vrijdag 30 mei 2025

Terceira - het midden van het eiland

We hebben lekker geslapen en trekken rond 8 uur naar het ontbijt. In de kleine ontbijtruimte zitten twee Portugese mannen die nog nooit een vrouw hebben gezien, of ze zijn lang van huis … dat kan ook. Ze staren ons ongegeneerd aan. Er liggen verschillende soorten brood op het buffet maar Sonja eet glutenvrij, dus moet ze even wachten tot de dame naar beneden komt. Ze spreekt enkel Portugees maar verstaat gelukkig wel een beetje Spaans. Even later zet ze met trots een hele stapel glutenvrij brood op tafel. Lief, maar ik ga toch maar voor een gewoon broodje ham. Uit een gesofisticeerd apparaat vallen er kleine pannenkoekjes op een bord. Ook die wil ik wel even proeven. 


Rond 9 uur zijn we helemaal klaar om de stad te verkennen. De straten liggen er nat bij en de hardnekkige bewolking hangt nog steeds over de bergen die ons omringen, maar het is gelukkig wel droog.  Terceira, wat ‘derde’ betekent in het Portugees, was het derde eiland dat ontdekt werd binnen de Azoren in het begin van de 15de eeuw.  Locals noemen het eiland Terceira ook wel het ‘pretpark’ van de Azoren want het hele jaar door valt er wat te vieren. Muziek, dans, optochten, eten en gezelligheid staan hierbij centraal, zo las ik in de reisgids, en dat zullen we geweten hebben. Vooralsnog is het rustig in de stad maar dat zal snel veranderen.


Wie kan bekoord worden door oogstrelende Renaissance architectuur moet in Angra do Heroísmo zijn. Het betekent ‘Baai van de heldenmoed’. Angra do Heroísmo is het culturele epicentrum van het eiland. In de volksmond wordt de stad ook liefkozend Angra genoemd. Op nieuwjaarsdag 1980 heeft er een grote aardbeving huisgehouden in de stad. Er was veel schade maar gelukkig zijn de mooie gebouwen gespaard gebleven. Met zijn historische gebouwen kleurrijke huizen, kerken, kloosters, klinkerstraten en parken, staat de hoofdstad van het eiland op de werelderfgoedlijst. We besluiten een stadswandeling te maken om zo alle pareltjes te ontdekken. De huisjes zijn vaak wit, waarbij de ramen en deuren met kleur omlijst zijn. Maar er zijn ook bouwwerken die volledig in kleur geschilderd zijn. Door deze vrolijke kleuren krijgt de stad ook een heel vrolijk karakter en hangt er een gemoedelijke en authentieke sfeer. Het feit dat de straatjes zo smal zijn, draagt hier extra aan bij, behalve dan als je er moet parkeren.


We starten opnieuw bij de haven en wandelen naar het Fort Sao Sebastiao, beter bekend als Castelinho. Vroeger beschermde het fort de hoofdstad tegen piraten maar tegenwoordig is er een 4 sterren hotel in gevestigd.  We logeren hier niet, maar besluiten wel een kijkje te nemen. We geraken echter niet verder dan de receptie want de dame achter de balie spreekt geen enkele vreemde taal. Onbegrijpelijk! Helemaal bovenaan in de stad, prijkt een schattig blauw witte kerkje en we besluiten er naartoe te wandelen. De steile straat die er heen leidt, heeft kleine schattige huisjes in vrolijke kleurtjes


Een man staat zijn voortuintje te sproeien en spreekt ons vriendelijk aan. Hij wil wel weten van waar we komen. We vragen hem of hij sproeit tegen de zon die nog moet komen, maar aan zijn grijns te zien, verwacht hij ze niet. Wij zijn gewoon al blij dat het niet regent. Het blauw witte kerkje is gesloten dus wandelen we terug naar beneden en passeren enkele oude silo’s. Er werd wat graffiti aangebracht en dat geeft de site toch iets meer kleur. We wandelen richting de oude binnenstad en hier valt de blauw-witte gevel van de Igreja da Misericordia direct op. De kerk is nog gesloten dus zetten we onze tocht verder.


Wanneer we bij Praça Velha, het centrale plein met het stadhuis aankomen, zien we overal groepen schoolkinderen. Er klinkt luide muziek en de politie is druk bezig met het afzetten van enkele straten. Op de hoek van het plein staat een popcorn verkoopster, een man maakt rondjes met een pony met daarop een breed glimlachend meisje. Kleine jongetjes rijden door de straat met een gocard en er is een massa mensen op de been. Sonja zet zich even op een bankje om haar plan te raadplegen. We willen namelijk terug de rust opzoeken in de botanische tuin van de stad.


De Duque da Terceira Garden is een prachtige plek om even rond te kuieren en helemaal tot rust te komen. Via mooie wandelpaden komen we langs watervallen en fonteinen. Boven in het park hebben we een prachtig uitzicht op de kleurrijke stad en de Atlantische oceaan onder ons. We klimmen nog verder omhoog de berg op. Hier staat er een geel met witte obelisk.  Het monument is gebouwd in 1856 en werd opgericht ter ere van koning Pedro IV van Portugal. Heel bijzonder is het niet maar we besluiten hier toch even te blijven zitten en te genieten van het uitzicht. Wanneer we terug afdalen, is het voorbij met de rust want ondertussen krioelt het van het volk in de binnenstad. We hebben wat dorst gekregen en gaan iets drinken in een boekenwinkel annex café. Binnen is het wat chaotisch maar de dame spreekt goed Engels. Blijkbaar is het dag van het kind en de chaos zou duren tot iets na de middag. 


Nu het zo druk is in de stad, besluiten we toch maar de auto te pakken en op roadtrip te gaan. Nog even snel naar het toilet alvorens we terug op pad gaan. Ik open het toiletdeksel, krijg de slappe lach en roep Sonja. Die riolering hier moet best wat slikken wanneer je kamermeisjes hebt die te lui zijn om het vuil degelijk weg te gooien. Het toiletemmertje werd namelijk volledig in de pot gekieperd, de maquillage watjes en tandenstokertjes drijven op het water. Benieuwd hoe lang het duurt voor de boel hier verstopt zit. Het is even omrijden, maar al bij al zijn we toch snel de stad uit. We rijden richting het centrum van het eiland en plots passeren we restaurant Roberto. Sonja heeft hier iets over gelezen. In deze wijnbar zouden ze de beste vis van het eiland verkopen. Het is bijna 12 uur en we hebben honger dus parkeren we ons autootje en stappen we de kleine taverne binnen. Het is heel gezellig binnen en de patron komt ons zeggen dat er geen kaart is maar dat ze verschillende specialiteiten hebben. We vragen naar de vis en hij zegt. ‘Ok, dan ga ik die even halen’. Even later komt hij met een grote schotel terug en toont hij vol enthousiasme zijn vers gevangen vissen. We kiezen de barracuda en nog een plaatselijke vis waarvan we de naam vergeten zijn. Deze worden door de vrouw des huizes vakkundig boven een open vuur gegaard en worden na een kwartiertje bij ons op tafel gezet, vergezeld van aardappeltjes en groentjes. Heel puur maar oh zo lekker!


Met een goed gevulde maag, rijden we naar Algar do Carvão. De asfaltweg wordt op een gegeven moment omgetoverd tot een hobbelige en stoffige weg. De auto geraakt enkel in 1e versnelling de berg op. Boven op de top komen we bij het hek van Algar do Carvao. Deze grot hadden we zo graag bezocht maar ze is jammergenoeg gesloten. We besluiten dan maar op zoek te gaan naar de Furnas do Enxofre. Er staat een klein wegwijzertje dus begin ik te rijden. De weg is uitdagend, onverhard met af en toe diepe kuilen en her en der stenen die ik moet ontwijken. Ik rij dan ook maar tegen twintig door dit indrukwekkende landschap. De weg leidt ons naar het midden van het eiland door een  prachtig landschap. Onze ogen absorberen gretig deze prachtige beelden. Vijftig tinten groen steken mooi af tegen de dieprode zandweg. Er hangt een surrealistische sfeertje.


Wanneer we even de auto uitstappen om de lucht in te ademen, beseffen we dat we verkeerd zijn gereden (geen zwavelgeur) en draaien we terug. Dit is blijkbaar de wandelweg naar de Furnas do Enxofre. Auto’s kunnen gewoon langs de asfaltweg. Tja een beetje avontuur kan geen kwaad zeker? Uiteindelijk komen we wel op onze bestemming. Hier kunnen we de essentie van het eiland zelf inademen en zijn we getuige van het vulkanisch as dat naar de oppervlakte ontsnapt en de lucht een eigenaardige zwavelgeur geeft. Er is een heel parcours uitgezet met vlonders en uitkijkpunten. De hete dampen die uit de aarde ontsnappen, verwarmen ons. Wat is het hier prachtig!


We rijden verder naar Lagoa das Patas. Ook dit is een oase van rust en een geweldige plek om even te ontspannen en een wandeling te maken. Deze kunstmatige lagune maakt deel uit van een beschermd bosreservaat en wordt omringd door weelderig groen. De mossen zijn zelfs doorgegroeid op de boomstammen. De structuur van de mossen is heel bijzonder. Het lijken wel luchtkussentjes, wanneer we onze handen erop leggen, voelen we de zachtheid ervan. Af en toe zien we een eend passeren en watervogels fladderen over en weer.


Even verder is er nog een grot dus misschien hebben we hier meer geluk. En ja hoor, de Gruta do Natal is open! We krijgen een helm bij de ingang en gaan dan op eigen houtje de grot binnen. We starten onze reis naar het middelpunt van de aarde. Zo voelt het. Wanneer we afdalen worden de muren kaler, de lucht koeler en vochtiger. Hier en daar vallen dikke druppels van het plafond. De lampen geven de grot een mysterieuze aanblik. Het eiland ligt op een vulkanische plaat, dus we kunnen alleen maar hopen dat er niet net nu een vulkaan uitbarst of een aardbeving plaatsvindt. Aan de ingang hing er trouwens een bordje dat dit kan gebeuren en dat een bezoek dus op eigen risico is. Toch even slikken.


De grond is verre van gelijk en voor mensen die slecht ter been zijn kan het een uitdaging zijn. Gelukkig hebben we stevige schoenen aan voor deze fysieke inspanning. Het is geen grote grot en de tocht is ook niet persé lang, maar het gaat hier echt om de belevenis. Het is bijna lastig om ons voor te stellen dat er ooit lava door deze pijp stroomde. Maar de stroperig uitziende rotsformaties zijn de restanten van de lava die de grot heeft gevormd. Sinds 1969 viert de lokale bevolking hier kerstmis wat bijdraagt aan de magische sfeer van deze toch al betoverende plek. 


De laatste bestemming voor vandaag is het natuurreservaat Biscoito da Ferraria. Hier bevinden zich de piscines naturais Biscoitos, enkele natuurlijke zwembaden. Wanneer we er toekomen, is de zon plots van de partij. Net of het zo moest zijn. We zien een prachtige kustlijn die is bezaaid met zwarte lavarotsen waartussen zich meerdere poeltjes water hebben gevormd. Bij elk poeltje zijn trapjes gemaakt zodat je makkelijk het water in kan. Sommige poeltjes staan direct in verbinding met de oceaan. Wanneer de woeste golven over de lavarotsen beuken, worden die poeltjes voorzien van vers zeewater. Hierdoor lijkt het soms wel een golfslagbad, met name als het vloed is. Sonja kan niet wachten om erin te duiken, dus wandelen we terug naar de auto om ons badpak te halen. In de toiletten kleden we ons om. Nu maar hopen dat de zon blijft schijnen!


Het water is kristalhelder en mooi blauw van kleur! Zeker in de poeltjes die niet direct aan het oceaanwater liggen, zien we allerlei zeedieren zoals kleine visjes en krabben in het water. Sonja is een echte ijsbeer en dus gewend om zelfs in de winter het koude water  in te duiken, dus voor haar is de temperatuur aangenaam maar ik vind het toch best koud. Eenmaal in het water valt het redelijk mee maar ik ga er toch maar tot mijn middel in. Voor Sonja is het meer ‘spetter pieter pater, lekker in het water’. De glimlach op haar gezicht spreekt boekdelen. 


Na anderhalf uur waterpret, houden we het voor bekeken en besluiten we ons in het zonnetje te zetten en iets te eten. Eten bestellen is best een uitdaging op de Azoren want het lijkt wel of het personeel van de restaurants niet echt iets wil verkopen. We zitten al bijna twintig minuten op het terras en nog steeds is er niemand komen opnemen. Uiteindelijk ga ik vragen of we kunnen bestellen. Ja hoor, we brengen zodadelijk de kaart, zegt de dame. Efficiëntie is hier ver zoek. Nadat we onze bestelling geplaatst hebben, duurt het gelukkig niet al te lang alvorens twee bordjes met heerlijke scampi’s voor onze neus gezet worden. Het wordt geserveerd met het typische zoete brood, Massa Sovada. Wat is er fijner dan dineren met de zon op onze snoet!


Volmaakt gelukkig rijden we terug naar de hoofdstad. Het eerste stukje langs de kust is alweer adembenemend. Toch nog een klein wandelingetje langs de zwarte lavarotsen. We krijgen er geen genoeg van. Wanneer we opnieuw richting het binnenland rijden, slaat het weer om. De lucht wordt pikzwart en regendruppels belemmeren mijn zicht. Het landschap ziet er plots weer heel dreigend uit.  Hier speelt de natuur echt de hoofdrol en we hebben het beste plekje in de zaal. We hebben constant het gevoel door een postkaart te rijden. 


Het was een prachtige dag vandaag en het feit dat we het ‘paarse eiland’ niet zullen zien deze reis, vinden we al veel minder erg. We zijn te vroeg gekomen want de vele hortensia’s die langs de weg staan, staan nog niet in bloei. Alles is gewoon groen maar ook dat is mooi. Eenmaal terug in Angra do Heroismo, is de zon er weer terug. 


1 opmerking:

  1. Amai dat ziet er lekker uiit wat voor visjes wel heel speciale huisjes
    heel mooi en jullie hebben gezwommen in zee geweldig geniet nog
    ziet er allemaal heel goed uit dikke knuffels

    BeantwoordenVerwijderen