Er zijn slechts 365 dagen in een jaar en voor mij zijn er slechts 86 daarvan vakantiedagen. Gelukkig zijn er ook nog de weekends en die zijn ideaal voor korte uitstapjes. Vorig jaar startten Dee Dee en ik met de idee om eens ‘vakantie te nemen in eigen land’. Niet als toevallige bezoeker, nee écht als toerist met dito fototoestel. Dit jaar trekken we naar Gent, een stad die heel snel een plekje in ons hart verovert. We arriveren omstreeks 10 uur in ons onderkomen voor de komende 3 nachten, Hotel Monasterium PoortAckere. "Een eiland, verloren in de draaikolk van de rumoerige stad." Eenmaal over de drempel betreden we een intiem monasterium waarvan de historiek teruggaat tot 1278. Wat eeuwenlang een verborgen klooster was, geeft vandaag een stukje van zijn geheimen prijs. De sfeer is charmant, passend binnen de eenvoud van een neogotisch gebouw. Onze kamer ligt helemaal in de nok dus we moeten wel wat trappen doen. De vloeren kraken heerlijk onder onze voeten.
Na het inchecken trekken we de stad in want we hebben geen tijd te verliezen. Er is zo veel te zien dus we moeten elke minuut benutten. We worden getrakteerd op een prachtige eerste aanblik: voor ons ligt een stad die rechtstreeks uit de sprookjes van Anton Piek lijkt te komen. Overweldigend veel kerkgebouwen, prachtige grachtenpanden en gezellige terrassen zo ver het oog rijkt, dat is de binnenstad van Gent. Al snel merken we dat Gent een middeleeuws sprookje is van kasseienstraatjes en barokke architectuur. Deze studentenstad ademt jonge ondernemingslust, getuige de vele pop-ups en trendy bars, alsook creativiteit dankzij de indrukwekkende straatkunst. Tot voor kort was Gent voor mij een winkelstad waar ik graag een dagje naartoe kwam maar nu zijn we hier om dingen te ontdekken. We besluiten ons dus te laten verrassen en plekken op te zoeken waar we nog nooit geweest zijn.
Het Gravensteen is zo'n plek. Wanneer we aan het kasteel komen, moeten we eerst door de toegangspoort. Daar worden we langs de ticketbalie geloodst en kunnen we een soort videogids nemen maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik voor dergelijke dingen niet echt veel geduld heb. Ik laat liever mijn fantasie op hol slaan in de smalle doorgangen, kloeke torens en machtige wenteltrappen van dit middeleeuwse monument. In de 13e eeuw werd dit indrukwekkende fort gebruikt als gevangenis. Achter de dikke muren werd er dan ook gefolterd, tot een bekentenis volgde. Na het Wapenmuseum klimmen we de trap op naar het dak. Van daaruit hebben we een geweldig zicht over Gent.
Het is druk in de stad, zeker op deze toeristische plek dus besluiten we de mensenmassa wat te ontwijken en dan is het Begijnhof de place to be. Mooie straatjes en een lieflijk kerkje. Het is mooi weer en er zitten best wat mensen in het parkje naast de kerk. Dit omsloten hof was eeuwenlang het exclusieve domein van vrome, aan Sint Elisabeth toegewijde vrouwen. Tegenwoordig vormen de kleine witte huisjes een charmante aanvulling op het straatbeeld van Gent. Het is perfect voor een zomerwandeling.
We wandelen verder naar het noorden van de stad in de richting van het Patershol, een piepkleine charmante wijk. Hier verdwalen we in de smalle straatjes en rustige steegjes. Het is een authentiek en rustig deel van Gent. Aan de rand van het Patershol ligt het 13de -eeuwse klooster van de geschoeide karmelieten bij de Gentenaars beter bekend als het Caermersklooster. Hier is het Provinciaal Centrum voor kunst en Cultuur gehuisvest. Vandaag vindt er de tentoonstelling 'Oer' over de Vlaamse kunst tussen 1880 en 1930 plaats. Oer brengt een uitzonderlijke selectie topstukken van de meest invloedrijke schilders uit die periode. De grote verrassing van deze tentoonstelling is voor ons Emile Claus. Deze kunstenaar is gefascineerd door licht en kleur. Zijn schilderijen lijken levensecht en toch zijn ze mooier dan het leven. Het overkomt ons allemaal in een tijd van Facebook, twitter en whatsapp, overvolle mailboxen en burn-outs: soms zouden we willen dat het leven een schilderij was. Een land van zonneschijn zonder luxe maar vol van eenvoudig geluk.
We bezoeken hier ook nog even de opmerkelijke tentoonstelling over het Lam Gods van Jan van Eyck. In het najaar van 2012 startte de restauratie in het Museum voor Schone Kunsten en dat is werkelijk indrukwekkend. Hier zien we hoe zo een restauratie in z'n werk gaat en wat het effect is van de lagen en lagen vernis. Genoeg cultuur ... we hebben honger en kuieren verder door het Patershol. In de 15de eeuw steeg de wijk in waarde omdat er dan veel advocaten kwamen wonen. In de eerste helft van de 19de eeuw werd het Patershol een arbeiderswijk. Tegenwoordig is het een woon en uitgaansbuurt. In de wirwar van straatjes zijn er veel restaurantjes. We vleien ons neer op het terras van de Mezze Bar, een mediterraans eetcafé. Dee Dee gaat voor de visschotel en ik kies de zalm. Wanneer alles op tafel komt, ziet het er in ieder geval uitnodigend uit maar Sergio Herman zou zeggen 'de cuisson van die zalm trekt op niks'. De honger overheerst en er is één troost: die frietjes are to die for!
Met ons buikje gevuld, vervolgen we onze weg naar de Vrijdagmarkt waar Jacob Van Artevelde over het plein uitkijkt. In het begin van de 14de eeuw hief hij de boycot tegen de Britse wol invoer op. Zo kon Gent voldoende grondstoffen importeren om de lakenindustrie te laten bloeien. Daarom wordt Gent ook wel de van Arteveldestad genoemd. Dat is een meevaller … mijn favoriete bakkerij Paul heeft een vestiging in Gent! Wanneer we het Franse interieur betreden zien we in de toog zijn overheerlijke patisserie maar ik kijk verlekkerd naar zijn reuze makarons. Wat mij betreft nog steeds de beste van het land. Skinny Love ten spijt, bestel ik een pistache en een speculoos exemplaar. Ja mijn karakter brokkelt hier dus af want ik kan er echt niet voorbij gaan.
Wat is cool, gratis, en iedere keer anders? Juist ja graffiti en het toeval wil nu dat in Gent graffiti een belangrijk deel uitmaakt van het straatbeeld. Al wandelend in Gent komen we op verschillende plekken kleurrijke muren tegen. Soms gaat het slechts om tags, maar andere keren stoten we op een echt kunstwerk waar we even voor blijven stilstaan. In de jaren '90 van de vorige eeuw wees de stad het Werregarenstraatje aan als een plek waar graffitikunstenaars hun gang mochten gaan, in de hoop dat de rest van de stad verf vrij zou blijven. Nu is het een levendige straat, met telkens weer verrassende kunst, in schril contrast met de oude gebouwen rondom. Wie door de straat wandelt, die snapt de bijnaam “graffiti straatje” direct: werkelijk alles wat uit steen, beton of metaal bestaat, is bespoten. Over de kwaliteit van de meeste kunstwerken valt te twisten, maar kleurig is het in ieder geval. Er is net een 'kunstenaar' bezig en hij spreekt ons onmiddellijk aan wanneer hij ons ziet fotograferen. Hij wil niet met zijn gezicht in beeld komen.
Gent heeft er erg lang op moeten wachten maar eind februari opende dan eindelijk de Holy Food Market in de 16e-eeuwse Baudelo-abdij aan het Beverhoutplein. Het is écht een walhalla voor al wie van lekker eten houdt. De voormalige kerk, klooster, bibliotheek en kunstcampus werd, na een periode van leegstand, helemaal heringericht. Het monumentale van de kerk is helemaal behouden, terwijl in de zijbeuken gezellige foodstandjes zijn ingewerkt. Zeventien food concepten hebben zich gevestigd in de oude kapel, gaand van Libanees tot Russisch, van Napolitaanse biopizza tot handgemaakte kroketten. Door onze late lunch hebben we helemaal geen honger meer maar door het warme weer hebben we wel dorst. Daarvoor gaan we naar het reizigerscafé Mosquito Coast aan de Hoogpoort om onze voetjes even rust te gunnen. Ik voel me er helemaal op mijn gemak en krijg meteen weer de reiskriebels. Het interieur is een mengelmoesje van allerlei souvenirs van over de hele wereld zoals Tibetaanse vlaggetjes, Marokkaanse lampen, etc… Gezellige zetels, een samenraapsel van tafels en stoelen, een wandkast vol reisgidsen en muren vol foto’s maken het plaatje compleet. We kiezen een tafeltje op het dakterras waar we genieten van een heerlijke pisco sour met het avondzonnetje op ons gezicht. Het voelt echt heerlijk om tijd te nemen voor elkaar en bij te praten over alles wat in ons opkomt. De sfeer is hier zeer ontspannen en met tegenzin maken we plaats voor de andere bezoekers.
Op de terugweg passeren we het stadhuis uit het begin van de 14de eeuw. De meest opvallende gevel is ongetwijfeld die in de Hoogpoort geïnspireerd op een klassiek Italiaans palazzo. De gestreepte regenpijp is een knipoog naar de Gentse stroppendragers. Aan de Oudbrug zie ik plots de B&B Simon Says, waar ik jaren geleden nog heb gelogeerd. Het is nog steeds even kleurrijk als in mijn herinnering.
Wat maakt Gent zo speciaal? Eerst en vooral de prachtige gebouwen. Zelfs wanneer we omhoogkijken, zien we kleine maar oh zo mooie details. We moeten er echt op letten dat we niet struikelen of tegen een paaltje lopen. De historische binnenstad van Gent is echt bijzonder. Moe maar voldaan wandelen we terug naar ons hotel voor een, als we de slogan mogen geloven, stille en zoete nacht
Geluk hebben jullie zeker met het weer.Vandaag heel veel
BeantwoordenVerwijderenaan cultuur gedaan dat is een heerlijke verrijking.
De Skinny Love nog niet op punt maar jij de macrons zien
er lekker uit dus het is verlof.
Genieten jullie nog lieve groetjes voorrDee Dee en voor
mijn 2de dochter zou ik zeggen de andere zijn in het Sauerland met de kindjes en de paardjes