vrijdag 28 september 2018

Alentejo - Evora

We hebben goed geslapen, al is het kleine bed met 1 matras toch wel effe wennen. Elke keer er gedraaid wordt, zijn we beide wakker. We kunnen pas om half 9 gaan ontbijten en dat is laat voor ons. Papa voelt zich al helemaal thuis hier want halverwege de tuin op weg naar de ontbijtruimte merkt hij dat hij zijn pantoffels nog aan heeft. Toch maar even terug om zijn sandalen aan te doen. Ook hier geen tafeltjes buiten. Jammer maar in de fijne, lichte ontbijtruimte is het wel aangenaam zitten. Het ontbijt is heel verzorgd met vers fruitsap, heerlijke  broodjes, verschillend beleg, huisgemaakte confituren, croissantjes en gebak. De gastvrouw is echt super - niets is haar te veel en ze blijft glimlachen, ook wanneer we haar laten weten dat we gisteren een glas gebroken hebben op de kamer. Al snel besef ik dat dit ontbijt dodelijk is voor de calorietjes maar ach we laten het niet aan ons hartje komen. De heerlijke kippenpasteitjes die geserveerd worden, zijn heel moeilijk om te weerstaan, net als al dat ander lekkers.


Vandaag trekken we naar de voormalige hoofdstad Evora. Deze ligt op een kleine heuvel op de weidse hoogvlakte van de Alto Alentejo op zo’n 40 km van ons hotel. Het is een van de charmantste en stijlvolste steden van Portugal. Mooi om te zien welke invloed een universiteit op een stad kan hebben. Van gezellige parken tot kleine straatjes met barretjes. De Unesco voegde de stad in 1986 toe aan het Werelderfgoed vanwege de vele monumenten en omdat Évora de Portugese gouden eeuw weerspiegelt. Die was zo'n 500 jaar geleden, maar de rijkdom van weleer is nog goed te zien. 


We starten onze ontdekkingstocht op het Praça do Giraldo, een gezellig plein midden in het historische centrum. Op het langgerekte plein, waar vroeger terechtstellingen werden uitgevoerd, staat een marmeren renaissance fontein met bankjes uit 1571 en onder de galerij zijn tal van winkeltjes. Vanaf hier wandelen we door kleine, smalle en kronkelige Moors aandoende straatjes die in schril contrast staan met de in licht badende pleinen. We zien er schilderachtige, witte huizen en gebouwen met verschillende versieringen, omgeven door een vrijwel intacte vestingmuur. De dakterrasjes geven de stad een aparte uitstraling.


De immense kathedraal van de stad, de Evora Sé, werd gebouwd van 1186 tot 1204 en lijkt met zijn ongelijke torens op een fort. We gaan binnen via een portaal geflankeerd door 14de -eeuwse apostelen. Binnen is het al gotiek wat de klok slaat en daar hou ik wel van. Zeker wanneer alles baadt in een gouden gloed door de prachtige lichtinval. We klimmen de trap op van een van de torens vanwaar we een prachtig zicht hebben over de stad. Beneden is er een prachtige kloostertuin omgeven door bogen. Hier zien we de graftombes van de laatste 4 aartsbisschoppen.



Wanneer we vanaf de kathedraal omhoog lopen, zien we al snel de granieten zuilen van de Templo Romano. Deze staat namelijk op het hoogste punt van Evora. Templo Romano, of Templo de Diana zoals hij ook wel wordt genoemd, is de best bewaarde Romeinse tempel van het Iberisch Schiereiland. Hij dateert van de 2de of 3de eeuw. De tempel is te vinden op het Largo Conde de Vila Flor plein. We verbazen ons over het feit dat deze 14 Korinthische zuilen zo goed bewaard zijn gebleven gedurende 18 eeuwen.


Daarna gaan we op zoek naar de universiteit, die in het vroegere Jezuïetencollege is gevestigd. We arriveren per ongeluk aan de achterkant maar we hebben geluk want daar komen net twee studentes buiten en zij laten ons met plezier binnen met hun badge. Dat spaart ons 3€ per persoon uit! Alle aula’s zijn gebouwd rond een prachtig binnenhof. Hier en daar kunnen we meekijken in de klaslokalen waar studenten aandachtig luisteren naar hun profs. Op de 1ste verdieping ligt de prachtige oude bibliotheek, met mooie plafondschilderingen. Hier wordt er gevraagd om de stilte te bewaren maar ik krijg bijna de slappe lach van de krakende oude plankenvloer. Het lukt me gelukkig wel om niet in lachen uit te barsten. 



Vandaag gaan ze ons niet liggen hebben - het is half 1 dus gaan we op zoek naar een leuke plek om te lunchen. Net naast het Afrika museum is er een prachtige binnentuin die zo goed als verlaten is. We vinden er een tafeltje in de schaduw onder een boom. Het is hier zalig zitten en ook het eten is hier heerlijk. Alleen jammer dat mijn rijst met tomaten gekruid werd met koriander. 


Terug op het hoofdplein is het zalig genieten van de zon en de bedrijvigheid. Aan het eind van de middag komen oude Portugese mannen bij elkaar op de bankjes in de schaduw. Alles gaat hier echt zo op het gemakje. Daar kunnen wij Belgen echt nog wat van leren. 


De bekendste kerk van Evora is de Igreja de Sáo Francisco uit 1510. Ze is voor mij veel te donker en deprimerend. Bij deze kerk hoort echter een heel bijzondere kapel, namelijk de 'Capela dos Ossos', waar doden heersen. De bottenkapel werd gebouwd in 1816, door een Franciscaanse monnik. Deze monnik wilde met zijn bouwwerk de mensen doen nadenken, hen eraan herinneren dat hun leven op aarde maar van korte duur was en dat ze het dus zo goed mogelijk moesten leven. Om dat te bereiken, decoreerde hij de wanden van zijn kapel met ruim 5000 schedels en botten, gezet in cement. Bij de ingang worden we verwelkomd door de gezellige spreuk: “Nos ossos que aqui estamos pelos vosso esperamos” (onze beenderen liggen hier, wachtend op die van jou). Zodra we deze onheilspellende waarschuwing voorbij zijn, staan we tussen de doden. We krijgen kiekenboebels niet alleen omdat het er zo koel is maar ook omdat overal om ons heen holle schedels ons aankijken. Rond de schedels zijn botten in keurige motieven verwerkt. Tezamen vormen ze de muren, pilaren en het plafond van de kapel. Het is zowel bijzonder als luguber. Wat vooral verbazing oproept, is dat deze lugubere kamer werd gebruikt als meditatie en gebedsruimte. Doe ons toch maar een met goud versierde kapel.



Vandaag is het weer een super hete dag en papa ziet het effe niet meer zitten. Dus ga ik maar snel een grote fles water kopen om wat te verfrissen en trekken we naar het plaatselijke park waar we ons op een bankje in de schaduw zetten. Zijn geluk is echter van korte duur want we hebben een bezoek geboekt op een plaatselijk wijndomein en we moeten dus naar onze auto, geparkeerd op een grote parking buiten de stadsmuren in de brandende zon. Gelukkig werkt de airco van ons Fiatje heel erg goed. 


Ik wou graag nog het 'aquaduct van het zilveren water' zien dus stel ik voor om dat dan maar met de auto te doen. Het Romeins aquaduct heeft een indrukwekkende constructie waarvan een stuk van 9 km bewaard is gebleven. Het is werkelijk één van de meest indrukwekkende monumenten van de stad. Doordat de Alentejo zeer droge zomers en zachte droge winters kent én een schaarse aanvoer van drinkwater, was er vroeger een grote vrees voor droogte. Tussen 1531 en 1537 is daarom ‘Aqueduto da Água de Prata’ gebouwd, die de stad voorzag van zoet water. Binnen de stadsmuren is er slechts een klein deeltje te zien maar buiten de stadsmuren doemen de imposante bogen al snel op. 



Tot de jaren tachtig werd de Alentejo ook wel de ‘broodmand van Portugal’ genoemd, maar na de jaren tachtig bleek dat tarwe niet zo veel meer opbracht en werd er besloten de tarwe in te ruilen voor wijnranken. Heel erg veel wijnranken. Ja, wijnliefhebbers halen hun hart op in de Portugese regio Alentejo. Al in de Romeinse tijd werden hier de eerste wijngaarden in gebruik genomen. De landschappen van Alentejo maken de productie van verschillende soorten wijn mogelijk, die voor een divers en smaakvol aanbod zorgen. De regio staat bekend als een van de meest authentieke wijnstreken ter wereld.


Onze gastvrouw heeft voor ons een bezoekje geregeld bij wijngoed Ervideira. Dit prachtig wijnhuis heeft kostbare landbouwgrond opgeofferd om de oorspronkelijke vegetatie zoveel mogelijk te herstellen. Deze beschermt de wijnranken tegen de hier zo vaak blazende wind. Bovendien zijn door het ecologisch evenwicht zoveel mogelijk te herstellen er nog nauwelijks organische bestrijdingsmiddelen nodig. Dit komt de kwaliteit van het eindproduct ten goede. We zijn een beetje te vroeg en wachten geduldig op een ander koppel dat samen met ons een rondleiding zal krijgen. Sarah en Ridge uit de US vervoegen ons en enkele minuten later staan we tussen de immense machines. We laten ons meevoeren in de wereld van de wijn. Daarna volgt er uiteraard een kleine wijnproeverij. Bijna alles wat we proeven, vinden we lekker maar ik moet nog met de wagen rijden dus hou ik het bij kleine slokjes, een meevaller voor papa. Mijn voorkeur gaat uit naar de ‘invisible wine’. Dit is een witte wijn gemaakt van rode druiven. Heerlijk! We slaan alvast een klein voorraadje in voor de komende dagen en vragen een lijst van de verkoopadressen in België. Eens terug thuis ga ik daar toch eens naar op zoek.



Terug in ons hotelletje wacht ons nog de likeur die Rita ons gisteren gegeven heeft. We zetten ons dus op het terras met zicht op het zwembad en de limoenbomen en genieten van deze zoete ‘vinho licoroso’ die veel wegheeft van een goede porto. Wanneer het donker wordt, beginnen de muggen mij te bijten en trek ik toch maar naar binnen. Met een lichte houten kop kruip ik mijn bedje in. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten