maandag 23 september 2019

Herceg Novi

Als het in Montenegro regent, dan REGENT het! Ik moet mijn bed nog niet uitkomen om te weten dat het vandaag een verschrikkelijk natte dag zal worden. De regen klettert tegen de rolluiken. Eenmaal uit bed zie ik op ons normaal zonovergoten terras dat de hemel volledig dicht zit. Ontbijt op het terras is dus uitgesloten. Gelukkig is het binnen lekker warm en knus. We hadden ons de laatste dag in dit prachtige landje helemaal anders voorgesteld maar het is wat het is en we moeten er het beste van maken.


s’Middags lunchen we gewoon thuis maar rond half 5 klaart de hemel een beetje op en besluiten we het stadje in te trekken. Nog een laatste keer door de straatjes kuieren en uiteraard gaan eten in ons favoriete restaurant. Lekker decadent doen voor een laatste keer: eerst een voorgerechtje, daarna een lekker visje en afsluiten doen we met een ijsje. 


Op twee weken tijd hebben we bijna het ganse land doorkruist en kunnen we zeggen dat we ongeveer alle bezienswaardigheden in Montenegro bezocht hebben. Het kleine Montenegro is net iets groter dan België maar had echt alles om ons te betoveren: een prachtige kust, ongerepte natuur en pittoreske dorpjes. De schoonheid van het land heeft onze verwachtingen echt overtroffen. Tijdens onze eerste etappe in de bergen waar we het Nationale park Durmitor bezochten, zagen we vooral natuurschoon en het was er lekker rustig want we kwamen er bijna niemand tegen. De tweede etappe in Virpazar was wat ons betreft de leukste bestemming met adembenemende ritten door de bergen en het prachtige Skadarmeer. Maar ook hier aan de kust hebben we genoten van de prachtige toeristische dorpjes. Montenegro heeft het allemaal. We kunnen nu met zekerheid zeggen dat diegenen die beweren dat dit het best verborgen geheim is van Europa, groot gelijk hebben!


Nog even voor alle toekomstige reizigers naar Montenegro: zet jullie roaming af want wij werden getrakteerd met een hoge rekening! Montenegro is wel Europa en je betaalt weliswaar met de euro maar het behoort nog steeds niet tot de Europese unie. 


Het was weer fijn even wat ‘quality time’ door te brengen met papa. Wanneer je plots helemaal op elkaar bent aangewezen, beleef je samen zowel de mooie als de slechte momenten en komen alle sterke maar ook zwakke kantjes naar boven. Ja telkens we samen op reis gaan, brengt dat ons weer ietsje dichter naar elkaar toe.


zondag 22 september 2019

Kotor - Rose - Tivat

De laatste dag mooi weer, als we de voorspellingen mogen geloven, dus gaan we vandaag de draad weer oppikken van ons bezoek aan Kotor. Enkele dagen geleden moesten we de stad hals over kop verlaten vanwege het onweer. Het is zondag en dat is duidelijk te merken op de weg. Er is zo goed als geen verkeer en dat is best een aangename afwisseling met de drukte die er meestal heerst rond het meer. Ik kan dus ook wat rondkijken en het valt me op dat er hier en daar een soort boeien op het water dobberen, alsook grote ronde kooien. Papa denk dat dit plekken zijn waar mosselen worden gekweekt maar zeker zijn we dus niet. Dat moeten we een van de dagen eens aan Mole vragen. 


Op de betaalparking van Kotor is er nog plek zat. Eenmaal binnen in de ommuurde oude stad, bewegen we ons van plein naar plein, langs eeuwenoude kerkjes, schattige steegjes en middeleeuwse gebouwen. Kotor telt buiten zijn 23.000 inwoners, tevens ook een heleboel katten. Eeuwenlang was Kotor een handelshaven voor schepen uit de gehele wereld en vele katten op de schepen werden hier achtergelaten en uiteindelijk bevolkte een uiterst gevarieerd scala van dit geliefde beestje de stad. Volgens de legende werd de stad geplaagd door slangen en ratten en de katten werden hierheen gebracht om de stad en haar inwoners hiertegen te beschermen. Hoe dan ook, de katten zijn nu het symbool van geluk voor het gehele land.


In Kotor is er zelfs een heus kattenmuseum, voor kattenliefhebbers een droom die uitkomt. We betalen 1€ en dat bedrag gaat integraal naar de verzorging van de vele katten in Kotor. Het museum bevat duizenden foto’s, postkaarten, sieraden, advertenties en postzegels. Heel grappig dat de katten er ook in en uit lopen. Dat is niet zo verwonderlijk want in een van de kamers staat wat voeding voor de lieve beestjes. Ze lijken ook allemaal heel erg verzorgd en sommigen hebben ook een vlooienband om.


Tegenover het museum bevindt zich het Ombra restaurant. Op het terras staat een grote zwarte populier. Deze werd gepland na de grote aardbeving in 1667 en doet dienst als beschutting tegen de felle zon. We zetten ons op het terras en genieten van een vers fruitsapje. Even overwegen we om hier te lunchen maar het wordt drukker in de stad en we hebben geen zin om tussen de cruiseboot toeristen te belanden. We besluiten om naar rustiger oorden te trekken maar eerst eten we nog een heerlijk ijsje.


Wanneer we de parking verlaten, klopt een Brits koppel op ons raam. Ik denk dat ze om een lift zullen vragen maar nee hoor, ze vragen of we weten dat we met onze koffer wagenwijd open rijden? Hmmmm nee dus! Papa had net nog snel iets uit de koffer genomen en was ze gewoon vergeten dicht te doen. Beetje verstrooid zeker? 


Eenmaal op de baan zie ik aan de zijkant politie staan. Ik begin dus hevig te dimmen telkens er een auto aankomt, om de chauffeur te verwittigen. Alleen, merk ik niet op dat er ook een politiewagen in tegenovergestelde richting komt. Hij wordt dus ook verwittigd! Even hou ik mijn hart vast want voor hetzelfde geld draait hij terug om me te beboeten. Staat er trouwens een straf op mensen verwittigen? 


We rijden naar Rose, een vissersdorpje dat helemaal aan de andere kant van de baai ligt. Van op ons terras kunnen we het zien. De weg er naartoe gaat gedurende 4 km steil naar beneden en is redelijk smal. Helemaal op het eind van de weg is er een kleine parking. Door de ligging buiten de toeristische gebaande paden op het uiterste puntje van het Lustica schiereiland, geeft het ons een ander gevoel dan de andere dorpjes in de baai. De zee is hier veel onstuimiger door de meer open ligging en donkerder door de diepte. De smalle straatjes, de trapsgewijze opstapeling van huizen en het pittoreske haventje kunnen ons onmiddellijk bekoren.


Er zijn veel gerenoveerde vissershuizen waar nu hostels van gemaakt zijn en het zijn vooral rustzoekers en zonnekloppers die deze locatie uitkiezen. Er is een voormalig klein Oostenrijks Hongaars fort, genaamd Forte Rose. Dit werd ook omgetoverd tot een hotel.


We zetten ons op het terras van restaurant Adriatic Rose met zicht op de azuurblauwe zee. Naast ons komt er een Belgisch koppel zitten die een gesprek aanknopen met papa. Ze zijn net aangekomen en ze vragen waar we logeren en wat we al gezien hebben. Tja dat moet je nu net aan Coiske vragen. Hij moet hun het antwoord schuldig blijven. Wanneer ik terugkom van het toilet sta ik ze maar even te woord en geef ik hen wat tips. We eten mosselen in witte wijn (niet zo lekker als in België volgens papa) en gamba’s (lekker van smaak maar wel een heel gepruts want ik krijg ze maar moeilijk uit hun jasje en het darmkanaal zit er nog in). De locatie maakt echter alles goed! 


Op onze weg terug naar huis, stoppen we in Tivat. Dit is een populaire toeristische bestemming aan de Baai van Kotor. Toen Montenegro nog onderdeel was van het voormalige Joegoslavië, was Tivat de plaats waar de grootste marinehaven van het land te vinden was. Na het uiteenvallen van het land werd de haven verlaten en kwam een groot deel van de inwoners zonder werk te zitten. Enkele jaren geleden werd de oude haven opgekocht door enkele miljonairs die er een jachthaven bouwden.


