We hadden weliswaar een grotere kamer maar het leek alsof er heel de nacht ergens water liep. Ik heb er niet zo’n last van gehad omdat ik oordopjes draag maar Dee Dee werd er wel en beetje zenuwachtig van. Wanneer de wekker afloopt, zijn we al lang wakker dus na een kattenwasje (want geen warm water) staan we om 7 uur stipt aan het ontbijt. Er is niemand en er staat ook nog geen buffet. We kunnen wel al een tasje thee drinken. De keukendame is een beetje verbaasd ons zo vroeg te zien. Ontbijt is pas om half 8, zegt ze. We verontschuldigen ons maar de man waaraan ik het gisteren vroeg, zei toen vanaf 7 uur. Ze brengt ons snel wat getoast brood en er is confituur. Meer dan genoeg voor ons. We hadden eigenlijk gehoopt Yoann en Albert nog eventjes te zien maar we moeten vertrekken. Om kwart voor 8 nemen we een uber naar het Waterfront waar we om 9 uur zullen inschepen om naar Robbeneiland te gaan.
Wanneer we aan het waterfront aankomen is het hier nog heerlijk rustig. We zijn nog wat te vroeg dus lopen we even over de spring brug uit 2009 die als een gespannen boog het bassin van Alfred en het bassin van Victoria verbindt. Aan het eind staat een grote, roestige pinguïn.
We hebben eergisteren al tickets gekocht voor de veerboot naar Robbeneiland. We staan eerst in de rij. Een strenge man zegt ons niet over de lijn te komen. We wachten geduldig en mogen iets voor negen op de boot. Initieel zitten we binnen maar wanneer er wordt afgeroepen dat we ook aan dek mogen, laten we ons dat geen twee keer zeggen. Wat frisse lucht is altijd goed want de temperatuur is alweer flink de hoogte ingeschoten.
We zien Kaapstad langzaam kleiner worden en na een half uurtje varen komen we aan op Robbeneiland waar we een bezoek brengen aan de gevangenis waar Nelson Mandela tijdens de apartheid werd vastgehouden. ‘It is said that no one truly knows a nation until one has been inside its jails’, woorden van een groot man.
De wereld heeft bij zijn overlijden een mooie man verloren. Mandela, anti-apartheidsstrijder, wereldwijd symbool van vrede en heldendom. Hij heeft de fantastische leeftijd van 95 bereikt. Maar met zijn dood sterft zijn idee. Zijn ideaal van een democratische, vrije samenleving waarin alle mensen in harmonie leven en gelijke kansen hebben. Een ideaal waar hij voor wilde leven, maar ook bereid was om voor te sterven. Vanaf het moment dat iemand voet op Afrikaanse bodem zet, proeven ze de erfenis van het apartheidsregime. Dat niet iedereen overal gelijk is, is nog steeds goed merkbaar. Van de blanke die met ruimte genoeg in zijn bus, zijn donkere werknemers toch in zijn vieze achterbak vervoert tot de bijna hopeloze manier van werkverschaffing aan de donkere bevolking. Sommige mensen worden nog steeds buitengesloten en bij sommigen zie je nog steeds de angst in de ogen. Toch bijzonder in een land waar de blanken staan voor minder dan 10% van de bevolking. Op Robbeneiland aangekomen, krijgen we eerst een korte rondleiding met een bus want het eiland is groter dan we dachten. Helemaal rondgaan te voet zou een uur in beslag nemen. Een gids vertelt een beetje de geschiedenis van de gevangenis en toont ons het dorp waar de bewakers en de directie woonden.
Na een half uurtje mogen we uitstappen bij de effectieve gevangenis en neemt een andere gids het over. Hij is een ex-gevangene die ons alles kan vertellen over wat er echt gebeurd is. Hij draagt duidelijk nog de sporen van een zwaar verleden. We aanhoren zijn verhaal met afgrijzen, maar hangen aan zijn lippen. Hij vertelt het beheerst en zonder wrok, al lijkt dat misschien alleen maar zo. Hij zegt dat hij geen haat koestert, maar daar hebben wij toch onze twijfels bij. Kan iemand echt zo vredelievend zijn en een persoon die hem zoveel kwaad heeft berokkend, vergeven? We vragen het ons af.
Het is zowel ontnuchterend als inspirerend om uit eerste hand over de eerste zwarte president van Zuid-Afrika te leren van iemand die hem echt heeft gekend. We bekijken de vele cellen waar de gevangenen die voor hun rechten vochten, werden opgesloten. De verhalen die de man vertelt, tarten alle verbeelding en we zijn dan ook aangedaan wanneer we na de rondleiding terug naar de boot gaan en afscheid van hem nemen. Het was een beklijvend bezoek.
Eenmaal terug aan het Waterfront, genieten we nog even van enkele zeehonden die op de kade liggen te zonnen. Het lijkt wel of ze poseren voor de foto. Onbegrijpelijk dat ze de drukte opzoeken van de stad. En druk is het zeker, in vergelijking met deze ochtend toen we hier zo goed als alleen rondliepen. We nemen plaats op het terras van hetzelfde restaurant waar we 28 dagen geleden onze reis zijn gestart. Het eten was hier zo lekker toen, dat we besluiten om hier opnieuw een visje te eten. Dee Dee gaat voor de gamba’s die hier echt lekker zijn en ik ga voor de zalm. Onze rondreis in dit prachtige land zit er bijna op, maar niet na nog een glaasje heerlijke wijn te drinken en nog een laatste blik te werpen op de prachtige tafelberg.
Een volledige maand een auto delen, dertig dagen op elkaars lip zitten (soms bijna letterlijk), eenendertig nachten mijn gesnurk ondergaan, alles ging zonder problemen. Af en toe werd er een compromis gesloten en zo werd dit samenzijn de tofste vakantie sedert lang. Er werd gelachen, geluisterd maar af en toe ook een beetje gezeurd. Dagelijks keken we elkaar vol ontzag aan over wat we meemaakten. Dit gigantische land heeft werkelijk alles te bieden. Een ruig binnenland met overweldigende vergezichten, een fantastische kuststreek, een regio waar ze heerlijke wijnen produceren, een keuken die elke Bourgondiër kan bekoren en dat voor heel weinig geld. Zuid-Afrika is een smeltkroes van culturen, en dat zie je duidelijk terug in de culinaire gerechten van het land. Van goddelijke Cape Malay curries tot mijn favoriet, de traditionele bobotie.
Vroeger kon ik geen antwoord geven op de vraag wat mijn favoriete land ter wereld is. Kiezen is verliezen en elk land heeft wel zijn charmes maar nu aarzel ik toch om niet gewoon 'Zuid-Afrika' te zeggen. Het is een gemakkelijk land om van te houden, met een lokale bevolking die open en uitnodigend is, een landschap dat constant verandert en een geweldige keuken.
Het is met een dubbel gevoel dat we naar de luchthaven rijden. Tranen van geluk voor de prachtige reis die we gehad hebben, tranen van verdriet om ‘t afscheid omdat we stiekem eigenlijk niet naar huis willen. Het is een land waar elke reiziger gefascineerd van terugkeert, in een oogwenk weer naar terug zou keren en waar hij simpelweg niet kan stoppen met euforisch over te vertellen. Ik zou zelfs zo ver gaan om te emigreren. Misschien … ooit komt de dag!
Wat hebben we hier geleerd? “Ons sal pluk die dag.”
‘Sien jou gou, Afrika. Tatta!’