We ontbijten in het hotel
omdat dit inbegrepen is, maar zijn beiden niet echt overtuigd van de kwaliteit.
Het brood is niet echt vers dus besluiten we het maar te roosteren. Ook dat is
echter geen goed idee want de broodrooster is vanbinnen helemaal beschimmeld
waardoor ons brood er niet echt appetijtelijk uit komt. Na het ontbijt wandelen
we naar de wijk Santa Cruz waar we Casa de Pilatos, een gebouw dat geïnspireerd
is op de residentie van Pontius Pilatus in Jeruzalem, bezoeken. Het wordt
beschouwd als één van de meest buitensporige paleizen van Sevilla. Via een
indrukwekkende marmeren entree uit 1529 komen we op de gedecoreerde
binnenplaats met in het midden een grote waterput. De gotische stijlelementen
en het Italiaanse marmer zijn echt prachtig. Van de binnenplaats wandelen we
verder door de tuinen. De trappen naar boven zijn bijzonder mooi versierd met
een ronde, houten koepel aan het plafond en aan weerskanten mudéjar tegels.
Volgens onze reisgids is het Hospital de los Venerables uit de 17de
eeuw ook een bezoekje waard. Het pand is een van de mooiste voorbeelden
van 17de-eeuwse barok. De kerk van het ziekenhuis is prachtig. Er zijn
bijzondere fresco's van Valdés Leal en zijn zoon Lucas Leal te bezichtigen. We
krijgen honger en we hebben geluk want ‘it’s tapa time’! In Sevilla worden de
tapas meestal staand gegeten aan de toog. Bega nooit de stommiteit een
cocktailprikker of een servet op het schoteltje te leggen. Als je er écht wil
bij horen, dan moeten die namelijk verplicht op de grond gegooid worden. We
passeren Casa Róman, volgens de reisgids een aanrader dus houden we hier halt.
Uiteraard moeten we die beroemde Jamón Ibérico proeven – lekker maar
verschrikkelijk duur! Maar we zijn op vakantie en dan moet dat kunnen, niet? We
passeren even later de prachtige kathedraal de Santa Maria de la Sede. Daar
tegenaan gebouwd, bevindt zich één van de meest indrukwekkende monumenten van
Sevilla, de Giralda. Deze 104,5 meter hoge klokkentoren is hét herkenningsteken
van de stad. We besluiten deze te beklimmen. Er zijn geen trappen dus wij
denken … dat valt al mee. In de plaats daarvan krijgen we 32 hellende vlakken
voorgeschoteld. Het valt tegen … want wanneer we boven komen, voelen we het in
onze knieën. We krijgen echter wat we verdienen: een schitterend zicht op de
stad. Met een stralende zon op de overwegend witte en zandkleurige gevels en
een onwaarschijnlijk blauwe lucht erboven, is dit zoals ze zeggen ‘a spectacular view’. Geheel in de traditie van het Midden-Oosten zijn de meeste
huizen hier voorzien van platte daken. Ze vervangen voor een stuk de tuinen,
die in deze over-volgebouwde stad
geen plaats vonden. Patio's met azulejo's en fonteintjes voor de hete uren van
de dag en dakterrasjes voor de zwoele avonden. Na onze vermoeiende klim,
wandelen we nog even de kathedraal binnen. Een overdadig interieur, heel donker
en somber vond ik. We belanden daarna op een mooie binnenplaats met
appelsienenbomen en een hele grappige zonnewijzer die ons wat doet denken aan
de Efteling. We eindigen deze mooie dag met een wandeling door de oude
binnenstad. De nauwe straatjes die zich rond de kathedraal kronkelen zijn een
belevenis op zich. In de Barrio de Santa Cruz, de vroegere joden wijk, staan de
huizen dicht opeengepakt. Gevels en straatnamen vertellen verhalen van lang geleden. De kleurrijke huizen hebben meestal een mooi
hekwerk voor de ramen en ook kleine balkonnetjes, vaak vol groen en vrolijke
bloempotten met geraniums. Na het avondeten, was het even zoeken naar ons
hotel, waar we doodmoe in ons bed vielen. Op straat ging het leven door tot in
de vroege uurtjes!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten