vrijdag 23 september 2005

Sevilla dag 5 - Afscheid van een bruisende stad


Op onze laatste dag brunchen we opnieuw in de tapas bar over ons hotel. Voor een laatste maal lekkere jamón Serrano op warme toast met tomaat en olijfolie. Dat gaan we in ons koude kikkerlandje missen! Na de lunch, rijden we naar de luchthaven en zit deze mooie citytrip er op. Deze keer met een gemengd gevoel want enerzijds willen we beiden nog even dit vakantiegevoel vasthouden maar anderzijds willen we graag naar ons mama. Het was in ieder geval een leuke vakantie en een écht vader-dochter moment waar we beiden van genoten hebben.
 
Sevilla, stad van romantiek, van lange nachten, van flamenco, van temperament, van eten, drinken en praten, van sinaasappelbomen, van pleinen, van macho's, van passie en van cultuur. Wie nog nooit in Sevilla is geweest, heeft een geweldige belevenis voor de boeg. Wij werden alvast verliefd op deze beeldschone stad, op de mensen en de cultuur.

donderdag 22 september 2005

Sevilla dag 4 - Triana - Expo '92


Vandaag gaan we vroeg op pad want we hebben een lange wandeling voor de boeg. We trekken nogmaals naar de overkant van de Guadalquiver. Triana ligt aan de andere oever en is de arme volkswijk van de zigeuners, waar de stierenvechters en de flamenco-artiesten vandaan komen. Ze trekt ook steeds meer bohemiens en kunstenaars aan. Onder de bruggen bij de rivier zien we prachtige graffiti pareltjes. Kunst in de stad –graffiti hoeft per definitie niet lelijk te zijn. Dit is genieten! Na een stevige wandeling is het tijd om de paviljoenen van de wereldtentoonstelling van 1992 te bezoeken. Het thema van de tentoonstelling was destijds “het tijdperk van de ontdekkingen”. Twintig jaar geleden was het expo terrein ongetwijfeld adembenemend qua architectuur, afmetingen en grootsheid. Nu is het een beetje vergane glorie omdat het te kostbaar is om alles te onderhouden. Door de kapotte Moorse tegeltjes met gras ertussen, het verval en de leegstand maakt het geheel een desolate indruk. We zijn de enige toeristen die hier een kijkje komen nemen en we wanen ons in een spookstad maar zonder dat we er een onveilig gevoel krijgen. Het is echt zonde te zien hoe de geïnvesteerde miljarden aan die Expo na amper 13 jaar nutteloos zijn. Het is echter wel apart om er rond te dwalen. We passeren het indrukwekkende klooster 'Santa Maria de las Cuevas’. Het is goed te herkennen aan de typische schoorstenen van keramiek die boven alles uitsteken en symbool staan voor het monument. De Moren bouwden hier een moskee waarvan de grondvesten later gebruikt werden voor het klooster. De abdij werd voor de Expo´92 gerestaureerd en deed destijds dienst als het hoofdkwartier van de wereld-tentoonstelling. Binnen ontdekken we een indrukwekkende binnenplaats, ontworpen door architect José Ramon Sierra, met zuilen die een mooie pergola ondersteunen. Deze is helemaal overdekt met blauwe regen die in slierten afhangt. Zelfs papa is onder de indruk en gaat door de knieën voor de witte madonna, die een stille weemoed oproept. Vanwege de zon en warmte zijn de meeste patio’s overspannen met zachte linnen doeken die af en toe opbollen in een lichte bries, die als een adem over het gebouw waait. De tuinen aan het klooster grenzen, zijn fabelachtig mooi. De witte pluimen aan de rand van de vijver waaien sierlijk heen en weer wanneer er een briesje opsteekt. In de verte zien we een rond bouwwerk opduiken. Dit wekt onze nieuwsgierigheid en we besluiten een kijkje te gaan nemen. Even later arriveren we aan de Esfera Bioclimatica. We komen ook voorbij het paviljoen van de CZZ. Heel indrukwekkend al deze hoge driehoekvormige torens. Rond de middag bereiken we opnieuw de rivier en hier bezoeken we de Mercado de Triana, de levendige overdekte markt. Zo zijn er veel in Spanje maar deze is wel zeer uniek omdat ze gigantisch is en alle kramen hier met mooie keramische tegels versierd zijn. Daarna eten we goedkope tapas aan de zijkant van de rivier. Nu we weten we waar we moeten zijn, is het echt wel jammer dat we bijna naar huis gaan. Tot in het midden van de 19de-eeuw bracht de rivier niet alleen kostbare goederen uit het binnenland maar ook dood en gevaar. Omstreeks 844 maakten de Vikings met 80 boten de benedenloop van de rivier onveilig. In 1649 brachten de schepen ook de pest mee. Nu ligt de rivier er echter zeer vredig bij. We sluiten onze voorlaatste dag af met een mooie avondwandeling. De Giraldo is het decor voor een romantische foto.

woensdag 21 september 2005

Sevilla dag 3 - Real Alcazar


We hebben gisteren gemerkt dat er een klein barretje is net over ons hotel dus we besluiten daar ons ontbijt te nemen. We installeren ons aan de toog waar de jamón serrano al staat te blinken. Een lieve dame snijdt behoedzaam enkele sneetjes af en legt deze op een met look ingesmeerde verse toast. Daarna wordt er wat tomaat opgelegd en dit alles wordt vervolgens overgoten met een lekkere scheut olijfolie. We krijgen het water in de mond – dit is pas een lekker ontbijt en helemaal niet duur! Voldaan beginnen we aan onze wandeling. Sevilla ontwaakt, de vogeltjes fluiten en de zon klimt stilletjes hoger en hoger. Het belooft een prachtige dag te worden. De Plaza del Cabildo ligt op onze weg en is zo mooi bij dit vroege ochtendlicht, dat we er beiden even stil van worden. Dit ronde plein omringt door prachtige gaanderijen is moeilijk te fotograferen maar we zouden geen Stiphoutjes zijn als we het niet zouden proberen. We wandelen vervolgens naar dé bezienswaardig-heid van de stad, el Real Alcazar. Het Koninklijk paleis bestaat uit meerdere prachtige gebouwen en tuinen in verschillende bouwstijlen (Almohade, Mudéjar, Gotisch en Renaissance). Het meest opvallend is de mudéjar-stijl, een mix van Arabische en Christelijke architectuur. Nog steeds wordt het paleis gebruikt als officiële verblijfsplaats van de Koninklijke familie als ze Sevilla bezoekt. Daarmee is het waarschijnlijk het oudste koninklijk paleis van Europa dat als zodanig nog in gebruik is. Het mooiste gedeelte van heel het paleis is volgens ons de Patio de las Doncellas, een prachtige binnenplaats omringt door ronde bogen. De muren zijn bedekt met mooie tegels uit de 16de-eeuw. Hier heerst een duizend-en-één-nacht sfeer. Ook de tuinen zijn prachtig. Het is een aaneen-schakeling van fonteinen, vijvertjes, arcades en bogen We wandelen door deze oase van rust te midden van de drukke stad en genieten van het zonnetje. Het fruit pluk je hier gewoon van de bomen want door de felle zon die hier bijna het ganse jaar schijnt, groeien de citrusvruchten hier uitermate goed. De Jardines de Murillo grenzen aan de Real Alcazar. Het hoofdpad is omzoomd door palmbomen en leidt ons naar een monument dat is opgedragen aan Christoffel Columbus. Het stelt het karveel Santa Maria voor, waarmee hij in 1492 de nieuwe wereld bereikte. We komen dichter bij de Capitania General waar thans het leger is gehuisvest. De prachtige torens zijn al een voorproefje van wat komen gaat. Om de hoek ligt namelijk de Plaza De España waar we op onze eerste dag al even gepasseerd zijn maar dat we zeker nog eens wilden zien. Het is een magisch, overweldigend plein waarop meer symboliek schuil gaat dan wat je op het eerste gezicht zou denken. Het enorme plein met een doorsnee van 200 meter heeft de vorm van een halve maan en wordt omringd door gebouwen. Het idee erachter is dat Spanje haar ex-kolonies omarmt. Onder de gebouwen bevinden zich 48 rijen fresco´s met typische Andalusische tegeltjes, waarop de Spaanse provincies met hun wapenschild en geografische ligging zijn afgebeeld. De prachtige bruggetjes symboliseren de vier oude Spaanse Koninkrijken in de tijd van de Katholieke Koningen, zo´n vijf eeuwen geleden. De kleurrijke tegeltjes blinken in de middagzon. Je kunt er heerlijk zitten, van de zon genieten en wegdromen. Via het Teatro Lope de Vega, waar vaak exposities worden gegeven, wandelen we verder naar de Plaza de Torros. Hier staat de bekendste en oudste arena van Spanje. Deze arena vormde het begin van de publieke stierengevechten welke voordien enkel toegankelijk waren voor de adel. Ondertussen is het weer tijd voor wat tapas. We besluiten naar de andere oever van de Guadalquiver te wandelen want we hebben daar een gezellig terrasje gezien aan het water. Hier is het rustiger en zijn we ver weg van alle toerisme. Bovendien is het hier véél goedkoper dan in de binnenstad. Hadden we dat maar vroeger geweten! We laten ons dus eens goed gaan en bestellen allerhande tapas – de één al lekkerder dan de andere. Het is duidelijk dat de Spanjaarden hun siësta nemen. Deze dient niet alleen om de hitte te ontwijken, maar ook om al die tapas met olijfolie en look als voornaamste bestanddeel te laten verteren. Wij blijven ook wat langer zitten dan gewoonlijk en wandelen nadien terug naar de andere oever om de Toro de Oros te bezoeken. Deze wachttoren is zeer weerbaar maar ziet er tegelijktijdig heel elegant uit. De achthoekige toren dankt zijn naam aan de met goud geglazuurde tegeltjes waarmee hij ooit bekleed was. De prachtige promenade die naar de toren leidt, is ook hier omzoomd met palmbomen en is nagenoeg verlaten. De hitte is dan ook niet te harden – de temperatuur is al opgelopen tot ver boven de 30°C. We besluiten terug naar het centrum te gaan om verkoeling te zoeken in de smalle straatjes van de oude binnenstad. Papa is niet echt verzot op winkelen maar Sevilla heeft een grote verscheidenheid aan winkels en die wil ik toch wel even gaan verkennen. Hij zet zich dus op een terrasje en geeft me een shopping budget – heel leuk vind ik dat! Een uurtje later kom ik met trots mijn nieuwe laarzen showen. Shoppen en terrasjes doen, wat kan vakantie toch heerlijk zijn! We besluiten ’s avonds nog eens naar restaurant La Cueva te gaan want papa heeft daar vorige keer gezien dat er ook zarzuela op de kaart stond. Ikzelf weet niet of ik er zo’n fan van ben maar ga het toch proberen. Wanneer de pan op tafel komt, dringt er een heerlijke geur van verse look en kruiden in onze neusgaten. Het smaakt ook hemels!

dinsdag 20 september 2005

Sevilla dag 2 - Oude stad


We ontbijten in het hotel omdat dit inbegrepen is, maar zijn beiden niet echt overtuigd van de kwaliteit. Het brood is niet echt vers dus besluiten we het maar te roosteren. Ook dat is echter geen goed idee want de broodrooster is vanbinnen helemaal beschimmeld waardoor ons brood er niet echt appetijtelijk uit komt. Na het ontbijt wandelen we naar de wijk Santa Cruz waar we Casa de Pilatos, een gebouw dat geïnspireerd is op de residentie van Pontius Pilatus in Jeruzalem, bezoeken. Het wordt beschouwd als één van de meest buitensporige paleizen van Sevilla. Via een indrukwekkende marmeren entree uit 1529 komen we op de gedecoreerde binnenplaats met in het midden een grote waterput. De gotische stijlelementen en het Italiaanse marmer zijn echt prachtig. Van de binnenplaats wandelen we verder door de tuinen. De trappen naar boven zijn bijzonder mooi versierd met een ronde, houten koepel aan het plafond en aan weerskanten mudéjar tegels. Volgens onze reisgids is het Hospital de los Venerables uit de 17de eeuw ook een bezoekje waard. Het pand is een van de mooiste voorbeelden van 17de-eeuwse barok. De kerk van het ziekenhuis is prachtig. Er zijn bijzondere fresco's van Valdés Leal en zijn zoon Lucas Leal te bezichtigen. We krijgen honger en we hebben geluk want ‘it’s tapa time’! In Sevilla worden de tapas meestal staand gegeten aan de toog. Bega nooit de stommiteit een cocktailprikker of een servet op het schoteltje te leggen. Als je er écht wil bij horen, dan moeten die namelijk verplicht op de grond gegooid worden. We passeren Casa Róman, volgens de reisgids een aanrader dus houden we hier halt. Uiteraard moeten we die beroemde Jamón Ibérico proeven – lekker maar verschrikkelijk duur! Maar we zijn op vakantie en dan moet dat kunnen, niet? We passeren even later de prachtige kathedraal de Santa Maria de la Sede. Daar tegenaan gebouwd, bevindt zich één van de meest indrukwekkende monumenten van Sevilla, de Giralda. Deze 104,5 meter hoge klokkentoren is hét herkenningsteken van de stad. We besluiten deze te beklimmen. Er zijn geen trappen dus wij denken … dat valt al mee. In de plaats daarvan krijgen we 32 hellende vlakken voorgeschoteld. Het valt tegen … want wanneer we boven komen, voelen we het in onze knieën. We krijgen echter wat we verdienen: een schitterend zicht op de stad. Met een stralende zon op de overwegend witte en zandkleurige gevels en een onwaarschijnlijk blauwe lucht erboven, is dit zoals ze zeggen ‘a spectacular view’. Geheel in de traditie van het Midden-Oosten zijn de meeste huizen hier voorzien van platte daken. Ze vervangen voor een stuk de tuinen, die in deze over-volgebouwde stad geen plaats vonden. Patio's met azulejo's en fonteintjes voor de hete uren van de dag en dakterrasjes voor de zwoele avonden. Na onze vermoeiende klim, wandelen we nog even de kathedraal binnen. Een overdadig interieur, heel donker en somber vond ik. We belanden daarna op een mooie binnenplaats met appelsienenbomen en een hele grappige zonnewijzer die ons wat doet denken aan de Efteling. We eindigen deze mooie dag met een wandeling door de oude binnenstad. De nauwe straatjes die zich rond de kathedraal kronkelen zijn een belevenis op zich. In de Barrio de Santa Cruz, de vroegere joden wijk, staan de huizen dicht opeengepakt. Gevels en straatnamen vertellen verhalen van lang geleden. De kleurrijke huizen hebben meestal een mooi hekwerk voor de ramen en ook kleine balkonnetjes, vaak vol groen en vrolijke bloempotten met geraniums. Na het avondeten, was het even zoeken naar ons hotel, waar we doodmoe in ons bed vielen. Op straat ging het leven door tot in de vroege uurtjes!

maandag 19 september 2005

Sevilla dag 1 - Eerste indrukken


Vermits mama nog niet mag reizen, trek ik alleen met papa naar Sevilla. Het voelt vreemd en spannend tegelijkertijd. Zullen we wel genoeg gesprekstof hebben om de vakantie aangenaam te laten verlopen? We zijn beiden benieuwd. Net voor de middag komen we aan in de bruisende stad Sevilla. We besluiten het ons gemakkelijk te maken en een taxi te nemen naar het hotel. Gelukkig maar want het ligt in één van de smalste straatjes van de stad. Blijkbaar is het wel één van de belangrijkste invalswegen want het is er verschrikkelijk druk. Het hotel zelf is traditioneel ingericht – klein maar gezellig. Na het inchecken, trekken we de stad in om alvast de sfeer op te snuiven. Hier komen al onze zintuigen tot leven! Eerste indruk: luid tetterende inwoners, toeterende auto's en ontelbare galmende kerkklokken. We wandelen naar de 16de-eeuwse Plaza de San Francisco. Op dit levendige plein, bevindt zich het imposante stadhuis van Sevilla, dat bouwstijlen weerspiegelt van verschillende eeuwen. De façade werd ontworpen door de architect Diego de Riaño. Na een tijdje vangen we een eerste blik op van de imposante kathedraal gelegen aan de Plaza de la Virgen de las Reyes. Hier bieden koetsiers rondritten aan. In het midden van het plein bevindt zich een fontein die begin 20st eeuw gebouwd werd. Van de originele moskee is niet veel bewaard gebleven. Het islamitische gebouw werd door de Christenen bijna met de grond gelijk gemaakt. In 1401 startte men met de bouw van de huidige kathedraal. We wandelen vol verwondering door de prachtige stad met zijn statische gebouwen. Sevilla is toverachtig mooi, dat wordt ons deze eerste dag al duidelijk. Achter de kathedraal ligt het oude stadscentrum en hier heerst er een gezellige drukte in de smalle straatjes met talrijke souvenirwinkeltjes en tapas bars. Maar, te midden van al deze drukte ontdekken we ook rustige, verlaten patio’s en parkjes waar het heerlijk vertoeven is. Af en toe uitrusten in het zonnetje hoort er uiteraard ook bij. Overal in de stad staan prachtige mozaïek banken en die zijn uiteraard heel geschikt om te rusten. We eindigen onze eerste dag op de half cirkelvormige Plaza España. In de reisgidsen wordt er weinig aandacht aan geschonken maar wat ons betreft is het één van de mooiste pleinen die we ooit hebben gezien. Het plein kwam tot stand in 1929 en heeft een diameter van 200 meter. Het is omringt door twee torens met daartussen banken bestaande uit keramiek. Hier komen we zeker nog eens terug deze week. ’s Avonds eten we op het gezellige binnenpleintje van restaurant La Cueva en de paella smaakt verrukkelijk. Nergens maken ze die toch zo goed als in Spanje. Alle ingrediënten voor een fijne avond zijn aanwezig: goed gezelschap, zalig weertje en lekker eten! Alleen jammer dat mama er niet bij is.