maandag 18 april 2011

Parijs - dag 3

Hoewel de nacht misschien niet helemaal verliep volgens planning, veel lawaai, maakt de zon die onze kamer binnen schijnt ons alvast heel erg happy. De tijd gaat hier zo snel! Het is alweer de laatste dag in deze prachtige stad. We starten heel relaxed met het inpakken van de koffers. Deze bergen we op in een klein kamertje achter de balie van het hotel en dan ‘nous sommes prêts pour notre dernière journéé’. Vandaag is Greta jarig dus zoeken we eerst een heerlijke ontbijtplek om haar lekker te verwennen. Uiteraard wordt er gezorgd voor bubbels en een mooi cadeau. 


Daarna nemen we de metro richting Centre Pompidou, dat is ondergebracht in een opvallend gebouw. Het valt op omdat de liften, waterleidingen en airconditioning aan de buitenkant van het gebouw hangen. Op deze manier wordt er binnenin meer ruimte gecreerd voor de tentoonstelling van kunstwerken. Het plein aan het Centre Pompidou, gekend als de Place Georges Pompidou of de Place Beaubourg, is erg populair. Mimespelers, entertainers en portretschilders proberen de aandacht te trekken van de vele mensen die hier samentroepen. Hier zien we een klein ijssalonnetje en dat treft want een ijsje gaat er bij iedereen altijd in. Het Italiaanse roomijs is heerlijk smeuïg van smaak.



Vlakbij, aan de Place Igor Stravinsky staat de eerste moderne fontein van Parijs met kleurrijke sculpturen. Mooi kan ik het niet echt vinden maar ik ben dan ook geen fan van moderne kunst. Toch geeft de fontein dit anders troosteloze plein een kleurrijke toets.


De Pont des arts over de Seine verbindt het Institut de France met de Cour Carrée van het Louvre en is 155 m lang en 11 m breed. Het is de enige brug over de Seine waarover geen auto's mogen rijden. Geliefden van over de hele wereld komen naar deze zogenoemde ‘slotjesbrug’ om een hangslot met hun naam erop aan de omheining vast te maken, als teken van hun liefde. De sleuteltjes worden in de rivier gegooid, zodat ze altijd met elkaar verbonden blijven. Het is een mooi gezicht, die duizenden slotjes vol liefdesboodschappen. Ik kan me voorstellen dat binnen enkele jaren er geen plekje meer vrij zal zijn en dat de brug ettelijke kilo’s zwaarder zal wegen.



We wandelen verder naar de Eglise Saint Eustache. In deze gotische kerk ligt de moeder van Wolfgang Amadeus Mozart begraven. Het is een indrukwekkend gebouw met op het centrale plein net voor de deur een modern groot sculptuur. Het standbeeld doet ons een beetje denken aan Brabo, de held die de reus doodde en zijn hand afsneed. Normaal kruipen we niet op een standbeeld maar hier is de verleiding te groot. We klauteren op de reusachtige hand en passen er netjes in. Even naar het vogeltje kijken en ja hoor dat staat erop! Even verderop passeren we een bijzondere plek in Parijs, namelijk Les Halles. Dit enorme winkelcentrum werd gebouwd in het midden van de jaren tachtig op de plaats waar ruim 800 jaar de markt van Parijs werd gehouden. Momenteel is het er nog een bouwwerf want Les Halles worden vernieuwd, maar binnen enkele jaren zal dit echt een pareltje worden. Alles zou af moeten zijn in 2016. Dan komen we gewoon nog eens terug!


Onderweg naar Galeries Lafayette passeren we een winkeltje en klein museum van Inge’s favoriete autootje namelijk de Fiat 500. Dit dynamisch en elegant autootje staat al even op haar bucket list dus moeten we hier toch even een fotoke van maken. Wanneer we in Galeries Lafayette arriveren, zit ons weekendje Parijs er bijna op. Toch mag deze Franse warenhuisketen niet ontbreken op deze citytrip. Het bekendste en meest prestigieuze is gelegen in Parijs en staat aan de Boulevard Haussmann, een van de belangrijkste winkelstraten hier. In 1912 werd de reusachtige koepel van glas in lood gebouwd door de architect Ferdinand Cahnautin en glaskunstenaar Jacques Grüber. We begeven ons naar het dak van Galeries Lafayette waar we een prachtig uitzicht hebben over de stad. 


Parijs is een stad met vele gezichten en al evenveel bijnamen. Onze drie dagen in de lichtstad, de stad van de liefde, de stad om lekker te shoppen en heerlijk te eten, zitten erop en wat hebben we veel gelopen en veel gezien. Opnieuw ben ik als een blok gevallen voor deze indrukwekkende stad en heb ik drie volle dagen met een smile op mijn gezicht rondgelopen. De volgende keer dat we naar Parijs gaan, doe ik misschien alle musea en klim ik zeker op die Eiffeltoren!


zondag 17 april 2011

Parijs - dag 2

Paris s’éveille! We horen wel wat lawaai in de kleine straat van ons hotel, vrachtwagens leveren hun goederen af aan de plaatselijke restaurants alvorens de drukte in de stad gaat beginnen. We worden langzaam wakker en gaan dan rustig ontbijten in de kleine ontbijtruimte. Ik kan niet weerstaan aan de heerlijk ruikende croissants en ze zijn hemels. Niet goed voor de lijn maar in Parijs kan je er gewoon niet omheen. Na het ontbijt trekken we onze stapschoenen weer aan en gaan op pad. Parijs is een gezellige stad, dat hoef ik niemand die er ooit al geweest is te vertellen. Of je nu de bekende trekpleisters bezoekt of ergens een wijkje in duikt, er is altijd wel wat te beleven. Straatartiesten geven Parijs nog meer kleur en maken het nog gezelliger. 



In de metro worden we getrakteerd op livemuziek door een sjofel uitziende rastaman die hevig op een trommel klopt. Het is niet slecht maar toch geeft er niemand geld, ook wij niet. Na elke halte stapt hij uit en gaat de volgende coupé in, hopend op meer succes. Ja de muzikanten in de metro van Parijs zijn een verhaal apart. Vanwege de overlast mag je sinds 1997 niet zomaar muziek maken in de metrogangen. Om een speelvergunning te krijgen, moet je voor een speciale commissie komen maar het merendeel van de muzikanten heeft gewoon geen vergunning en we hebben ook niet het gevoel dat er streng gecontroleerd wordt. 


Vandaag staat de omgeving van Hotel National des Invalides op het programma. Dit indrukwekkend gebouw met een gevel van 195 m werd opgericht door Lodewijk XIV, de zonnekoning. De indrukwekkende, centrale binnenplaats, de Cour d’honeur, heeft een mooie architectuur en is rondom rond aangekleed met oude kanonnen. Hier kan je ook het legermuseum en het graf van Napoleon bezoeken maar omdat het zo’n mooi weer is, trekken we gewoon verder naar de beroemdste toren van Parijs, de Eiffeltoren. Wanneer we het prachtige park inlopen waar de Eiffeltoren staat, kan ik eindelijk zeggen: Ik weet het zeker, ik ben in Parijs!!!!! Ook al moet ik toegeven dat we het gietijzeren gevaarte al regelmatig gespot hebben van ver. Het symbool van Parijs, je kan er niet naast kijken. We moeten een stukje lopen voordat we onder de 320 meter hoge Eiffeltoren staan. Aan de lift zelf staat er een rij van wel 50 meter. Het is eigenlijk een schande, van al die keren dat ik Parijs bezocht, ben ik nog nooit naar boven gegaan. Ik beloof mezelf dat ik volgende keer op voorhand tickets koop op internet want dat kan blijkbaar.  De bouw van de ijzeren constructie in 1889 werd met veel protest onthaald. Het werd in die tijd aanzien als een monsterlijk gevaarte dat niet paste bij de architectuur van Parijs. Ondanks alle protesten van de inwoners van Parijs en vele critici werd de toren voor de opening van de tentoonstelling afgewerkt. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de Eiffeltoren na het einde van de wereldtentoonstelling zou afgebroken worden maar de opkomst van de radio bracht redding. Doordat de toren boven de stad uitstak was het een uitstekende zendmast en zodoende werd besloten om de toren toch niet af te breken. Gelukkig maar!



We hebben dorst dus wandelen we een beetje verder want in de buurt van de Eiffeltoren betaal je je blauw. Een paar straatjes verder is de prijs al snel gehalveerd. En het is helemaal geen straf om door de straten van Parijs te lopen. De stad met haar monumentale gebouwen, grootse pleinen en indrukwekkende boulevards heeft ons hart gestolen. Dat Parijs nog steeds een grandeur uitstraalt, merken we vooral als we langs de Seine wandelen. De indrukwekkende bruggen geven de stad een nog romantischere aanblik. 


De Pont Alexandre III in art nouveau stijl, is een wonder van 19e-eeuwse bouwkunst. De constructie bestaat uit een zes meter hoge stalen boog. De brug zelf is overvloedig versierd met allerlei lantaarnpalen en beelden van cherubijnen en nimfen. Aan beide kanten van de Pont Alexandre III staan grote vergulde standbeelden op hoge granieten sokkels. 



We lopen via de boekenstalletjes langs de Seine verder naar de Notre Dame. We zien veel stoffige boeken en mooie oude landkaarten. Wanneer we bij de 850 jaar oude kathedraal aankomen, valt mijn oog onmiddellijk op de prachtige waterspuwers. De uit steen gehouwen ‘gargouilles’ zoals men ze hier noemt, ter hoogte van de dakrand zijn prachtig. Ze doen dienst als regenwaterafvoer om te voorkomen dat het regenwater langs de gevel naar beneden stroomt. De symmetrische voorgevel staat ook vol met beeldhouwwerken.  De Notre Dame werd immens populair nadat Victor Hugo in 1831 het boek ‘de klokkenluider van de Notre Dame’ schreef en dat is niet voor niets want het is een prachtig gebouw. Het heeft zeker iets sprookjesachtig. Het is in deze kerk dat Napoleon zichzelf tot keizer van Frankrijk kroonde. 


We hebben er weer een prachtige dag opzitten en na een heerlijk ijsje aan de Seine, nemen we de metro terug naar het hotel. Daar gaan we ons een beetje mooi maken want het is Greta’s verjaardag en dat gaan we vieren. We nemen de metro naar Quartier Latin waar we vanmiddag al een tafeltje hebben gereserveerd in restaurant Sabraj. Gelukkig hebben we dat gedaan want het is er helemaal niet zo groot binnen en er zit best al wat volk. De inrichting is in tegenstelling tot de meeste Indische restaurants heel erg gezellig en mooi. Veel warme, donkere kleuren en prachtige houten meubels. Verder geen tralala, gewoon heerlijk eten en supervriendelijke bediening. Mijn favoriete ‘chicken tikka massala’ is om duimen en vingers af te likken! De presentatie is net zoals in andere Indische restaurantjes in kleine schaaltjes: vlees, vis en rijst apart. De gerechten worden hier ook erg lekker gekruid. Het restaurantje ligt misschien wat afgelegen maar we zijn tevreden en zijn het er ook allemaal over eens dat we zeker terugkomen, wanneer we opnieuw in Parijs zijn. 


zaterdag 16 april 2011

Parijs - dag 1

We trekken dit weekend naar de stad van de liefde! Voor velen is Parijs de meest romantische stad op de wereld. Menig buitenlander gaat er heen om zijn of haar geliefde op de Eiffeltoren ten huwelijk te vragen. Parijs heeft klasse, maakt indruk en heeft dat altijd al gedaan. Het is de muze van vele kunstenaars. We nemen ’s morgens vroeg de Thalys naar de lichtstad. We logeren in Hotel Aston, gelegen in een doodlopende straatje. Na aankomst gaan we eerst even wat relaxen op een terrasje om daarna 3 dagen lang cultuur op te snuiven. Inge kijk alvast even op de kaart. De stad heeft zoveel in haar mars dat een weekend eigenlijk te kort is om haar goed te leren kennen maar we gaan alvast ons best doen. De zon schijnt en het is aangenaam warm dus ‘on y vas’!


Het indrukwekkende Place de Vendôme waar een triomfzuil werd neergezet ter ere van Napoleon Bonaparte is redelijk groot. Op dit achthoekige plein bevinden we ons te midden van luxueus Parijs. Hier kan je alle dure kledingmerken en de grote juweliersmerken terugvinden. Als je de rijksten der rijken wil spotten, is dit ‘the place to be’! Hier zijn ook de beste hotels, waaronder het beroemde Ritz-hotel, waar Dodi Al-Fayed en Lady Di verbleven, voordat ze iets verderop onder een brug langs de Seine het fatale ongeluk kregen. Deze plek is niet voor onze portemonnee dus stappen we maar lekker verder in de richting van de Jardin les Tuileries. Het park van het voormalige Koninklijk paleis was een van de eerste parken die voor het publiek toegankelijk werden. Het werd al snel een plek om te zien en gezien te worden. Overal in de parken van Parijs staan er groene stalen stoeltjes die de mensen zelf mogen zetten waar ze willen. Voor ons zal er ook een grote groep geweest zijn want we zien 6 stoeltjes bij elkaar staan. We gaan gezellig zitten om onze voetjes even wat rust te gunnen en mensen te bestuderen. Het is een hele bedrijvigheid in het park en echt rustig is het er niet: locals die op het grasveld lekker picknicken, joggers die aan hun conditie werken en toeristen die onderweg zijn naar het Louvre. Hier is het zalig in dat lentezonnetje! 



Er wordt gezegd dat je in ieder geval eens in je leven het Louvre moet bezoeken. Telkens wanneer ik in Parijs ben, is het echter stralend weer en om dan in een museum rond te dwalen, daar heb ik eigenlijk geen zin in. Slechts 1 keer regende het verschrikkelijk maar toen was er een spontane staking en is het er weer niet van gekomen. Dit weekend schijnt opnieuw de zon en dus beslissen we om het Louvre ook nu enkel langs buiten te bekijken. Maar ooit zal het er weleens van komen want het Louvre is een van de belangrijkste musea ter wereld, niet in het minst vanwege de Mona Lisa. Indrukwekkend is de moderne glazen piramide die voor het oude gebouw werd gebouwd. Het moderne ontwerp werd aanvankelijk met gemengde gevoelens ontvangen vanwege het sterke contrast met de klassieke gevels die de glazen piramide omringen maar is nu niet meer weg te denken uit het Louvre complex. Dankzij de piramide is er nu een ruime, centrale ingang van waaruit het hele museum makkelijk te bereiken is zonder dat aan het bestaande patrimonium geraakt moest worden. De combinatie oud en modern is hier in ieder geval zeer geslaagd.


De metro in Parijs is een geweldig groot netwerk onder de stad waarmee je in no time van het ene naar het andere stadsdeel reist. We nemen een kaartje dat geldig blijft gedurende ons ganse verblijf in Parijs en hebben al snel door hoe de lijnen lopen. Als een mol kruipen we via de roltrappen naar boven op die plaatsen die we willen bezoeken. Zo komen we in één van de leukste buurten van Parijs, namelijk Montmartre. Tot voor de inlijving bij Parijs in 1860 was Montmartre een op zich staand landbouwdorp, dat door de lage huurprijzen vooral gegeerd was bij kunstenaars. Ook vandaag hoor je nog vaak spreken over ‘le village’ of het dorp en als je het aan de oudere generatie vraagt, voelen ze zich nog altijd meer Montmartrois dan Parijzenaar. Via de rue Foyatier beklimmen we de 300 trappen naar de prachtige Sacré-Coeur die zich op de heuvel bevindt. Bij elke trede naar boven wordt het gebouw mooier, maar tegelijkertijd wordt ook het uitzicht over de stad, mooier. Alleen jammer dat de trappen bezaaid zijn met rommel en glasscherven. Op deze zonnige dag contrasteert de sprankelend witte kleur van de Sacré-Coeur tegen de helderblauwe lucht. Ondanks de zware vervuiling, eigen aan een grootstad als Parijs, heeft de basiliek toch steeds zijn sprankelend witte kleur kunnen behouden. De oorzaak hiervan ligt bij de Chateau-Landon steen die gebruikt werd bij de bouw van de kerk. Wanneer het regent reageert deze steen op het water door calsiet uit te scheiden wat als een soort bleekmiddel werkt. De Sacré-Coeur is zo mooi en overweldigend dat het me toch even een kippenvel momentje oplevert.



Dat Montmartre ooit een dorp was, voel je nog steeds, hoewel het massatoerisme stilaan de overhand lijkt te nemen. In deze wijk hebben heel wat bekende schilders gewoond zoals Vincent van Gogh en Salvador Dali. Nog steeds ademt de wijk een nostalgische, schilderachtige sfeer uit die je in het straatbeeld terugvindt. Vooral op het Place du Tèrtre tonen veel kunstenaars hun schilderkunsten. De vaak opdringerige portretartiesten proberen hier de nieuwsgierige meute toeristen te strikken om een karikatuur te laten tekenen. Wij passen hiervoor en besluiten de begane wegen te verlaten om Montmartre ten volle te beleven. Het is zalig rond te kuieren in de smalle straatjes met de kleine huisjes. Zo komen we op het minder bekende Place Dalida. Dalida, één van Frankrijks succesvolste zangeressen ooit, woonde in Montmartre en om haar te eren werd op dit relatief kleine pleintje enkele jaren na haar dood een bronzen standbeeld voor haar neergezet met ontblote borsten. Dat menig toerist hier al over haar tepeltjes heeft gewreven is duidelijk zichtbaar. Of het geluk brengt weet ik niet, maar even wrijven kan zeker geen kwaad!


Ondertussen hebben we honger gekregen en besluiten we één van de vele typische Franse restaurantjes te verkennen. Wat is Frankrijk zonder bouillabaisse? Dit van oorsprong armeluisgerecht werd door vissers op het eind van de dag met de onverkoopbare vissen op het strand in zeewater gekookt en dan gezamenlijk gegeten. Papa is er al heel de dag verzot op en hier hebben ze het! 


Na het eten wandelen we terug in de richting van ons hotel. De schrijnende armoede op straat is hier in Parijs goed zichtbaar. Het cliché van de clochards die onder de bruggen van Parijs slapen, wordt hier niet ontkracht. Hun bestaan is allerminst romantisch. Niemand weet hoeveel daklozen er precies zijn maar men tracht aandacht te geven aan het schrijnende probleem. We stellen ons meermaals de vraag hoe het kan dat in een zo welvarende stad zo veel mensen op straat wonen? Het is duidelijk dat de meeste Parijzenaren zo aan dit beeld gewend zijn, dat zij ze niet eens meer zien.