Mogelijk de grootste toeristische trekpleister van Kopenhagen, is het beeld van de kleine zeemeermin (Den lille Havfrue), die al sinds 1913 dromerig uitkijkt over het water en gebaseerd is op het gelijknamige sprookje van de Deense schrijver Hans Christian Andersen. Net omdat het bronzen beeldje één van de populairste bezienswaardigheden is, is het moeilijk om haar overdag te fotograferen zonder dat er toeristen op de foto staan. Daarom besluiten we haar vroeg in de ochtend te bezoeken. Om 7 u zitten we dus al aan het ontbijt. De zon komt net op als we ons hotel verlaten en aan het water zijn alle gebouwen omringd door een mooie rode gloed. We hebben een flinke wandeling voor de boeg en het is best koud vanmorgen want het heeft heel de nacht gevroren. De weg langs het water is echter zo mooi dat we de koude snel vergeten. We worden opgeschrikt door een luide knal. Blijkbaar wordt er elke dag bij zonsopgang en zonsondergang een schot gelost op het legerterrein Holmen. Wanneer we op het einde van de wandelpromenade bij de zeemeermin komen, zijn we toch nog niet alleen. Er waren dus meer mensen van dit gedacht. Iedereen die het beeldje al gezien heeft, vertelt me dat het niet de moeite loont om het te bezoeken. Ook al is het slechts 1,25 meter hoog (wat wij trouwens niet echt klein vinden) wij zijn onder de indruk. Het symbool van de stad kan ons echt wel bekoren. Het beeld is sierlijk en ook de locatie is mooi. Sinds het beeld werd onthuld, is het meerdere keren het doelwit geweest van vandalisme. Onthoofdingen, met verf beklad en de rechterarm afgebroken...niets is de zeemeermin bespaard gebleven. Gelukkig ziet ze er vandaag wel prachtig uit.
Van hieruit wandelen we naar het Kastelet. Wanneer we de brug overgaan, stappen we de 17e eeuwse vesting met roodgekleurde huisjes binnen. Het werd gebouwd als verblijfplaats voor het leger dat Kopenhagen moest beschermen tegen aanvallen van ondermeer Zweden. De tijd lijkt binnen de muren wel te hebben stilgestaan, zo aangenaam rustig is het hier. In de huisjes wonen nog steeds mensen die voor het leger werken, zoals schilders en timmerlieden. Jammer genoeg staat een groot deel in de steigers. Binnen het kastelet werd er een strak, modern monument opgericht voor de gesneuvelden van de Deense internationale missies. Bij de vlam voor het monument warmen we ons even op. Net buiten de vesting aan de andere kant, komen we voorbij de St Alban’s Church. Het is een typisch anglicaans kerkje uit 1887 dat werd opgericht voor de Engelse gemeenschap in Kopenhagen. Wekelijks wordt er nog een mis gegeven in het Engels. We zijn beide verliefd op het kerkje en dromen even weg ... mochten we nog ooit trouwen ... yeah right :-) Naast de kerk staat de monumentale bronzen Gefion fontein. Deze bronzen fontein met vier ossen en vrouw vertelt hoe Sjaelland, het eiland waar Kopenhagen zich op bevindt, is ontstaan. De legende is dat de godin Gefion tijdens haar zoektocht naar nieuw land de mythische koning Gylfe van Zweden ontmoette. Hij bood haar zo veel land aan als ze kon ploegen in een dag en een nacht. De godin veranderde haar vier zonen in sterke ossen. Ze ploegden zo diep in de aarde dat de aarde in zee terecht kwam en Sjaelland ontstond. In Zweden bleef een gat in de vorm van Sjaelland achter dat nu het Vänermeer zou moeten zijn. Jammer genoeg staat de fontein droog ... We nemen de overzetboot naar de andere kant van de haven, naar Holmen. Dit voormalige legereiland heeft sinds 2000 een facelift ondergaan. Het Deense leger besloot zich elders te vestigen en liet oude barakken achter. Deze zijn mooi gerenoveerd en worden nu gebruikt door kleine bedrijfjes. De vroegere kopersmelterij is nu een universiteitsgebouw en de torpedohal werd omgebouwd tot appartementen. We zijn echt gecharmeerd door deze buurt ... hier willen we wel wonen. We vernemen echter dat in dit gedeelte van Kopenhagen de duurste appartementen zijn. Ja dat verwondert ons niet. Aan deze kant van het water bevindt zich ook het nieuwe operagebouw. Het gebouw heeft veel weg van de brug van een schip, een verwijzing naar het bedrijf van de gever, een containerrederij.
Tussen het gebied waar de meeste studenten wonen en Holmen, ligt Christiana. In 1971 bezetten krakers hier een aantal lege barakken. In plaats van de krakers eruit te zetten, heeft de toenmalige regering besloten het te zien als een 'sociaal experiment'. Inmiddels hebben de krakers een eigen commune en eigen regels opgesteld. Dit is werkelijk de meest alternatieve wijk in Kopenhagen. Wanneer we bij Pusshersstreet - de hoofdstraat komen, zien we een groot bord waarop staat 'please no photos in green light district'. Hier worden er namelijk openlijk softdrugs gebruikt en verkocht. De geur van marihuana kruipt in onze neus en de mannen die hier rondlopen zijn ver weg, hun blik op oneindig... De huizen die we er zien, zijn veelal zelf gebouwd. Denk aan kinderen die een boomhut maken, maar die er dan in besluiten te gaan wonen. Je ziet er echt van alles, mensen die wonen in een schuurtje, een caravan, of een oude fabriek. De muren zijn opgesmukt met graffiti, de ene al wat mooier dan de andere. Kleurrijk is het alleszins.
En ook al is het hier niet echt proper, het is best een inspirerende plek waar we toch wat tijd doorbrengen. Een vrouwtje vertelt ons wat meer over 'haar' wijk waar ze best trots op is. Wij vroegen ons namelijk af of er hier ook kinderen wonen. Blijkbaar zijn dat er meer dan 200. Ze zouden wel buiten de commune naar school gaan. Nog steeds hebben alle bewoners één adres: het postkantoortje van Christiana. Vorig jaar heeft de commune de grond gekocht en de bewoners betalen huur aan de commune waarmee de schuld wordt afgelost. Water en nutsvoorzieningen worden vanuit de commune aan de stad Kopenhagen betaald. We verlaten met gemengde gevoelens deze toch wel bijzondere wijk en brengen een bezoekje aan de For Frelsers Kirke. Deze opvallende kerk heeft een spitse toren met een trap buitenom en een gouden knop bovenop. In totaal zijn het vierhonderd treden en het uitzicht zou bij helder weer waanzinnig zijn maar vanwege de wintertijd is de toren jammergenoeg gesloten. In de kerk staat een mooi orgel met vierduizend pijpen. Er worden dan ook veel concerten gegeven. Ondertussen hebben we het echt koud gekregen en willen we wat opwarmen dus gaan we iets drinken bij Café Oven Vande. Dit is een plek waar de hippe jongeren en de oude bewoners van Christianshavn elkaar ontmoeten. Hier hebben ze geweldige carrotcake. Na deze korte stop gaan we opnieuw naar de andere oever. We komen voorbij de beurs. In dit rode bakstenen gebouw met het koperen dak zien we de Nederlandse renaissancestijl onder meer terug in de trapgevels. Op het dak staat een torentje van vier verstrengelde drakenstaarten. Daarna komen we aan een ander indrukwekkend zwart gebouw. De oude Koninklijke bibliotheek van Kopenhagen uit 1906 is met een luchtbrug verbonden met den Sorte Diamant (de zwarte diamant). Dit nieuwe gedeelte van de bibliotheek is één van de hoogtepunten van de hedendaagse Deense architectuur. Het gebouw heeft zijn naam te danken aan het zwarte graniet dat er in is verwerkt. Voor het interieur lieten de architecten zich inspireren door het natuurverschijnsel noorderlicht. Wanneer we met de roltrap naar de eerste verdieping gaan, zien we zowel de oude als de nieuwe leeszalen. Vanop de bovenste galerij hebben we een prachtig zicht op de glazen structuur en het water.
Via een gezellig binnenpleintje waar het Dansk Jodisk museum gevestigd is, wandelen we naar het stadhuis waar we toch nog even binnen willen gaan om de wereldklok te bekijken. Daarna gaan we nog even shoppen bij Normann, een hippe winkel die allerlei hebbedingetjes verkoopt. Al de spullentjes worden door verschillende designers gemaakt. Leuk dus om wat kerstinkoopjes te doen. Ondertussen is het weeral bijna donker en passeren we Wagamama. We krijgen beide het water in de mond en besluiten dan maar vroeg te dineren vanavond. Voor sommigen misschien vreemd, Aziatisch in een Scandinavisch land. Vroeger aten de Denen bijna alleen maar vis. Dat ligt voor de hand, want hun land is bijna helemaal omringd met water. Ondertussen ontdekken ook de Denen echter andere culinaire horizonten. Op onze weg naar het hotel stoppen we nog even bij het chocolade hotel om wat chocolade te kopen ... Dat wordt straks genieten met een lekker tasje thee.