Vermits mama nog niet
mag reizen, trek ik alleen met papa naar Sevilla. Het voelt vreemd en spannend
tegelijkertijd. Zullen we wel genoeg gesprekstof hebben om de vakantie
aangenaam te laten verlopen? We zijn beiden benieuwd. Net voor de middag komen
we aan in de bruisende stad Sevilla. We besluiten het ons gemakkelijk te maken
en een taxi te nemen naar het hotel. Gelukkig maar want het ligt in één van de smalste
straatjes van de stad. Blijkbaar is het wel één van de belangrijkste invalswegen
want het is er verschrikkelijk druk. Het hotel zelf is traditioneel ingericht –
klein maar gezellig. Na het inchecken, trekken we de stad in om alvast de sfeer
op te snuiven. Hier komen al onze zintuigen tot leven! Eerste indruk: luid
tetterende inwoners, toeterende auto's en ontelbare galmende kerkklokken. We wandelen
naar de 16de-eeuwse Plaza de San Francisco. Op dit levendige plein,
bevindt zich het imposante stadhuis van Sevilla, dat bouwstijlen weerspiegelt
van verschillende eeuwen. De façade werd ontworpen door de architect Diego de
Riaño. Na een tijdje vangen we een eerste blik op van de imposante kathedraal
gelegen aan de Plaza de la Virgen de las Reyes. Hier bieden koetsiers
rondritten aan. In het midden van het plein bevindt zich een fontein die begin
20st eeuw gebouwd werd. Van
de originele moskee is niet veel bewaard gebleven. Het islamitische gebouw werd
door de Christenen bijna met de grond gelijk gemaakt. In 1401 startte men met
de bouw van de huidige kathedraal. We wandelen vol verwondering door de
prachtige stad met zijn statische gebouwen. Sevilla is toverachtig mooi, dat
wordt ons deze eerste dag al duidelijk. Achter de kathedraal ligt het oude
stadscentrum en hier heerst er een gezellige drukte in de smalle straatjes met
talrijke souvenirwinkeltjes en tapas bars. Maar, te midden van al deze drukte
ontdekken we ook rustige, verlaten patio’s en parkjes waar het heerlijk
vertoeven is. Af en toe uitrusten in het zonnetje hoort er uiteraard ook bij. Overal
in de stad staan prachtige mozaïek banken en die zijn uiteraard heel geschikt
om te rusten. We eindigen onze eerste dag op de half cirkelvormige Plaza
España. In de reisgidsen wordt er weinig aandacht aan geschonken maar wat ons
betreft is het één van de mooiste pleinen die we ooit hebben gezien. Het plein
kwam tot stand in 1929 en heeft een diameter van 200 meter. Het is omringt door
twee torens met daartussen banken bestaande uit keramiek. Hier komen we zeker
nog eens terug deze week. ’s Avonds eten we op het gezellige binnenpleintje van
restaurant La Cueva en de paella smaakt verrukkelijk. Nergens maken ze die toch
zo goed als in Spanje. Alle ingrediënten voor een fijne avond zijn aanwezig:
goed gezelschap, zalig weertje en lekker eten! Alleen jammer dat mama er niet
bij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten