zaterdag 25 mei 2019

Leiden - Wandeling door de oude stad

Dit weekend laten we ons verLEIDEN want we trekken naar een stad die door de Nederlanders ook vaak klein Amsterdam wordt genoemd. Reden hiervoor is dat de stad ook doorkruist wordt door diverse grachten met de bijbehorende karakteristieke grachtenpanden. Hopelijk zijn er niet zo veel toeristen als in de hoofdstad. Om half negen pik ik Annelies op en in de regen rijden we richting Nederland om dan 1,5 uur later daar aan te komen in het zonnetje. We parkeren de auto op een park en ride net buiten het centrum. We gaan eerst iets drinken in de gezellige sixties bar, ‘De Leidse lente’. We hebben ogen te kort om het ganse interieur in ons op te nemen. Een grote tas thee, een cappuccino en fijn gezelschap leiden tot een diepzinnig gesprek waarbij de eerste traantjes rollen, van emotie maar ook van plezier. Even je hart blootleggen bij een goede vriendin kan enorm opluchten.


Tijd om de stad te gaan ontdekken en we merken al snel dat Leiden, de thuisbasis van de oudste universiteit van Nederland en de geboorteplaats van Rembrandt, een heel gezellige stad is. De oude stad is dus doorspekt met vele grachten, mooie bruggetjes en romantische binnenhofjes. Deze geven ons het gevoel dat we in een openluchtmuseum lopen. We slenteren door de smalle straatjes, in de voetsporen van één van de bekendste schilders van Nederland.


In 1645 ontwierp de Leidense stadsarchitect de Doelenpoort. Ze gaf toegang tot een oefenterrein van twee schutters verenigingen die de stad verdedigden in tijden van oorlog maar ook het handhaven van de openbare orde in vredige tijden. De beeldengroep bovenaan stelt St Joris voor, de beschermheilige van de schutters, die een draak verslaat. We gaan door de poort de Doelensteeg in en komen zo in het binnenhofje van Eva Hoogeveen, volgens de Latijnse tekst op de poort, een kuise maagd uit die tijd. Leiden is naast universiteitsstad ook stad van de hofjes! Verspreid over de stad zijn er meer dan 35 idyllische binnenhofjes die meestal tot stand kwamen door een rijke familie die hun hemel wilden verdienen. Ze bouwden kleine woningen binnen een ommuring die voorzien waren van het standaardcomfort voor die tijd, met centraal een gemeenschappelijke tuin of binnenhof. Arme mensen mochten er komen wonen in ruil voor een dagelijks gebed voor de weldoener. ’s Nachts werden de poorten gesloten. Vandaag worden de woningen verhuurd aan senioren die er ook nu nog aan een voordelige prijs kunnen wonen. Dit binnenhofje heeft Eva Hoogeveen laten bouwen na haar dood in 1654 met haar erfenis.


Vermits we het juiste seizoen gekozen hebben voor het bezoeken van een tuin, gaan we even langs bij Hortus Botanicus. Deze tuin ligt tussen de universiteitsgebouwen en werd gesticht door Clusius in 1594 die er vooral tulpen kweekte. Hij bracht zijn eerste tulp mee vanuit Wenen. Net voor de ingang komen we al voorbij de oudste plant van de tuin. Deze dateert van 1601. De enorme entree in de grote glazen kas is op zich ook al heel indrukwekkend. Wanneer we door de tuin wandelen, zien we dat sommige kassen gesloten zijn voor het publiek. Dat komt omdat er hier nog steeds wetenschappelijk onderzoek gebeurt. We passeren een prachtige Japanse tuin die destijds in 1829 door Siebold gemaakt werd. In de victoriakas zien we een reuzewaterlelie uit de Amazone. In deze kast zijn er ook vlinders en prachtige orchideeën te bewonderen. 


Wanneer we uit de tuin komen, zien we de kapel van het Witte Nonnenklooster. Hier werd de eerste universiteit van Nederland opgericht in 1575 maar nu heeft het enkel nog een ceremoniële functie. Het is ondertussen tijd voor de lunch dus zetten we ons op een zonovergoten terras op de brug over één van de grachten. Er is toch werkelijk niets dat lekker eten in het zonnetje kan overtreffen want zoals de slogan hier zegt ‘The only thing I like better than talking about food, is eating it’. Bar Barrera aan de Rapenburg is een aanrader als je houdt van lekkere broodjes. 


Met ons buikje goed gevuld, wandelen we verder naar de Pieterskerk maar komen een klein poortje voorbij waarachter een van de mooiste binnenhofjes van Leiden ligt, het Jean Pasijnshofje uit 1655.  Hier blijven we even rondhangen om te genieten van de stilte. 


Ondertussen zijn we dus aangekomen in het Pieterskwartier, nog echt een oud stukje Leiden.  De idyllische, smalle straatjes met klinkertjes rondom de Pieterskerk noemt men ook wel het ‘Quartier Latin’ van Leiden. In de zijstraatjes zijn er leuke vintage- en antiekwinkeltjes, maar ook de leuke decoratiewinkeltjes die de moeite waard zijn om even in rond te kijken. Het Pieterskwartier wordt al eeuwen bevolkt door kunstenaars en studenten en dat is nu ook nog steeds zo. Het is er heel pittoresk en de steegjes en oude panden stralen rust en vredigheid uit, een erg fijn plekje en ook de buurt waar onze B&B gelegen is dus dat treft! 


De Pieterskerk is een laatgotische kerk, opgetrokken in zandsteen.  Oorspronkelijk stond er hier in 1121 een kapel die dus later vervangen werd door een kerk gewijd aan Sint Pieter. De kerk is de oudste van Leiden. Ze is opgebouwd in fases doordat er in sommige perioden minder financiële middelen aanwezig waren dan in andere perioden. Uiteindelijk heeft het bouwen van de Pieterskerk 180 jaar gekost. De glas in lood ramen hebben al heel wat te verduren gehad, vooral tijdens de Beeldenstorm en de kruitramp van 1807. Oorspronkelijk had de Pieterskerk een westtoren, deze werd in 1920 gebouwd en werd de Coningh der Zee genoemd aangezien de toren zo hoog was dat de schepen vanuit de Noordzee de toren met gemak konden zien staan. Op 5 maart 1512 viel de maar liefst 110 meter hoge toren echter om en werd daarna niet meer opgebouwd. Uiteraard nemen we een kijkje in deze 12e -eeuwse oudste kerk (900 jaar) in het hartje van Leiden. We gaan binnen via het Pieterskerkcafé en zijn aangenaam verrast wanneer we de kerk binnenkomen. Het is enorm groot en er is veel lichtinval. In de kerk bevinden zich een dertigtal grafstenen en gedenkplaten van bekende kunstenaars, vooraanstaande figuren en ‘rijke stinkerds’. Deze laatste zijn mensen die zo rijk waren dat ze het zich konden veroorloven om in de kerk begraven te worden. Als die begonnen te rotten dan kwamen er geurtjes vrij van onder de grafsteen. Een paar weken na de begrafenis kon het dus flink stinken in de kerk.  


Via een ander binnenhofje met gezellige hoekjes, een muur vol leuke spreuken en kleurrijke spulletjes, komen we in de Breestraat waar we oog in oog staan met het prachtige oude stadhuis! De gevel dateert van 1547 en is geheel in renaissancestijl opgetrokken. In 1929 voltrok zich een enorme brand die later herinnerd zou worden als ‘de stadhuisbrand van 1929’. De brand ontstond doordat men de kolenkachels in het stadhuis aan had laten staan. Bij deze brand ging naast het bevolkingsregister van Leiden ook een groot deel van het stadhuis Leiden zelf verloren, alleen de voorgevel overleefde het. Het stadsbestuur van Leiden besloot in 1932 een nieuw stadhuis achter de voorgevel te bouwen. 


De Breestraat is één van de twee grotere winkelstraten in Leiden. Hier vind je enkele ketens maar het gros van de winkels zijn speciaalzaken. Ik verbaas me vooral over het grote aantal prachtige bloemenwinkels met heerlijk geurende bloemen, mooie vazen en exotische planten. Een walhalla voor plantenliefhebbers dus! Misschien neem ik maandag toch wel een leuk plantje mee voor thuis. 


Aan de Vismarkt zien we de Kroonbrug met galerijen. Hier krijgen we een goed beeld van hoe er vroeger handel werd gedreven. Het graan werd verhandeld en opgeslagen onder het dak. In die tijd waren er geen markten en werd de koopwaar verkocht op bruggen en pontons. Veel bruggen dragen dan ook namen van koopwaar. Rondom de brug heerst er een gezellige drukte want het is marktdag. De geur van verse vis dringt in onze neusgaten, toch iets minder dan de heerlijke bloemengeur van daarnet.


De Burcht van Leiden is met haar gemiddeld 6,2 meter hoge muren en een muurdikte van zo’n 85 centimeter zeer imposant om te zien. De Burcht bevindt zich op een zeer centrale locatie in het midden van de stad en werd gebouwd met als voornaamste doel de Leidenaren bescherming te bieden in tijden van oorlog. Tegenwoordig is de Burcht een waar symbool voor de stad. Ze werd gebouwd in de 11e eeuw en is daarmee een van de oudste burchten van Nederland. De kunstmatige heuvel, ook wel een motte genoemd, waar de burcht op staat werd al gevormd in de 10e eeuw en is in de loop der tijd meerdere malen verhoogd tot een hoogte van wel 9 meter. Vanaf de Burcht heeft men een zeer riant uitzicht over de gehele stad.


We komen aan bij de oudste brug van Leiden, de Visbrug. Zoals de naam al doet vermoeden, werd er op deze brug vis verkocht.  Even verder ligt De Leidse Waag. Op deze plaats stond vanaf eind 15de eeuw een houten waag, een gebouw waar de goederen van handelaren uit andere steden gewogen en gecontroleerd werden. Op deze manier was het voor de stad Leiden mogelijk om naast accijnzen op de goederen te heffen ook de producten op kwaliteit te controleren. Een ander voordeel van de Waag was dat de afnemer, de uiteindelijke koper van het handelswaar, precies wist waar hij of zij aan toe was aangezien de handelaren een ‘waagbriefje’ kregen wat eigenlijk de garantie was voor de consument dat het gewicht van de goederen juist was. In 1657 kwam er een stenen versie in classicistische stijl. Boven de ingang zien we nog afbeeldingen van het wegen en het verpakken. De kraan om goederen te lossen en te laden is er jammer genoeg niet meer. Vandaag is er een restaurant gevestigd. 


Even verderop passeren we de oudste schouwburg van Nederland. Na verschillende renovaties straalt de Leidse schouwburg opnieuw de pracht uit van weleer. Het ligt aan een mooie gracht en hier is het lekker rustig. Vroeger stonden er op de wallen van leiden 19 windmolens. Vandaag rest er nog slechts één originele, De Valk. Het is een authentieke stellingkorenmolen van 29 meter hoog uit 1743 met zeven verdiepingen. Deze werd in amper 3 maanden gebouwd en er werd tot in 1925 graan gemalen. 


Aan het stationsgebouw Leiden Centraal moeten we even de weg vragen want we zijn een beetje verloren gelopen. Een hulpvaardige bloemenverkoopster brengt ons terug op het juiste pad. We passeren het Rijksmuseum Volkenkunde maar we hebben al zo veel gestapt en dat beginnen we te voelen, we zijn te moe om binnen te gaan. Misschien doen we dit morgen. We hebben nu echt wel een taartje verdiend en wanneer we de koffiebar Lavendi passeren, moeten we niet lang nadenken. Tijd om even onze voetjes wat rust te gunnen. Het gezellige interieur straalt een ontspannen en vriendelijke sfeer uit. Met veel liefde en passie wordt hier verse koffie, heerlijke taarten en super lekkere chocolademelk gemaakt. Het is een plek waar we ons helemaal thuis voelen. De barrista is heel bedreven in het versieren van het melkschuim, het is bijna te mooi om op te drinken. De wortelcake is smeuïg en smaakt heerlijk. 


We vervolgen onze weg en komen aan bij een driehoekig plein, de Beestenmarkt. Zoals de naam al doet vermoeden, werden hier vroeger dieren verhandeld. In die tijd werd de start van de markt aangegeven door een bel die er nu nog steeds zou gangen maar wij vinden ze niet. Even verderop komen we aan in een kleine haven. Oude binnenschepen werden omgebouwd tot woonboten en geven de kleine haven opnieuw een zekere allure. Rechts zien we de Leidse Stadstimmerwerf. Dit was de werkplaats met magazijnen en woningen voor de timmerman, metselaar en steenhouwer. Het huis vooraan werd bewoond door de stadsarchitect, daarachter was zijn atelier en dat van de bouwlieden. De voorgevel in Hollandse renaissance dateert van 1612. De natuursteen die uitsteekt onder de ramen moest er voor zorgen dat de bakstenen grotendeels droog bleven. Via een poortje komen we opnieuw in een mooi binnenhofje terecht. 


We wandelen verder naar de Morspoort, één van de tien stadspoorten die Leiden ooit had. Momenteel zijn er slechts 2 bewaard gebleven. Vroeger heette deze poort de Galgpoort omdat deze plek toegang gaf naar het Galgenveld. In de 17de eeuw kreeg de poort haar huidige naam, afgeleid van het moerasgebied de Morsch aan de westelijke  rand van de stad. Opvallend is de grote achtkantige koepel. Lange tijd werden in de poort gevangene vastgehouden. 


Bij de brug en Molen De Put blijven we even staan. Beiden zien er heel erg oud uit maar dat zijn ze niet. De molen is een nagebouwde standaardmolen uit 1997 die wel nog steeds in gebruik is. De Rembrandtbrug is een recente reconstructie van de brug uit de 17de eeuw. Sommigen beweren dat Rembrandt’s ouders hier hun molen hadden maar blijkbaar stond die molen buiten de stad. Van op de brug hebben we een prachtig zicht op de historische haven. Rechts op een gevel zien we een gedicht, geschreven in het Fries. Her en der in de stad zijn er nog gedichten te lezen in niet minder dan 103 verschillende talen. Het initiatief werd opgestart in 1992 met als doel vreemdelingen te verwelkomen. Ik vind het alvast geweldig! Ik hou van gedichten en op een of andere manier zijn ze nóg mooier als je ze op een stenen muur ziet. Een prachtig initiatief!


Even verder zien we opnieuw een brug. Deze kreeg de naam Galgewater omdat er hier vroeger veel galgen stonden waar misdadigers werden opgehangen.   Dit deel lag immers net buiten de stadsmuren. Eenmaal over het water komen we aan de Rembrandtplaats. Een kleine plaat doet ons eraan herinneren dat hier  het geboortehuis van de beroemde schilder gestaan heeft . Hij heeft hier gewoond van aan zijn geboorte in 1606 tot 1631 maar het huis werd ondertussen afgebroken. Op het pleintje zien we het bronzen standbeeld ‘De jonge Rembrandt’  dat werd gemaakt naar aanleiding van het 400st geboortejaar van de schilder in 2006. De kleine Rembrandt schildert een zelfportret. 


Rembrandt de beroemde kunstschilder werd dus geboren in Leiden als negende van tien kinderen en was nog geen veertien toen zijn ouders hem inschreven aan de universiteit. Hij studeerde er nauwelijks want de schilderkunst trok hem te erg aan. In de Young Rembrandt Studio leerde Rembrandt in zijn beginjaren schilderen, tekenen en etsen van zijn leermeester Jacob van Swanenburgh. In 1631 verhuisde hij naar Amsterdam en dat was de start van aan reeks productieve werken. Artistiek gaat het hem voor de wind maar op familiaal vlak heeft hij niet veel geluk gekend. Drie maal op rij stierf een pasgeboren kind. Uiteindelijk kreeg hij toch 1 zoon en 1 dochter. Hij leefde te erg boven zijn stand en in 1658 moest hij zijn huis en al zijn bezittingen verkopen. Tijdens zijn laatste jaren leverde hij ondanks zijn armtierig bestaan nog prachtige werken af. Hij blies zijn laatste adem uit in 1669.  


