Onze eerste lange busrit. Augustin, onze chauffeur is in een opperbeste stemming. Hij speelt de ene Mexicaanse schlager na de andere en zingt vrolijk mee. Zijn CD collectie is heel uitgebreid maar valt bij ons niet echt in de smaak. Het verkeer valt wel mee maar echt doorrijden is onmogelijk. Augustin moet regelmatig flink afremmen want op de weg ligt er om de zoveel meter wel een verkeersdrempel, soms aangelegd door de regering maar vaak ook door de plaatselijke bevolking, die niet graag druk verkeer door hun dorp zien razen. Bovendien is de kans groter dat de bussen stoppen aan hun fruitkraampjes als ze wat trager rijden.
We hebben een tussenstop in de archeologische site Uxmal. Deze site is imponerend omdat ze zo groot is. Alleen jammer dat je nauwelijks nog piramides en tempels op mag. Hier hebben de Maya’s vroeger een ingenieus systeem ontwikkeld van reservoirs en ondergrondse tunnels. Tijdens het regenseizoen probeerden de indianen op deze manier zo veel mogelijk water op te vangen om de droge periode door te komen. Water heeft in deze gebieden altijd een grote rol gespeeld wat duidelijk te zien is aan de afbeeldingen van de regengod ‘chac’, welke hier sterker vertegenwoordigd is dan elders. Bijzonder aan Uxmal zijn de vele, goed bewaard gebleven muurversieringen. Het is hier heel erg rustig, we zijn de enige toeristen maar het is dan ook nog erg vroeg in de ochtend. Hier en daar zien we prachtige leguanen die helemaal niet mensenschuw zijn.
We lunchen in Champotan, een klein vissersdorpje aan zee. Super lekker die verse vis en dat voor heel weinig geld. Het briesje doet ons deugd want de temperatuur is weer serieus gestegen. Door de enorme vochtigheid, zijn we kletsnat van het zweet. Na de lunch opnieuw de bus in om vier uur later op onze eindbestemming te arriveren, het subtropische stadje Palenque. Hotel Tiulija heeft kleine, grappige bungalows. Met z’n zessen wandelen we naar het stadje terwijl de rest in het hotel blijft om te eten. We nemen plaats op een dakterrasje van een gezellig restaurantje. Het is al laat wanneer we ’s avonds terug in het hotel aankomen.
We hebben een tussenstop in de archeologische site Uxmal. Deze site is imponerend omdat ze zo groot is. Alleen jammer dat je nauwelijks nog piramides en tempels op mag. Hier hebben de Maya’s vroeger een ingenieus systeem ontwikkeld van reservoirs en ondergrondse tunnels. Tijdens het regenseizoen probeerden de indianen op deze manier zo veel mogelijk water op te vangen om de droge periode door te komen. Water heeft in deze gebieden altijd een grote rol gespeeld wat duidelijk te zien is aan de afbeeldingen van de regengod ‘chac’, welke hier sterker vertegenwoordigd is dan elders. Bijzonder aan Uxmal zijn de vele, goed bewaard gebleven muurversieringen. Het is hier heel erg rustig, we zijn de enige toeristen maar het is dan ook nog erg vroeg in de ochtend. Hier en daar zien we prachtige leguanen die helemaal niet mensenschuw zijn.
We lunchen in Champotan, een klein vissersdorpje aan zee. Super lekker die verse vis en dat voor heel weinig geld. Het briesje doet ons deugd want de temperatuur is weer serieus gestegen. Door de enorme vochtigheid, zijn we kletsnat van het zweet. Na de lunch opnieuw de bus in om vier uur later op onze eindbestemming te arriveren, het subtropische stadje Palenque. Hotel Tiulija heeft kleine, grappige bungalows. Met z’n zessen wandelen we naar het stadje terwijl de rest in het hotel blijft om te eten. We nemen plaats op een dakterrasje van een gezellig restaurantje. Het is al laat wanneer we ’s avonds terug in het hotel aankomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten