Weer zalig geslapen. Om half 9 komen we samen in de lobby en trekken we naar het koffie barretje van gisteren. Vandaag is papa jarig maar de geschenkjes zijn voor straks. We moeten nog even wachten want de koffie bar gaat pas om 9 uur open maar het is het wachten waard. De ontbijtjes smaken heerlijk en de jarige is in zijn nopjes. Althans wat het eten betreft want gisterennamiddag heeft hij te lang in de zon gezeten en zijn nek is verbrand. Deze morgen heeft hij dus flink gesmeerd en nu pikt de zonnecrème in zijn ogen.
Onderweg komen we onze charmezanger weer tegen. De melodie van het bekende ‘Strangers in the night’ klinkt plots heel anders. We hebben moeite om onze lach in te houden maar hij doet zo zijn best dat we toch proberen ons gezicht in de plooi te houden.
Een must-see is de centrale markt van Riga, de Rigas Centraltirgus! De locatie is uniek want de markt werd ondergebracht in de enorme metalen zeppelin hangars, die het Duitse leger na de oorlog heeft achtergelaten. De markt is door de jaren heen verbeterd, uitgebreid en gerenoveerd, maar de vijf originele paviljoens zien er net zo uit als vele tientallen jaren geleden. Je vindt hier de meest uiteenlopende producten en lekkernijen. Elke hal heeft zijn eigen specialiteit.
We starten helemaal achteraan bij de vis. Meestal is dit een aanslag op mijn reukorgaan maar hier valt de geur heel erg mee. De vis wordt net als bij ons gepresenteerd op ijs en dat hij vers is zien we met onze eigen ogen want hier en daar ligt de vis nog een beetje naar adem te happen. De hoeveelheid verschillende vis is enorm. Ik wist niet dat er zo veel soorten waren. We zien paling en lamprei, gerookte bot, levende karper, gemarineerde haring en tal van andere soorten. De Indiër van gisteren is ons Inge niet goed bevallen want ze spurt voor de derde keer deze morgen naar het toilet.
In de groentenhal hangt geen lekkere geur. Dit vreemde aroma is niet het gevolg van slechte hygiëne of defecte riolering. Het is gewoon het bouquet van geraspte gemarineerde kool, uitgestald in enorme hopen of van de grote in azijn gedrenkte augurken die zwemmen in glazen bokalen. Verder de gewone groenten zoals bij ons dus niets spectaculairs.
Het vleespaviljoen is een plek voor de inwoners om een verse eend of varkenskotelet te kopen maar voor toeristen is het vooral een geweldige plek om te gapen naar een voor ons aantal ongewone dingen zoals hele varkenskoppen (of gewoon hun snuiten), gigantische rundertongen en -harten, evenals varkensdarmen en -nieren. Ja, onder het felle witte licht van de TL buizen wordt werkelijk alles verkocht. We zien een kar vol geslachte dieren passeren en even later nog een.
Uiteraard zijn er buiten ook nog eens honderden kraampjes die vanalles verkopen, van bloemen en verse producten tot jasjes van kunstleer, bontmutsen en veel onopvallende kleding. En, in tegenstelling tot het centrum waar je nogal wat toeristen ziet lopen, zie je hier de plaatselijke bevolking de dagelijkse boodschappen doen. Elke dag komen hier tussen de 80.000 en 100.000 bezoekers. De producten worden aangeleverd via de spoorlijn die voor de hallen doorloopt en via het kanaal.
Er zijn maar weinig toeristen die de moeite nemen om de Russische wijk Moskatsja te bezoeken en dat terwijl je juist hier het echte Riga nog een beetje vindt! Vanuit de bruisende markt achter het station, lopen we via de achteruitgang zo tegen de “academy of science” aan. Het gebouw doet een beetje denken aan de Empire State Building, in miniversie dan. Dit overblijfsel uit de tijd van de Russische overheersing, ook wel Stalin’s birthdaycake genoemd, is de start van onze ontdekkingstocht door Moskatsja.
Deze arbeiderswijk voelt in eerste instantie grimmig en gevaarlijk aan, omdat we overal bedelaars tegenkomen maar is door zijn typerende houten huizen ook heel erg charmant. De geschiedenis van deze buurt is wat minder rooskleurig. Door toedoen van de nazi’s zijn er in deze van oorsprong Joodse wijk nu bijna geen Joden meer te vinden. De houten huizen staan er nog in grote aantallen. Leuk feitje; Riga heeft hierdoor het grootste percentage houten huizen van Europa (+/- 20% van heel de stad is gebouwd van hout!).
We botsen op een oud, houten, Russisch orthodox kerkje, de Kerk van de Heilige Alexander Newsky. Hier lopen we tussen een aantal stokoude vrouwtjes, helemaal in het zwart gekleed en bezig met het opwrijven van alle iconen in de kerk. De buitenkant is volledig geel geschilderd, heeft een groen dak en blauwe koepeltjes.
De geschiedenis van Riga is turbulent. Na bezettingen door Zweden, Polen en Duitsland verdween Letland achter het ijzeren gordijn tijdens de bezetting door Rusland. Sinds 1991 is Riga onafhankelijk en langzaam krabbelt het land terug recht. Wanneer we op een groot plein arriveren, zien we een witte, ondersteunde betonnen muur. Hier stond ooit de grootste synagoge van de stad, totdat ze in 1941 door de nazi’s in brand werd gestoken. De holocaust in Riga wordt op dit plein herdacht. In de betonnen muur zijn de namen van de slachtoffers gegraveerd. Tijdens de nazitijd werden hier tot wel 70.000 mensen doodgeschoten.
We zetten onze weg verder door de armoedige wijk en zien veel houten huizen met afgebladderde verf die werkelijk van het minste zuchtje wind lijken om te vallen, maar ook zo nu en dan nog altijd schitterende, half vervallen Art Nouveau panden. De straten zijn bedekt met kinderkopjes, maar ze hebben bergen karakter! Tegenwoordig is de wijk wel aan een ommekeer bezig want leegstaande oude pakhuizen worden gerestaureerd naar ateliers waar kunstenaars hun creativiteit kwijt kunnen.
We wandelen terug in de richting van de binnenstad want gisteren zagen we een klein bakkerijtje waar we vanmiddag graag willen gaan eten. We moeten wel even zoeken in de vele smalle straatjes maar arriveren uiteindelijk op onze bestemming. Het kleine huisje zit afgeladen vol maar er is nog 1 plekje op het terras. Ook aan de lange toog is het aanschuiven maar de geur alleen al doet ons watertanden. Geduld wordt beloond! Het wordt een zoete lunch bij Rigensis. De kersenstrüdel is een van de lekkere die ik ooit geproefd heb.
Gisteren was het Zwarthoofdenhuis niet open maar vandaag wel dus wandelen we er nog even naartoe. Beneden in de kelder wordt de geschiedenis verteld aan de hand van een documentaire. Op 29 juni 1941 werd de stad Riga door Duitse troepen gebombardeerd en werd het huis grotendeels verwoest. In 1948 werd de ruïne door de Sovjets gesloopt. Er kwam geen gebouw in de plaats en het marktplein werd er zo groter op. Ter voorbereiding van het 800-jarig bestaan van de stad werd het gebouw tussen 1993 en 1999 gereconstrueerd. Het is echter vooral de zaal boven die ons met verstomming doet slaan. De indrukwekkende kroonluchters hangen aan een prachtig geschilderd plafond. Ondertussen hebben de twee mannen ook last van hun buikje dus de Imodium die Inge altijd op zak heeft, komt van pas.
Het KGB House, ook wel “the Corner house”, willen we niet missen ook al weten we dat het bijzonder aangrijpend zal zijn. Na een toch wel lange wandeling komen we aan bij een groot wit gebouw waar, achter de ijzeren deur jarenlang het hoofdkwartier van de KGB schuilging. Het was een gebouw waar je alleen na een extra strenge screening mocht komen, of als je was opgepakt natuurlijk. Eenmaal binnen zien we aan de kassa een bord hangen waarop staat dat alle tickets voor vandaag uitverkocht zijn. Een teleurstelling, maar we mogen wel binnen in de registratieruimte. Daar werden destijds foto’s gemaakt, moesten de mensen zich uitkleden en werden alle lichaamsholtes onderzocht. Waardevolle spullen gingen in een laatje en daar kregen ze een ontvangstbewijs voor. Niet dat dat enige waarde had want vrijkomen was een wonder. Op deze plek zaten geen dieven en moordenaars, maar alleen politieke gevangenen. De KGB richtte zich op sociale groepen waartoe iemand behoorde en het doel was om zo snel mogelijk informatie los te krijgen en geen enkel middel werd daarbij geschuwd.
We luisteren naar een getuigenis van een vrouw die alles zelf heeft meegemaakt. Als de gevangen na de ondervragingen naar hun cel werden gebracht, wisten de medegevangenen bij het horen van de sleutel in het slot al dat er iemand moest klaarstaan om hen op te vangen. Het tapijt op de gang was rood zodat al het bloed niet zo zou opvallen. Daarnaast was het dik, zodat voetstappen niet te horen waren en de bewakers ongemerkt naar de deuren konden lopen om gevangenen af te luisteren en te bespieden. De cementen vloer lag vol modder en op de bedden lagen geen matrassen of planken, enkel metalen spijlen. Er stond een stinkende emmer in de hoek waar ze hun behoefte konden op doen (buiten die ene keer per dag dat ze naar de wc mochten) en de temperatuur werd opzettelijk zó hoog gehouden dat het wel een sauna leek. Praten was verboden en om te voorkomen dat gevangenen boodschappen aan elkaar doorgaven, waren de muren ruw zodat ze er niet in konden krassen.
Er brandde 24 uur per dag fel licht in de cel en als ze hun ogen bedekten om te kunnen slapen, kwam er een bewaker naar binnen om de arm van hun gezicht te schoppen. Overdag was er wel eens wat meer plek om te liggen als er mensen uit de cel waren gehaald voor ondervragingen, maar liggen was overdag verboden: dan mochten ze alleen zitten of staan. Uitgeputte mensen praten namelijk sneller. Af en toe mochten ze naar buiten, rondjes lopen op de luchtplaats maar enkel met het hoofd omlaag en handen op de rug. Hier werden ook veel vrouwelijke gevangenen verkracht.
We vinden het jammer dat we geen rondleiding meer kunnen krijgen maar aan de hand van de informatieborden en de documentaire kunnen we wel opmaken dat het een vreselijke plek was.
Aangedaan, wandelen we naar het park waar we op een terras in de zon nog iets gaan drinken. s’ Avonds eten we bij Zviedru Varti, een typisch Lets restaurant dat papa heeft uitgekozen. De reservatie die we twee dagen geleden persoonlijk hebben gemaakt, hebben ze duidelijk niet genoteerd. Ja die Letten die ‘letten’ niet echt goed op hé. We krijgen toch een tafeltje. Het interieur is eenvoudig, net of we zitten in een gewone huiskamer met veel plastic bloemen en planten, boeken op een schap en in de hoek een tv. Het restaurant wordt uitgebaat door een Letse familie en we kunnen spreken van grootmoeders keuken. Toch is de tomatensoep met basilicum olie werkelijk de lekkerste soep die ik ooit gegeten heb. Ook de hoofdgerechten en de desserts zijn simpel maar lekker.
Papa krijgt zijn geschenkjes maar omdat we met het vliegtuig zijn, staan die geschenkjes wel op papier afgebeeld en zal hij moeten wachten tot we thuis zijn om ze daadwerkelijk in ontvangst te nemen.
Na het eten slaat de vermoeidheid toe en wanneer we naar huis lopen is het toch een pak frisser. Papa begint spontaan te zingen: ‘Ik wil deze nacht in mijn frakske verdwalen’. Al heeft hij het dan meer over Inge dan over zichzelf. We zijn doodmoe van het lopen op die vervelende klinkers in de binnenstad en we zijn blij wanneer we eindelijk in ons bedje kruipen.
Uwe papa geraakt niet geleerd, want elke keer de zonnecrème wordt bovengehaald zit hij met tranende ogen.
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat je best ook niet op de weegschaal gaat staan !!!Maar ik denk wel dat het een mooie stad is met veel variatie. Groetjes