De laatste dag van onze mini vakantie is aangebroken. Na het ontbijt wordt alles dus ingeladen en na het uitchecken, rijden we naar een pittoresk stadje aan de Samber. Sommigen kennen het als Thuin, anderen als ‘Le Petite Provence’. Dit middeleeuws stadje in Henegouwen betovert elke bezoeker met haar authentieke charme. Thuin is eigenlijk verdeeld in twee delen: aan de ene kant is er “Ville-Basse”, langs de rivieren de Samber en de Biesmelle; en aan de andere kant de “Ville-Haute”, die toegankelijk is via de stadsmuren, met zijn kleine geplaveide straatjes en het Belfort.
Bij aankomst in Thuin besluiten we eerst de middeleeuwse bovenstad, omgeven door wallen, te bezoeken. We parkeren de auto dus beneden en starten de beklimming. Best een uitdaging voor mij maar zeker de moeite waard! Eenmaal boven genieten we van het uitzicht. De natuur biedt een weergaloze aanblik, enkel doorbroken door een voortkabbelende rivier en een paar grote boerderijen, omgeven door niet minder dan 7600 hectare bossen. Het uitzicht over de uitgestrekte wijngaarden is prachtig. Ook Joeke wil wel eens een kijkje nemen, al moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen dat Ann wat snoepjes op de arduinen steen gelegd heeft. Bij het toeristenbureau zien we dat er drie wandelingen zijn. We besluiten ze allemaal te doen. We starten met de gewone stadswandeling. In elk hoekje van deze historische stad zien we hedendaagse kunstwerken en dan heb ik het niet alleen over graffiti. We prikkelen onze artistieke geest op het kunstenparcours. Er hangt een zalige sfeer en dat kan ook niet anders wanneer de inwoners ‘les bienheureuses’, de gelukzaligen, genoemd worden.
Dit historisch stadje staat bekend om de hangende tuinen maar daar kan ik me niet zo veel bij voorstellen. Ik ben dus benieuwd naar wandeling twee! De originele terrastuinen zijn uniek in Wallonië en bevinden zich op de zuidelijke helling van de vallei van de Biesmelle. De bijzonderheid van deze hangende tuinen, die tegen de stadswallen aangebouwd zijn, is dat ze een wijngaard herbergen. Wanneer we bij het uitzichtpunt komen zien we de hangende tuinen met het belfort op de achtergrond. Ik had er eigenlijk wel wat meer van verwacht. Bij tuinen denk je toch spontaan aan bloemen en veel kleur maar dat is het dus niet. Toch is het wel de moeite om tot hier te komen. Opnieuw is de temperatuur heerlijk zacht voor de tijd van het jaar. We lopen via open poortjes, langs geplaveide steegjes tot we weer beneden komen. In het plaatselijke parkje zetten we ons op een bankje voor de lunch met zicht op de hangende tuinen. Heerlijk genieten van een lekker broodje in dat laatste najaarszonnetje.
Na de lunch wandelen we terug naar het belfort voor de start van wandeling drie naar de Ville-Basse. Langs de stadsmuur staat een oud kanon en vanaf dit punt kijken we metersdiep omlaag naar de schipperswijk, waar we nu naartoe gaan. Gelet op de smalle steegjes die naar de Samber leiden, vindt deze wijk haar oorsprong vermoedelijk in de Romeinse tijd. In tegenstelling tot het Antwerpse Schipperskwartier hier geen vrouwen van lichte zeden maar wel de thuishaven van vele schippers. De huizen aan de waterkant zijn opgetrokken met de stenen van de plaatselijke steengroeven uit het land van Thuin en hebben een zekere charme. Sommige zijn versierd met ankers, masten en insignes van lang verdwenen boten. Er is geen zuchtje wind waardoor de weerspiegeling in het water iets sfeervol heeft. Het is zalig om hier te wandelen aan de waterkant. We vinden het wel een gemiste kans dat er nergens terrasjes zijn. Dat is toch wel het grootste verschil tussen Vlaanderen en Wallonië.
Na ons bezoek aan Thuin hebben we nog wat tijd over en rijden we naar de dichtbij gelegen indrukwekkende en beetje spookachtige ruïnes van Abdij d’Aulne. Joeke heeft genoeg gewandeld en blijft even in de auto. Volgens de legende zou deze abdij in 657 zijn gesticht door Sint Landelinus, een berouwvolle rover die haar Abbaye d’Aulne noemde naar de elzenboom die hier veel voorkwam. Het was een benedictijnen abdij bij haar ontstaan maar werd een cisterciënzer abdij in de 12de eeuw, veel historie dus op deze plek. De ruïnes liggen in een mooie bosrijke omgeving in de Vallée de la Paix. De abdij wisselden periodes van glorie en verval af tot de Franse revolutionairen het in 1794 zwaar beschadigden. We wandelen door de ruïnes en vinden het er prachtig. Hier nam de natuur het over van de mens. De late namiddagzon geeft het geheel een mystieke sfeer. Ook hier is het rustig en buiten wat gefluit van de vogeltjes, horen we niets. Ik kan me dan ook heel goed voorstellen dat de monniken deze plek destijds omwille hiervan gekozen hebben.
Net voor het donker wordt, vangen we de terugtocht naar huis aan. Het was een super leuk weekend waar we nog wel enkele dagen van zullen nagenieten. Voor herhaling vatbaar maar laat de echte herfst nu maar eerst komen!
Blij te horen veilig thuis weeral mooie plaatsen in ons eigen land bezocht vele nog nooit van gehoord. Mooie foto's en prachtig weekend hebben jullie gehad?Groetjes
BeantwoordenVerwijderen