We trekken dit weekend naar de stad van de liefde! Voor velen is Parijs de meest romantische stad op de wereld. Menig buitenlander gaat er heen om zijn of haar geliefde op de Eiffeltoren ten huwelijk te vragen. Parijs heeft klasse, maakt indruk en heeft dat altijd al gedaan. Het is de muze van vele kunstenaars. We nemen ’s morgens vroeg de Thalys naar de lichtstad. We logeren in Hotel Aston, gelegen in een doodlopende straatje. Na aankomst gaan we eerst even wat relaxen op een terrasje om daarna 3 dagen lang cultuur op te snuiven. Inge kijk alvast even op de kaart. De stad heeft zoveel in haar mars dat een weekend eigenlijk te kort is om haar goed te leren kennen maar we gaan alvast ons best doen. De zon schijnt en het is aangenaam warm dus ‘on y vas’!
Het indrukwekkende Place de Vendôme waar een triomfzuil werd neergezet ter ere van Napoleon Bonaparte is redelijk groot. Op dit achthoekige plein bevinden we ons te midden van luxueus Parijs. Hier kan je alle dure kledingmerken en de grote juweliersmerken terugvinden. Als je de rijksten der rijken wil spotten, is dit ‘the place to be’! Hier zijn ook de beste hotels, waaronder het beroemde Ritz-hotel, waar Dodi Al-Fayed en Lady Di verbleven, voordat ze iets verderop onder een brug langs de Seine het fatale ongeluk kregen. Deze plek is niet voor onze portemonnee dus stappen we maar lekker verder in de richting van de Jardin les Tuileries. Het park van het voormalige Koninklijk paleis was een van de eerste parken die voor het publiek toegankelijk werden. Het werd al snel een plek om te zien en gezien te worden. Overal in de parken van Parijs staan er groene stalen stoeltjes die de mensen zelf mogen zetten waar ze willen. Voor ons zal er ook een grote groep geweest zijn want we zien 6 stoeltjes bij elkaar staan. We gaan gezellig zitten om onze voetjes even wat rust te gunnen en mensen te bestuderen. Het is een hele bedrijvigheid in het park en echt rustig is het er niet: locals die op het grasveld lekker picknicken, joggers die aan hun conditie werken en toeristen die onderweg zijn naar het Louvre. Hier is het zalig in dat lentezonnetje!
Er wordt gezegd dat je in ieder geval eens in je leven het Louvre moet bezoeken. Telkens wanneer ik in Parijs ben, is het echter stralend weer en om dan in een museum rond te dwalen, daar heb ik eigenlijk geen zin in. Slechts 1 keer regende het verschrikkelijk maar toen was er een spontane staking en is het er weer niet van gekomen. Dit weekend schijnt opnieuw de zon en dus beslissen we om het Louvre ook nu enkel langs buiten te bekijken. Maar ooit zal het er weleens van komen want het Louvre is een van de belangrijkste musea ter wereld, niet in het minst vanwege de Mona Lisa. Indrukwekkend is de moderne glazen piramide die voor het oude gebouw werd gebouwd. Het moderne ontwerp werd aanvankelijk met gemengde gevoelens ontvangen vanwege het sterke contrast met de klassieke gevels die de glazen piramide omringen maar is nu niet meer weg te denken uit het Louvre complex. Dankzij de piramide is er nu een ruime, centrale ingang van waaruit het hele museum makkelijk te bereiken is zonder dat aan het bestaande patrimonium geraakt moest worden. De combinatie oud en modern is hier in ieder geval zeer geslaagd.
De metro in Parijs is een geweldig groot netwerk onder de stad waarmee je in no time van het ene naar het andere stadsdeel reist. We nemen een kaartje dat geldig blijft gedurende ons ganse verblijf in Parijs en hebben al snel door hoe de lijnen lopen. Als een mol kruipen we via de roltrappen naar boven op die plaatsen die we willen bezoeken. Zo komen we in één van de leukste buurten van Parijs, namelijk Montmartre. Tot voor de inlijving bij Parijs in 1860 was Montmartre een op zich staand landbouwdorp, dat door de lage huurprijzen vooral gegeerd was bij kunstenaars. Ook vandaag hoor je nog vaak spreken over ‘le village’ of het dorp en als je het aan de oudere generatie vraagt, voelen ze zich nog altijd meer Montmartrois dan Parijzenaar. Via de rue Foyatier beklimmen we de 300 trappen naar de prachtige Sacré-Coeur die zich op de heuvel bevindt. Bij elke trede naar boven wordt het gebouw mooier, maar tegelijkertijd wordt ook het uitzicht over de stad, mooier. Alleen jammer dat de trappen bezaaid zijn met rommel en glasscherven. Op deze zonnige dag contrasteert de sprankelend witte kleur van de Sacré-Coeur tegen de helderblauwe lucht. Ondanks de zware vervuiling, eigen aan een grootstad als Parijs, heeft de basiliek toch steeds zijn sprankelend witte kleur kunnen behouden. De oorzaak hiervan ligt bij de Chateau-Landon steen die gebruikt werd bij de bouw van de kerk. Wanneer het regent reageert deze steen op het water door calsiet uit te scheiden wat als een soort bleekmiddel werkt. De Sacré-Coeur is zo mooi en overweldigend dat het me toch even een kippenvel momentje oplevert.
Dat Montmartre ooit een dorp was, voel je nog steeds, hoewel het massatoerisme stilaan de overhand lijkt te nemen. In deze wijk hebben heel wat bekende schilders gewoond zoals Vincent van Gogh en Salvador Dali. Nog steeds ademt de wijk een nostalgische, schilderachtige sfeer uit die je in het straatbeeld terugvindt. Vooral op het Place du Tèrtre tonen veel kunstenaars hun schilderkunsten. De vaak opdringerige portretartiesten proberen hier de nieuwsgierige meute toeristen te strikken om een karikatuur te laten tekenen. Wij passen hiervoor en besluiten de begane wegen te verlaten om Montmartre ten volle te beleven. Het is zalig rond te kuieren in de smalle straatjes met de kleine huisjes. Zo komen we op het minder bekende Place Dalida. Dalida, één van Frankrijks succesvolste zangeressen ooit, woonde in Montmartre en om haar te eren werd op dit relatief kleine pleintje enkele jaren na haar dood een bronzen standbeeld voor haar neergezet met ontblote borsten. Dat menig toerist hier al over haar tepeltjes heeft gewreven is duidelijk zichtbaar. Of het geluk brengt weet ik niet, maar even wrijven kan zeker geen kwaad!
Ondertussen hebben we honger gekregen en besluiten we één van de vele typische Franse restaurantjes te verkennen. Wat is Frankrijk zonder bouillabaisse? Dit van oorsprong armeluisgerecht werd door vissers op het eind van de dag met de onverkoopbare vissen op het strand in zeewater gekookt en dan gezamenlijk gegeten. Papa is er al heel de dag verzot op en hier hebben ze het!
Na het eten wandelen we terug in de richting van ons hotel. De schrijnende armoede op straat is hier in Parijs goed zichtbaar. Het cliché van de clochards die onder de bruggen van Parijs slapen, wordt hier niet ontkracht. Hun bestaan is allerminst romantisch. Niemand weet hoeveel daklozen er precies zijn maar men tracht aandacht te geven aan het schrijnende probleem. We stellen ons meermaals de vraag hoe het kan dat in een zo welvarende stad zo veel mensen op straat wonen? Het is duidelijk dat de meeste Parijzenaren zo aan dit beeld gewend zijn, dat zij ze niet eens meer zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten