Al om 8 uur gisterenavond lag Ann te ronken in de zetel terwijl ik nog wat tv keek. Rond half 11 ben ik mijn bedje ingekropen maar dat was geen succes. De matras die gewoon op houtschragen ligt, deed mijn rug geen goed. Na wat gewoel, leg ik me ook in de zetel maar ook dat is geen goede oplossing. Uiteindelijk eigen ik me het hele bed toe en ga pal in het midden liggen waar de matras toch iets minder doorzakt en val ik in een diepe slaap. Ann ligt nog steeds te ronken in de zetel. Zo jaloers op die rustige ziel. Begrijp niet dat zij niet geradbraakt wakker wordt, maar nee hoor, ‘s morgens is ze zo fit als een hoentje en zegt ze prima geslapen te hebben. Terwijl zij een rondje gaat lopen, spring ik onder de douche … nou ja, springen is misschien veel gezegd.
Tijd om ons klaar te maken voor een sportieve dag. Het drielandenpunt ligt hier voor de deur dus is het tijd voor een wandeling. Weg met de snelheid en de haast. Hier moeten we gewoon een frisse neus halen en de omgeving in een ander tempo ontdekken. We rijden naar Restaurant De Kornuiten van Koraal, parkeren de auto en gaan verder met de benenwagen!

Lemiers (Limburgs: Lemieësj, ook wel geschreven als Lemiesch) is een kerkdorpje, dat voor het grootste deel in Nederland gelegen is in de gemeente Vaals, in het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg. Een klein gedeelte van Lemiers ligt op Duits grondgebied en behoort tot de stad Aken. De wandeling begint op een veldweg en gaat verder over onverharde paden tussen uitgestrekte weilanden. In een ooghoek zie ik de hooggelegen St. Martinuskerk in de verte. We houden wel van wandelen en kunnen echt genieten van de zon op onze snuit, de buitenlucht doet ons goed. Wanneer we wandelen, maken we ons hoofd leeg, wandelen heeft iets meditatief. We passeren het Hermansbeekje van waar we een mooi uitzicht hebben over Vaals.

We wandelen door het glooiende Limburgse landschap en komen onderweg heel wat kruistekens tegen. Het oudste is dat van de 12 jarige Wiel Heuts die hier in 1919 door een verdwaalde kogel gedood werd. Wie de schutter was, is nooit achterhaald. In de verte zien we de Vaalserberg met zijn markante uitzichttoren, die we later op de dag gaan bezoeken. Bij een mooi vakwerkhuisje van eind 18de eeuw wandelen we een grasveldje op waar zich de Mariagrot en de heiligenmuur bevindt. In de laat-Romeinse tijd stond op deze heuvel een tempel gewijd aan de heidense God Bel.

We wandelen het kleine pittoreske dorpje Holset binnen. Het telt nog geen tweehonderd inwoners en ligt op een heuvelrug die zich uitstrekt van het Vijlerbos tot aan Oud-Lemiers tegen de Duitse grens. De voorjaarszon komt af en toe door het wolkendek piepen en de eerste bomen dragen al knoppen. We houden even halt bij het mooie Lambertuskerkje dat bekend staat als pelgrimskerkje van Sint Genoveva, de patroonheilige van Parijs. Op het kerkhof staan nog enkele oude graven en er hangt een plaquette die herinnert aan pastoor Collijn. De katholieke geschiedenis van Limburg gaat ver terug in de tijd.

Bij wijndomein Holset verlaten we het dorpje en gaan we via een smal pad dwars door de velden. Het pad werd hier en daar omgeploegd maar de bewegwijzering zegt rechtdoor en we hebben onze wandelschoenen aan. Het is alleen opletten dat we onze voeten hier niet omslaan. In de verte op Duits grondgebied zien we de Schneeberg liggen. Deze wordt zo genoemd vanwege de witte kleur omdat er zoveel kalk in de grond zit.

Uiteraard lopen we ook nog even verkeerd maar gelukkig zijn we wel alert genoeg om terug te draaien van zodra onze wegbeschrijving niet meer klopt. Ondertussen wandelen we het beschermd dorpsgezicht van Oud Lemiers binnen. Hier wanen we ons even terug in de tijd met de oude boerenhoeves en de vakwerkhuizen die bekend staan om de muren van stro, klei of steen, waarbij het dragende gedeelte uit houten balken bestaat. Speciale Christusbeelden komen we ook af en toe tegen. Deze in delftsblauw vond ik wel grappig.

De grens in Lemiers tussen Duitsland en Nederland wordt door de Selzerbeek gevormd. Een bruggetje over de beek is de verbinding tussen de twee dorpsdelen in de twee landen. Het dorpje telt ruim 780 inwoners. Het deel van het dorp dat in Duitsland ligt is onderdeel van het Vaalser Hügelland. Een oude grenspaal refereert aan een tijd dat de grens tussen Nederland en Duitsland niet meer was dan een flinterdunne lijn, een stille getuige uit het verleden. Het dialect dat er gesproken wordt behoort tot de dialecten die men ook in Kerkrade, Vaals, Simpelveld, Bocholtz, Aken en Keulen spreekt. We verstaan er geen snars van.

In het dorp passeren we de mooie Sint-Catharina kapel, het oudste zaalkerkje van Nederland. Dit is vooral bekend omwille van de extraverte muurschilderingen van Hans Truijen. De kapel is echter gesloten maar ook dit dorp gaat mee met haar tijd want we kunnen een QR-code scannen om het interieur te bewonderen. Ongelooflijk wat ze tegenwoordig allemaal kunnen! De muurschilderingen lijken wel door kleuters gemaakt, maar blijkbaar is het toch een bekende schilder want op veilingen gaan zijn werken als zoete broodjes over de toonbank, zo lees ik op Google. Mij moeten ze in ieder geval niet bellen!

Het lijkt erop dat we hier Nederland hebben verlaten en Duitsland zijn binnengevallen. We worden geconfronteerd met Duitstalige borden in de berm en dat kan kloppen want op de grens met Duitsland ligt het achttiende-eeuwse kasteel Oud Lemiers, verscholen achter een dichte haag. Het kasteel is van bijzondere oudheidkundige waarde. Omdat het kasteel privébezit is, vangen we er slechts een glimp van op. Hier zijn we even de weg kwijt en lopen we wat extra meters. Gelukkig neemt Ann het hier even over want zij is een goede kaartlezer, in tegenstelling tot mij.

Na bijna 7 kilometer wandelen, komen we na 1,5 uur terug bij Restaurant De Kornuiten van Koraal. De 8920 stappen voel ik in mijn lies, dus besluiten we hier iets te drinken en te eten. De zaak bevindt zich in een oude plantenkast en is heel gezellig aangekleed. Buiten lijkt het wel een spiegelpaleis en binnen is het een mic mac van hout, kleurrijke kussens, planten en originele lampen. De zelfgemaakte limonade smaakt heerlijk en het eten is ook wel oké, niets fancy maar degelijke Hollandse kost. Een bord bij de uitgang bedankt ons in het sappige Limburgse dialect ‘Sjun daste dr bis’.

De Vaalserberg is een heuvel ten zuiden van het Nederlandse dorp Vaals, met een hoogte van 322,4 meter. Daar bevindt zich de Wilhelminatoren die we daarstraks van ver al konden spotten. We betalen een bijdrage van 4€ per persoon en starten aan de klim. Maar liefst 181 treden scheiden ons van de top. Flinke klim dus! Helemaal boven hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. Er is een heuse skywalk die ons over open traliewerk naar het uiteinde brengt waar we de diepte onder ons duidelijk kunnen zien. Hier mag je geen hoogtevrees hebben. Dat heb ik niet, maar ik voel toch een kleine kriebel in de buik. Ondanks dat het zonnetje schijnt, is het hier 35 meter boven de grond toch wat frisjes. Eenmaal terug beneden, zetten we ons bij het vuur en bestellen we een heerlijk dessertje, want je bent niet in Limburg geweest als je geen vlaai hebt gegeten.

Vlak bij de top van de heuvel ligt het Drielandenpunt, waar Nederland, België en Duitsland aan elkaar grenzen. De top van de Vaalserberg is het hoogste punt van Europees Nederland. We besluiten de taart eraf te wandelen en de auto hier te laten staan. We klimmen nog een beetje hoger en poseren op de plek waar op 17 mei 1928 het nieuwe Drielandenpunt officieel geopend werd.
Via een bospad wandelen we terug naar de auto en doen we nog wat laatste kilometers, alvorens opnieuw naar ons huisje te rijden. Hier baadt onze vijver in de late avondzon terwijl de ganzen opnieuw snateren dat het een lieve lust is. Gelukkig waren ze er deze morgen niet zo snel bij. Ik krijg een berichtje van Marina of we ok zijn. Blijkbaar is de Wilhelminatoren ingestort. Eh? Wij hebben hem toch nog net zien staan? Blijkt dat er ook nog een Wilhelminatoren in Valkenburg staat. Zelfde concept als aan het drielandenpunt met ook een restaurant beneden. Dat was gelukkig niet open tijdens de instorting. Toch een vreemd gevoel te weten dat wij daarboven stonden op het ogenblik dat de andere naar beneden kwam.