Dit weekend is Dee Dee jarig dus trekken we er een paar dagen op uit. Net over de Franse grens ligt een mooi stukje kust waar we al eens enkele dagen hebben verbleven. Natuur is er in overvloed en dat is altijd goed om je kopje leeg te maken. Als ik aan de opaalkust denk, word ik overspoeld door nostalgie, al weet ik niet waarom. We vertrekken al om 7 uur ’s morgens zodat we optimaal van de dag kunnen genieten, want het is toch zo’n 2,5 uurtjes rijden. We zetten de muziek aan en vertrekken richting Audresselles, waar we zullen stoppen. Wanneer we er bijna zijn, voel ik de auto schokken en na enkele kilometers komt er een melding ‘foutmelding van de motor, gelieve te verhelpen’. De stress neemt toe en ik kan niet meer helder denken, gelukkig heb ik Dee Dee bij die zoals steeds het hoofd koel houdt. Ze zoekt waar de dichtstbijzijnde garage is en geeft dit in op waZe. Na 6 minuten zijn we er al. De man zegt dat hij pas plaats heeft om 2 uur maar dat we van hier nog wel naar het strand mogen rijden. Ondertussen ben ik al veel te zenuwachtig dus neemt Dee Dee het stuur over.
We parkeren de auto op een gratis parking en wandelen de duinen in. Het is al een tijdje warm en droog en het fijne zand vindt al meteen zijn weg in onze schoenen. Een mooi pad omzoomd door houten schuttingen waarachter kleine roze bloementjes schuilgaan, leidt ons naar zee. Er hangt nog een beetje mist maar deze maakt snel plaats voor het zonnetje.
Het strand is zo goed als verlaten, een man met een snuffelgrage, lieve hond passeert ons maar verder komen we geen levende ziel tegen. We volgen het ruige strand ongeveer 1,5 kilometer met de prachtige duinen aan onze linkerzijde. We mogen natuurlijk niet vergeten om af en toe eens stil te staan om te luisteren naar het geluid van de golven en de alom aanwezige meeuwen. Ondertussen heb ik europ assistance gebeld met de vraag of ik recht heb op een vervangwagen, mocht het nodig zijn. Dat is gelukkig wel het geval dus ben ik er al iets geruster in.
Rond 11 uur besluiten we naar Ambleteuse te rijden. Het dorp ligt op zo’n 10 minuutjes van hier dus dat zal nog wel lukken. Al voor de oorlog werd het voormalige vissersplaatsje omgetoverd tot een badplaats van de Belle Epoque. Eind 19e eeuw verrezen hier, net als elders langs de Opaalkust, hotels, strandvilla’s en tennisbanen. Toch bleef Ambleteuse heel kleinschalig: je vindt er geen hoge gebouwen en weinig winkels of restaurants. We kunnen hier dus in relatieve rust over de strandboulevard slenteren.
Beneden aan zee, staat het historische fort van Vauban, ook wel het Fort d’Ambleteuse genoemd en soms, ten onrechte, het ‘Fort Mahon’. Het is omgeven door de duinen van de Slack en biedt een glimp van het strategische belang van de regio tijdens verschillende conflicten door de geschiedenis heen. Het is laagtij en we kunnen er helemaal omheen wandelen en genieten van een adembenemend uitzicht op de omliggende kustlijn. Bij vloed wordt het bouwwerk geteisterd door woeste golven. Het is nu dus opletten geblazen want de grillige met felgroene algen begroeide rotsen, zijn best nog nat en er gaat al een vrouw onderuit. Aan de Opaalkust vormen de stranden, rotsen en het landschap ‘tout court’ dé attractie.
Betaalbaar en lekker eten is hier de norm, dus wanneer we honger krijgen, zetten we ons op een terras voor een lekker visje. De zeebaars met zuiderse groentjes en vers gebakken frietjes, smaakt heerlijk. Na de lunch maken we nog een kleine wandeling in het stadje zelf. Er zijn veel prachtige oude huisjes en mooie villa’s, geflankeerd door hoge stokrozen.
Tegen 2 uur rijden we terug naar de garage. Na amper een kwartiertje, weten we wat het probleem is. Een van de bougies is tot op de draad versleten. De garagist besluit ze gewoon alle 4 te vervangen want de andere zien er ook niet meer al te best uit. Na nog wat verse olie, rijden we 185 euro lichter, naar Audresselles, een authentiek vissersdorp aan de Opaalkust. Al van zodra we er binnenrijden, ben ik verliefd. Het dorp is al eeuwen richting de zee gekeerd want het is gebouwd op een rotsrichel boven het strand. Deze hoge ligging zorgt voor een soort balkon boven de zee, zodat de vissers zelfs vanuit de straten in het dorp een helder uitzicht hebben op de golfen en de getijden.
Het steeds veranderende lichtspel houdt ons langs de hele kustlijn voortdurend bezig. Zou er hier opaal te vinden zijn? Even met de voetjes op de grond … ik kan je de zoektocht besparen. De prachtige opaalsteen zou ons heel blij maken, maar deze gaan we hier dus niet vinden. De kustlijn kreeg deze naam – Côte d’Opale – in 1911 van de schilder Édouard Lévêque die helemaal in de ban was van het variërende kleurenspektakel dat hier door de natuur gepresenteerd werd. In de verte het melkachtig wit van de rotsen en kliffen van Cap Gris Nez, de pastelkleurige huisjes, de zwarte rotsen op het goudgele strand en de blauwe gloed van de vele mosselschelpen. De kunstenaar zocht naar een ander element in de natuur met een gelijkaardige diversiteit aan kleuren en vond het in de opaal, een edelsteen met melkachtige pasteltinten tot levendige regenboogkleuren.
Dit landschap behoort echt tot de meest iconische van Europa. De metershoge rotsen die uit het water oprijzen met hun natuurlijke bogen en hun spel van licht en schaduw zijn een feest voor het oog. Het geluid van beukende golven en de geur van zout en vrijheid in onze neus maken het plaatje compleet. Wanneer Dee Dee de zee ziet, is ze instant happy dus gaan de schoenen uit en moet ze het water in. Het water is een welgekomen verfrissing. Van op het strand, dat bezaaid is met mooie schelpjes, hebben we een prachtig zicht op de huisjes boven op de kliffen.
Het is ook fijn rondwandelen in dit dorp, in de frisse zeelucht en langs de lage witte vissershuisjes met blauwe luiken die doen denken aan Bretagne. Ook hier zien we overal prachtige stokrozen voor de deur. We komen meer te weten over het dorp via de wandeling van 2,7 km dwars door het dorp. De wandeling ‘Sentier des Pecheurs’ passeert 10 grote borden waarop de lokale geschiedenis en tradities verteld worden. In de straten zien we hier en daar flobarts, historische vissersboten die typisch zijn voor de Opaalkust. Ze worden met een soort vrachtwagen naar zee gereden. De krabvisserij zorgt voor het inkomen van de meeste inwoners. Er zijn dan ook heel wat restaurantjes waar je verse krab en kreeft kan eten.
Rond 5 uur rijden we verder langs de prachtige kustweg en passeren we weilanden en velden. Voor de komende 2 nachten hebben we een gezellige studio geboekt die gelegen is in de zeer rustige, standingvolle residentie ‘La Naturelle’, te midden van het natuurpark ‘Caps et Marais D’Opale’. Van op het zonnige, zuidwest gerichte terras op de eerste verdieping hebben we een rechtstreeks zeezicht van 180° en omdat het vandaag zo’n helder weer is kunnen we zelfs de Engelse krijtrotsen in de verte zien. Vooral het ‘gouden uurtje’ mag je hier niet missen, het laatste uur voor de zon achter de horizon verdwijnt. Dat moment is werkelijk magisch! Dee Dee, die na een hele week ziekte, voor de eerste keer terug buitenkwam, heeft het gevoel dat ze een marathon gelopen heeft. Haar energie zit door al dat hoesten nog niet echt goed dus kruipen we vroeg ons bedje in.