In de jachthaven van Porto Montenegro ligt een fortuin te dobberen. De lange prachtig aangelegde autovrije winkelstraat is een lust voor het oog maar niet voor de portemonnee. Hier vind je winkels van alle grote merken: Scapa, Hermes, Prada, zelfs Dries van Noten heeft hier een filiaal. Aan de brede boulevard is het zalig vertoeven op een van de zonnige terrassen maar daarvoor zal ik nog eens moeten terugkomen want papa vindt zo veel luxe maar niets. Tivat is goed op weg om het Saint Tropez van Montenegro te worden. 




zaterdag 21 september 2019

Nationaal park Lovcen - Cetinje - Njegusi

Weer een prachtige blauwe lucht wanneer we opstaan dus besluiten we nog eens de bergen in te trekken. Dat is lang geleden en ik begin het een beetje te missen. Met de ferry gaan we weer richting Kotor en daar nemen we de oude weg naar boven de bergen in. We trotseren, behalve zo’n dertigtal gewone bochten, zowaar 25 scherpe, steile haarspeldbochten en tellen mee af want bij elke bocht staat het aantal op de rots geschreven. Af en toe houden we halt om van het indrukwekkende landschap te genieten. Onder ons zien we de baai van Kotor steeds kleiner worden. Dit is werkelijk een van de mooiste wegen die we deze vakantie hebben gedaan en de weg is best te doen, dus laat je niet afschrikken. Af en toe moeten we even plaats maken voor een tegenligger maar daar is voldoende gelegenheid voor. Een eenzame fietser trapt voor zijn leven en we denken allebei: hij liever dan wij!


We gaan op zoek naar de ingang van het Nationaal park Lovcen. Het bestrijkt 6.400 ha en wordt gedomineerd door het Lovcen gebergte. De berg heeft twee pieken, Štirovnik op 1.749 meter en Jezerski op 1.657 meter hoogte. Na flink wat zoeken, komen we aan bij de ingang van het Nationale park. Hier moeten we 2€ per persoon betalen om het park binnen te mogen. Na nog wat bochten komt de top die de Montenegrijnen beschouwen als hun berg van Olympus, in zicht. Op deze piek, de Jezerski, staat het mausoleum van Petar II Petrovic Niegos, een symbool voor het Montenegrijnse volk en een boodschap aan al haar uithoeken: het hart van Montenegro is onveroverbaar.


Bij de laatste bocht zien we de laatste helling voor ons. De smalle weg staat links helemaal vol geparkeerde auto’s en recht staat er een file van auto’s die trachten naar boven te rijden. Het toeval wil dat net wanneer wij in de bocht arriveren, er een auto wegrijdt dus ik pik zijn plaatsje in. Na wat manoeuvreren om zo dicht mogelijk tegen de rotswand te staan, besluiten we dat te voet verder gaan, de beste optie is. Eenmaal aan de ingang besef ik dat mijn  portemonnee nog in de auto ligt dus draai ik terug want hij ligt echt in het zicht en stel je voor dat ze een ruit uitslaan. Ik denk mijn fitness voor vandaag al gehad te hebben, maar niets is minder waar. Hier begint het nog maar! Enthousiast beginnen we aan de klim van 467 treden. 


We betalen 5€ per persoon om het mausoleum zelf te bezoeken. Hier liggen de resten van Petar II Petrovic Njegos, vanaf 1830 de laatste ‘vladika’ van Montenegro en de grootste held van het land. Het gebouw werd in de jaren 70 in communistische stijl opgetrokken. Twee metershoge vrouwelijke bewakers domineren de entree. Daarachter is er een ruimte waar, onder een indrukwekkend gouden plafond, een 28-ton zwaar granieten beeld staat van Njegos, rustend in de vleugels van een arend. Het granieten beeld is even prachtig als indrukwekkend.


Als we om deze ruimte heen lopen, zien we aan de achterkant een trap die leidt naar het ondergrondse mausoleum. Hier heeft Petar de eeuwige rust gevonden. Het is er verschrikkelijk donker, enkel wat kaarsen verlichten de ruimte maar het heeft iets sereen. Achter het mausoleum leidt een pad naar een uitzichtpunt over de machtige bergen van het Lovcen-gebergte. Wow ik ben echt onder de indruk! Het uitzicht en de rust hier is adembenemend. Hierboven waait er een fris windje maar gelukkig hebben we het warm gekregen van al dat klimmen. De meeste mensen hebben echter een trui, een jas of een warme sjaal bij dus koukleumen zijn gewaarschuwd!


Nog helemaal onder de indruk wandelen we terug naar de auto maar daar aangekomen is er chaos. Een bus probeert omhoog te rijden terwijl een aantal wagens net onderweg is naar beneden. In de bocht waar wij geparkeerd staan, staat alles dus stil. Niemand kan voor of achteruit en ook wij zijn geblokkeerd. We zetten ons op een steen en slaan het tafereel gade. Nadat er eindelijk een auto wegrijdt, kan de bus achteruit en kunnen de auto’s passeren. Moraal van het verhaal: wil je het mausoleum bezoeken, kom dan heel vroeg in de ochtend want parkeerplekken zijn hier schaars. 


We rijden terug naar beneden naar de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro, Cetinje. We waren hier al eens eerder maar beseften toen niet dat er zo veel te zien is.  Het is een stad met een rijke historie en heeft buiten een historische, ook een spirituele waarde voor de Montenegrijnen. Ze werd gesticht in de 15de eeuw aan de voet van de berg Lovćen en sindsdien vertegenwoordigt Cetinje het culturele hart van Montenegro. 


Ondertussen is het lunchtijd dus zoeken we opnieuw het gezellige terrasje van enkele dagen geleden op. Toen dronken we hier voor het eerst een aardbeiensapje, een drankje dat we sindsdien nog vaak drinken want het is super lekker. Telkens wanneer er een mandje brood op tafel komt, heb ik moeite om er af te blijven maar niet in Montenegro. Het brood is meestal zout- en smaakloos en redelijk droog. Het brood dat hier echter op tafel komt, is hemels! Lekker mals en het smaakt een beetje naar smoutebollen. Het is eigenlijk maisbrood, gemaakt van polenta. Tegen dat mijn forel en papa’s inktvis op tafel komen, hebben we al flink wat brood achter de kiezen.  Alles is super vers en heel lekker klaargemaakt en het bijhorend sausje van olijfolie, look en peterselie smaakt heerlijk. ‘Restoran TavèRna’ (Ul. Baja Pivjanina 77) is een aanrader! 


Na de lunch gaan we op verkenning in de stad. Cetinje, met name het historische centrum van de stad, is klein en alles is dan ook op loopafstand. We passeren een aantal indrukwekkende gebouwen, zoals de voormalige ambassades en barokke paleizen die nog toebehoren aan de familie van Petrovic Njegos.


Via een autovrije, gezellige straat komen we bij het Klooster van Cetinje. Voor sommige Montenegrijnen is het haast een bedevaart plek. In de kerk bevinden zich namelijk twee relikwieën, het trotse bezit van het klooster: een splinter van het kruis van Jezus Christus en de rechterhand van Johannes de Doper. Wij mogen alleen de binnenplaats en het rechter kapelletje bezoeken. Fotograferen mogen we binnen niet en we zullen maar braaf zijn, want er hangen hier overal camera’s. Wel jammer want het is er echt mooi binnen. Devote inwoners branden er een kaars en kussen de beeltenis van de heiligen. Ook hier hangt er een serene sfeer en we worden er zelf stil van. Een momentje van bezinning, ook voor ons, niet gelovigen.


Aan de andere kant van het park staat er nog een klein mausoleum, dat van Crnojevici. Het klooster werd in 1484 gebouwd ter nagedachtenis van Virgin Mary. Enkel het kerkje staat nog recht, de andere gebouwen zijn nu nog slechts ruïnes. 