Via een klein parkje wandelen we in de richting van het water. Hier stond vroeger in de 19de eeuw de zeevaartschool waar studenten sliepen in hangmatten zodat ze zich volledig konden inleven hoe een verblijf op zee eruit zou zien. We genieten van de kleine, pittoreske straatjes met de prachtige, typische Hollandse huisjes waarvan de gevels altijd bedekt zijn met veel groen. 


Ondertussen zijn we terug bij de park en ride waar onze auto staat. We halen de koffers uit de wagen want het is tijd om in te checken. We logeren dus in één van de leukste en meest historische wijken van Leiden, het Pieterskwartier. De Pelgrimsplaats is een sfeervolle B&B met slechts 1 kamer.  De woning dateert uit 1750 en bij aankomst, voelen we ons onmiddellijk thuis bij Annebe. Deze toffe dame heeft over de hele wereld gewoond en richtte haar B&B in met kunst en verzamelde items van haar vele reizen. Dit creëert een gezellig sfeertje. We krijgen een korte uitleg en een welkomstdrankje, een soort bessensapje. In de ijskast staat een lekker wit wijntje dus besluiten we alvast te aperitieven. Ik vraag of zij uit de voeten kan met een kurkentrekker want dat is niet mijn ding maar ik krijg een vreemde blik. Het blijkt een draaistop te zijn dus fles is in no time open. We zetten ons voor het huisje en genieten nog wat na in de warmte van de avondzon. Het is een drukte van jewelste in ons straatje want in dit gedeelte van de stad rijden er bijna geen auto’s maar er passeren veel fietsers en voetgangers. Mensjes kijken is altijd leuk. Wie had dit vanmorgen gedacht dat we om zes uur in T-shirt nog in de zon zouden zitten? Wij in ieder geval niet! 


Rond half zeven gaan we op zoek naar het Thaise restaurantje Siri Thai in de Doezastraat. We hebben niet gereserveerd maar gelukkig is er nog een tafeltje vrij in dit kleine, knusse restaurantje. We laten ons verleiden om een voorgerechtje te nemen. De portie is al redelijk groot maar wanneer het hoofdgerecht op tafel komt, weten we het zeker: dit krijgen we nooit op. Annelies kiest de ‘Moo Phad Horapha Krob’, varkenshaas met pittige peper in oestersaus, groenten en krokante basilicum. Ik ga voor de ‘Kai Med Mamuang’, kip met oestersaus, geserveerd in een licht pittige bruine sambal, verse groenten en cashewnoten. Een mooie combinatie tussen een zoete en licht gekruide smaak. Hier worden mijn smaakpapillen vrolijk van. Wanneer ik ooit terug naar Leiden kom, reserveer ik hier opnieuw! 


Wanneer we ‘s avonds terug naar onze B&B wandelen, is het nog gezellig druk in de stad. Rond de kerk is er een Foodtruck festival waar inwoners van Leiden samen komen om gezellig te babbelen, te eten en te drinken. Terug in ons huisje drinken we nog een wijntje en kruipen dan onder de wol

2 opmerkingen:

  1. Amai dat ziet er ook een gezellige stad uit.Eten en drinken
    en zonnetje meer moet dat niet zijn.Wel vele grachten zoals in Gouda verleden week en mooie huisjes.
    Slapen jullie op een terras of is dat een ligbed in openlucht.Geniet nog en laat het niet aan jullie harte komen.
    Ja een mens moet zijn harte is kunnen luchten met een lieve vriendin en dan drink je een lekker wijnte. Wel te rusten Groetjes en kunffels.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jullie hebben geluk met het weer en het is blijkbaar weer genieten. Ziet er een leuk adresje uit. Groetjes aan Annelies en een dikke knuffel.

    BeantwoordenVerwijderen