zondag 16 maart 2025

Maastricht

Vannacht was het omgekeerd: Ann sliep slecht, ik iets beter. Rond half 10 verlaten we ons prachtige huisje met het slechte bed en rijden we terug naar de Wilhelminatoren voor een luxueus ontbijtje met alles erop en eraan. We zagen gisteren dat dit slechts 14,5 euro kost. Het is super verzorgd. Heerlijk om zo de dag te beginnen.


Het is prachtig weer, het zonnetje schijnt en het is toch al iets warmer. Vandaag staat Nederland op de planning, met name Maastricht want hier zijn de winkels ’s middags allemaal open. Rond 11 uur rijden we naar P+R Maastricht Noord waar we gratis parkeren en met bus 10 naar het centrum rijden. We stappen uit aan de Maasboulevard en begeven ons naar het beginpunt van de wandeling, de oudste stadsomwalling van Maastricht, de O-L-Vrouwewal. Dit gedeelte zou dateren van 1250 en maakte deel uit van een stadsmuur van ca. 2,5 km lang.


We kuieren door de prachtige kleine straatjes van de binnenstad. Daar waar de winkelende toerist niet te vinden is en ik vind het heerlijk. Nog eventjes van de rust genieten alvorens te gaan shoppen. Bij de oude omwalling in het Lang Grachtje wordt de natuur de vrije loop gelaten. Vroeger was dit een armenwijk met kleine huisjes in de schaduw van de omwalling. 


Wat verder komen we op een pleintje met een muurschildering voor de rechten van de mens. De eerste en enige muurschildering in Maastricht. 


Het Vrijthof wordt beschouwd als het grootste plein in de hoofdstad van Limburg en is al lange tijd een trekpleister voor toeristen die naar de stad reizen. Het gebied rond het plein is bezaaid met verschillende stijlvolle gebouwen en oude kerken. Vanaf de tijd dat het werd gebruikt als begraafplaats tot nu, waar verschillende concerten en evenementen worden gehouden, is het Vrijthof altijd een aantrekkelijke plek geweest. Het pittoreske plein is prachtig geplaveid met kasseien en er staan prachtige oude bomen. Ook de papier marché figuren zijn een herkenningspunt.


De beroemde Sint-Servaaskerk, bekend om zijn romaanse architectuur is gewijd aan Sint-Servaas, een beroemde Amerikaanse missionaris die hier in de 18e eeuw stierf. De kerk werd gebouwd tussen de 11e en 13e eeuw in verschillende fasen. Hier moet er wel betaald worden om een kerk te bezoeken dus besluiten we niet naar binnen te gaan. In de kapel brandt Ann wel snel even een kaarsje. Daarna zetten we ons op een terrasje want we hebben dorst gekregen. De garçons hier hebben niet veel zin om te werken. Waarschijnlijk hadden ze niet gedacht dat het weer zo mooi zou worden vandaag. Extra druk want de terrassen zitten vol. Na bijna 20 minuten komt er eindelijk iemand onze bestelling opnemen. 


Een voormalig klooster met bijhorende kerk is volledig omgetoverd tot een  vijfsterrenhotel. We besluiten toch even binnen te wandelen en wow wat een prachtig interieur. Aan de muren hangen indrukwekkende kunstwerken waar we allebei echt weg van zijn. Benieuwd hoeveel een overnachting hier zou kosten, nemen we een kijkje op internet en wat blijkt, dat valt eigenlijk goed mee. Misschien toch in ons achterhoofd houden voor een volgend bezoekje.


De Stokstraat is nu een mondaine winkelstraat, maar ooit was dit een verwaarloosde buurt. Nochtans woonden hier in de 17de en 18de eeuw de welstellende inwoners van Maastricht, maar tijdens de industriële revolutie trokken deze massaal naar de buitenwijken. De Stokstraat werd ingepalmd door huisjesmelkers en bordelen. In de tweede helft van vorige eeuw werd de buurt grondig gesaneerd en kreeg de Stokstraat een nieuwe functie als chique winkelstraat.


Na drie leuke dagen gaan we met lichte tegenzin weer naar de auto. We hadden hier best nog wel een tijdje kunnen onthaasten. Maar helaas, we moeten weer aan het werk. We vertrekken weer naar huis, met mooie herinneringen en goede voornemens om snel weer terug te komen. En zo worden er tijdens de 1,5 uur durende autorit naar huis weer allemaal nieuwe plannen gesmeed voor nieuwe avonturen! 

zaterdag 15 maart 2025

Lemiers - Holset

Al om 8 uur gisterenavond lag Ann te ronken in de zetel terwijl ik nog wat tv keek. Rond half 11 ben ik mijn bedje ingekropen maar dat was geen succes. De matras die gewoon op houtschragen ligt, deed mijn rug geen goed. Na wat gewoel, leg ik me ook in de zetel maar ook dat is geen goede oplossing. Uiteindelijk eigen ik me het hele bed toe en ga pal in het midden liggen waar de matras toch iets minder doorzakt en val ik in een diepe slaap. Ann ligt nog steeds te ronken in de zetel. Zo jaloers op die rustige ziel. Begrijp niet dat zij niet geradbraakt wakker wordt, maar nee hoor, ‘s morgens is ze zo fit als een hoentje en zegt ze prima geslapen te hebben. Terwijl zij een rondje gaat lopen, spring ik onder de douche … nou ja, springen is misschien veel gezegd. 


Tijd om ons klaar te maken voor een sportieve dag. Het drielandenpunt ligt hier voor de deur dus is het tijd voor een wandeling. Weg met de snelheid en de haast. Hier moeten we gewoon een frisse neus halen en de omgeving in een ander tempo ontdekken. We rijden naar Restaurant De Kornuiten van Koraal, parkeren de auto en gaan verder met de benenwagen!


Lemiers (Limburgs: Lemieësj, ook wel geschreven als Lemiesch) is een kerkdorpje, dat voor het grootste deel in Nederland gelegen is in de gemeente Vaals, in het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg. Een klein gedeelte van Lemiers ligt op Duits grondgebied en behoort tot de stad Aken. De wandeling begint op een veldweg en gaat verder over onverharde paden tussen uitgestrekte weilanden. In een ooghoek zie ik de hooggelegen St. Martinuskerk in de verte. We houden wel van wandelen en kunnen echt genieten van de zon op onze snuit, de buitenlucht doet ons goed. Wanneer we wandelen, maken we ons hoofd leeg, wandelen heeft iets meditatief. We passeren het Hermansbeekje van waar we een mooi uitzicht hebben over Vaals.


