Doel van deze mini-break is tot rust komen
maar helaas, de oproep tot gebed steekt hier toch een stokje voor. Uitslapen is
er niet echt bij. Na het ontbijt maken we kennis met de groep en vertrekken we
richting Essaouira, stad van de wind. Onderweg komen we een arganboom tegen,
ook wel ‘geitenboom’ genoemd. Aan deze boom hangen pitten waarvan het omhulsel
door de geitjes wordt opgegeten. De pit zelf valt op de grond en wordt bewerkt
tot olie. De geiten zijn goede klimmers en er zitten er dan ook enkele helemaal
bovenaan in de boom. Het is eens wat anders dan vogels. Terwijl onze gids alles
zorgvuldig uitlegt, besluit ik even een bergje af te gaan om zo de geitjes
boven mij beter te kunnen fotograferen. De helling bestaat echter uit mul zand
en ik schuif uit waardoor ik op mijn bibs naar beneden tuimel. Gevolg: Bil
helemaal geschaafd en broek kapot. Dat begint al goed! Onderweg zoeken we een
werkplaats op waar de vrouwen de pitten van de geitenboom openbreken en
verwerken tot olie. De wereldberoemde arganolie wordt vooral gebruikt als
schoonheidsmiddel. Goed voor haar en lichaam. Wanneer we in Essaouira aankomen,
zijn we aangenaam verrast. De koele oceaanbries is zalig en de stad lijkt net
een sprookje. Twee kleuren overheersen hier: Blauw en wit. Blauw van de honderden vissersbootjes die klaar liggen om
de Atlantische oceaan te bevaren. Ook de luiken van de huisjes hier zijn blauw
en doen een beetje denken aan de Griekse eilanden. Wit van de meeuwen die neer
zijn gestreken op de kade en azen op de verse vis die net de haven is
binnengebracht. De bedrijvigheid op deze plek is groot. We
krijgen de gelegenheid om dit prachtige stadje zelf te ontdekken. De mensen
zijn er vriendelijk en gastvrij. Hier worden we niet aangeklampt zoals we
gedacht hadden. Onze eerste indruk van Marokko valt mee! Na het slenteren in de
oude stad, ook wel medina genoemd, passeren we nog even langs het lange zandstrand.
De temperatuur is ondertussen
opgelopen tot 25°C maar toch liggen er niet veel mensen op het strand. Enkele toeristen
in badkleding en de plaatselijke bevolking in hun djellaba’s en hoofddoeken.
Een grappig contrast! Enkele jongens spreken ons aan en we zijn op onze hoede
maar ze zijn echt vriendelijk en willen niets verkopen. Ze vragen ons waar we
vandaan komen en laten ons ook terug vertrekken zonder opdringerig te zijn. Na
de late lunch rijden we verder naar de economische hoofdstad Casablanca. Daar
komen we aan wanneer de zon net is onder gegaan. We bezoeken nog even de prachtige
Grande Mosquée Hassan II, het symbool van de stad. Het was Hassan II die dit monument
voor zichzelf bouwde, geïnspireerd door de koranvers “Gods troon stond op het
water”. De op twee na grootste moskee ter wereld is dan ook voor
een deel boven de oceaan gebouwd en tijdens het gebed kunnen de grote deuren
aan de oceaanzijde geopend worden. Ook de deels glazen vloer biedt zicht op het
water. De moskee is niet enkel een plaats voor het gebed. Het is ook een plek
waar mensen voor de ontspanning bij elkaar komen. Jongeren springen vanaf de
muren naast de moskee in de golven van de oceaan, terwijl kinderen lopen te
voetballen op het grote plein voor het imposante gebouw. De inwoners komen
samen onder de galerijen rond de moskee om bij te praten. Bij valavond is de
moskee prachtig verlicht en iedereen is er een beetje stil van. ’s Avonds logeren
we in het imposante Hotel Kensi Basma.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten