Heel rustig aan het ontbijt vandaag. Plan is om eerst naar de markt te gaan om wat inkoopjes te doen voor morgen. De Mercado de Graça, is een boerenmarkt waar vooral de inwoners van Ponta Delgada hun verse producten zoals fruit, groenten, vis en vlees gaan kopen. De geluiden, de kleuren en de geuren op een plaatselijke markt vind ik altijd al een belevenis op zich maar, wanneer we er toekomen, is deze gesloten. Na wat opzoekwerk, leren we dat het vandaag Dia de Portugal is, een feestdag dus. Hier in de stad blijven, is dus geen optie. Via de smalle straatjes wandelen we terug naar het hotel voor plan B. De noord-oostkust van het eiland São Miguel kent alleen maar mooie hotspots. Van subtropische natuur met watervallen en pruttelende grond, tot steile kliffen en woeste baaien! Bijna iedere bocht in het oosten langs de kust heeft een spectaculair uitzicht. Je vindt hier dan ook veel uitkijkpunten, miradouro’s. Ideaal voor een feestdag dus. Wandelschoenen aan en GO! Bij het eerste ronde punt dat we tegenkomen, staat het vol hulpdiensten. Blijkbaar is er iemand in den decor gereden. Zijn gps zal gezegd hebben ‘rechtdoor’. Even verderop herhaalt het scenario zich, alleen is het hier een toerist die tegen de bergkam is geramd. De berg heeft gewonnen. Opmerkelijk is wel dat de auto’s daarna allemaal vaart minderen en dat ze iets voorzichtiger door de bochten scheuren.
Helemaal in het noorden, stoppen we bij Miradouro Salto da Farina, met een hoogte van 40 meter één van de hoogste watervallen op het eiland. De weersomstandigheden waren gunstig de voorbije weken, dus veel water is er niet te zien. We besluiten toch wat dichterbij te gaan kijken en dalen af naar de vallei, ook al weten we dat we het ons straks zullen beklagen, want die helling moeten we natuurlijk opnieuw op. Heel het pad is bezaaid met prachtige paarse agapanthussen en de zon doet de laatste dauwdruppels op de bloemknoppen verdwijnen. We genieten hier echt van de bloemenpracht in de vrije natuur.
Het is een flinke klim terug naar boven, maar fysiek zijn we er zeker op vooruit gegaan. Niet ver van de watervallen ligt Poço Azul. We parkeren de auto en gaan er naar op zoek, niet goed wetend wat we ervan kunnen verwachten. Het pad start bij een bruggetje en leidt ons zo het bos in. Deze streek staat bekend als de groenste hoek van het eiland. Deze wandeling doet ons een beetje aan onze Belgische Ardennen denken. We klauteren over boomwortels op een smal pad en twijfelen of we wel juist zitten.
Ik zie trapjes en besluit eens te gaan kijken, maar nadat ik een serieus eind ben afgedaald, besef ik dat Sonja me niet gevolgd is. Ik roep, maar ze hoort me niet. Lang leve de gsm. Wanneer ik vraag waar ze is, antwoordt ze ‘nog boven, zie je iets?’. Ik klauter terug naar boven. Ondertussen zijn er bij Sonja mensen gepasseerd, dus ze is ervan overtuigd dat het nog wat verder is. En inderdaad, plots staat er een wegwijzer naar Poço Azul. We dalen af via een steil pad naar beneden en komen dan in een mooie oase terecht. Het water van de blauwe lagune is zo helder. We hebben beide spijt dat we nu onze zwemkleding niet bij hebben. Die ligt nog in de auto. Even genieten, alvorens terug naar boven te wandelen. Mijn wangen zijn knalrood en het lijkt wel of er stoom uit mijn hoofd komt. Er zijn nog zekerheden in het leven. Die Weense karaktertrek, daar kom ik nooit meer vanaf!
Ondertussen is het bijna middag en we weten dat we dan best een restaurantje zoeken voor alle Portugezen toekomen. In het verlaten dorp van deze ochtend, staan nu best al veel auto’s. Gelukkig vinden we nog een parkeerplek en een restaurant waar ze nog een tafeltje vrij hebben. Bij Poço Azul schuiven we, net als de Portugezen, aan bij het buffet. Heel veel vlees maar wat ons het meest kan bekoren is de stoofpot van octopus. Deze is mals als boter en het sausje licht pikant. Ook de schotel met kabeljauw, olijven en friet smaakt heerlijk, ook al is het een vreemde combinatie. Voor 15€ hebben we gegeten. Waar vind je dat nog in België? Wanneer we het restaurant verlaten, zit dit overvol.
Na de lunch rijden we naar een natuurpark, Ribeira dos Caldeirões. Hier zijn er maar liefst drie watervallen en deze keer met veel water! Letterlijk en figuurlijk want ondertussen is het beginnen regenen. Het lijkt een prachtig park, maar om daar nu in de regen een wandeling te maken, dat zien we niet zitten. De meeste mensen houden niet van de regen en daarop ben ik geen uitzondering, maar toch op de een of andere manier vind ik het hier niet zo erg. Het is ook niet echt regen, het is meer het vallen van de mist. De lucht zit vol zuurstof en die geur, met niets te vergelijken. Het weer hier op de Azorenen is zo wisselvallig en we hebben ondertussen geleerd dat het in een vingerknip kan veranderen.
Bij Miradouro Despe-te que Suas houden we halt want de regen is alweer gestopt. Dit uitkijkpunt ligt op een hoogte van 204 meter en biedt een prachtig uitzicht over de noordkust van São Miguel. De mist in de verte zorgt voor een dramatische achtergrond. Hier op deze magische plek met indrukwekkende kliffen, komt de zon erdoor. Het is al heel de dag erg vochtig en drukkend heet, maar de zon geeft nog wat extra warmte. Tijd dus om onze snoet wat zon te laten pakken, zodat we terug wat kleur krijgen na die baden van gisteren.
Het stadje Nordeste is klein, maar dat doet niets af aan zijn charmante uitstraling en schoonheid. We rijden de stad binnen via de Ponte dos Sete Arços, een brug met zeven iconische bogen. De brug is goed bewaard gebleven. We parkeren de wagen op een parking en wandelen dan door de straatjes naar de kerk van São Jorge uit de 16de eeuw. Deze ligt op een indrukwekkend plein met prachtige azulejos. Ook hier schijnt de zon volop en genieten we op een bankje.
Daarna is het tijd om nog eens een vuurtoren op te zoeken. De aantrekkingskracht van Farol do Arnel, is de adembenemende ligging, geïsoleerd op een rots tussen de kliffen. We komen aan een kleine weg en Sonja kent me al. Ze zegt dat er bij onze documentatie als tip bij staat ‘rijd niet de steile weg af, maar parkeer op de aangegeven parking’. De vuurtoren ligt echt in de diepte en al wat we naar beneden wandelen, moeten we straks ook terug naar omhoog, maar ik doe wat gevraagd wordt en parkeer de auto. Op die manier, kunnen we de vuurtoren eerst van bovenaf bewonderen.
Daarna beginnen we aan de wandeling naar beneden. We dalen steeds dieper af en ondertussen zijn er al twee auto’s naar beneden gereden. Plots zien we ze in achteruit terug de berg oprijden, wat niet echt lukt met een hellingsgraad van 20%. Eén auto lukt het toch om op één of andere manier rechtsomkeer te maken, maar de andere volhard in de boosheid en rijdt, na wat gesukkel, toch verder naar beneden. Sonja is blij dat wij de auto niet genomen hebben. Ik heb er een gemengd gevoel bij. Halverwege hebben we een prachtig zicht op de vuurtoren, een kleine waterval en de kliffen die ons omringen.
Tegen beter weten in, wandelen we nog verder naar beneden, maar het laatste stukje is echt verschrikkelijk steil dus wanneer we terug naar boven moeten, is dat met veel puffen en zuchten. Voetje voor voetje op een heel laag tempo en af en toe rusten terwijl we genieten van de prachtige locatie. Goed dat onze spieren inmiddels na al die dagen wandelen wat gewend zijn aan het klimmen en dalen, dit gaat ons nu al een stuk beter af. De twee mannen die helemaal naar beneden zijn gereden, rijden ons ondertussen terug voorbij. Tja, met 4 in de auto zouden we sowieso niet boven geraakt zijn. We doen er wel even over, maar ik ben uiteindelijk toch blij dat Sonja me aangeraden heeft de auto boven te laten, ook al was de klim moordend. Eenmaal boven, zie ik een groot bord staan waarop staat ‘Dangerous road, access to vehicles is not recommended’. Dat had ik in het afdalen niet gezien.
Het begint weer te miezeren, dus rijden we verder naar ons volgende uitkijkpunt, Miradouro Da Ponta do Sossego. Wie weet komt de zon er weer door. Het zou niet de eerste keer zijn. Het lijkt wel of er komt stoom uit de grond, maar het is de mist, die danst over het asfalt. We zijn hier zo goed als alleen, waarschijnlijk vanwege het wisselvallige weer, maar wat een zalige plek! Over 13 vierkante meter strekken zich prachtige tuinen uit. Een poes geniet van de rust in deze prachtige natuur. Het is gewoon zalig om hier rond te lopen. Oké qua uitzicht zijn we eraan voor de moeite, want we staren in een witte put. De betoverende Atlantische oceaan ligt aan onze voeten, maar laat zich niet zien. We overwegen nog wat te wachten maar wachten op Godot wanneer het al late namiddag is, is misschien niet zo’n goed idee.
Amper vijf minuten verder, ligt Miradouro da Ponta da Madrugada. Ook deze plek is heel mooi om te bezoeken. Alweer een mooie tuin met prachtige bloemen en veel poezen die hier hun thuis gevonden hebben. We hebben bovendien geluk, want de mist trekt een beetje op en er verschijnt een mooie regenboog boven de zee.
Bij Miradouro do Pico Longo is de mist weer opnieuw verdwenen en kijken we uit over de kust en het stadje Povoação. Dit is de baai waar ooit de eerste eilandbewoners aan land gingen. We eindigen de dag in het charmante stadje Faial da Terra. Hier zouden twee watervallen zijn, maar beide vereisen nog een serieuze wandeling en het is ondertussen al bijna 6 uur. We besluiten dus om de prachtige omgeving achter ons te laten en door de bergen terug te rijden naar Porta Delgada. Hier rondrijden, is echt geen straf. De natuur is zo wondermooi hier, zelfs met mist. Ik denk wel dat ik toch iets van helderziendheid in me heb, want ik zeg tegen Sonja dat we op dit eiland nog geen koeien op de weg hebben gehad. Amper 5 kilometer verder, moeten we stoppen voor een koeienfile. De plek kon niet beter gekozen worden. Naast ons zien we in het dal de mist dansen. Om 7 uur komen we moe maar voldaan terug in het hotel.
Wat flink van jullie dat je dat allemaal gedaan hebt. Heel mooie reis
BeantwoordenVerwijderenDe foto's zijn weer prachtig wens jullie een goede thuiskomst