Onze laatste stopplaats voor vandaag is het authentiek dorpje Njegusi, gelegen op de hellingen van de berg Lovcen, aan de voet van het Nationaal park op 1.111 meter boven zeeniveau. Dit dorp is het best bekend als de geboorteplaats van de koninklijke dynastie van Montenegro van Petrovic, die Montenegro van 1696 tot 1918 regeerde. Het dorp is ook belangrijk voor zijn goed bewaard gebleven traditionele gebruiken. De lokale kaas, Njeguški sir en de lokale ham Njeguški pršut, worden uitsluitend in het gebied rond Njeguši gemaakt. Het dorp leent zich dan ook uitstekend voor het proeven van ham, kaas en wijn. En als het op eten aankomt, dan is papa er als de kippen bij. Overal staan er kraampjes waar de lokale bevolking hun producten aan de man trachten te brengen.


We proeven eerst de Njeguški pršut. De bijzondere smaak en het aroma van de ham, zijn het resultaat van een mengeling van zee- en berglucht en vooral van de rook van beukenhout dat wordt gebruikt tijdens het droogproces. Daarna krijgen we elk een borrel van de plaatselijke wijn, al vind ik het meer een likeurtje. Het goedje gaat zoetjes naar binnen maar omdat ik moet rijden, nemen we maar een flesje mee voor straks. Ook een pakje ham mag niet ontbreken. De verkoper is in zijn nopjes maar wij ook. Met een tas vol lekkers rijden we terug naar huis. We kijken er al naar uit om straks op ons terras te genieten van de Montenegrijnse folklore. 


vrijdag 20 september 2019

Sveti Stefan - Budva

Het eerste wat ik ‘s morgens doe, is de rolluiken optrekken om te kijken of we opnieuw een zonnige dag krijgen. Aangenaam verrast door de prachtige blauwe hemel, maak ik me klaar. Snel een eitje bakken voor ons ontbijt en dan de auto in voor een ritje van zo’n 1,5 uur naar Sveti Stefan. Eenmaal op de weg, passeren we het stadje Kamenari. Daar vertrekt de overzetboot naar de andere kant van de baai en die zou ons 45 min tot een uur sneller ter plaatse kunnen brengen. We besluiten dus toch maar eens te gaan informeren. De man in het kioskje kijkt me onvriendelijk aan wanneer ik hem vraag wanneer de volgende boot vertrekt, wat het kost en hoe het werkt. Hij begrijpt duidelijk geen Engels maar duwt me een rekening in de hand van 4,5€. Ik vraag hem toch nog maar eens of ik moet wachten maar hij doet teken en zegt op brute wijze: ‘just go!’ Ah een beetje Engels kan hij dus toch. Ik rep me snel terug naar ons autootje en rij richting ferry. Daar wordt mijn ticket gevraagd en dan mag ik achter de auto’s plaatsnemen. In totaal gaan er zo’n 18 auto’s aan boord. Nog geen 2 min later vertrekken we al. Papa trotseert de hevige wind aan dek om wat te filmen maar ik blijf rustig zitten want amper 10 min later staan we al aan de overkant in het dorpje Lepetane. Super zo’n ferry, hier gaan we nog gebruik van maken!


Na nog eens 30 minuutjes rijden, arriveren we in Sveti Stefan. Eeuwenlang was dit een vissersdorpje op een rotsig eilandje, vlak voor de kust in de Adriatische Zee. Totdat dictator Tito in de jaren 50 besloot om de luttele resterende bewoners te verbannen en het eiland te transformeren tot een hotel dat door middel van een dam verbonden is met het vasteland! De vijftig huisjes met hun dikke muren, kleine raampjes en rode pannendaken werden suites en Sveti Stefan werd het eerste luxueuze vakantieoord van toenmalig Joegoslavië. De groten der aarde vierden al vakantie op het ommuurde eiland zoals Kirk Douglas, Richard Burton en Orson Welles. De val van Joegoslavië betekende het einde voor het befaamde staatshotel. Het kostte de luxe hotelketen Aman Resorts vijf jaar en 30 miljoen euro om het eilandhotel tot in de puntjes te restaureren. In 2012 heropende het weer en staan de sterren opnieuw in de rij, onder wie Brad Pitt, Bruce Willis en Sylvester Stallone. Tennisster Novak Djokovic trouwde met zijn geliefde Jelena Ristic in het fresco-rijke kerkje en huurde voor het huwelijksfeest het hele eiland af. Ook al kan je het niet echt bezoeken het is wel een pareltje langs de Adriatische kustlijn.


Amper 8 km verder ligt Budva, de bekendste badplaats van Montenegro. Het is er groot, levendig en druk en de stad staat bekend als het Miami van Montenegro. We moeten dus wel eventjes zoeken naar een geschikte parkeerplek die niet te ver van de oude stad ligt. Ik heb zin in een latte macchiato maar ook al staat het hier op de kaart, het ziet er helemaal anders uit. Dan maar een vers fruitsapje, ook altijd lekker. Na de nodige behoeftes gaan we richting zee en wandelen we via de kleine wandelboulevard en de jachthaven met indrukwekkende jachten richting Stari Grad. De oude stad dateert helemaal uit de 5e eeuw v. Chr., is klein en charmant en volledig autovrij. Ze betovert ons onmiddellijk.


Het Middeleeuws centrum ligt op een schiereiland en is omringd door middeleeuwse stadswallen, compleet met fort, torens en toegangspoorten.  Zodra we door één van de stadspoorten de stad binnenwandelen, zien we hoe sfeervol de kleine straatjes zijn. Veel van de architectuur in de oude stad is van Venetiaanse oorsprong. Deuren, scharnieren, ramen en balkons zijn nog in Romeinse stijl. Overal zijn er uiteraard kleine souvenirwinkeltjes en die nemen wel een beetje van de charme weg maar ach alles is beter dan vervallen en vuile straatjes. Hier is gezelligheid troef!


De Holy Trinity kerk, middenin het centrum van het oude stadje, heeft prachtige fresco’s op de muren en het plafond. Foto’s nemen doe ik al lang niet meer want alle kerkjes zien er zo goed als hetzelfde uit vanbinnen. Deze orthodoxe kerk is gebouwd in 1804. Het verbaast me nog steeds hoeveel jonge mensen hier naar de kerk gaan om te bidden en kaarsen te branden. Wat een verschil met ons landje. Naast deze kerk vind je in de oude stad nog 3 kerkjes, namelijk de St John’s kerk, de St Mary’s in Punta en de St Sava’s kerk. Deze kleine kerkjes maken Stari Grad nog charmanter.


Wanneer we in de richting van de zee lopen zien we het oude fort Citadela. De inkom bedraagt 3,5€ en alles wordt goed in het oog gehouden. Papa die al doorgaat, wordt streng toegesproken dat hij eerst een ticket moet kopen. Ik doe teken dat mijn tweede ticket voor hem is en pas dan kan er een lachje af. In het fort genieten we van een prachtig uitzicht, doordat het hoger gelegen is dan de rest van Budva. Daarnaast is er een klein museum maar het is vooral de oude bibliotheek die ons kan bekoren. Hier wordt de grootste schat uit de Middeleeuwen bewaard, want er staan heel wat unieke oude boeken. 


Ondertussen is het middag en we hebben honger maar we zijn de Montenegrijnse keuken even moe. Deze is in een woord te beschrijven: puur, what you see is what you get! Aardappelen, vlees of vis, weinig groenten en zo goed als geen saus. Dat laatste is ok voor vis maar het vlees is meestal altijd redelijk droog hier. Daarom besluiten we eens voor iets Aziatisch te gaan. Een risico, want het is het eerste Aziatische restaurant dat we in Montenegro zien maar we wagen het erop. Op hun gezellig terrasje nemen we, als enige gasten, plaats in de schaduw. Na een kwartiertje loop ik toch even naar de keuken om te vragen of ze wel open zijn. Die blinkt als een pareltje en de kok draagt een nette schort dus ik ben er alvast gerust in. Hij vraagt me nog even geduld te hebben want er is net een groep Chinezen aangekomen (zij zitten blijkbaar binnen) maar hij brengt ons toch al de kaart. Wanneer het eten op tafel komt zijn we beiden in onze nopjes want het is zooooo lekker! Restaurant Shanghai is echt een aanrader wat ons betreft en Maurina, als je volgend jaar gaat .... ze hebben er ook sushi! Je vind het in een klein straatje, trapje op aan Hotel Vila Balkan. 


Overal zien we plaatjes en souvenirs van een balletdanseresje en ik wil ze graag in het echt zien dus gaan we op zoek. Net buiten de stadsmuur aan de jachthaven, staat het kleine beeldje te pronken. Het verhaal gaat dat dit standbeeld er is neergezet voor een meisje dat er verdronken is, maar niemand weet dit echt zeker.  Het doet me een beetje denken aan de kleine zeemeermin van Kopenhagen. Dat is ook niet erg groot maar net als het balletdanseresje, heel sierlijk. Ik vind het prachtig! Af en toe tracht er iemand dezelfde pose aan te nemen, meestal jonge meisjes die waarschijnlijk aan ballet doen maar helemaal lukt het toch niet.  Ik moest direct aan Noa denken, die zou dat wel kunnen! 


Via de prachtige jachthaven wandelen we terug naar de auto om vervolgens opnieuw huiswaarts te rijden. We besluiten nog even op zoek te gaan naar een grot met prehistorische tekeningen uit de achtste eeuw voor Christus. Deze zouden zich in Lipci bevinden. Al van ver wordt de grot aangeduid op bruine borden. Nu hebben wij geen goede verstandhouding met die bruine borden want herinneren jullie nog dag 3, toen we op zoek waren naar dat klooster dat we nooit gevonden hebben? We twijfelen dus even maar volgen dan toch de wegwijzers en wat denken jullie? De wegwijzer gaat naar rechts via een kronkelig smal weggetje maar eindigt op privaat terrein, geen grot te bekennen! Het is werkelijk heel vreemd dat de Montenegrijnen zo veel geld en moeite steken om die grote bruine borden te plaatsen op de hoofdweg maar eens je van de hoofdweg afgaat, zie je geen wegwijzers meer en word je aan je lot overgelaten. 


Een beetje gefrustreerd rijden we dan maar naar Herceg Novi om op ons lievelingsterras een ijsje te gaan eten. Hier is het de plaatselijke vuilniswagen die ons op de zenuwen werkt. Ze duwen ons zo goed als de weg af want zij moeten er door. Ik kan echter niet weg want voor mij staat er een auto waar niemand in zit en achter mij staat er een auto die aan bumperkleven doet. Gevolg: heel het kruispunt geblokkeerd! Jullie begrijpen wel dat dat ijsje écht gesmaakt heeft zeker! 


donderdag 19 september 2019

Kotor

Wederom slecht geslapen, dit keer door de pomp van het zwembad die heel de nacht een zoemend geluid produceert. Papa slaapt door alles door en hoort er niets van. Ik ben dus wat grumpy aan de ontbijttafel, ook omdat ze voor vandaag een regenachtige dag voorspellen. Wanneer we buiten kijken, lijkt alles mooi en vredig dus overleggen we even wat we gaan doen. Kotor staat op de planning maar dat is best even rijden (eergisteren deden we er 1u40 over) en het onweer zou rond de middag losbarsten. We besluiten om het er toch maar op te wagen. Om 8 uur zitten we al in de wagen en op de weg langs de baai is het zo vroeg in de ochtend nog redelijk rustig. We komen aan rond 9 uur en parkeren op een betaalparking net buiten de oude stad. 


Kotor is een Venetiaans Werelderfgoed stadje aan de voet van de berg Lovcèn, in een diepe inham van de Adriatische Zee. We werden reeds gegrepen door de schoonheid van de immens blauwe baai toen we 2 dagen geleden de stad passeerden. We weten dat we aan de zee zitten, maar naar ons gevoel zou het ook een bergmeer kunnen zijn. De hoge bergen omsluiten de baai bijna volledig en alleen de cruiseschepen die naar binnen varen, verraden dat er een uitgang is. Ja, Kotor is een geliefde haven voor deze mastodonten, dus we zijn hier niet alleen. De schepen spugen mensen uit met gevolg dat er hordes toeristen achter bordjes aanlopen. 


De entreepoort naar de stad toe is gebouwd in 1555 door de Venetianen. Op de muren van de hoofdingang zien we de gevleugelde leeuw van St Mark, het symbool van Venetië. Later zien we dit symbool ook op andere plekken in de stad. Boven de ingangspoort staat de datum wanneer Kotor vrijkwam van de Nazi’s en dit wordt gekenmerkt door een communistische ster en een quote van Tito.


Wanneer we door de toegangspoort binnenwandelen, is het eerste wat we zien de robuuste en vierkante klokkentoren. We wanen ons meteen in een schilderijtje, waar op elke straathoek de charme er vanaf spat. Ik ben een romantisch ziel en het duurt dan ook niet lang vooraleer ik overmeesterd word door de lieflijke sfeer van Kotor. De kleine, verkeersvrije steegjes die zigzag doorheen het oude centrum lopen, nodigen uit tot slenteren aan een gezapig tempo. Kotor is een middeleeuws doolhof met musea, kerken, pleinen en Venetiaanse paleizen. We wandelen door de smalle straatjes, waar de schone was boven ons hoofd aan de  waslijnen hangt te drogen.


Het meest indrukwekkende gebouw van Kotor is de katholieke St Tryphon’s kathedraal. Met zijn asymmetrische toren, het symbool van de stad. Deze kerk is in de 12e eeuw gebouwd, maar door vele aardbevingen constant gereconstrueerd. Toen in 1667 de hele voorzijde werd vernietigd werd de barokke klokkentoren toegevoegd. De linker klokkentoren is helaas nooit afgeraakt.


Het hoogtepunt van een bezoek aan Kotor zou het uitzichtpunt zijn vanuit het San Giovanni Fort. Het is bewolkt dus misschien is het nu wel het moment om de uitdaging aan te gaan. We beginnen aan de wandeling naar boven via de meer dan 1300 treden langsheen de vestingmuur. Gebouwd op de flanken van de baai, vormt de muur nog steeds een raadsel voor heel wat historici. Het lijkt wel of we kijken naar een miniversie van de Chinese muur.  Soms is het oppassen geblazen want de stenen kunnen verraderlijk glad zijn en af en toe moeten we uitkijken dat we niet in een gat donderen. Tijdens de wandeling is er een enorme samenhorigheid tussen de toeristen, iedereen steunt elkaar. Nog een beetje verder, komaan niet opgeven! Ook de mensen die naar beneden komen, spreken ons bemoedigend toe. Het uitzicht is grandioos dus echt wel de moeite om door te zetten. Na toch best wel wat klimmen, komt er een Engelsman naar beneden die al lachend zegt: ‘je moet nog zeker drie keer zo veel trappen doen tot aan de top’. We lachen het weg maar later zal blijken dat hij gelijk had. 


De wandeling is verschrikkelijk vermoeiend maar ondanks de vele treden, wel te doen zolang we af en toe maar een rustpauze inlassen. Het uitzicht wordt mooier na elke stap die we zetten. Na ongeveer een uur bereiken we ‘the Church of Our Lady of Health’ en vinden we dat we een iets langere rustpauze verdiend hebben. Gelukkig zijn er stenen banken waar we ons op kunnen neervlijen. Mijn wangen zien ondertussen al zo rood als een tomaat en ik voel het zweet over mijn rug naar beneden lopen. Op een dag als gisteren had dit echt geen optie geweest. Gelukkig heb ik er wel aan gedacht om beneden wat water te kopen en dat is echt geen overbodige luxe. Papa heeft soms het gevoel draaierig te zijn dus ik doe hem drinken want vocht is echt essentieel bij een dergelijke klim, zeker op zijn leeftijd. In mijn binnenste ben ik best wel trots op mijn papa want doe het hem maar na hé, 76 jaar en toch best nog fit. Fitter dan mij bij momenten! 


Even overwegen we of het niet genoeg is geweest maar we zijn nu al zo ver dus gaan we verder. Na nog eens 30 min komen we opnieuw op een platform van waar we de ruïnes van het fort kunnen zien. Van hieruit hebben we een uniek en ongeëvenaard zicht op de door groene bergen omringde Baai van Kotor, ook wel ‘de zuidelijkste fjord van Europa’ genoemd.  


Een blik op de stad, die ver onder onze voeten ligt, gedrapeerd door een cruiseschip dat net is aangemeerd, doet het hijgen en zweten van de eindeloze klim vergeten. We snappen nu ook waarom Kotor nooit veroverd kon worden.  Hoe kan je als schip hier aanleggen terwijl de bommen van boven op je neer regenen? We kijken naar boven en zien dat we best nog wat trappen te goed hebben en eerlijk, ik ben kapot! Papa laat het aan mij over of we verder gaan maar ik zie dat ook hij zijn limiet bereikt heeft. Bovendien neemt de bewolking toe en ben ik bang dat de regen niet lang meer op zich zal laten wachten. We besluiten dus dat het welletjes is geweest en draaien net als zovelen terug. Het uitzicht hier zal wellicht niet zo erg verschillen met dat van helemaal aan de top. Nog een laatste foto van ons samen daar op ‘ons’ hoogste punt. De rode wangen verraden mijn vermoeidheid.


Al zigzaggend gaan we stap voor stap terug naar beneden. Ik moet me vaak bedwingen om de mensen niet te verwittigen voor wat nog komen moet, maar wil ze ook niet ontmoedigen. Naar beneden is niet zo vermoeiend maar wel heel vervelend met die trappen. Ik voel mijn knie branden. Blij dat we heelhuids beneden zijn aangekomen, gaan we op zoek naar een lunchplekje. Het wordt een leuk terras op een sfeervol pleintje. Het menu van de dag bestaat uit drie gangen en kost slechts 10€. Geen culinair hoogtepunt maar best lekker. In de verte zien we een onheilspellend zwart wolkendek dus vragen we snel de rekening. Alle andere gasten haasten zich naar binnen. Naast het terras staan er twee dames ijs rolletjes te maken, een specialiteit hier in Kotor dus dat moeten we toch geproefd hebben. Op een diepgevroren plaat worden alle gekozen ingrediënten geplaatst, in mijn geval mozartkugel en rode vruchten. Daarbovenop wordt melk gegoten en dan wordt alles gehakt en gemengd en in rolletjes gesneden. Ja het is moeilijk uit te leggen maar het was in ieder geval wel heel lekker.


Ondertussen is het pikdonker geworden, het lijkt wel nacht, en waait er een hevige wind. We besluiten even te schuilen onder een luifel terwijl we rustig ons ijsje opeten maar dan breekt de hel los, de hemelsluizen worden opengezet, de regen stroomt door de straten. Het is een uurtje later dan de voorspelling maar we weten dat het de hele namiddag zal blijven duren. Met tegenzin reppen we ons door de straten naar de auto. Opnieuw is het rustig op de weg wanneer we naar huis rijden, iedereen zit binnen te schuilen voor het noodweer. Eenmaal thuis maken we er een rustige, luie namiddag van. Tegen de avond is de rust weergekeerd en eten we buiten op ons terras een lekkere pasta. 

woensdag 18 september 2019

Herceg Novi - Perast

Zalig geslapen en terug helemaal fit, klaar voor een nieuwe dag! We zetten een muziekje op en ontbijten op ons terras met prachtig uitzicht. Iedereen slaapt nog en het is er lekker rustig. Om half 9 trekken we naar beneden, weg van onze berg om Herceg Novi te gaan ontdekken. Het gebeurt allemaal in Stari Grad (oude stad), met grote levendige pleinen, fraaie kerken en grote forten. Om hier te komen moeten we wel eerst flink afdalen. We proberen er nog niet aan te denken dat we straks ook terug naar boven moeten. We passeren de plaatselijke markt waar de marktkooplui al druk bezig zijn hun fruit, groenten, honing, raki en wijn presentabel te maken voor de vroege vogels. Het zijn duidelijk de inwoners zelf die hier een tafeltje neerzetten met hun producten. 


Bij het Nikola Durkovic plein zien we de klokkentoren die gebouwd werd in 1667. Tijdens de Turkse overheersing was het de toegangspoort naar de stad. Hier beginnen de trappen en geloof me het zijn er veel in dit stadje! Gelukkig worden we afgeleid door de vele kleine, mooie steegjes om ons heen.


Na een flinke klim komen we hijgend en puffend boven bij Kanli Kula, het grootste fort in Herceg Novi. Kanli Kula betekent ‘bloedige toren’. Het fort is dan ook een voormalige beruchte gevangenis geweest. Het is een van de belangrijkste bezienswaardigheden want van hieruit heb je een prachtig uitzicht over de hele stad maar het is nog vroeg en we zijn er, op twee dames na, helemaal alleen. In de zomer worden hier theatervoorstellingen en concerten georganiseerd en mede daardoor staan er midden in ons beeld enkele lelijke ijskasten van coca cola. Daar is duidelijk niet over nagedacht, althans niet door iemand met een oog voor fotografie!


Zigzaggend gaat het stap voor stap terug naar beneden naar het fotogenieke plein Belavista met de mooie St. Arhangel Mihailo kerk die gebouwd werd tussen 1883 en 1905. Vroeger stonden er twee grote palmbomen om de kerk maar die zijn nu jammer genoeg verdwenen. Ik kan me voorstellen dat die het plaatje helemaal compleet zouden maken. Van al dat trappenlopen hebben we dorst gekregen en gaan we nog maar een terrasje doen. We zitten net neer wanneer er een bende schoolkinderen de klim naar boven aanvat. Wat zijn we blij dat we zo vroeg hier waren. Hoe later op de dag hoe meer bussen met toeristen er arriveren. We proberen ze voor te blijven en dalen verder af naar de St. Jerome kerk, gelegen aan het Mico Pavlovic plein en vervolgens naar het Forte Mare. Van hieruit hebben we een prachtig zicht over de Adriatische zee en de wandelboulevard beneden. Eenmaal beneden aan de haven, brandt de zon heel erg fel. Tijd om papa zijn hoedje boven te halen want insmeren dat doet hij niet meer, dan pikken zijn oogjes, zegt hij.


We zijn dus helemaal beneden en dat betekent dus ook terug helemaal naar boven klimmen. Vol goede moed beginnen we eraan maar dat valt dus dik tegen. De hoge trappen zijn een aanslag op onze gewrichten om nog maar te zwijgen over ons gebrek aan conditie. Wat zijn we blij wanneer we aankomen bij een park met veel banken. Tijd om te rusten en te genieten van wat groen. Ondertussen is het bijna middag en net om de hoek bevindt zich het restaurant waar we gisteren ook gezeten hebben. We besluiten gelijk een hapje te eten. Ik ga voor de zalm met appelsien-gember saus en papa voor de tonijn met zwarte sesam. Beide overheerlijk! Ja Gradska Kafana (Njegoseva 31) staat met stip op nummer 1 van lekkerste keuken in Montenegro tot nu toe. We nemen er ook nog een dessertje bij - baklava en de langverwachte kersenstrudel. Met ons buikje vol, vatten we de tweede etappe van de klim naar boven aan. 


Aan de oostkant van de stad ligt het vredig orthodox klooster Savina met prachtig uitzicht over de wijnranken en de kust. Het is een oase van rust, bekend voor zijn eigen wijngaard. Bij het klooster bevindt zich de 18e-eeuwse kerk van de Dormition, gemaakt van Kroatisch roze steen. Binnen zien we de oudste fresco’s van Montenegro. Ze zijn inderdaad al wat afgesleten maar ooit moeten ze echt prachtig geweest zijn. Rondom de kerk bevindt zich een kleine begraafplaats. Er zijn ergere plekken dan deze om begraven te worden. Wat een adembenemend zicht!


Omdat het nog vroeg in de namiddag is, besluiten we verder te rijden langs Boka Bay. Hoge bergen omsluiten de baai bijna volledig en rondom rond liggen de oevers bezaaid met schilderachtige dorpjes vol Italiaanse charme. Vooral het beeldschone Perast lijkt wel een stukje Venetië dat ooit is afgebrokkeld en richting de Balkan is gedreven. In het gebied liggen er vele oude steden, met een rijke geschiedenis en cultuur, maar het middeleeuwse dorpje Perast is toch het best bewaard gebleven van allemaal. Wanneer we er aankomen, blijken alle parkeerplaatsjes ingenomen te zijn tot er een jonge gast op ons raam tikt en vraagt of we een boottocht willen maken. We zeggen ja en plots is er wel plek voor ons. Hij dirigeert ons door de meute mensen die net van een bus gestapt zijn en geeft ons een plekje. Uiteraard kunnen we er nu niet meer onderuit maar voor 5 € per persoon gaan we niet moeilijk doen. We willen het eilandje ‘Gospa od Škrpjela’ of ‘Onze Vrouwe van de rotsen’ sowieso doen dus stappen we in zijn gammele bootje. Al van ver zien we de blauwe koepel van het kerkje en na slechts 10 minuutjes varen, zijn we er al. 


