maandag 28 april 2003

Rabat - Meknes


’s Morgens na het ontbijt rijden we verder naar Rabat. Onderweg bezoeken we wel nog eerst het indrukwekkende Koninklijke Paleis dat in Moorse stijl werd opgetrokken. We mogen er jammer genoeg niet binnen. Enkel de prachtige poort kunnen we van op een afstandje bewonderen. Hier resideert de koning en sinds 1912 zetelt hier ook de regering. Ondertussen staat de zon aan de hemel en het licht is heel erg fel maar het is meer helder dan warm. Hier waren we niet echt op voorzien. In onze T-shirts en korte rok hebben we in ieder geval veel bekijks want de plaatselijke bevolking loopt hier met een warme jas. De uitspraak van Michel Palin: ‘Marokko is een koud land, met een warme zon’ kunnen we dan ook beamen. Rabat, de tweede grootste stad van het land heeft prachtige bloemenlanen en een mooi oud centrum, dat betrekkelijk overzichtelijk is. De oude medina heeft een recht stratenpatroon en de nieuwe stad is er als een halve cirkel omheen gebouwd. We bezoeken er het Mausoleum Mohammed V, waar Koning Mohammed V, zijn broer en zoon Koning Hassan II begraven werden. De entree wordt bewaakt door soldaten te paard. Het mausoleum heeft mooie kroonluchters en een koepel. De Hassantoren, die er net naast ligt, is een niet afgewerkte moskee. De gebedsruimte was opgedeeld in gangen, gescheiden door 360 zuilen van zandsteen. Hier slenteren we wat rond terwijl schoolkinderen ons lachend voor de voeten lopen en genieten van al die aandacht. In het mooi aangelegde park ontmoeten we een ‘waterverkoper’. Hij is fraai uitgedost en heeft een grote bel bij. Marokkaanse inwoners stoppen geregeld om een slokje water te kopen bij deze kleurrijke figuur. Het water tovert hij dan tevoorschijn uit zijn zak van dichtgenaaide geitenhuid met een schenktuitje. De keizerlijke stad Rabat heeft prachtige plekjes en doet ons een beetje aan het oude Griekenland denken. ’s Middags lunchen we in een typisch Marokkaans eethuisje. Lekkere voorgerechtjes en als hoofdgerecht vis met rijst. In de namiddag rijden we verder naar Meknes maar stoppen nog even bij Volubilis, een stad met een bloemennaam midden in een vlakte vol olijfbomen. De Romeinse ruïnes trotseerden de tand des tijds en zijn de grootste en belangrijkste van Marokko. Toen de Romeinen zich hier vestigden, hadden er al Berbers en Feniciërs gewoond. Het is een stad uit het verleden die spreekt; haar Capitool, de triomfboog van Caracalla, de thermen, de basiliek en de hoofdstraat met aan weerszijden rijkelijk met mozaïeken versierde villa's. Heel indrukwekkend! Wanneer we even later in Meknes aankomen, krijgen we zoals steeds een super lekkere muntthee. We maken nog een klein wandelingetje in het Hotel Transatlantique. Jammer dat we er niet ten volle van kunnen genieten want het is al laat en we zijn allebei moe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten