroffen door de schoonheid ervan.  Het straalt geschiedenis uit.

De Koperen klinkers houden ons op het juiste pad en brengen ons verder naar het stadspark waar we na een flinke klim aankomen bij het monument van de Marinefuselliers.  De opschriften hier zijn allemaal in het Frans want het was immers een Franse brigade die het Belgische leger hielp bij het terugtrekken tot achter de ijzer. Het park heeft een mooie vijver waar we even stil blijven staan om te genieten van de eendjes in het water. Ook de allerkleinste diertjes worden hier in de watten gelegd want er werd een toren gebouwd voor de bijtjes, de egels en andere insecten. 


Bij de brug zien we nog het postkantoor dat na de Groote Oorlog werd gebouwd. Het was ooit, ergens in de 17de eeuw, de woning van de Spaanse gouverneur.  Via een wandelpad langs de Handzamevaart komen we bij de Vismarkt. Een bronzen visverkoopstertje toont ons hoe de vis destijds versneden en verkocht werd. Wanneer de nood het hoogst is, wordt het tijd om even een plaspauze in te lassen. We zien een mooi huisje met een terras maar dat terras zit helemaal vol. De vriendelijke dame trommelt haar man op om een lange tafel buiten te zetten en zij brengt in zeven haasten enkele stoelen. Hier verkopen ze het streekbiertje Papegaei. Een grote fles komt op tafel en wordt verdeeld onder de drie drinkers van ons gezelschap. Inge en ikzelf gaan voor een appel, stekebees sapje. 


Net achter de hoek ligt het mooie begijnhof. Dit is nu een woonerf voor volwassenen met een verstandelijke beperking. Het is niet erg groot maar het straalt echt rust uit. Jammer genoeg mogen we tijdens deze covid periode niet rondwandelen. Van op een afstandje mogen we wel eens even kijken. De stad Diksmuide kan ons wel bekoren. De vele huisjes met hun trapgevels, veel bloemen in de straten en de vriendelijke bewoners maken van deze stad een aangename plek. 


Via de jachthaven keren we  terug naar de startplaats. Gelijk waar we wandelen in Diksmuide, van overal zien we de immense gestalte van de IJzertoren dus verkeerd lopen is onmogelijk. Alleen is het hier nu net iets drukker dan deze morgen en ook het weer is compleet omgeslagen. De vele stapelwolken hebben plaats gemaakt voor een staalblauwe hemel. Bij de Papegaei heb ik een boekje meegenomen over een kunstparcours in Ichtegem maar alle kunstenaars die deelnemen,  openen hun atelier enkel op zaterdag en zondag. Jammer want mijn lievelings beeldhouwer stelt ook tentoon. Voor morgen moeten we dus iets anders verzinnen. In het naar huis rijden zie ik echter een wegwijzer naar Ichtegem en maak er een opmerking over. Thomas reageert supersnel, duwt hard op de rem, waarbij Inge’s croque monsieur bijna in onze pa zijn nek belandt, maar hij mist de afslag niet. Voor we het goed en wel beseffen staan we bij Irénée Duriez voor de deur. In zijn romantische landschapstuin staan een veertigtal grote bronzen beelden. De sculpturen komen hier ten volle tot hun recht. Ook de tentoonstellingsruimte van maar liefst 800m2 is volgestouwd met prachtige beelden van vrouwelijk naakt. We dromen van de euro millions en een beeld in onze tuin ... wie weet op een mooie dag! 


Bij het verlaten van de tuin, botsen we op de kunstenaar himself en hij spreekt ons aan. We feliciteren hem met zijn levenswerk, want dat is het echt wel. Hij glundert en vraagt van waar we komen. Wanneer we hem zeggen dat we van Antwerpen zijn, is hij lichtjes teleurgesteld. Hij zag in Inge wel zijn toekomstig model maar onze koekenstad is natuurlijk wat te ver. En, voegt hij eraan toe, misschien is mijnheer wel jaloers. Thomas lacht een beetje, waarop hij zegt: ‘ach zo een oude man, hier beneden werkt toch niets meer’. Onder luid gelach, verlaten we de beeldentuin.  We komen terug in de Artiriacumhoeve tegen half 6 en Paula en Achiel komen ook net terug thuis. De gastvrouw zorgt voor een lekker aperitiefje terwijl wij samen met Achiel even naar de schaapjes gaan. Ze krijgen wat te drinken maar eten niet want morgen moeten er vier naar het slachthuis en dan is het vlees beter zegt Achiel. Enkele schapen hebben blijkbaar toch honger en trekken naar de appelbomen iets verder in de wei, in de hoop dat er enkele malse appeltjes op de grond gevallen zijn. Dom zijn ze niet, die schaapjes ...

‘s Avonds rijden we opnieuw naar het koetshuys waar we gereserveerd hebben voor de charbonade, een soort tafelgrill. Voor slechts 59€ krijgen we een super lekker voorgerechtje, vis of vlees voor op de grill met frietjes, sla en een aardappel in de schil en daar bovenop nog eens een heerlijk dessertje. Bovendien is ook alle drank inbegrepen. De temperatuur is nog steeds aangenaam bij aanvang van de maaltijd en wanneer de charbonades op tafel komen, geven die ook nog een warmte af, waardoor buiten zitten geen straf is. De tijd vliegt voorbij en iedereen is het er over eens dat een dergelijke formule ook in Antwerpen zou moeten bestaan. De gezelligheid van een BBQ aan tafel! Het is al bijna 11 uur wanneer we terugkomen in de B&B. 




zaterdag 1 augustus 2020

Weekendje weg Aartrijke - Torhout

Vandaag trekken we naar het Brugse ommeland en we logeren bij mijn goede vrienden Paula en Achiel op de Artiriacumhoeve. Voor mij een prettig weerziens en voor de anderen een aangename kennismaking. Zoals steeds worden we hier hartelijk ontvangen, uiteraard een klein beetje anders dan anders want corona is nog steeds in het land. Geen uitgebreide knuffels en zoenen deze keer maar ons weekend kan niet beter beginnen: op het zonovergoten terras staat al een heerlijke ‘home made’ taart klaar terwijl de blatende schaapjes ons vrolijk verwelkomen. 


