dinsdag 21 januari 2025

Sibuya Game Reserve

Hakuna Matata! What a wonderful phrase - Hakuna Matata! Ain’t no passing craze. It means no worries for the rest of our days’. Ik heb eigenlijk best wel goed geslapen in de tent. Ook Dee Dee heeft een goede nachtrust gehad. Wanneer we over het houten platform naar de main lodge wandelen, hebben we het gevoel dat het nog nacht is. Het is 5 uur wanneer we als eerste toekomen. Er staat al koffie en thee klaar want ontbijten doen we straks na de ochtend safari. Ik voel me een beetje overdressed want het is best wel warm dus ga ik terug naar de tent voor een dunner vestje. Wanneer ik terug buiten ga, zit er op het gordijn een dikke spin. Ik draai de knop om en laat ze gewoon zitten, misschien is ze straks wel verdwenen. 


Om half 6 vertrekken we. Het is zwaarbewolkt maar geen regen. Het geluid van de vele vogels kan onmogelijk nagebootst worden. We zijn ontzettend dankbaar om dit als eerste ochtendgeluid te horen. We zijn nog maar net vertrokken of we zien al enkele bavianen voor onze truck de weg oplopen. Razendsnel kruipen ze de steile rotsen op om daarboven hoog in de bomen op ons neer te kijken.


Ik weet dat mijn zusje dit het mooiste vindt dat er is, op safari gaan maar het zal nooit iets worden dat ik dagelijks wil doen. Versta me niet verkeerd, ik geniet wel van het landschap, de frisse lucht en de dieren maar dat eindeloze wachten tot er iets verschijnt, pfff dat verveelt me snel. Impala’s zien we met hopen en dat zijn best elegante dieren en ze wat gadeslaan is best leuk maar het zou nog leuker zijn mochten we eens iets spannends beleven.


De focus van Nick ligt vandaag op leeuwen. Volgens Nick zou dat moeten lukken want het is frisser en dan zijn ze toch net iets actiever. Nick staat in continu contact met de andere rangers maar tot op heden is er nog geen leeuw gespot. Gelukkig voor ons passeren we een kudde giraffen. Nick vraagt of we in zijn voor een experiment en zoekt een slachtoffer. De jongste Braziliaan is een beetje prettig gestoord en wil zich wel opofferen. Nick vraagt hem in het gras te gaan liggen en naar de giraffen toe te rollen. Wie doet nu zoiets?  Maar ja hoor, hij legt zich gewillig in het natte gras en begint te rollen. Alle giraffen komen rond hem staan en bekijken hem alsof hij gek is, wat hij volgens ons ook een beetje is. Geen enkel dier beweegt, ze staan stokstijf en hun ogen zijn op hem gericht. Wanneer hij opstaat, is het schouwspel voorbij en wandelen de giraffen gewoon verder. Heel grappig!


We rijden nog wat verder het domein in maar veel nieuwe dieren spotten we niet. Op een boom zit een mooi vogeltje maar volgens Nick is het nog mooier als hij vliegt want zijn veren zijn kobaltblauw. We wachten geduldig terwijl Nick de wagen luid laat draaien om hem op te schrikken, maar wat had je gedacht net wanneer ik denk die gaat niet vliegen, vliegt hij weg en ben ik dus te laat.


Rond een uur of 8 stopt Nick opnieuw bij een groep giraffen en ook enkele zebra’s en mogen we allemaal de auto uit. Nick vertelt hier nog een leuk weetje over de strepen van de zebra. De zwarte trekken de zon aan (heet - dus lucht stijgt) en de witte weerkaatsen het zonlicht (koeler  - dus lucht daalt) waardoor het beestje nooit oververhit zal geraken. Hij heeft m.a.w. zijn eigen airco ingebouwd. We krijgen koffie, thee of warme chocolademelk met een koekje. Tijd om weer even een plasje te doen. Wanneer Nick dat enkele minuten na mij ook doet en terugkomt met de melding dat hij tussen de teken stond, ben ik er toch niet zo gerust in. Ik maak me de bedenking dat ik straks mijn lijf maar eens moet inspecteren. 


Rond half 9 komen we aan bij de aanlegsteiger van het River Camp, waar we in ons drijvende transport stappen. Brian brengt ons terug naar de overkant. Het boottochtje koelt ons terug een beetje af maar gelukkig brandt het haardvuur wanneer we in het Forest Camp toekomen. Het is tijd om te ontbijten! Er is heerlijk getoast brood, rösti, worstjes, spek, ei en voor de gezondheidsfreaks ook yoghurt met fruit en granola. Na het ontbijt, rond 10 uur kunnen we relaxen tot ergens rond lunchtijd. Ik probeer mijn blog wat bij te werken terwijl Dee Dee naar de tent gaat om te douchen. Wanneer ik even naar het toilet ga ontdek ik een spin in mijn broek … brrr ik hou echt niet van die kriebelbeestjes. Snel naar de lodge voor een warme douche.


Het middageten is weer subliem. Deze keer zijn het scampi’s in een roomsausje en spareribs. Heerlijk! Het dessert is voor mij iets minder: chocolade cake of kaas. Beide niet zo mijn ding maar binnen enkele uren is er terug eten dus is dat eigenlijk niet zo erg want ik voel mijn broek al spannen.


Na de lunch gaan Dee Dee en ik nog wat relaxen op ons geweldige terrasje. Wat kan het leven mooi zijn! Ook al is het bewolkt, de temperatuur is toch weer opgelopen tot zo’n 25 graden en dat is voor ons meer dan voldoende. Enkele van de Brazilianen gaan kanovaren en we horen ze al van ver voorbij komen (wij kijken uit op de rivier). Ze lijken er alvast van te genieten. Wanneer ik even naar de lobby ga, passeert er op de houten promenade een lange dunne slang. Ze is gifgroen van kleur. Blijkbaar is dit de green Bush snake en is ze niet gevaarlijk maar bij de gedachte dat zo’n slang gemakkelijk tussen de houten plankenvloer van de badkamer kan kruipen, breekt het angstzweet me al uit. Ik ben toch niet gemaakt voor het campingleven. 


Om 4 uur vertrekken we opnieuw op safari. Nadruk vanmiddag is de neushoorn en die willen we wel echt graag zien. Het weer is niet ideaal want er staat redelijk veel wind. 


maandag 20 januari 2025

Sibuya Game Reserve

We eten voor de laatste keer in Kronenhof want vandaag gaan we de bewoonde wereld verlaten  en inruilen voor 3 dagen wildernis. We gaan op safari! We rijden naar het slaperige dorp Kenton on Sea, een klein kustplaatsje aan de Sunshine Coast maar ze doet haar naam geen eer aan vandaag want de zon ontbreekt. Het is zwaarbewolkt maar gelukkig nog geen regen.


Onderweg zien we een compleet ander landschap, heel veel groen en honderden koeien. Langs de kant van de weg zitten mensen cactusvijgen te verkopen. Van waar ze komen, geen idee want er zijn helemaal geen huizen in de wijde omtrek.  Plots worden we opgeschrikt door een  helmparelhoen die uit het niets de weg opvliegt. We kunnen hem niet meer ontwijken en hij knalt tegen onze voorruit. Dat wordt een prooi voor de hyena. Tja dat is de natuur! We hebben trouwens al gemerkt dat alle vogels heel laag tegen de grond vliegen. Dat is om problemen vragen!


Wanneer we toekomen in Kenton on Sea gaan we op zoek naar de receptie van Sibuya Game Reserve. Het dorpje is prachtig gelegen tussen de Bushman's rivier en de Kariega rivier. Een omgeving waar ook talrijke malariavrije privé wildreservaten te vinden zijn, waaronder dus het Sibuya Game Reserve. We worden vriendelijk ontvangen door 2 dames die ons inlichten over hoe alles werkt. De boot naar het Forest Camp vertrekt pas om 12 uur dus kunnen we eerst nog een theetje drinken op het terras aan de rivier. Onze bagage gaat met een afzonderlijke boot en onze wagen wordt naar een bewaakte parkeerplaats gebracht. 


We hebben nog 1,5 uur dus besluiten we nog even een wandeling te maken langs het water. We zien enkele moedige dames met hun paarden door het water waden, een activiteit die je vanuit Sibuya ook kan boeken. 


Om 12 uur gaan we de boot op, samen met 7 Brazilianen, dus ambiance verzekerd. Nick, onze gids stelt zich voor als Captain Jack Sparrow maar dan zonder de alcohol. Dat laatste kunnen we wel krijgen op de boot maar in tegenstelling tot de Brazilianen, gaan wij voor iets fris. We varen naar ons kamp in de bush en eigenlijk start hier al onze eerste safari. De rivier slingert tussen de droge heuvels vol Euphorbia, kale stekelige stammen met een paar stugge bladeren bovenop. Onderweg wijst Nick ons op alle vogels. We zien de gigantische Afrikaanse fish eagle, de Oystercatcher en de Reed Cormorant.


Dee Dee noteert alles in haar boekje, een boekje dat we aan de receptie kregen waarin alle dieren vermeld staan die hier te vinden zijn, en dat zijn er heel wat! Er leven hier vierhonderd vogelsoorten in een gebied van vijftig vierkante kilometer. Wat een heerlijke boottocht, alleen word ik wel een beetje nat op de stukken dat er vaart gezet wordt. Nick, die trouwens afkomstig is uit Waterloo, heeft sprankelende ogen, een open houding en een prettige energie. De stem is voor mij een spiegel van de ziel en zijn stem is zeer aangenaam. Hij straalt enthousiasme uit. 


Onderweg passeren we Suzi, de ‘Goddess of the river’. Hoe ze daar gekomen is, weet eigenlijk niemand maar men vermoedt dat enkele vissers in de rots een vrouwengezicht zagen en nadien zijn teruggegaan met verf. Nu herschilderen studenten van de universiteit Suzi jaarlijks. Volgens Nick brengt ze geluk maar dan moeten we ze wel allemaal een kushandje toewerpen. Baat het niet dan schaadt het niet.


Na een goed uurtje varen, arriveren we bij het Forest Camp, dat op een schiereiland ligt aan de oevers van de Kariega Rivier. Om zo min mogelijk schade aan te richten aan de natuur, is het kamp gebouwd op verhoogde, houten platforms. Via een lang wandelpad door de ongerepte natuur komen we in de Main Lodge. Deze is zeer comfortabel, heeft een zitgedeelte en een eetgedeelte, alsook een mooi terras. De huispoes ligt te ronken op een zetel en geniet van alle aandacht die ze krijgt. Het is tijd voor de lunch die in buffetvorm wordt geserveerd. Al het gekookte eten wordt in een verafgelegen keuken ergens op het terrein bereid en naar de main lodge gebracht, waar de koks van het kamp er de laatste hand aan leggen. Alles is super lekker en we beseffen onmiddellijk dat we hier wel wat kilootjes zullen aankomen. Vooral de melktaart als afsluiter is om duimen en vingers af te likken.


Na de lunch blijven we nog wat napraten met de Brazilianen maar tegen een uur of 3 worden we toch nieuwsgierig naar ons onderkomen voor de komende 3 dagen. Er zijn 8 privé tenten die via een verhoogde promenade tussen de bomen verbonden zijn met de main lodge. Wij hebben tent 5 dus moeten we best een afstand afleggen en ik ben op mijn hoede want spinnen spannen hun web tussen de bomen. De tenten liggen ver genoeg uit elkaar. Op geen enkel moment hebben we het gevoel dat we daar niet alleen zijn. De tent zelf straalt een warme, charmante stijl uit. We hebben 2 bedden met luxe beddengoed en de kleuren roest en oranje zijn overal aanwezig. Verder is ze voorzien van een en-suite badkamer, met een door zonne-energie verwarmde douche. Er staat ook een mooi oud bad en er zijn heerlijke zeepjes en shampoo, pure luxe in de bush dus. Verder is er ook een ventilator en zelfs een open haard. Een kluisje is er ook maar dat staat gewoon los dus veel nut heeft dit niet.  Buiten hebben we vanaf de veranda een prachtig uitzicht want de tent is omgeven door bergen, stilte, water en een uitgestrekt landschap. Het kamp belichaamt het woord afzondering, I like! Maar ook al ademt het domein luxe, toch voelen we ons één met de natuur. Omdat we nog even hebben, zetten we ons op de veranda en genieten we van de geluiden van de wildernis. Er is geen TV maar die hebben we hier echt niet nodig, hier geniet je 24/24 van live breedbeeld National Geographic!


We krijgen wel expliciete instructies over het gebruik van de badkamer. Deze moet ten allen tijde afgesloten worden van de eigenlijke tent want apen die in het bos wonen, durven al wel eens binnenkomen en een ravage aanrichten. We letten er dus goed op dat we niets maar dan ook niets in de badkamer achterlaten. 


Om 4 uur start onze eerste safari. We stappen met z’n negenen in de Toyota Land Cruiser. Wij nemen de achterste bank en zitten bijgevolg heel erg hoog zodat we een goed overzicht hebben.  De wegen bij Sibuya zijn verbazingwekkend, recht omhoog langs de rotsachtige kant van de heuvels en naar beneden langs de andere kant. Ik heb enorm veel respect voor de ongelooflijke rijvaardigheid van Nick, te meer omdat het ondertussen flink is beginnen regenen en de wegen hier veranderen in modderpoelen. We krijgen een soort poncho maar echt veel helpt die niet. Het is jammer maar we maken er het beste van. De geur van de frisse regen en het bos heeft ook wel iets. 


We hebben onze zinnen gezet op het spotten van de big five: de leeuw, het luipaard, de neushoorn, de olifant en de buffel. Dit zijn niet de 5 grootste dieren van Afrika maar de 5 gevaarlijkste om tegen te komen. Enkele hebben we al gezien maar we hopen vandaag op de neushoorn. Dieren zijn dieren en die gaan écht wel hun eigen gang, ze liggen, gapen, rennen, vechten, vliegen, springen maar staan uiteraard niet te wachten tot ik in de juiste positie zit om hen te fotograferen. Gelukkig heb ik wel mijn nieuw lensje en daar ben ik alvast heel tevreden over.


Na de vele dieren die we de voorbije dagen hebben gezien, zijn wij al wel wat gewend maar  voor de Brazilianen is het hun eerste safari en zij zijn al tevreden wanneer ze een olifant in de verte spotten. Twee jonge dieren fikfakken wat met elkaar op de bergrug. Nick doet echt zijn best om dichter bij hen te komen maar in tegenstelling tot Addo Park zijn de olifanten hier nog niet zo gewend aan auto’s dus houdt hij wel wat afstand. Op een bepaald ogenblik lukt het hem om naast een etende olifant te stoppen. We horen het gezwiept van de takken.  Een olifant is een imposant dier. Statig log doch elegant. Zijn tred dwingt onweerstaanbaar respect af. Ik voel de haartjes op mijn armen zich rechten en kan ze niet bedwingen. Wat een levensechte documentaire speelt zich hier voor onze ogen af. We maken ons wel snel de bedenking dat de Brazilianen een beetje te luidruchtig zijn, het onstuimige enthousiasme bij het zien van een dier zouden ze beter achterwege laten want van luide gelukskreten zetten de beestjes het al snel op een lopen.


Ergens halverwege de safari stoppen we op een mooie plek maar iedereen blijft in de truck zitten want het regent nog steeds. Drank wordt bovengehaald en Nick heeft ook wat snacks bij: gedroogde mango en abrikozen, nootjes en chips. Ik moet dringend plassen en Nick zegt dat dat wel kan hier, ergens achter de bosjes. Met een klein hartje verwijder ik me even van de groep. Ik kijk goed om me heen want je weet maar nooit dat er plots een wild beest voor mijn neus staat. Wanneer we terug vertrekken, komen we een paar meter verder een groep buffels tegen. Eentje heeft maar 3 poten. Het arme beestje wordt gelukkig wel goed beschermd door de groep want anders had het al lang ten prooi gevallen aan de hyena. Zeg trouwens nooit zomaar buffel tegen een Kaapse buffel. Hij behoort tot de big five van Afrika. Vooral hun hoorns, hoeven en enorme kracht maken dit dier tot één van de gevaarlijkste dieren van het continent. 


Nick is een goede gids en vertelt veel over de dieren die we zien. Zo weten we nu het verschil tussen een impala en een nyala. Die laatste heeft witte verticale strepen op zijn lijf en de impala heeft er geen. De Brazilianen beginnen plots in koor de Portugese versie van de ‘Lion sleeps tonight’ te zingen. De Weeheeheehee dee heeheeheehee weeoh aweem away van het refrein zingen ook wij uit volle borst mee. Wanneer ze een familie wrattenzwijnen spotten, worden ze helemaal zot want blijkbaar zijn ze allemaal fan van de film ‘the lion king’ en dan vooral van Pumba. Wij vertellen hen maar niet dat we ze van heel dichtbij hebben gezien gisteren, we willen ze niet jaloers maken. Een van de mannen heeft trouwens Simba op zijn arm getatoeëerd.


De zon gaat bijna onder en vanwege het slechte weer krijgen we dus geen mooie zonsondergang. Het wordt ook kouder en we zijn dan ook blij wanneer Nick rechtsomkeer maakt en terug naar het kamp rijdt. We hebben alvast onze achterwerkmassage gekregen want de wegen zijn hier erg hobbelig. Rond half acht zijn we terug en daar krijgen we een Afrikaans drankje, in een klein glaasje, er wordt eerst muntlikeur ingegoten en daar bovenop amarula, een soort baileys. Echt lekker vind ik het niet, geef mij de amarula maar zonder die muntlikeur. De Brazilianen vinden het uiteraard top! Daarna gaan we opnieuw aan tafel voor het diner. Energiezuinige verlichting en lampen op zonne-energie zorgen voor een speciale sfeer. Als voorgerecht krijgen we gefrituurde champignons en ik ben best trots op mezelf want ik heb er toch eentje opgegeten. Beetje grenzen verleggen. Op het buffet dat volgt, ligt kip, lamsvlees, een soort polenta die ze hier pap noemen met tomatensaus, bloemkool en er is ook heerlijk brood. Het toetje is een halva pudding met vanillesaus maar deze vinden we niet zo lekker als die van enkele dagen geleden. 


Er is geen wifi in de kamer (af en toe in de main lodge wel), wat goed is want zo praat je met je reisgenoten en leer je de mensen echt kennen. Laat ons eerlijk zijn, leven zonder wifi, dat hebben we de laatste jaren nog niet echt ervaren. We sluiten de avond af met fijne gesprekken en een goed glas witte wijn.


Terug in de tent voelen we de vochtigheid in de lucht. Alles is klam en wanneer we in ons bedje kruipen, moet Dee Dee toch een knopje omdraaien. Misschien heb ik haar wat ‘vies’ gemaakt  toen ik zei dat ze best haar slippers aandoet en een lampje meeneemt wanneer ze s’ avonds naar het toilet gaat, vanwege de beestjes. Ja, we zien ze niet altijd maar ze zitten er wel, getuige dat ik al een kever heb doodgetrapt daarnet. Ook al is kamperen niet haar ding, ze doet het toch maar! De wekker wordt op 4u30 gezet want morgenvroeg is het samenkomst om 5 uur voor de ochtend safari. Met de geluiden van de wildernis vallen we in slaap.


zondag 19 januari 2025

Addo Elephant Park

We hebben beide goed geslapen en worden voor de eerste keer wakker met wolkjes in de lucht. Ze verwachten de komende twee dagen temperaturen van rond de 25 graden met regen dus ik vrees dat we nat gaan worden tijdens onze safari’s die vanaf morgen echt starten. Vandaag hebben we al een voorproefje want we gaan naar het Addo Nationaal Park, een paradijs voor olifanten-liefhebbers. Dit park is één van de beste plekken in Zuid-Afrika om wilde olifanten te spotten én bovendien de ‘Big Five’ te zien: olifant, neushoorn, leeuw, buffel en luipaard.


Aan de security check gebeurt de eerste inspectie: kofferbak openen, rijbewijs en paspoort tonen en gsm nummer geven. Daarna mogen we het eerste gedeelte van het park inrijden. Daar bevindt zich gelukkig nog een tankstation want ons tuutke heeft dorst dus gooien we hem eerst nog eens vol. Even verderop is de receptie.

 

Hier informeren we of we een tour met gids kunnen boeken. De eerstvolgende is pas om 3 uur. Even zijn we teleurgesteld maar de dame aan de receptie zegt dat we zelf het park mogen inrijden. Eh … durven we dat wel? Geen probleem, zegt de dame, wegen zijn goed, niet uitstappen, behalve op de daarvoor voorziene plekken en niet sneller dan 40 per uur rijden. Ok dan!  We krijgen een plattegrond die we eerst even bestuderen. Dan is het dus tijd om op olifanten jacht te gaan met de formule ‘self drive’ m.a.w. we rijden met onze eigen huurwagen het park in en gaan op eigen tempo op expeditie. Wat is de natuur hier adembenemend mooi. We letten er goed op dat we niet over olifanten poep rijden want hierin leeft de beschermde mestkever. Er worden er dagelijks tientallen doodgereden. Wij zijn te gast in het park, dus we zorgen ervoor dat we het ecosysteem niet verstoren. Ze hebben er zelfs een speciaal verkeersbord voor.


De eerste olifanten zijn in zicht. We zien er 2 naast ons tussen het groen maar we besluiten door te rijden naar ‘Hapoor Dam’ want daar zouden nog meer olifanten gespot zijn. Daar aangekomen, zien we tot onze verbazing honderden olifanten aan een waterhole. We rijden dichterbij en zien ze plots ook voor ons. Zo dichtbij dat we de auto een half uur stil moeten zetten voor deze ‘roadblocks met slurf’. Wanneer we de motor afzetten, overvalt ons een plotse rust. Het enige wat we horen is het gebries, het geluid van stappen en afbrekende takken die verorberd worden. We hebben kippenvel over ons hele lijf, hoe geweldig is dit! Ik heb al heel wat olifanten gezien in Azië maar dit overtreft toch mijn stoutste verwachtingen. Ik vind de Afrikaanse olifant ook veel imposanter dan de Aziatische. 


Plots zijn we omringd door olifanten, voor ons, naast ons, achter ons …. We kunnen niet meer weg maar wat is dit overweldigend. Het park doet zijn naam eer aan. We genieten van de kleintjes die mooi naast hun mama lopen. Het kleintje volgt haar op de hielen en verliest haar geen seconde uit het oog. Twee olifanten beginnen ruzie te maken en dat levert even een spectaculair schouwspel op.


Wat een machtige ervaring. Een olifantenfamilie loopt gewoon voor onze auto de weg over. De patriarch van de familie flappert met zijn oren, komt dichterbij en maakt zich groot. Dan is het oppassen geblazen en rustig blijven. Mijn hand ligt op het knopje van het raam, moet ik het sluiten of hou ik het open? Gelukkig is het allemaal wat grootdoenerij en zijn ze niet echt agressief. 


Na drie kwartier besluiten we verder te rijden want ondertussen zijn er al wel wat andere auto’s toegekomen. We zoeken rustigere oorden op. Plots staat er een familie zebra’s voor ons. We zijn helemaal alleen hier en zetten opnieuw de motor af. Dat wordt expliciet gevraagd omdat het lawaai van de motor de dieren zenuwachtig kan maken. Hier is de stilte nog pakkender omdat het enkel wij en de zebra’s zijn. Ze kijken naar ons maar doen geen aanstalten om te vertrekken. Geen enkele zebra is gelijk, hun pels met strepen bedekt hun compleet zwarte lichaam en is uniek, net zoals een vingerafdruk bij mensen. Na goed 20 minuten, besluiten ze toch verder te stappen en laten ze ons verliefd achter. Wat een prachtige dieren!

.
Het halve dierenrijk komt aan ons autoraam voorbij. We vinden het ondertussen super leuk om het park op eigen houtje te verkennen. Net als Pumba uit de Lion King kijkt het wrattenzwijn ons recht in de ogen. Ik kan mezelf nog moeilijk overtuigen dit trippelkontje als wild te bestempelen. Pumba is zo schattig in de film maar eigenlijk is het een heel gevaarlijk dier.


Het is niet toegestaan om de auto te verlaten, behalve op aangewezen uitzichtpunten dus besluiten we bij Spekboom even te stoppen om de benen te strekken. Vanwege de omheining is deze plek een reservaat op zich, maar dan voor mensen. Er is een uitkijk platform, alsook enkele kijk gaten om naar de beestjes te kijken op afstand. 


Na bijna 4 uur, wat vliegt de tijd, rijden we terug naar ons beginpunt want we hebben de tour van 3 uur met gids ook geboekt. Hopelijk zien we dan weer andere beestjes. We zijn nog wat te vroeg dus gaan we eerst een hapje eten in het restaurant van Addo. Je zou het niet verwachten maar het eten is hier heel erg lekker. Met een vol buikje zoeken we onze gids op. Simi gaat ons vergezellen en we zijn maar met 3. Buiten ons is er nog een Duitser die meegaat. Hij is vandaag het park nog niet binnen geweest en is dus heel benieuwd naar de olifanten. Alleen, er is geen olifant meer te bespeuren. Waar zijn ze allemaal naartoe? Volgens Simi zijn ze de heuvels opgelopen vanwege te veel wind. Er staat inderdaad een pak meer wind dan deze ochtend. Tijdens de 2 uur durende rit, cruisen we door het park  om andere beestjes te spotten. Ondertussen krijgen we van Simi deskundige uitleg.


We zien veel wrattenzwijnen, schildpadden en zebra’s maar de ster van de show, de olifant blijft dus afwezig, al doet Simi er echt alles aan om ze te vinden. We hebben wel wat medelijden met de Duitse jongen en beseffen dat we vanmiddag echt heel veel geluk gehad hebben. Plots zien we een kudu'. Het mooie beestje komt net met zijn hoofdje boven het struikgewas.


Simi geeft niet op en rijdt via wegen waar gewone toeristen niet mogen komen, naar hogere plekken. Uiteindelijk zien we toch nog 2 olifanten. De Duitse jongen is tevreden. Wij hadden gehoopt op een neushoorn maar die laat zich niet zien. Op de valreep zien we wel nog een jakhal die net een kakske zit te doen. Vlug perst hij het worstje uit zijn lijf om er dan als de bliksem vandoor te gaan.


Wanneer de 2 uur bijna om zijn, zien we een gewonde zebra over de weg pikkelen. Hij heeft duidelijk een gebroken hoef. Volgens Simi kan dit gebeuren tijdens een gevecht met soortgenoten. We vragen of hij dan geen dierenarts stuurt maar dat gebeurt dus niet. Het beestje wordt aan zijn lot overgelaten, dat is de natuur. Waarschijnlijk zal hij ten prooi vallen aan de leeuw of een ander roofdier. Triest maar wel goed dat ze de wildernis toch de wildernis laten, zelfs in een reservaat. Rond half 6 komen we terug bij de ingang, nemen we afscheid van Simi en rijden we moe maar voldaan naar ons guesthouse. Morgen vertrekken we naar het Sibuya Game Reserve waar we 3 dagen zullen blijven. Waarschijnlijk dus even geen blog.


zaterdag 18 januari 2025

Daniell cheetah breading farm - Kirkwood

Vandaag hebben we de langste reisdag van de vakantie dus gaan we niet al te laat ontbijten. DiDi probeert ons weer warm te maken voor haar quiche maar ik ga toch voor het roerei met spek. Dee Dee wil geen eitjes deze ochtend en dat vindt haar naamgenoot maar niks. Je eet te weinig zegt ze. Na het ontbijt insisteert ze dat we de banaan meenemen voor onderweg. We nemen afscheid van DiDi en haar prachtige guesthouse. Ja, ook the Featherbed kunnen we écht iedereen aanraden.  DiDi is een super gastvrouw die echt leeft voor haar gasten, niets is haar te veel. Het is dan ook met wat pijn in het hart dat we verder reizen … nieuwe avonturen tegemoet!


De eerste twee uren rijden we zo goed als alleen op de weg en het landschap is redelijk eentonig. Rondomrond omgeven door bergen en verder dorre vlaktes met hier en daar wat agaven langs de weg die het uitzicht toch een beetje kleur geven. Vreemd dat we hier geen wild zien, we hadden toch verwacht een springbok of twee tegen te komen. 


Op twintig minuutjes rijden van Willowmore ligt de ‘Oppivlak Farm Stall’. Volgens tripadvisor dé plek om te stoppen voor een drankje en een ‘roosterkoek’, een soort warme toastie gemaakt op hete kolen. Er zou ook een tam stokstaartje wonen dus alleen al daarom wil ik eens gaan kijken. Bij aankomst merken we dat het weer een bizarre plek is met veel curiosa in de tuin. Er lopen ook 3 ezels rond maar een stokstaartje zien we nergens, behalve dan op het bord vooraan aan het hek. Blijkt dat het stokstaartje er dus niet meer is. Jammer! We nemen plaats onder de schaduwrijke boom en bestellen de roosterkoek met kip en een rooibos theetje. De roosterkoek die, ook volgens tripadvisor, bekroond werd voor de lekkerste in de omgeving, valt zwaar tegen. De koek is niet knapperig en besmeerd met een grote klodder boter en wat droge kip (ok voor Dee Dee met mayo dus iets minder droog). Ik kieper deze dus de vuilbak in en Dee Dee eet het maar half op. De thee is gelukkig wel lekker.


We stoppen even in Willowmore. Deze regio staat gekend voor de verwerking van wol en mohair. Het is een hele ‘zwarte’ stad want er zijn geen blanken te bespeuren. De kerk is wel speciaal maar verder is er niet echt veel te beleven. We rijden dus snel verder want we hebben nog wel wat kms voor de boeg.


Bij Steytlerville verandert het landschap en zijn we plots omgeven door unieke rotsformaties die miljoenen jaren geleden werden gevormd toen de Karoo op de bodem van de Algoa Zee lag en de hoge watertemperatuur het mogelijk maakte dat de rotsen brokkelig en buigbaar werden. Terwijl de aardplaten bewogen, vormden de rotsen interessante patronen.


Voor we naar ons hotel gaan, stoppen we bij het Daniell Cheetah Project (DCP) dat werd opgericht in mei 2001. Jachtluipaarden zijn een ernstig bedreigde diersoort en hier willen ze de dieren een stressvrije thuis bieden. Als particulier natuurbeschermingsproject krijgen ze geen subsidies van de overheid. Daarom hebben ze hun deuren geopend voor het publiek. We krijgen een 1 uur durende educatieve rondleiding. Ook hier weer is de dame ongelooflijk gemotiveerd om ons zo veel mogelijk te vertellen. Heel interessant!


Bij binnenkomst zien we twee meerkatten dus ik ben al helemaal blij … eindelijk! Oké ze staan niet op hun achterste pootjes want daarvoor is het veel te warm, maar ze zijn er wel. De temperatuur is opgelopen tot maar liefst 41 graden.


Even verder zien we de cheeta’s. De dieren zijn het meest bekend om hun snelheid, ze zijn de snelste landzoogdieren. Ze kunnen versnellen van 0-90 km/u in slechts 3 seconden of binnen de eerste 4 stappen die ze zetten. Hun topsnelheid kan oplopen tot 120 km/u, maar ze kunnen deze snelheid slechts korte tijd volhouden. Een rustperiode van 3-5 uur na een sprint is nodig voor hun hartslag, ademhaling en lichaamstemperatuur om weer normaal te worden. Vandaag liggen ze languit onder een platform in de schaduw en het vrouwtje slaapt in haar kot. We zijn hier dan ook op het heetst van de dag.


Heel cute vinden we de Serval die hier terecht is gekomen en slechts 3 poten heeft. Ze lijkt een beetje op een linx met haar puntige oortjes. Het is een katachtige die eigenlijk op de Afrikaanse savanne leeft. Ze jagen het liefst op insecten, vogels, knaagdieren en zelfs giftige slangen. Ze kunnen vanuit stand tussen de 2 en 3 meter recht omhoog springen om vogels uit de vlucht te vangen. Dat kan deze uiteraard niet meer maar volgens onze gids kan ze zich ondanks haar 3 poten wel goed behelpen. 


Ook de leeuwen en hun vijand nummer 1, de gevlekte hyena, kunnen we hier bewonderen. Het beestje heeft een wat slechtere naam vooral omdat iedereen ze enkel kent van de film the lion king maar eigenlijk zijn het slimme dieren zegt de gids. Een hyena is zowel een jager als een aaseter. Vaak eten ze de restjes van een prooi die andere roofdieren hebben achtergelaten. Ook voor dit beestje is het veel te warm dus kruipt hij in een klein waterbasin. Het lijkt wel of hij poseert voor ons maar vergis je niet, het blijft een gevaarlijk beest dus blijven we er ver van weg.


Ook de vieze spinnen laten we links liggen. Volgens de gids zullen deze exemplaren nooit in huis komen maar je kan ze wel tegenkomen in de wildernis. De kleuren zijn prachtig maar het blijft toch een akelig beest.


Na ons bezoek zijn we écht oververhit dus is het tijd voor een ijsje. Daarna moeten we nog zo’n 20 minuutjes rijden alvorens in Kirkwoord, de hoofdstad van de citrusplantages, te arriveren. De omgeving is plots veel groener dan van waar we komen. Het is een vrij jonge stad die gesticht is in 1913, en genaamd naar een van de eerste citrus boeren in de vallei, James Somers Kirkwood. We logeren vanavond in het Kronenhof guesthouse, gelegen in een prachtige omgeving, met een mooie citrus plantage. Dit is de perfecte uitvalsbasis voor ons bezoek aan het Addo Elephant Park morgen. We worden vriendelijk ontvangen door een zwaar getatoeëerde man. Hij vertrouwt ons blindelings want vraagt enkel mijn naam, geen paspoort, geen creditkaart nummer. We hebben onmiddellijk het gevoel dat we thuis zijn, mede door de Nederlandse bouwstijl. De kamer is groot en de stijl koloniaal. Grappig detail: we zien geen badkamer, die blijkt echter achter de kleerkast te zitten. Tijd om te relaxen en even niets te doen in die hitte. We zetten ons bij het klein zwembadje, zalig om even de verfrissing op te zoeken. 


Er is ook een restaurant aan het hotel dus besluiten we vanavond gewoon hier te eten. Iedereen is geweldig gastvrij en het personeel heel vriendelijk. We zetten ons op het terras en bestellen alvast een lekker wijntje. De porties zijn hier altijd zeer royaal, zeker voor slechts 3€. Dee Dee gaat voor de scampi’s en ik eet pasta vanavond. Het smaakt heerlijk! De wereld is klein … op het terras zit onze gids van vanmiddag. Ik had ze in haar fancy kleedje niet herkend. De wijn gaat vlotjes binnen en lichtjes aangeschoten zoeken we ons bed op.




vrijdag 17 januari 2025

Oudtshoorn

Naast struisvogels leven er in deze Zuid-Afrikaanse woestenij nog meer bijzondere dieren: zoals meerkatten of zoals wij ze noemen, stokstaartjes. Nu moet je hier wel even wat voor doen, namelijk vroeg uit de veren, want dat is het beste moment om deze nieuwsgierige Aagjes te zien. We hebben geslapen als prinsessen op de erwt, alleen jammer dat de wekker zo vroeg gaat. Ik zie de zon opkomen en de maan met tegenzin ondergaan. Dee Dee is het gewend om zo vroeg uit bed te komen, dus geen klachten daar.


Stokstaartjes worden ook wel aardmannetjes genoemd. Ze zijn bovenal op droge vlaktes te zien, want dit zijn echte zonaanbidders. Sterker nog, zonder zon komen ze hun hol niet uit. Mensen starten de dag met koffie, stokstaartjes met zon. We rijden op slechts 10 minuutjes naar het nabijgelegen Buffelsdrift Game Lodge, het startpunt van onze excursie. We ontmoeten onze ranger in de Lookout Lounge, waar we eerst kunnen genieten van een warm drankje met beschuit. Het is 05u45 wanneer we eindelijk vertrekken door het desolate landschap van de Kleine Karoo, naar een kolonie stokstaartjes. De ranger, een meisje met een prachtige glimlach, geeft een heel goede uitleg over de beestjes en dan is het wachten tot de stokstaartjes bij het aanbreken van de dag tevoorschijn komen.  Onze ranger stelt voor om nog een rondje door het park te doen, want de dag voordien zijn ze ook pas om 7 u tevoorschijn gekomen en dat is nog 45 min. 


Onderweg hebben we wel het geluk om enkele van de 22 diersoorten in het reservaat te zien: een jackals, enkele giraffes, buffels, een haas en nog iets waarvan ik de naam vergeten ben. De dieren zien wakker worden is altijd de moeite van het vroege opstaan waard maar nu zijn we toch wat teleurgesteld want wanneer we terugrijden naar de holen van de meerkat zien we ze in de verte lopen maar eenmaal daar, zijn ze terug verdwenen en ze komen niet meer terug. Om half 8 houdt de ranger het voor bekeken. Ze zegt wel dat we mogen terugkomen of anders ons geld terugkrijgen. Morgenvroeg weer zo vroeg opstaan om ze dan misschien weer niet te zien, zie vooral ik niet zitten. Daarom stelt ze voor om rond half 10 een leeuwensafari te doen. Daar kan ik me wel in vinden.


Na de Safari rijden we dus eerst terug naar ons guesthouse voor het ontbijt. DiDi maakt veel dingen zelf zoals quiche maar we gaan toch gewoon voor roerei met spek. Na het ontbijt rijden we terug naar Buffelsdrift voor de leeuwen Safari en hopen we op meer geluk. We zijn dit keer met een veel grotere groep dus de jeep zit helemaal vol. Onze ranger is opnieuw een vrouw en ook zij vertelt ons honderduit over haar lievelingsdier. Na amper 10 minuutjes rijden, arriveren we op een plek waar we de koning van de jungle treffen. Hij ligt loom onder een boom. Wat een prachtige dieren zijn dit toch. Nummer twee van de big 5 - check! 


We stoppen nog even op een bijzondere plek, die Smitswinkel, een soort kringloop meets kunst meets farmers market. Buiten op het terras drinken we nog iets alvorens de dag verder te zetten. De banana milkshake is iets te artificieel maar er zit wel een grote bol ijs in dus mij hoor je niet klagen. 


Oudtshoorn is een koloniaal dorp, dat zijn status heeft verdiend met de veren van de struisvogel. In de periode van 1900 tot 1915 was de veren boa heel populair onder the rich and famous waardoor Oudtshoorn gouden tijden beleefde. Tegenwoordig zijn naast veren ook het vlees en het leer belangrijke handelswaar. Het staat dus bekend als de ‘Ostrich Capital’ van de wereld. Daar waar België en Nederland bekend staan om zijn koeien worden er in deze streek dus struisvogels gefokt in allerhande boerderijen. Het mag duidelijk zijn, het is ‘not done’ om in Oudtshoorn te zijn zonder een struisvogelboerderij te bezoeken. De bekendste en de oudste struisvogelboerderij is  de Highgate Ostrich Show Farm. Om 13u20 rijden we ernaartoe voor een bezoekje.


Op de boerderij geeft Hermes ons een privé rondleiding. Mensen mogen hier gelukkig niet op struisvogels rijden, dat doen ze bij sommige struisvogelboerderijen wel. Ik vind ze toch echt wel schattig maar Dee Dee vindt dat ze er hautaine uitzien en blijft er liever ver van weg. Ja, ondanks hun bizarre kolderieke verhoudingen blijft de struisvogel toch een redelijk angstwekkende verschijning.


Hermes laat ons even op de eieren staan. Deze zijn heel sterk en kunnen wel twee mensen dragen zonder kapot te gaan. Eén struisvogelei komt qua grootte overeen met 24 kippeneieren. 


Ik heb wat voer gekocht voor de beestjes en Hermes gaat me laten zien hoe ik ze moet voeren. Maar eerst moeten al mijn juwelen uit, zegt hij, want struisvogels pikken naar alles wat blinkt. De mais wordt in een emmer gedaan en die moet ik in mijn handen nemen. Langs twee kanten beginnen de beestjes heftig in de emmer te pikken. Super grappig al moet ik wel zeggen dat ik het wel een beetje eng vond. De tweede manier, de mais gewoon op de platte hand geven, verdient toch mijn voorkeur. 


Na het voeren, gaan we naar de kuikens kijken. Ik mag er zelfs eentje vastnemen. Zo klein zijn ze echt nog schattiger. Dat struisvogels hun hoofd in het zand steken is een mythe. Waarheid is dat wanneer er gevaar dreigt zij hun lange nek strekken en languit op de grond leggen. Worden ze toch opgemerkt, gebruiken ze hun stevige poten om hun tegenstander te verwonden. Dankzij hun stevige pezen kunnen zij makkelijk snelheden van 70 kilometer per uur ontwikkelen. Wanneer ze zitten lijkt het wel dat dit op hun knieën is maar eigenlijk zijn dat hun enkels.


Het is buiten ondertussen bijna 32 graden en we zijn compleet oververhit. We denken beide hetzelfde en besluiten gewoon naar ons guesthouse te rijden om wat te relaxen. Al sinds we elkaar kennen, voelen stiltes tussen ons nooit onwennig. Er zijn mensen waarmee je de lucht wil vullen met woorden omdat het anders ongemakkelijk wordt. Bij ons zijn woorden overbodig. We staan voortdurend ´aan´ en het is pas wanneer je even ´uit´ staat dat je denkt amai ... dat doet echt goed. Het is bevrijdend om minder na te denken. Even is er paniek wanneer Dee Dee haar gsm niet meer vindt. Heel de kamer wordt ondersteboven gehaald, onze gastvrouw wordt opgetrommeld om naar de struisvogelboerderij te bellen … misschien heeft ze hem daar laten liggen. Geen resultaat maar uiteindelijk blijkt het loos alarm, hij zit gewoon in de houder van de auto. Ook dat is vriendschap, elkaars eigenaardigheden overnemen. Ik ben meestal diegene die in paniek schiet, Dee Dee blijft meestal kalm. 


Rond 6u gaan we opnieuw naar Nostalgie omdat we er gisteren zo lekker gegeten hebben. Vanavond staat er bobotie (voor mij) en carpaccio van struisvogel (voor Dee Dee) op het menu. Opnieuw is het eten hemels. Vooraf beide nog een groot glas homemade rooibos ice tea en een melktaartje als toetje. Hou jullie vast … hiervoor betaalden we maar liefst de volle 20 euro. Dus zijn we royaal en geven de parkeerwachter 10 rand (0,5 euro) en die springt bijna een gat in de lucht. Heerlijk toch om royaal met geld te strooien wanneer het peanuts is voor ons.




donderdag 16 januari 2025

Barrydale - Swartberg Pass - Swartberg Game Reserve

Wat hebben we heerlijk geslapen hier boven op onze berg. Tijd om het assortiment aan  verzorgingsproducten die hier gemaakt worden eens uit te proberen. Pure luxe! De shampoo en conditioner zijn perfect, de bodylotion heerlijk, de kamermist goddelijk. De boerderij heeft maar liefst 700 olijfbomen, 900 lavendelplanten en nog heel wat andere bloemen die gebruikt worden in hun producten. Dat merken we ook bij het ontbijt. De zelfgemaakte jam van olijven is zooooo lekker. Mijn eitje wordt à la minute gemaakt en het spek gebakken zoals ik het wil, lekker crispy. Ondertussen is Kabouter, de gepensioneerde lassie van de eigenaresse ook al goedemorgen komen zeggen. 


We hebben een rit van bijna 3 uur voor de boeg maar doen het toch rustig aan. Om iets over 9 uur nemen we afscheid van onze gastvrouw en stappen we de auto in. We rijden vandaag via de oude hoofdweg Route 62, vergelijkbaar met de Route 66 in Amerika, naar de Karoo. Deze rustig slingerende 850 kilometer lange weg gaat dwars door de Kaap, doorkruist droog woestijngebied en trotseert meerdere bergpassen. Het was ooit de handelsroute, maar na aanleg van de N2 eigenlijk niet meer nodig en de dorpjes aan deze weg zijn dan ook een stille dood gestorven. Ze zien eruit zoals ze er 200 jaar geleden ook uitzagen.


We stoppen op aanraden van Yolandie in Barrydale. Omgeven door een smalle vallei aan de voet van de Langeberg Mountains, behoudt dit prachtige Karoo-dorp nog steeds de tijdloze charme van het platteland. Hier bezoeken we de Barrydale Weavery. We krijgen een rondleiding door Jacky, een pittige dame die ons met plezier de fabriek laat zien. Iedere werknemer heeft zijn of haar eigen weefgetouw en ze werken gemiddeld zo’n 9 uur per dag en dat gedurende 4,5 dagen per week. Het is een hels lawaai wanneer iedereen aan het weven is. Dee Dee koopt een tafellaken dat Jacky zelf gemaakt heeft en ze is trots dat het binnenkort een Belgische tafel zal sieren. Ik kies een prachtig deken uit dat perfect zal passen bij mijn nieuwe mat in de living. Altijd leuk een souvenir mee naar huis te nemen dat niet uit de massaproductie komt.


Daarna houden we halt bij Diesel & Crème, een knotsgekke Amerikaanse diner die bekend staat om zijn vintage interieur en heerlijke milkshakes. In de tuin ligt een half vliegtuig, een kwart Cadillac en drie benzinepompen uit vervlogen Amerikaanse tijden. Met zo’n uitzicht is het terras behoorlijk vermakelijk. Binnen is het ook een bonte boel, dus ploffen we neer op het terras en geven we onze ogen de kost. Diesel and creme is de crème de la crème onder de milkshakes, dus die moeten we proeven. We moeten wel eerst een keuze maken uit  zo’n 20 soorten. Dee Dee kiest de aardbeien en ik ga voor kaneel en macadamias. In één woord: Hemels! 


We zetten onze tocht verder.  Onderweg komen we bijna niemand tegen. De omgeving oogt een tikje buitenaards en zou niet misstaan als decor van een sciencefictionfilm. De zon zindert in het droge roodkleurige berglandschap. Langzaam verandert de verharde weg in grind en rijden we steil naar boven de berg op. Na elke haarspeldbocht verbazen we ons opnieuw over hoe mooi het hier is. De bergketen Swartberge vormt een natuurlijke scheiding tussen de weelderige valleien van de Klein Karoo  en de droge vlaktes van de Groot Karoo. Lange tijd reisde men met een boog om de ruige bergen heen. Totdat de briljante Zuid-Afrikaanse ingenieur Thomas Baine een eeuw geleden besloot om dwars door de keten een pas te maken: de Swartberg Pass. Nog altijd begeleidt de 27 kilometer lange grindweg je via steile haarspeldbochten naar 'Die Top' van 1.583 meter. De golvende pieken van de Swartberg versieren de horizon. We komen langs adembenemende uitzichten, diverse landschappen en natuurlijke vijvers. Een auto passeert ons aan een voor ons te hoge snelheid, hij is duidelijk een local maar heeft dan ook een 4x4. Hoge stofwolken waaien op en even zien we niets meer. Gelukkig is er vandaag geen wind.


De route slingert zich door adembenemende landschappen en biedt een prachtig uitzicht over de heuvels. Met het zicht op een compleet desolaat landschap hebben we nog wel wat kilometers voor de boeg. Hier en daar duikt er een huisje op maar door ons autoraam zien we vooral veel zand. Achter elke bocht heeft het land een nieuwe verrassing in petto. Ook hier zijn we zo goed als helemaal alleen, op enkele bewoners van het gebied na die ons vrolijk toelachen. Waar op de wereld vind je dat nog? Het mag duidelijk zijn, het is geen straf om door deze pure en rauwe natuur te rijden. Zo ver als we kunnen zien slingert de weg door de bergen. Het slotakkoord van deze sublieme roadtrip beleven we bij aankomst in het Swartberg Game Reserve, waar we op mini-safari gaan, een voorproefje voor wat komen gaat. Wanneer we ertoe komen zit onze auto helemaal onder het stof … nu is het zeker, we zijn in Afrika! Quiz opent het hek voor ons en na de formaliteiten, stappen we in een grote jeep en gaan we op zoek naar beestjes. We passeren eerst de zebra’s. Blijkbaar zijn dit toch wel gevaarlijke beesten al zou je het ze niet aangeven. Overal huppelen springbokken over de vlaktes maar die zijn zo snel dat het moeilijk is om ze op foto vast te leggen.


Dan passeren we rakelings een kudde buffels. De eerste van the big 5 - check! Quiz zegt ons dat dit een van de gevaarlijkste dieren is en dat we dus niet mogen uitstappen … alsof we dat van plan waren. Ik vind het trouwens niet zo’n mooie dieren en ze hebben iets dreigend over hen dus hier mag hij van mij wat sneller voorbij. 


We kijken erg hard uit naar het ‘kameelpaard’ want dat moet het hoogtepunt van deze safari worden.  Wilde dieren komen natuurlijk niet op bestelling en we moeten dus even zoeken maar dan zien we ze. Wat hebben ze toch een weergaloze elegantie. Het lijken wel gigantische bloemen op een lange stengel. Eerst bekijken we ze vanuit de jeep maar dan mogen we van Quiz uitstappen en dichterbij wandelen. We benaderen ze zachtjes maar blijven wel op afstand want ook al zijn het zachtaardige dieren, ze kunnen wel aanvallen. 


Ze gaan drinken bij de grote vijver dus besluit Quiz dat we boven op de dam rond de vijver gaan lopen. Hiervoor moeten we wel een beekje over. Springen dus! Mij lukt het net, enkel mijn voorste tip raakt het water maar  Dee Dee komt iets te vroeg neer en dat betekent dus vuile schoenen maar dat hebben we er wel voor over.


De giraffes kijken af en toe naar ons maar maken geen aanstalten om weg te lopen. Hoe schattig wanneer ze wijdbeens proberen om te drinken. Eten hebben ze in overvloed want het staat hier vol acaciabomen. Ondanks de scherpe naalden, kunnen giraffen dit moeiteloos eten met hun mega lange blauwe tong. De treurwilgen die hier staan, zien er ook een beetje anders uit dan bij ons. Hier zijn ze gekortwiekt door de giraffen. Ons hart tintelt van dankbaarheid voor deze ervaring. Echt onvergetelijk. Na 1,5 uur nemen we afscheid van Quiz.


Na uren niks anders dan zand en bosjes beginnen er hier en daar struisvogels in het landschap op te duiken. We naderen onze eindbestemming voor vandaag ‘Oudtshoorn’. Dit stadje is het hart van de Karoo: een oase van groen omringd door de bergen van Swartland en Outeniqua. Een struisvogel is voor mij in al haar lelijkheid toch enorm schattig. Ik ga dus van mijn hart een steen moeten maken om zo een ‘volstruis steak’ te eten vanavond.


We logeren in The Featherbed van eigenares DiDi. Ja, zelfde uitspraak maar andere schrijfwijze dan mijn medereizigster.  De uiterst vriendelijke gastvrouw zorgt met veel liefde en oog voor detail voor haar guesthouse en vooral voor haar gasten. Het volledige domein straalt rust en kalmte uit. We voelen ons hier welkom, écht welkom, niet de zoveelste gast. Een plus is dat we onze auto hier achter slot en grendel kunnen zetten. Onze kamer is groot en heel modern ingericht met een kingsize bed, een leuk salonnetje, een kitchenette en zelfs een terrasje. Het is ondertussen 6 uur en we hebben honger dus reserveert DiDi in restaurant Nostalgie een tafeltje voor ons. De plek om struisvogel te proeven. Om half 7 zitten we al aan tafel. Het zit er afgeladen vol want dit is duidelijk the place to be. We bestellen beide een gerecht waarbij de volstruis the star of the dish is. Dee Dee gaat voor een sandwich met struisvogel en ik ga voor een kebab van struisvogel. Beide gerechten smaken heerlijk en voldaan trekken we terug naar ons guesthouse. De wekker staat op 04:45u. Vooraleer ik onder de dekens verdwijn, slaapt Dee Dee al. Wat ben ik toch jaloers op die geruste ziel …