We wandelen door het glooiende Limburgse landschap en komen onderweg heel wat kruistekens tegen. Het oudste is dat van de 12 jarige Wiel Heuts die hier in 1919 door een verdwaalde kogel gedood werd. Wie de schutter was, is nooit achterhaald. In de verte zien we de Vaalserberg met zijn markante uitzichttoren, die we later op de dag gaan bezoeken. Bij een mooi vakwerkhuisje van eind 18de eeuw wandelen we een grasveldje op waar zich de Mariagrot en de heiligenmuur bevindt. In de laat-Romeinse tijd stond op deze heuvel een tempel gewijd aan de heidense God Bel. 


We wandelen het kleine pittoreske dorpje Holset binnen. Het telt nog geen tweehonderd inwoners en ligt op een heuvelrug die zich uitstrekt van het Vijlerbos tot aan Oud-Lemiers tegen de Duitse grens. De voorjaarszon komt af en toe door het wolkendek piepen en de eerste bomen dragen al knoppen. We houden even halt bij het mooie Lambertuskerkje dat bekend staat als pelgrimskerkje van Sint Genoveva, de patroonheilige van Parijs. Op het kerkhof staan nog enkele oude graven en er hangt een plaquette die herinnert aan pastoor Collijn. De katholieke geschiedenis van Limburg gaat ver terug in de tijd. 


Bij wijndomein Holset verlaten we het dorpje en gaan we via een smal pad dwars door de velden. Het pad werd hier en daar omgeploegd maar de bewegwijzering zegt rechtdoor en we hebben onze wandelschoenen aan. Het is alleen opletten dat we onze voeten hier niet omslaan. In de verte op Duits grondgebied zien we de Schneeberg liggen. Deze wordt zo genoemd vanwege de witte kleur omdat er zoveel kalk in de grond zit.


Uiteraard lopen we ook nog even verkeerd maar gelukkig zijn we wel alert genoeg om terug te draaien van zodra onze wegbeschrijving niet meer klopt. Ondertussen wandelen we het beschermd dorpsgezicht van Oud Lemiers binnen. Hier wanen we ons even terug in de tijd met de oude boerenhoeves en de vakwerkhuizen die bekend staan om de muren van stro, klei of steen, waarbij het dragende gedeelte uit houten balken bestaat. Speciale Christusbeelden komen we ook af en toe tegen. Deze in delftsblauw vond ik wel grappig.


De grens in Lemiers tussen Duitsland en Nederland wordt door de Selzerbeek gevormd. Een bruggetje over de beek is de verbinding tussen de twee dorpsdelen in de twee landen. Het dorpje telt ruim 780 inwoners. Het deel van het dorp dat in Duitsland ligt is onderdeel van het Vaalser Hügelland. Een oude grenspaal refereert aan een tijd dat de grens tussen Nederland en Duitsland niet meer was dan een flinterdunne lijn, een stille getuige uit het verleden. Het dialect dat er gesproken wordt behoort tot de dialecten die men ook in Kerkrade, Vaals, Simpelveld, Bocholtz, Aken en Keulen spreekt. We verstaan er geen snars van.


In het dorp passeren we de mooie Sint-Catharina kapel, het oudste zaalkerkje van Nederland. Dit is vooral bekend omwille van de extraverte muurschilderingen van Hans Truijen. De kapel is echter gesloten maar ook dit dorp gaat mee met haar tijd want we kunnen een QR-code scannen om het interieur te bewonderen. Ongelooflijk wat ze tegenwoordig allemaal kunnen! De muurschilderingen lijken wel door kleuters gemaakt, maar blijkbaar is het toch een bekende schilder want op veilingen gaan zijn werken als zoete broodjes over de toonbank, zo lees ik op Google. Mij moeten ze in ieder geval niet bellen!


Het lijkt erop dat we hier Nederland hebben verlaten en Duitsland zijn binnengevallen. We worden geconfronteerd met Duitstalige borden in de berm en dat kan kloppen want op de grens met Duitsland ligt het achttiende-eeuwse kasteel Oud Lemiers, verscholen achter een dichte haag. Het kasteel is van bijzondere oudheidkundige waarde. Omdat het kasteel privébezit is, vangen we er slechts een glimp van op. Hier zijn we even de weg kwijt en lopen we wat extra meters. Gelukkig neemt Ann het hier even over want zij is een goede kaartlezer, in tegenstelling tot mij.


Na bijna 7 kilometer wandelen, komen we na 1,5 uur terug bij Restaurant De Kornuiten van Koraal. De 8920 stappen voel ik in mijn lies, dus besluiten we hier iets te drinken en te eten. De zaak bevindt zich in een oude plantenkast en is heel gezellig aangekleed. Buiten lijkt het wel een spiegelpaleis en binnen is het een mic mac van hout, kleurrijke kussens, planten en originele lampen. De zelfgemaakte limonade smaakt heerlijk en het eten is ook wel oké, niets fancy maar degelijke Hollandse kost. Een bord bij de uitgang bedankt ons in het sappige Limburgse dialect ‘Sjun daste dr bis’.


De Vaalserberg is een heuvel ten zuiden van het Nederlandse dorp Vaals, met een hoogte van 322,4 meter. Daar bevindt zich de Wilhelminatoren die we daarstraks van ver al konden spotten. We betalen een bijdrage van 4€ per persoon en starten aan de klim. Maar liefst 181 treden scheiden ons van de top. Flinke klim dus! Helemaal boven hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. Er is een heuse skywalk die ons over open traliewerk naar het uiteinde brengt waar we de diepte onder ons duidelijk kunnen zien. Hier mag je geen hoogtevrees hebben. Dat heb ik niet, maar ik voel toch een kleine kriebel in de buik. Ondanks dat het zonnetje schijnt, is het hier 35 meter boven de grond toch wat frisjes. Eenmaal terug beneden, zetten we ons bij het vuur en bestellen we een heerlijk dessertje, want je bent niet in Limburg geweest als je geen vlaai hebt gegeten.


Vlak bij de top van de heuvel ligt het Drielandenpunt, waar Nederland, België en Duitsland aan elkaar grenzen. De top van de Vaalserberg is het hoogste punt van Europees Nederland. We besluiten de taart eraf te wandelen en de auto hier te laten staan. We klimmen nog een beetje hoger en poseren op de plek waar op 17 mei 1928 het nieuwe Drielandenpunt officieel geopend werd. 


Via een bospad wandelen we terug naar de auto en doen we nog wat laatste kilometers, alvorens opnieuw naar ons huisje te rijden. Hier baadt onze vijver in de late avondzon terwijl de ganzen opnieuw snateren dat het een lieve lust is. Gelukkig waren ze er deze morgen niet zo snel bij. Ik krijg een berichtje van Marina of we ok zijn. Blijkbaar is de Wilhelminatoren ingestort. Eh? Wij hebben hem toch nog net zien staan?  Blijkt dat er ook nog een Wilhelminatoren in Valkenburg staat. Zelfde concept als aan het drielandenpunt met ook een restaurant beneden. Dat was gelukkig niet open tijdens de instorting. Toch een vreemd gevoel te weten dat wij daarboven stonden op het ogenblik dat de andere naar beneden kwam.






vrijdag 14 maart 2025

Aken

Een weekendje weg, het komt voor mij niets te vroeg! Mijn hoofd staat op ontploffen door de nieuwe job en het is echt tijd om alles even los te laten. Ann en ik trekken naar het drielandenpunt en we starten met Duitsland. We vertrekken om half 8 richting Aken maar omdat deze stad een verplichting heeft voor een milieusticker moeten we op een P&R parking buiten de stad parkeren. Dat kan bij P+R Westfriedhof, waar we het laatste beschikbare plekje innemen. Het is 9u30 wanneer we daar de bus nemen richting centrum. Aken dankt deels haar faam en uitstraling aan Karel de Grote, eerst koning en later keizer. Hij regeerde tijdens de 8ste eeuw over het Frankische Rijk dat zover uitstrekte dat het een groot deel van het huidige West-Europa besloeg. Als epicentrum koos hij Aken uit. Hij liet er een koninklijk paleis optrekken. Zoals het er toen uitzag, dat zullen we vandaag niet meer terugzien, want inmiddels is er al veel verdwenen. Toch zijn er nog sporen terug te vinden, zal later op de dag blijken. Wat meteen opvalt is dat ze hier echt wel Pasen vieren. Het ene theehuisje na het andere biedt heerlijke chocolade aan en de vitrines zijn allemaal versierd met paashazen en eitjes. We starten de dag dan ook met een heerlijk kopje warme chocolademelk. Voor slagroom moet ik 60 cent extra betalen maar zonder vind ik het niet decadent genoeg. Als ik dan toch zondig, zondig ik graag gelijk goed. Alleen was ik even vergeten dat slagroom hier zonder suiker wordt geklopt. Er ligt dus zo’n suikerloze toef slagroom bovenop … niet lekker! 


Aken is bekend als een stad van kuuroorden. De Romeinen hadden al ontdekt dat hier in Aken warme thermale bronnen lagen. De zwavelhoudende bronnen brengen water boven de grond dat afhankelijk van de bron tussen de 51 en 73 graden Celsius bedraagt. In Aken zijn er blijkbaar nog wel 30 thermale bronnen aanwezig. De Elisenbrunnen zijn genoemd naar Elisabeth van Beieren en geldt als een symbool van Aken als kuuroordstad. Heel wat bekende figuren gingen hier kuren en brachten een bezoek aan de Elisenbrunnen. Het is eigenlijk een open foyer met Dorische zuilenportiek en links en rechts een paviljoen met meerdere kamers.


Uit twee drinkputten stroomt het warme water van de Kaiserquelle (52 °C). Het water is sterk zwavelhoudend, en er hangt dan ook een karakteristieke geur van rotte eieren. Het weer is beter dan verwacht want we hebben geen regen en af en toe zien we een streepje blauwe lucht en een waterzonnetje dat echt haar best doet om door het dikke wolkendek te geraken. Het is echter niet zo warm als we gedacht hadden.  We zijn een beetje verkleumd van de kou maar de warme straal van het hete bronwater op onze handen doet wonderen. Even opwarmen, alvorens echt de stad in te trekken.


Achter de bronnen is een Klein parkje, waar we een modern, cirkelvormig gebouw zien dat opgravingen bedekt, inclusief een tijdslijn van de geschiedenis van Aken. Het oorspronkelijke park uit 1851 is compleet getransformeerd. Hier stonden vroeger villa's en baden die profiteerden van de thermale bronnen. Een fontein genaamd ‘Kreislauf des Geldes’ uit 1976 is een bezoekje waard - een centje erin werpen brengt geluk naar het schijnt dus laten we dat maar alvast even proberen. We worden meermaals aangesproken door zwervers die bedelen voor een centje. Ach, ik heb toch nog wat muntjes in mijn jaszak zitten dus maak ik er al vast eentje gelukkig. De smile die hij op het zonet nog triestig gezichtje tovert, maakt mijn dag goed. 


In het centrum van de stad staat de indrukwekkende Dom. Aan de buitenzijde is goed te zien dat deze in verschillende perioden en dus bouwstijlen gebouwd is. De Dom behoort echt tot één van de hoogtepunten van de stad. Hier werden 30 Duitse koningen gekroond en bevindt zich dus de laatste rustplaats van de Karolingische heerser Karel de Grote. Hij was een echte veroveraar. Niet alleen deed hij aan 'landje pik', maar ook aan het veroveren van het andere geslacht. Hij had een zwakte voor vrouwen. Zo is hij vijf keer in het huwelijksbootje gestapt en had hij ook nog tijd voor een aantal buitenechtelijke relaties.


Aken bezoeken zonder de Dom binnen te gaan, dat kan écht niet. Hoewel Ann niet echt van kerken houdt, gaat ze toch met me mee. Binnen wacht een verrassing: prachtige goudkleurige byzantijnse mozaïeken. Indrukwekkende gouden kroonluchter, schitterende preekstoel en mooie en zeer hoge glas in lood ramen. De kerk was het eerste Duitse bouwwerk dat door UNESCO de erkenning kreeg van uitzonderlijk cultureel erfgoed. De rooms-katholieke kerk is de zetel van het rooms-katholieke bisdom van de stad. Het wordt beschouwd als een van de oudste kathedralen in Europa. In de Dom heerst een serene stilte en zelfs Ann is een beetje onder de indruk van het interieur. Mochten we niet beter weten, we zouden denken dat we in Marokko zitten. Het lijkt wel een sprookje uit 1001 nacht. Blij dat we dat toch bij het begin van de ochtend doen want nu kunnen we er ten volle van genieten. Het licht dat naar binnen schijnt, heeft door de ramen een blauwe schijn en net dat maakt voor mij het verschil. Bijzonder is het octogoon of achthoekig centrale deel. Dit dateert uit de jaren 800. Opvalllend hier, is de grote Barbarossa luster uit de 12de eeuw. Dit zou het hemelse Jerusalem moeten symboliseren. Het schrijn en de troon kunnen enkel op afspraak met gids bezocht worden dus dat hebben we niet gedaan, maar dat staat zeker op de bucketlist voor volgende keer.  Maar ook zonder deze bezienswaardigheid, echt de moeite waard. Wat mij betreft, echt één van de mooiste kerken van Europa, uitgezonderd de Sagrada Familia natuurlijk.


Haus Löwenstein dateert uit 1345 en is het oudste gebouw in Aken. Het werd vermoedelijk opgetrokken rond dezelfde tijd als het stadhuis en is vernoemd naar een van zijn eerste bewoners. Gedurende de geschiedenis heeft het verschillende functies gehad, waaronder vergaderruimte voor de gilden. Hoewel het interieur door de jaren heen vernieuwd is, blijft de gevel dateren uit de 14de eeuw. Ongeveer vijftig jaar geleden onderging deze een grondige restauratie. Het vergulde beeld op de hoek is dat van de heilige Nepomuk. Normaal gesproken vind je deze heilige vooral op bruggen, maar hier staat hij aan het begin van de Pontstrasse.


Het stadhuis ligt tegenover de Dom van Aken en is een van de meest opvallende bouwwerken in de Altstadt van Aken. Het is gebouwd in gotische architectuur. Tijdens de grote brand van Aken in 1656 brandden delen van het dak en de torens af. De verwoeste elementen werden vervolgens vervangen in barokstijl. De noordelijke gevel is rijkelijk versierd met beelden van Duitse koningen, reliëfs en wapens. Deze gevel heeft echter door de jaren heen vele veranderingen ondergaan. In de tweede helft van de 19de eeuw kreeg het opnieuw een gotisch uiterlijk. De zuidelijke gevel ziet er wat minder spectaculair uit. Zelfs de torens kregen na de Tweede Wereldoorlog een ander dak. Voor het stadhuis staat een fontein zonder water maar wel met een standbeeld van onze Karel de Grote. Binnen zijn er net twee koppels die elkaar het ja woord geven dus het is er redelijk druk. We laten het plein met de Dom en het stadhuis achter ons en duiken verder de binnenstad in.


In een pittoresk straatje staan de Puppenbrunnen. Deze bron vertegenwoordigt verschillende dingen die Aken kenmerken: de marktvrouw, de bisschop, de ruiter en de professor. De harlekijnpop legt een verband met Aken als carnavalsstad en de haan, die herinnert aan de Franse bezetting. Alle figuren in brons hebben beweegbare gewrichten en kan je zelf manipuleren. 


Het is al twee uur wanneer we neerploffen in een restaurantje voor de lunch. De enorme wienerschnitzel die op ons bord ligt, krijgen we met moeite binnen. Daarna is het tijd om wat te shoppen. Het duurt even voor we de echte winkelstraten vinden. Gepakt en gezakt rijden we rond 18 uur naar onze vakantiebestemming voor de komende 2 nachten. Hoe verder we naar het zuiden rijden, hoe hoger en groener de heuvels worden, hoe Kleiner de dorpjes en hoe smaller de wegen. Het voelt echt als buitenland in zuid Limburg, de sfeer is hier gemoedelijker: minder gehaast dan in de andere provincies. Mensen lijken hier nog de kunst van het niets-doen te bezitten. Ze genieten van koffie met een stuk vlaai zonder dat tijd een factor is. Het valt zelfs op dat er niet op telefoonschermpjes wordt gekeken, maar gewoon naar elkaar of de natuur!


We logeren in Lemiers bij Maison Marguerite, een zalig vakantiehuis met uitzicht op het meer. Wanneer we er toekomen, is er niemand om ons te verwelkomen, behalve dan enkele ganzen die duidelijk niet blij zijn met ons gezelschap. Gelukkig heb ik wel het telefoonnummer dus kunnen we bellen. Het duurt even voor er iemand opneemt. Blijkbaar zijn de eigenaars in Zeeland maar de sleutel zit op de deur zegt de man. Even zoeken op welke deur en dan kunnen we binnen.  Het huisje ligt zeer idyllisch in de landelijke omgeving van Vaals en Vijlen en is geheel omringd door weilanden, bos en een vijver. De woning is zowel modern als antiek ingericht. We installeren ons en genieten van de avondzon die langzaam ondergaat in de vijver. Hopelijk worden we morgenvroeg niet wakker van de kwakende ganzen. 




zaterdag 1 februari 2025

Kaapstad - Robbeneiland

We hadden weliswaar een grotere kamer maar het leek alsof er heel de nacht ergens water liep. Ik heb er niet zo’n last van gehad omdat ik oordopjes draag maar Dee Dee werd er wel en beetje zenuwachtig van. Wanneer de wekker afloopt, zijn we al lang wakker dus na een kattenwasje (want geen warm water) staan we om 7 uur stipt aan het ontbijt. Er is niemand en er staat ook nog geen buffet. We kunnen wel al een tasje thee drinken. De keukendame is een beetje verbaasd ons zo vroeg te zien. Ontbijt is pas om half 8, zegt ze. We verontschuldigen ons maar de man waaraan ik het gisteren vroeg, zei toen vanaf 7 uur. Ze brengt ons snel wat getoast brood en er is confituur. Meer dan genoeg voor ons. We hadden eigenlijk gehoopt Yoann en Albert nog eventjes te zien maar we moeten vertrekken. Om kwart voor 8 nemen we een uber naar het Waterfront waar we om 9 uur zullen inschepen om naar Robbeneiland te gaan.  


Wanneer we aan het waterfront aankomen is het hier nog heerlijk rustig. We zijn nog wat te vroeg dus lopen we even over de spring brug uit 2009 die als een gespannen boog het bassin van Alfred en het bassin van Victoria verbindt. Aan het eind staat een grote, roestige pinguïn. Deze heeft het hard te verduren want vogels kakken op zijn hoofd.


We hebben eergisteren al tickets gekocht voor de veerboot naar Robbeneiland. We staan eerst in de rij. Een strenge man zegt ons niet over de lijn te komen. Naast ons staat een knappe Duitser die geamuseerd toekijkt. Tijdens het wachten, slaan we een praatje met hem. Hij was in Port Elisabeth op dienstreis, maar heeft er een weekje vakantie aan vastgeknoopt.  We wachten geduldig en mogen iets voor negen op de boot. Initieel zitten we binnen maar wanneer er wordt afgeroepen dat we ook aan dek mogen, laten we ons dat geen twee keer zeggen. Wat frisse lucht is altijd goed want de temperatuur is alweer flink de hoogte ingeschoten.


We zien Kaapstad langzaam kleiner worden en na een half uurtje varen komen we aan op Robbeneiland waar we een bezoek brengen aan de gevangenis waar Nelson Mandela tijdens de apartheid werd vastgehouden. ‘It is said that no one truly knows a nation until one has been inside its jails’, woorden van een groot man.


De wereld heeft bij zijn overlijden een mooie man verloren. Mandela, anti-apartheidsstrijder, wereldwijd symbool van vrede en heldendom.  Hij heeft de fantastische leeftijd van 95 bereikt. Maar met zijn dood sterft zijn idee. Zijn ideaal van een democratische, vrije samenleving waarin alle mensen in harmonie leven en gelijke kansen hebben. Een ideaal waar hij voor wilde leven, maar ook bereid was om voor te sterven. Vanaf het moment dat iemand voet op Afrikaanse bodem zet, proeven ze de erfenis van het apartheidsregime. Dat niet iedereen overal gelijk is, is nog steeds goed merkbaar. Van de blanke die met ruimte genoeg in zijn bus, zijn donkere werknemers toch in zijn vieze achterbak vervoert tot de bijna hopeloze manier van werkverschaffing aan de donkere bevolking. Sommige mensen worden nog steeds buitengesloten en bij sommigen zie je nog steeds de angst in de ogen. Toch bijzonder in een land waar de blanken staan voor minder dan 10% van de bevolking. Op Robbeneiland aangekomen, krijgen we eerst een korte rondleiding met een bus want het eiland is groter dan we dachten. Helemaal rondgaan te voet zou een uur in beslag nemen. Een gids vertelt een beetje de geschiedenis van de gevangenis en toont ons het dorp waar de bewakers en de directie woonden.


Na een half uurtje mogen we uitstappen bij de effectieve gevangenis en neemt een andere gids het over. Hij is een ex-gevangene die ons alles kan vertellen over wat er echt gebeurd is. Hij draagt duidelijk nog de sporen van een zwaar verleden. We aanhoren zijn verhaal met afgrijzen, maar hangen aan zijn lippen. Hij vertelt het beheerst en zonder wrok, al lijkt dat misschien alleen maar zo. Hij zegt dat hij geen haat koestert, maar daar hebben wij toch onze twijfels bij. Kan iemand echt zo vredelievend zijn en een persoon die hem zoveel kwaad heeft berokkend, vergeven? We vragen het ons af.


Het is zowel ontnuchterend als inspirerend om uit eerste hand over de eerste zwarte president van Zuid-Afrika te leren van iemand die hem echt heeft gekend. We bekijken de vele cellen waar de gevangenen die voor hun rechten vochten, werden opgesloten. De verhalen die de man vertelt, tarten alle verbeelding en we zijn dan ook aangedaan wanneer we na de rondleiding terug naar de boot gaan en afscheid van hem nemen. Het was een beklijvend bezoek.

Eenmaal terug aan het Waterfront, genieten we nog even van enkele zeehonden die op de kade liggen te zonnen. Het lijkt wel of ze poseren voor de foto. Onbegrijpelijk dat ze de drukte opzoeken van de stad. En druk is het zeker, in vergelijking met deze ochtend toen we hier zo goed als alleen rondliepen. We nemen plaats op het terras van hetzelfde restaurant waar we 28 dagen geleden onze reis zijn gestart. Het eten was hier zo lekker toen, dat we besluiten om hier opnieuw een visje te eten. Dee Dee gaat voor de gamba’s die hier echt lekker zijn en ik ga voor de zalm. Onze rondreis in dit prachtige land zit er bijna op, maar niet na nog een glaasje heerlijke wijn te drinken en nog een laatste blik te werpen op de prachtige tafelberg


Een volledige maand een auto delen, dertig dagen op elkaars lip zitten (soms bijna letterlijk), eenendertig nachten mijn gesnurk ondergaan, alles ging zonder problemen. Af en toe werd er een compromis gesloten en zo werd dit samenzijn de tofste vakantie sinds lang. Er werd gelachen, geluisterd maar af en toe ook een beetje gezeurd. Dagelijks keken we elkaar vol ontzag aan over wat we meemaakten. Dit gigantische land heeft werkelijk alles te bieden.  Een ruig binnenland met overweldigende vergezichten, een fantastische kuststreek, een regio waar ze heerlijke wijnen produceren, een keuken die elke Bourgondiër kan bekoren en dat voor heel weinig geld. Zuid-Afrika is een smeltkroes van culturen, en dat zie je duidelijk terug in de culinaire gerechten van het land. Van goddelijke Cape Malay curries tot mijn favoriet, de traditionele bobotie.


Vroeger kon ik geen antwoord geven op de vraag wat mijn favoriete land ter wereld is. Kiezen is verliezen en elk land heeft wel zijn charmes maar nu aarzel ik toch om niet gewoon 'Zuid-Afrika' te zeggen. Het is een gemakkelijk land om van te houden, met een lokale bevolking die open en uitnodigend is, een landschap dat constant verandert en een geweldige keuken.


Het is met een dubbel gevoel dat we naar de luchthaven rijden. Tranen van geluk voor de prachtige reis die we gehad hebben, tranen van verdriet om het afscheid omdat we stiekem eigenlijk niet naar huis willen. Het is een land waar elke reiziger gefascineerd van terugkeert, in een oogwenk weer naar terug zou keren en waar hij simpelweg niet kan stoppen met euforisch over te vertellen. Ik zou zelfs zo ver gaan om te emigreren. Misschien komt ooit de dag! 


Wat hebben we hier geleerd?  “Ons sal pluk die dag.”

‘Sien jou gou, Afrika. Tatta!’




vrijdag 31 januari 2025

Betty’s Bay - Constancia

Een zalig bedje alweer en heel goed geslapen. Gisteren nog laat bezig geweest om alles weg te krijgen in onze drie koffers maar dat is gelukt dus een zorg minder want vanavond moeten we onze auto inleveren. Het ontbijt is hier echt wel heel compleet te noemen en de eigenaar zorgt voor een MasterChef-achtige presentatie!  Alles in afzonderlijke potjes en een eitje zoals je het verkiest. Met een gevuld buikje en alweer een uitdaging gaan we op pad. Dee Dee vindt de placemats prachtig dus die gaan we zoeken. We weten al waar hij ze gekocht heeft dus hopelijk hebben ze deze nog. We hebben nu toch een extra koffer! 


Eerst gaan we tanken en dat is ons geluk want bij het tankstation meldt de werknemer dat er een nagel in onze band steekt en dat we dus een ‘papwiel’ hebben. Even paniek … wat nu? Onze kofferbak zit propesvol en het reservewiel zit onderaan. Doe geen moeite zegt den Tony, ik fix da wel even. Tja ‘fix da wel Sam’ (enkel de lyceumgirls weten nu over wie ik het heb) had beter geweest maar t’is wel ne lieve. In één, twee, drie is het gefixt … op de Afrikaanse manier. Hij maakt het gat nog wat groter en steekt er een soort plug in. Ik vraag of dat wel zal houden tot in Kaapstad want we moeten de auto vanavond teruggeven. ‘24 years of guarantee’, zegt den Tony. We betalen hem 9 euro en klaar is kees. Met een brede glimlach wuift hij ons uit.


Vandaag is het mijn dagje want ik ga mijn lievelingsdiertjes nog eens ontmoeten … ik ben dus mega happy! Langs de R74 rijden we van Hermanus terug naar Kaapstad, wat overigens één van de mooiste kustroutes van het land is, maar onderweg stoppen we bij het kleine dorpje Betty’s Bay. Hier woont een kolonie zwartvoetpinguïns. We gaan dus voor de derde keer deze vakantie op pinguïn bezoek. Het strand is gemakkelijk te vinden want overal staan er borden dat we moeten oppassen voor overstekende pinguïns en het staat ook op de weg geschilderd. Bij Stony Point Nature Reserve rijden we de parking op en horen we een knal - lap … tegen een paaltje gereden (de auto maakt geen geluid bij het achteruitrijden en het paaltje was iets te klein). Stefan zei vanochtend nog ‘safe journey’ waarop Dee Dee antwoordde ‘we did ok for the last 27 days, so the last day we will manage aswell’. Liora zou zeggen dat we het ‘gejinxt’ hebben … in onze taal, dat we onszelf belezen hebben. Ah ja, we zijn volledig verzekerd dus gaan we er niet van wakker liggen.


Van zodra we de auto uitstappen, horen we al de pinguïngeluiden. Tussen de zee en het land is een dunne strook zand van nauwelijks drie meter breed. Op dat stukje strand, dicht bij elkaar, zit een kolonie pinguïns. Al snel merken we dat deze plek zeker niet moet onderdoen voor Boulders Beach. Daar is de setting misschien iets feeërieker, mooi wit strand, terwijl hier de pinguïns tussen het zwerfhout en de keien zitten. Maar hier kunnen we er wel wat dichterbij.


Het is leuk om de diertjes te observeren en we genieten van hun waggelende gangetje. Wel jammer dat we hier niet zijn met vloed want dan hadden we ze kunnen zien zwemmen en tuimelen. Nu staan de meesten stokstijf stil en doen een dutje al staand. Veel beweging zit er niet in maar zelfs dan ben ik verliefd op deze kleine wezentjes met hun zwart witte jasjes en hun koddige snoetjes.


Het is wat mij betreft echt het allerleukste dier dat er bestaat. De uitwerpselen van de pinguïns en de aalscholvers geven wel een scherpe geur af. Ik kan hier, ondanks de niet zo frisse geur, wel een hele dag zitten en genieten.


De baai bestaat uit scherpe rotsen waar de golven op stukslaan, omringd door hoge bergen. We maken nog een kleine wandeling langs het strand en komen ook nog enkele hagedissen tegen. Ook hier is het weer wondermooi en genieten we van de prachtige natuur rondom ons. Met lichte tegenzin, laat ik mijn lievelingsdiertjes achter en rijden we verder richting Kaapstad. Nog wel even checken of er geen onder onze auto zit want dat gebeurt blijkbaar wel al eens. 


Vandaag moeten we ons niet haasten dus tijdens het rijden langs de prachtige kust, stoppen we bij een koffiebarretje. We vragen een latte met veel melk en een scheutje karamel en zetten ons even op de stenen met uitzicht over het water. We mijmeren wat over onze prachtige reis die we aan het maken zijn en de kilometers die we al hebben afgelegd. We kunnen het beiden bijna niet geloven dat we al 27 dagen onderweg zijn. Wat hebben we genoten van het prachtige land, de mensen die we ontmoet hebben en van elkaar. We zijn het er beide over eens dat we dit met niemand anders hadden willen beleven. Het is even een emo momentje tussen twee vriendinnen die ten volle beseffen wat ze aan elkaar hebben. 


We krijgen een beetje honger dus stoppen we bij Pajamas & Jam in Somerset, een speciale plek waar ze behalve taarten, koekjes en broodjes, handgemaakte linnen jurken verkopen. In een blog had ik over deze plek gelezen, maar die dame heeft niet dezelfde smaak als wij. Het blijkt een soort holly hobbie kledij te zijn en ook de lunchgerechten op de kaart, kunnen ons niet bekoren. Het interieur is wel leuk dus wandelen we even door de winkel maar na een kwartiertje staan we terug buiten.


Ik heb nog een plekje op mijn bucketlist staan, namelijk The Cellars-Hohenort, een hotel met een bekroond restaurant ‘The Conservatory’. Ook als je hier niet slaapt zou hier lunchen of dineren echt een aanrader zijn. We rijden een residentiële wijk in met prachtige villa’s en wijndomeinen waarvan The Cellar-Hohenort er eentje is. We passeren security en zeggen dat we hier komen lunchen. Met een glimlach wordt de slagboom geopend en rijden we het prachtige domein binnen goed beseffend dat we hier wel wat meer centjes zullen moeten betalen. Het lijkt wel Dynasty. De geur van bloeiende rozen en lavendel vult de lucht terwijl we naar de ingang wandelen en we weten meteen dat we op een bijzondere plek zijn aangekomen.


Wanneer we het restaurant binnenstappen, worden we verwelkomd door een dame die met brede glimlach tegen ons zegt ‘Oh this is a long time since you’ve been here’. We kijken elkaar even aan en overwegen even te doen alsof we habitués zijn maar uiteindelijk zijn we eerlijk en antwoorden: ‘No, we have never been here before and we do not have a reservation’.  ‘Oh no problem, follow me - I am Q by the way, like James Bond’. Eh? Ja ik ben geen Bond girl dus ik ken Q niet maar we volgen haar naar de tuin waar ze ons een tafeltje geeft in het zonnetje. Wat een heerlijke plek! De prachtige tuin maakt zeker deel uit van de aantrekkingskracht van deze grande dame uit Constantia. Het is een bijzondere plek om even weg te zijn van het stadsleven, tot rust te komen en een onvergetelijke maaltijd te delen. We krijgen de kaart van Lemohang, een super lieve goedlachse dame die ons op onze wenken bedient. We bestellen alvast een heerlijke mocktail van aardbeien en kiezen dan uit de beperkte maar interessante gerechten. Ik ga voor de tortellini van scampi en prei met de vis van de dag en een espuma van witte wijn. Dee Dee kiest de gestoomde mosselen met kokosmelk en lemongrass, geserveerd met croutons. Wanneer het op tafel gezet wordt, worden we helemaal happy. Het is een eenvoudige maar verfijnde keuken met seizoensgebonden groenten en een prachtige presentatie.


Het is hier zo fijn zitten in deze sprookjesachtig tuin met mooie bloemen en eeuwenoude bomen en bergen op de achtergrond dat we besluiten er nog een dessertje te nuttigen. Ook deze gerechtjes zijn een plaatje. Zowel het pruimentaartje met vanille en earl grey ijs als Dee Dee’s matcha taart met tahini ijs, perzik en peer zijn heerlijk. We zijn het er beiden over eens dat dit een toffe plek is, echt heel mooi, zowel binnen als buiten en helemaal niet zo duur dan we vooraf hadden gedacht. We betalen 1100 rand wat overeenkomt met 55 euro. Wat we ook zo bijzonder vinden, is dat niemand hier naast zijn schoenen loopt of ons neerbuigend aankijkt. In België zouden we ons in een gelijkaardig etablissement (bij voorbeeld the Sactuary in Antwerpen, dat qua standing overeenkomt met deze plek) volledig misplaatst voelen maar hier echter worden we als prinsessen behandeld. Een adresje om zeker terug te komen!


We passeren nog even bij het winkeltje dat in het hotel gevestigd is en daar word ik nogmaals herinnert aan het feit dat ik toch de aller, aller, allerliefste vriendin heb die er bestaat. Ze schenkt me een prachtige ring als aandenken voor deze ongelooflijke reis. Ik word er helemaal emotioneel van en ook de verkoopster van het winkeltje is ontroerd wanneer we haar zeggen dat we deze reis voor onze 40-jarige vriendschap maken. We praten even met haar in het Nederlands, zij in het Zuid-Afrikaans. Gek toch dat we aan de andere kant van de wereld zijn en we elkaar gewoon verstaan. Ze wenst ons een ‘baie goei reis huis toe’. We verlaten haar winkeltje met de Afrikaanse groet ‘baie dankie’.


Het is vrijdagavond dus druk in Kaapstad. We worstelen ons door de stad, maar eens op de autosnelweg gaat het vlot. Het is half 4 wanneer we terug toekomen op de luchthaven van Kaapstad waar we onze Toyota  inleveren, 3363 km hebben we met hem beleefd. En belevenissen waren het. We moeten even verantwoording afleggen voor het ontbrekende wieldeksel, de bluts achteraan en de gerepareerde band maar we krijgen geen berisping. Papieren worden ingevuld en alles wordt doorgestuurd naar Sunny Cars. Daarna bellen we een uber en rijden naar La Rose b&b, waar Yoann woord heeft gehouden en we een prachtige, grote kamer krijgen op het gelijkvloers. Toch even gemakkelijk dat we niet met die zware koffers de trap op moeten. We zetten de wekker op half 7 want morgen gaan we nog naar Robbeneiland.




donderdag 30 januari 2025

Swellendam - Hermanus

Wat hebben we weer zalig geslapen. De bedden waren echt geweldig.Onze douche ervaring is iets minder want er is geen warm water. Ja, de waterleiding in die oude huizen is niet altijd wat het moet zijn. Gelukkig komt er water uit, dat is al iets maar ons haar wassen, dat stellen we liever wat uit. We trekken om 8 uur naar beneden voor het ontbijt en zijn aangenaam verrast wanneer we de tafel zien. Deze is gedekt met een duidelijk vrouwelijke touch: mooi servies, bloempje dabei. Aan alles is gedacht en we hebben zicht op de prachtige tuin. Heerlijk! Het is zo een huis met een mooie porch … ja hier zou ik wel willen wonen. Etienne is uiterst charmant en hij zorgt ervoor dat we ons helemaal thuisvoelen hier. We houden van zijn Nederlands met een Zuid-Afrikaans accentje. Hij geeft ons een heleboel tips.


Na het ontbijt laten we de auto op de parking staan en trekken we nog even de stad in. Swellendam werd gesticht door de Nederlandse kolonisten in 1745 en dat is nog steeds goed terug te zien in de bouwstijl. Een beetje ‘het wilde westen’ in Zuid-Afrika qua vibe voor mij. Ik voel me hier onmiddellijk thuis en naar mijn gevoel is dit het gezelligste stadje waar we al geweest zijn tijdens deze reis. We hebben al wat immo kantoren gespot en gaan eens kijken wat een huis hier zou kosten. Ook die prijzen vallen zeer goed mee. Voor 150.000 euro heb je al een huis met twee slaapkamers en badkamers. Toch iets om over na te denken. We stoppen even bij Bee Things. Hier hebben ze zo’n tien verschillende honingvarianten die we ook kunnen proeven voordat we een favoriet kiezen om te kopen. Blauwe gom, strandveld, oranjebloesem, fynbos, verschillende bloemen ze zijn allemaal anders. Je proeft dat het goede kwaliteit is. 


Het mooiste bouwwerk in de stad is de in 1747 gebouwde residentie van de gouverneur. Het Drosty museum Complex is een openluchtmuseum met een ongelooflijk zicht op de bergen rondom. De dame van het museum geeft ons een duidelijke uitleg en laat ons dan zelf de plek ontdekken. De originele huizen werden gebouwd door de Nederlanders. Toen de Engelsen kwamen werd de slavernij afgeschaft. 


Het museum bestaat eigenlijk uit 3 gebouwen en we eindigen in de fraaie victoriaanse tuin. Momenteel staat er niet zo veel in bloei maar toch is het hier heel erg aangenaam om rond te lopen. De huizen in de straat zijn stuk voor stuk juweeltjes en hoe langer ik hier rondloop, hoe verliefder ik word. 


Swellendam heeft een levendige kunstgemeenschap, met een aantal galerieën. We nemen een kijkje in de Bukkenburg Pottery Studio van David Schlapobersky en Felicity Potter, waar we David aan het wiel vinden terwijl hij werkt aan een soort bloempot voor in de tuin. Hij lijkt wel Paulus de Boskabouter met zijn grote oren, enkel een pinnenmuts ontbreekt. Ik probeer oprechte interesse te tonen voor zijn werk ook al vinden we het niet echt mooi, maar hij heeft duidelijk geen zin in praatjes over zijn potten. Dee Dee staat in de tuin vogels te fotograferen en daar heeft hij wel veel over te zeggen. Hij staakt zelfs zijn werk om een sinaasappel in twee te snijden voor de vogels. Even geduld zegt hij, dan komen ze zeker. Na een fotosessie van zijn vogels, verlaten we het atelier. 


Prachtig is de ongewoon uitbundige Nederlands Hervormde kerk uit 1911 met zijn eclectische barokke gevels en gotische ramen. Binnen is het een wat kale, saaie ruimte. Het is zo fijn om in dit stadje, gelegen aan de voet van de Langeberg Mountain in een groene vallei, rond te kuieren. Swellendam is trouwens een van de grootste gebieden ter wereld waar youngberry's worden geteeld. Deze kan je van november tot half december ook zelf plukken. In de nabijheid zijn bovendien heel veel natuurreservaten waarvoor we nu geen tijd hebben, maar ooit komt de dag ….


Bij een kleine galerie in de hoofdstraat besluiten we iets te gaan drinken. Ik vind de tekeningen die de dame maakt wel leuk, Dee Dee vindt ze maar niks. De inrichting is helemaal afgestemd op de kleuren van de schilderijen. Ik eet nog snel een carrotcake alvorens we definitief afscheid nemen van dit prachtige stadje, maar met de belofte: hier komen we zeker terug.


Rond de middag rijden we naar het meest zuidelijke punt van Afrika, de Kaap Agulhaas in het kleine vissersdorpje L’Angulhas.  De omgeving is hier ruig en vrij kaal, maar het is één van die plaatsen waar je geweest moet zijn. Er is een prachtige houten promenade gemaakt door het landschap naar de plek waar de Indische- en de Atlantische Oceaan elkaar tegenkomen. De puntige rotsen (agulhas komt van het Portugese woord voor naald) hebben voor menig scheepswrak gezorgd.


We hebben één nadeel: er is net een bus Chinezen toegekomen. De meesten kennen mijn verhouding tot deze bevolkingsgroep en ja hoor het is weer van dat. De eerste start met een pose waarna de ganse groep in diezelfde pose op de foto wil. Dan is er eentje die een andere pose aanneemt, waarna de ganse groep opnieuw op de foto wil met die pose en zo gaat het maar door. Een groep van 15 Chinezen die geen genoegen nemen met één foto, nee het moeten er minsten 10 zijn! Na bijna een half uur heb ik het gehad en krijg ik het aan de stok met één van de dames omdat ik mijn gedacht zeg. De gids van het gezelschap komt tussenbeide en overtuigt de dames om ons een foto te laten nemen. Slechts 2 minuten hebben we nodig en het staat erop. Hoe moeilijk kan het zijn? Ondertussen komt de stoom al uit mijn oren (dat zie je ook op de foto, er kan geen lachje vanaf) en het blijft toch nog even nazinderen. Dee Dee blijft er kalm bij en probeert ook mij wat te kalmeren. Ze heeft gelijk natuurlijk, je druk maken helpt geen sikkepit.


We besluiten nog even af te koelen aan het strand en wat naar de golven te kijken die op de rotsen beuken. Dat zal me zeker wat kalmeren. De kustlijn is hier zo mooi maar er staat wel wat wind. In 1849 werd er een vuurtoren gebouwd. Eenenzeventig treden leiden naar de top van de op één na oudste nog werkende vuurtoren in zuidelijk Afrika. Boven is een museum en een restaurant maar we hebben zoveel tijd verloren, dat we besluiten verder te rijden.


Het is nog een uurtje rijden naar Hermanus. Voor we naar ons logeeradresje gaan, passeren we in het grote Shopping center net buiten de stad. We hebben ondertussen ondervonden dat we niet alles in onze koffer krijgen dus gaan we op zoek naar een extra handbagage. Wanneer dat gefikst is, rijden we naar het Penguino Guesthouse, een mooi pension op een geweldige locatie dicht bij de promenade. Stefan ontvangt ons en is zeer galant want hij draagt met plezier onze zware koffers naar boven. De kamer is zeer proper en perfect uitgerust. We laten alles staan en gaan onmiddellijk op pad. 


Hermanus ligt langs de prachtige kusten en kliffen van Walker Bay en is van een klein stadje uitgegroeid tot de meest beroemde plek om walvissen te spotten in het najaar. We moeten dus nog eens terugkomen maar dat is geen straf. Het is liefde op het eerste gezicht! We besluiten een stukje van het Hermanus Cliff Path te wandelen. Dit 12 km lange pad loopt langs de kustlijn van Hermanus langs kliffen, stranden, bankjes en prachtige uitzichten over de kust. Onderweg genieten we van het uitzicht op de oceaan. De golven gooien zich met een indrukwekkende kracht op de rotsen, het lijkt wel vuurwerk wanneer ze omhoog spatten.


Tijdens onze 27 dagen dat we al op pad zijn, hebben we geen enkele dassie of Kaapse Klipdas,  zoals het beestje echt heet, gezien maar hier op de kliffen zien we ze overal. Sommige zijn schuw en rennen weg van zodra we dichterbij komen, andere blijven rustig zitten. Ondanks het verschil in grootte is het de nauwste levende verwant van de Afrikaanse olifant. Dit wordt afgeleid uit overeenkomsten in de structuur van de voeten en tanden. Ze koesteren zich graag in de zon op grote rotsen, vooral tijdens de ochtenden en late namiddagen. Deze diertjes hebben echt een zeer hoge aaibaarheidsfactor maar ze zijn onmogelijk aan te raken. Het gedrongen diertje heeft een korte, dichte vacht. Op zijn hoofd zitten kleine, afgeronde oren. We slaan ze gade vanop ons bankje terwijl ze zich te goed doen aan de plantjes die op de rotsen groeien.


Wanneer we zo’n twintig minuten hebben gewandeld, komen we aan in het centrum. We besluiten het restaurantje Burgundy’s, dat Etienne uit Swellendam ons heeft aangeraden, uit te proberen. Op de kaart staat Bobotie dus dat wordt het voor mij. Dee Dee gaat nog eens voor de gamba’s maar geen enkel restaurant evenaart de gamba’s uit Kaapstad. De Bobotie smaakt zo lekker. Dat is echt m’n favoriete Zuid-Afrikaanse gerecht. Het is een traditionele Zuid-Afrikaanse ovenschotel gemaakt van gekruid gehakt (vaak rundvlees of lamsvlees), vermengd met een mengsel van specerijen, gedroogd fruit en uien, afgedekt met een eiermengsel dat tijdens het bakken stevig wordt. Het gerecht is van Maleisische oorsprong en wordt meestal geserveerd met rijst en sambal, vaak ook met banaan of een tomatenchutney. Het verbaast me wel dat elke bobotie toch weer anders smaakt, al naargelang de hand van de kok. Hier spatten de smaken van het bord, bijna met een even groot enthousiasme als die golven op de rotsen. We drinken er een heerlijk glas witte Chenin Blanc bij en sluiten de maaltijd af met een citroen merengue. Na het diner wandelen we lichtjes aangeschoten terug langs het Cliff path naar het guesthouse, terwijl de zon langzaam zakt, stilletjes dromend van een huisje hier wanneer ik met pensioen ben. Ja, na 27 dagen Zuid-Afrika heb ik mijn plekje gevonden! Geestelijke rust kost hier geen fortuin.