Volgens de legende vonden twee zeelieden in 1452 een icoon van de Maagd Maria op een rots in een ondiep gedeelte van de baai. Samen met de bevolking van Perast besloten zij om ter ere van de Heilige Maagd het eilandje en een kapel te bouwen op exact diezelfde plek. Het eiland bleef groeien, omdat de bewoners van Perast steeds stenen meenamen naar de rots. In 1630 werd de kapel omgebouwd tot een kerk, Crkva Gospa od Škrpjela. Het is vervolgens een traditie geworden om met kleine bootjes stenen naar het eiland te brengen. Ieder jaar op 22 juli wordt deze traditie gehouden, dit feest heet fašinada. In de kerk zien we weer indrukwekkende fresco’s maar veel tijd om ze op beeld vast te leggen, krijgt papa niet want hij wordt bruut omvergeduwd door een Russische gids die met haar groep wil passeren. Ja ik maak me soms druk over Chinese toeristen die altijd en overal in je beeld komen te staan maar de Russen kunnen er ook wat van, zij het dan vanwege hun boertige manier van doen. 


Van hieruit hebben we een mooi zicht op het andere eilandje dat voor de kust van Perast ligt, Sveti Đorđe, wat in het Nederlands Sint-Joris betekent. Dit is een natuurlijk eiland met een 12e-eeuwse Benedictijnse klooster. Helaas is het niet mogelijk om dit eiland te bezoeken. 


Na 30 minuten zijn we al rond en komt ons bootje ons opnieuw ophalen. We besluiten om hier in Perast nog wat rond te wandelen. Ondanks dat het maar piepklein is met slechts één hoofdstraat, barst het in Perast van de oude kerken en statige voormalige paleizen.


Iedereen kent iedereen hier want het dorpje telt slechts 300 inwoners. We kunnen ons voorstellen dat het voor de inwoners niet fijn is om hun dorp elke zomer te zien overspoelen met toeristen maar wij genieten in ieder geval van de schoonheid van deze plek. Ik laat papa nog even zuchten en blazen wanneer ik opnieuw trappen neem naar boven omdat ik een mooie kerktoren heb gezien. Eenmaal boven blijkt deze gesloten en keren we op onze stappen terug. Op een terras aan het water rusten we uit en genieten we nog even van ons favoriete drankje alvorens terug huiswaarts te keren.




dinsdag 17 september 2019

Virpazar - Herceg Novi

Wat een nacht! Iets is me gisteren niet bekomen want heel de nacht zat ik op de pot. Ergens denk ik wel te weten wat het is geweest. In Bar heb ik gisteren verse fruitsap gedronken en wanneer ik nadien binnen in de accommodatie de keuken passeerde, draaide mijn maag. Zo onhygiënisch, zelden meegemaakt! Bovenop de buikkrampen, was het ook een luidruchtige nacht want de honden uit de omgeving hebben een heus concert gegeven, uren aan een stuk! De 2 honden van Marco’s moeder deden de ‘backing vocals’.


Om 8 uur ga ik even langs bij Marco om hem te zeggen dat hij voor mij geen ontbijt moet voorzien, enkel wat droog brood. Hij leeft met me mee - t’is echt een schat - en zegt dat hij wat kruidenthee zal maken. Papa krijgt zijn langverwachte kaashapje en is happy.


Het is alweer tijd voor onze laatste accommodatie. Met pijn in het hart verlaten we om half 10 landhuis Boljevici, uitgezwaaid door Marco. We nemen nog 2 flessen van zijn heerlijke wijn mee voor thuis. De planning was eerst nog ergens een tussenstop te maken maar ik voel me zo ellendig dat we daar maar van af zien. We stellen dus onze gps gelijk in op Herceg Novi aan de kust. We hebben een rit van 2,5 uur voor de boeg. De eerste kilometers zijn nog rustig. Af en toe passeren we wat geitjes die ons aankijken als een koe naar een sneltrein. Opzij gaan staat niet in hun woordenboek maar op de bergweg is het gelukkig rustig. Van zodra we in de buurt van Kotor komen, wordt het verkeer hectisch. We verliezen bijna een half uur omdat we door het centrum moeten. 


Hoe groot verschillen kunnen zijn in één land op hemelsbreed 80 kilometer, kun je in Montenegro ervaren. Daar waar het noorden nog écht authentiek, pittoresk en middeleeuws is (en al die andere clichés), is het zuiden doorontwikkeld en richten de inwoners zich hier op het toerisme van met name Serviërs, Kroaten en Russen. Het lijkt alsof we in een ander land terecht gekomen zijn – een reflectie van overbuur Italië. Én ook het klimaat is anders. De zon schijnt hier even fel maar er waait een zacht zeebriesje wat de temperatuur toch iets aangenamer maakt. 


Aangekomen in het dorpje Meljini, merken we plots op dat we onze gastheer Moli moeten bellen met het te verwachten aankomstuur. Dat hebben we even over het hoofd gezien en onze gps zegt dat we er binnen 15 min zullen zijn. Snel bellen dus! Gelukkig is hij niet echt ver uit de buurt. Het is even zoeken naar het appartement Vista Residence. We weten dat het op een berg gelegen is en na wat nauwe eenrichtingsstraatjes en een helling van 60 graden naar beneden, komen we uiteindelijk op onze bestemming. Het appartement ligt iets verscholen maar toch dichtbij alle faciliteiten en ademt een mediterrane sfeer uit.  Mole komt 5 min na ons toe en toont ons het appartement waar we de komende 7 nachten zullen verblijven. Wow! Het uitzicht ‘vista’ over de baai van Kotor en het adembenemende berglandschap is onovertroffen. Het is werkelijk met geen pen te beschrijven. ‘Safe the best for last’ is hier echt wel het statement van de dag! Waar je ook kijkt, het uitzicht doet ons naar adem happen. Binnen is het ook best ok - een grote living met keukentje, 2 slaapkamers en een indrukwekkend terras. Er zijn ook 2 zwembaden maar geen van beide hebben we zwemkledij bij 😃 


Ik voel me verschrikkelijk beroerd na die 3 uur in de wagen en strompel naar de slaapkamer. Wat ben ik blij dat ik eindelijk kan gaan liggen. Een paar uurtjes mijn ogen dichtdoen en dan zien we wel verder. Rond 4 uur rijden we terug naar beneden en parkeren we de auto ergens halverwege. Na enkele minuten op en neer door de straten van Herceg Novi, zakt de moed me in de schoenen. De zin om de stad te ontdekken, is er niet. We besluiten dus om ergens een kleinigheidje te gaan eten. 


Het wordt Gradska Kafana, een enorm groot restaurant, prachtig gelegen met uitzicht op zee. De bediening is netjes in pak en erg vriendelijk. We verwachten ons dan ook aan enorm hoge prijzen, maar dat is juist het meest bijzondere eraan. De prijzen zijn ook hier echt ontzettend laag. Voor mij wordt het een kippenbouillon en papa is opnieuw in zijn nopjes want er staat gevulde inktvis op het menu. Het ziet er voortreffelijk uit en ik vind het echt jammer dat ik het bij een soepje moet houden, vooral wanneer ik de kersen strüdel zie.  Hier moeten we toch nog eens terugkomen zene! 


‘s Avonds zien we de nacht vallen op ons terrasje. Ik ga naar binnen wanneer de muggen beginnen te bijten. Hopelijk morgen beter! 


maandag 16 september 2019

Stari Bar - Bar

Deze ochtend krijgen we een rustieke omelet met ui en paprika, gebakken in lekkere olijfolie. De dikke sneden brood die erbij worden geserveerd zijn heerlijk vers. Van op ons terrasje zien we Marco’s moeder een tiental mega grote vissen in een basin gooien. Blijkbaar zullen die verkocht worden aan de restaurants van het dorp.


Na ons ontbijt trekken we naar de oude, verlaten stad Stari Bar. Het is zo’n uurtje rijden maar de weg er naartoe is per uitzondering eens niet uitdagend of zouden we het gewoon al gewend zijn die haarspeldbochten? We hebben het misschien nog niet echt vermeld maar de wegen zijn hier echt wel oké en het wegdek is prima onderhouden. Ons advies is wel je snelheid aan te passen aan de omstandigheden. Sowieso, is het hier veel te mooi om hard te rijden! Prachtige routes door het binnenland, door wijngaarden en grasland, door dorpjes en langs diepe kliffen. Afstanden zijn altijd kort, hemelsbreed althans, maar door het gekronkel langs de vele haarspeldbochten rijden we met een gemiddelde snelheid rond de 30 km/u. Het duurt dus telkens wel even alvorens we op onze bestemming komen. Soms is het opletten geblazen want de Montenegrijnen kennen de weg goed, scheuren vaak door de bochten, doen aan bumperkleven of halen ons in, zelfs in de bochten. Niet verrassend want je mag op de meeste wegen maar 50 en sowieso nooit harder dan 80 km/uur. Ja de rijstijl van de locals doet ons vaak de wenkbrauwen fronsen. Telefoneren achter het stuur is meer regel dan uitzondering en wordt hier duidelijk nog niet beboet. Wij laten ons hiertoe niet verleiden en kiezen voor safe. De fabrikanten van plastieken bloemen doen in Montenegro wel gouden zaken, want minstens elke paar kilometers staat er wel een gedenkplaat voor één of meerdere doden, versierd met die plastieken bloemen.


Het eerste half uur rijden we weer door de bergen en plots worden we opgehouden door een auto waarachter een aanhangwagen hangt met daarop écht waar, een pony!!! De auto zigzagt de bergweg af tegen 30 per uur en dat arme beest moet zich maar staande proberen te houden. Het laatste half uur rijden we op de kustweg, die is mega druk. Dat is wel even wennen na de rust in de bergen. Bij aankomst parkeren we op een betaalparking want de smalle straatjes staan al volgepakt met auto’s en ik heb geen zin om eindeloos op zoek te gaan naar een plekje.  We gaan te voet de stad in en belanden onmiddellijk in een straatje vol souvenirwinkeltjes en restaurantjes.  Zoals steeds moet ik eerst even een toiletstop inlassen dus zetten we ons op een terrasje. Naast ons een groepje Franse toeristen die koppig Frans spreken tegen de ober, die er uiteraard geen bal van verstaat. De dame in kwestie wil water met siroop van aardbeien. Wanneer ze merkt dat hij niet weet wat ze bedoelt gaat ze gewoon mee met hem naar binnen om achter de bar aan te wijzen wat ze nu eigenlijk wil. Haar koppigheid wordt beloond want ze komt buiten met een glas vol aardbeiensiroop en een flesje water. 


De weg gaat steil omhoog en eenmaal boven zien we links de moskee en rechts het fort en de ruïnes van de oude stad.  Na een zware aardbeving in 1979 werd Stari Bar (de oude stad) volledig verlaten en werd de nieuwe stad Bar opgebouwd aan de kust. Ooit woonden hier honderden mensen! Er is geen duidelijke route uitgezet, maar dat vinden we niet erg want het is heerlijk om tussen de bijzondere ruïnes te dwalen met de overwoekerde paadjes, gedeeltelijk afbrokkelende stadsmuren en een aantal kerken. De klokkentoren van Bar staat wel nog fier overeind. De klok staat echter stil. Hoe symbolisch: ook in Stari Bar staat de tijd stil. Totdat de oude stad misschien ooit weer opgebouwd wordt? We krijgen hier een goede indruk van het verleden. Tussen deze ruïnes zien we een oud badhuis, een aantal musea, verschillende kerken en we worden keer op keer getrakteerd op prachtige uitzichten. De zon brandt en veel beschutting is er niet maar we doen het rustig aan. We voelen de tropische lucht in onze neusgaten en op onze huid. Na een tweetal uurtjes ronddwalen tussen de ruïnes, is het tijd om wat te gaan eten. 


Er zijn hier heel veel leuke restaurants en we kiezen er eentje op basis van het terras. Papa is in zijn nopjes wanneer hij ziet dat er weer inktvis op de kaart staat want daar is hij verzot op. Hij is hier dan ook uitermate lekker, zacht en heerlijk van smaak. We krijgen gezelschap van drie schattige poesjes die geduldig aan onze voeten plaatsnemen in de hoop een hapje te krijgen. Jammer voor hen maar er zijn geen restjes meer te bespeuren, ons bordje hebben we flink leeg gegeten. We dalen terug af en nemen de auto om naar de nieuwe stad Bar te rijden. De parking kost ons trouwens slechts 1,40 €.


Wat ons hier opvalt is de drukte en de levendigheid. Bar is geen slapend dorp en het verkeer is wat chaotisch. Er is weinig of geen discipline.


In de nieuwe stad gaan we op zoek naar de allermooiste kerk van Montenegro, de St Jovan Vladimir kerk. We zien ze al van ver door de enorm grote gouden koepels. Van de buitenkant een parel, maar eenmaal binnen valt onze mond echt open. De fresco’s en schilderingen zijn zo indrukwekkend!

Er zijn zo goed als geen toeristen dus misschien is dit echt een onontdekte parel? Wat ons betreft een van de mooiste kerken die we ooit gezien hebben. De kerk is vernoemd naar John Vladimir, de eerste Servische heilige op het grondgebied van Montenegro. De bouw van deze prachtige kerk is tot stand gekomen door donaties van betrokken bewoners van Montenegro.


Nog steeds onder de indruk gaan we richting zee naar het paleis van Koning Nikola. Wat ons betreft meer een villa dan een paleis en niet echt een ‘must see’. Het is bovendien gesloten. Papa heeft even genoeg van de brandende zon dus gaat hij wat in de schaduw zitten met een drankje terwijl ik even de wandelpromenade afloop. De vele palmbomen  maken het zomerse plaatje compleet maar veel is er niet te zien.


We rijden terug naar Virpazar en genieten op ons terras van een hapje en een drankje. ‘Summertime, when the living is easy’. Deze woorden uit 1935 gelden zeker voor onze B&B behalve wanneer het ganse dorp onder ons terras samenkomt en begint te discussiëren. We zijn blij wanneer ze eindelijk allemaal huiswaarts keren en we terug kunnen genieten van de rust. 


zondag 15 september 2019

Rijeka Crnojevica - Skadarmeer

Bij onze gastheer hebben we gisteren aangegeven dat we om half 9 gebruik willen maken van het ontbijt. Onze verrassing wordt geserveerd op het terras, het zijn een soort oliebollen zonder uitgesproken smaak. Er worden allerlei bijgerechten op tafel gezet, zowel zoet (jam, honing, choco) als zout (kaas, tomaten, komkommer). Het is een echt streekgerecht want ook de rest van de familie krijgt de lekkernij voorgeschoteld. De zus van Marco zien we met een groot bord naar de overkant lopen. Ja alles wordt hier met liefde gemaakt en geserveerd. Geen beter begin van de dag dan een heerlijk decadent ontbijt - dat je zonder gêne kunt opsmikkelen, want het is immers vakantie.


Na het ontbijt geeft Marco wat tips over de omgeving. Hij zet allerlei ‘points of interest’  in de gps app op mijn telefoon zodat we niet verloren kunnen rijden. We kiezen de eerste locatie en rijden al los verkeerd. Het ding wijst ons naar een compleet andere kant. Dan maar onze eigen gps even instellen. Zoals steeds klimmen we hoger en hoger en al snel zien we het indrukwekkende Skadarmeer naast ons opduiken. Ik hou mijn ogen op de weg want ook hier zijn er geen vangrails. 


We rijden verder naar Rijeka Crnojevica. Het dorp bevindt zich op de oude weg tussen Podgorica en Cetinje. Alleen deze weg maakt een bezoek aan Rijeka al bijzonder want hij neemt ons mee langs een van de uitlopers van het Meer van Shkodër. De blauwe rivier, de groene algen en de donkergroene bergen zorgen tijdens onze rit voor een uniek schouwspel. We stoppen dan ook regelmatig om foto’s te maken en te genieten van het uitzicht. We komen aan een uithangbord met een prachtige foto van het meer. In het groot staat er onder geschreven ‘panoramic view’ dus stoppen we om een kijkje te gaan nemen.


Wanneer we aan een huis komen met dezelfde plakkaat, staat er onder geschreven ‘private property’. Een man houdt ons tegen en zegt ons dat we, om het uitzicht te mogen zien, eerst even zijn wijn moeten proeven. Tegelijkertijd is er ook een Frans koppeltje aangekomen dus met z’n vieren zetten we ons in zijn salon. Een beetje hyperkinetisch loopt hij heen en weer om ons van het nodige te voorzien. De wijn is niet slecht maar die van onze gastheer vinden we lekkerder. Hij trekt en passant ook nog wat verse vijgen van zijn boom. Even later arriveren er ook nog 2 Kroatische dames en zij geraken in een gesprek met onze gastheer. De tijd tikt voorbij en we willen graag doorgaan dus vraag ik hem hoeveel we hem moeten voor de wijn. De proeverij is gratis, zegt hij, maar we moeten wel iets kopen. Mijn ongenoegen groeit, zeker wanneer ik zeg dat ik de kleinste fles van 4€ wil kopen en hij zonder blikken of blozen zegt dat dat te weinig is. Uiteindelijk kopen we, dik tegen onze goesting, een grotere fles van 8€. De Fransen doen hetzelfde.  We krijgen er elk nog een doosje verse vijgen bij. Gelukkig heiligt het doel de middelen want het uitzicht is werkelijk spectaculair. Wanneer we terug wandelen zegt de man dat wij de laatste gasten zijn voor vandaag want dat hij naar een huwelijk moet.  Hij sluit zijn huis af en dit geloven jullie nooit ..... hij wandelt naar de weg met een groot deken en dat hangt hij over zijn advertentie bord.


Hij blijft er ook staan tot wij weggereden zijn want ik vermoed dat hij mij niet vertrouwt. Ik heb namelijk duidelijk gezegd wat ik van zijn verkoop tactiek vind.  Nog geen 50 meter verder zien we opnieuw een bord met ‘panoramic view’. Dit vergezicht is nagenoeg hetzelfde, alleen helemaal gratis. Weer een lesje geleerd vandaag. 


Eenmaal in Rijeka Crnojevica aangekomen, parkeren we net buiten het dorp en gaan te voet verder. Bij de oude brug gekomen besluiten we onmiddellijk op het terras neer te ploffen en een hapje te eten met zicht op de rivier. Even later zien we onze nieuwe Franse vrienden voorbijvaren met de kano. Moedig vinden we dat!  De meeste Montenegrijnen komen hier niet voor de schoonheid van het dorp maar om de vele visspecialiteiten waar de restaurants in het dorp om bekend staan. We kiezen voor karper deze keer maar voor het eerst zijn we teleurgesteld. De vis werd gefrituurd en echt lekker is hij niet. Om nog maar te zwijgen van de fletse, gekookte aardappels en de in zuur opgelegde wortelen. 


Na de lunch wandelen we nog even door het piepkleine stadje en besluiten dan door te rijden naar Cetinje, de oude koninklijke hoofdstad van Montenegro. De gps wijst ons de weg door de bergen maar plots komt de melding ‘probeer om te draaien’. We kijken elkaar verbaasd aan, we hebben toch geen andere weg gezien? Het duurt even voor we een plekje gevonden hebben om te draaien. Na enkele kilometers zien we dat we naar rechts moeten. Echt? Moet ik daar naar boven? Ook papa kijkt bedenkelijk en zegt dat ik zelf moet beslissen. Wanneer ik een auto gezwind de weg zie indraaien, denk ik ‘dat is een local dus dan zal het wel oké zijn’. Vol goede moed begin ik eraan. Al na 5 min heb ik spijt maar omkeren is hier dus echt geen optie. Onze auto past net op de gravelweg en de afgrond is steil. Bovendien is er geen enkele afscherming. Ik doe een schietgebedje en hoop op geen tegenliggers maar even verderop is het al zover. De man rijdt terug enkele meters achteruit tot we veilig kunnen passeren. Het zweet staat me in de handen en ook naast mij op de passagiersstoel is het muisstil. Wanneer we eindelijk terug op een deftige weg komen, kunnen we er wel mee lachen maar naar huis rijden we straks toch via een andere weg. In Cetinje aangekomen merken we op dat er heel erg weinig te zien is en dat is toch wel even balen na zo een inspanning. We drinken iets en rijden dan terug naar huis.  


Deze keer loopt de weg via Crmnica waar al sinds de 2e eeuw n. C. wijn wordt gemaakt. Overal waar we kijken, zien we wijnranken en her en der zijn er ook kleine wijnboeren. We hopen deze namiddag nog een tochtje te maken op het meer en we willen dit doen met de Golden Frog. Op enkele blogs heb ik daar niets dan goeds over gehoord en ook het Franse koppel die bij ons logeert, was er laaiend enthousiast over. Van hen kreeg ik het telefoonnummer zodat ik ze zelf kan contacteren. Eenmaal terug in Virpazar stuur ik dus een whatsapp naar Ivana van de Golden Frog (+38269402776) met de vraag of we vanmiddag nog een boottocht kunnen maken op het Skadarmeer. Ik krijgt prompt een berichtje terug dat we om 5 uur kunnen inschepen. We moeten ons dus nog 1,5 uur bezig houden. We zetten ons op het terras van gisteren en besluiten een ijsje te eten. Na bijna een half uur komen ze eindelijk opnemen. Meestal zou ik daar slechtgezind van worden maar de jazz muziek klinkt nog steeds uit hun boxen en het is hier aangenaam zitten. Het ijsje smaakt voortreffelijk. 


Bij de steiger van de Golden Frog worden we vriendelijk begroet door Ivana, een meisje van een jaar of 25 en nadat we een ticket aangeschaft hebben voor het nationale park, kunnen we vertrekken. We gaan aan boord van een houten sloep bestuurd door een oude schipper uiteraard met een door de zon getaand gezicht. Via een van de smalle zijkanalen bereiken we, vergezeld van tientallen meerkoeten, sternen en andere watervogels, al snel het meer. Het Skadarmeer is sinds 1983 een nationaal park en ligt op de grens van Montenegro en Albanië. Het heeft een oppervlakte van maar liefst 370 km2 en is daarmee het grootste meer op de Balkan.


De combinatie van duizenden waterlelies in helder donderblauw water met, zover het oog reikt, heuvels in 50 verschillende tinten groen is werkelijk prachtig. Samen met de strakblauwe hemel en de ongereptheid is dit een unieke en betoverende plek. Halverwege houden we even halt en trekt Ivana een waterlelie omhoog. Onderaan de bladeren groeit de waterkastanje. Ze plukt er enkele en laat ze ons proeven. De smaak is die van een kastanje maar dan veel zachter. Heerlijk! Volgens de legende ontstond het meer uit de tranen van een elfje. Na twee uurtjes varen over deze paradijselijke waterplas ga ik zelf ook weer geloven in sprookjes. Het tripje op het Skadarmeer loste werkelijk alle verwachtingen in.


Wanneer we om 7 uur terug aanmeren, gaan we nog iets eten bij Silistria, een bootrestaurant. Op het dek zijn allemaal tafeltjes aangebracht en het is er aangenaam vertoeven. Het eten is heerlijk! De nacht valt en voor we er erg in hebben is het pik donker. Onderweg naar de auto komen we ons Frans koppeltje nog tegen. Ze zijn doodmoe van hun kano tocht maar hebben er wel van genoten. Terug thuis worden we verwelkomd door Marco’s zus. Ze lijdt ook een beetje aan alzheimer want ze denkt dat we nieuwe gasten zijn en is vergeten dat ze ons gisteren al heeft begroet.