Na het inchecken gaan we op stap en rijden naar de oudste stad van het graafschap Vlaanderen, namelijk Torhout. De stad ligt sinds de vroege middeleeuwen op belangrijke handelsroutes en was toen het decor voor grote jaarmarkten. Benieuwd hoe het er in Corona tijd aan toe gaat. Naast de markante gebouwen en pleinen ontdekken we op deze erfgoedwandeling ook enkele ambachten.

We starten aan Kasteel Ravenhof waarin nu het museum Torhouts aardewerk is gevestigd, te midden van een betoverende Engelse landschapstuin. Buiten een communicant is het park volledig verlaten.  Torhout kent een lange traditie inzake aardewerk dat teruggaat tot in de middeleeuwen. Het Torhouts Aardewerk werd uitsluitend ambachtelijk vervaardigd. De motieven kenmerkend voor het aardewerk werden met een gekleurd slib aangebracht. Door klei te mengen met metaaloxiden werden de kleuren (vooral groen en aardetinten) verkregen. Het aardewerk werd gebakken in een met kolen en hout gestookte oven. Het aardewerk van de Torhoutse kunstpottenbakkers verspreidde zich niet alleen over het continent maar maakte ook het mooie weer in Noord Amerika.

Het is al lekker warm maar er hangen toch nog wat wolken voor de zon. We zullen nog even geduld moeten hebben ... De eendjes lijken er geen last van te hebben en zwemmen vrolijk rond in het water. Enkele mini exemplaren komen ons al kwakend begroeten en onze pa ziet ze al op zijn bordje liggen met wat appelsien. Een opmerking waarmee wij het niet eens zijn. Ze zijn zo schattig! 


Bij het prachtige barokke stadhuis uit 1713, dat centraal op de markt prijkt, bevindt zich de toeristische dienst maar extra informatie over onze wandeling kunnen we vergeten want het is gesloten. We hebben amper enkele meters afgelegd en zetten ons alweer op een terras. We lunchen bij Bistro Les Amis, een goede keuze. 

Zonder officiële wandeling en met enkel een plannetje in de hand zoeken we de weg aan de hand van in de grond bevestigde klinknagels. Onderweg zien we veel gedichten in de straten, de een al beter dan de andere. Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar poëzie ... ik versta er niet zo veel van.

In het hart van Torhout, meer bepaald op het H. Conscienceplein, floreert al sinds 5 Wostyn generaties een heerlijk mosterdwinkeltje. Tot op het eind van de 18de eeuw maakte zowat elk gezin in Torhout zijn eigen mosterd. De allereerste mosterd werd al geproduceerd in 1869. Het winkeltje van Wostyn is niet erg groot maar is volgestouwd met potjes. Ze hebben zelfs een mostaardjenever en een mosterd praline! Jammer dat het gesloten is. Wat ons hier opvalt, is dat er bijna in elke straat en op elk pleintje bloemen staan. Of ze staan in grote potten op de grond of ze hangen in grote manden aan een lantaarnpaal. Het kost niet veel moeite en het geeft een dorp onmiddellijk een vrolijke uitstraling. Verder zien we af en toe ook prachtige graffiti. Kunst is altijd fijn wanneer je door de straten loopt. 


Via het Sint Jozefsinstituut, ook wel de gele doze genoemd, en een nieuw aangelegd skatepark komen we bij een monument met een tekst van Herman De Coninck: Er was eens een man die altijd rechtvaardig was. Het staat te blinken in de zon en weerkaatst het blauw van de lucht en het groen van de bomen. Wat ons betreft, een prachtig kunstwerk. Mooi in zijn eenvoud. Het gedicht zelf stemt de lezer tot nadenken. 


Van dat slenteren hebben we dorst gekregen dus besluiten we naar het kasteel van Aartrijke te rijden. Dit neogotische pareltje uit de 19de eeuw noemt officieel Kasteel De Maere d’Aertrycke en werd gebouwd in opdracht van August de Maere. De romantische tuin met grote vijver, het schiereilandje met zijn merkwaardig paviljoen, de vroegere woning van de tuinier, kunnen me telkens weer in vervoering brengen. Het is een echte blikvanger te midden van het provinciedomein d’Aertrycke. Ideaal om hier rond te kuieren langs de geleide wandelpaden. In het gezellige koetshuis zetten we ons op het terras voor een lekkere virgin mojito.


’s Avonds hebben we op aanraden van Paula en Achiel, gereserveerd bij de Kronemolen voor papa’s verjaardag. We krijgen een zeer warm onthaal, letterlijk en figuurlijk want ook al is het buiten nog een zalig temperatuurtje, we krijgen een tafeltje binnen. Hier hangt er een familiale sfeer en ook het eten is lekker. We toasten alvast op de jarige maar voor zijn geschenkje moet hij toch nog wachten tot maandag. 

Onze eerste dag was er eentje met veel calorietjes - eten en drinken, veel meer hebben we niet gedaan dus daar gaan we morgen toch wat verandering in brengen.