woensdag 4 juni 2025

Pico - wijnstreek

Het is alweer tijd voor een volgend eiland! We hebben op Faial 110 kilometer afgelegd. Niet echt veel, maar het is dan ook een klein eilandje. Vroeg in de ochtend droppen we ons wagentje bij het kleine kantoor aan de haven en nemen we de ferry van Faial naar het grijze eiland Pico. De mooie ferry overtocht van een klein half uurtje tussen de twee stadjes Horta op Faial en Madalena op Pico is prima georganiseerd.  Voor het instappen, zetten we de koffers op de band. Terwijl de zon langzaam door de wolken breekt, trotseren we de golven. De ferry deint op en neer en ik ben blij dat ik een pilletje tegen reisziekte heb genomen en dus de deining van de golven iets beter kan verdragen.


Eenmaal terug op vaste bodem, halen we de nieuwe huurauto op. Opnieuw een Opel corsa maar wel een lichte grijze. Groene heuvels, indrukwekkende lavavelden en de thuishaven van de majestueuze berg Pico. Met ruim 2300 meter hoogte is het niet alleen de hoogste berg van de Azoren, maar ook van het vaste land van Portugal. Niet gek dat het eiland dus de naam Pico – bergpiek – heeft gekregen.   Vanwege het vulkanisch gesteente, kreeg het eiland de bijnaam ‘Grijs eiland’. De indrukwekkende schim van de vulkaan, die momenteel volledig in mist is gehuld, houdt ons gezelschap terwijl we naar onze accommodatie rijden. 


Aangekomen bij Villa Da Magdalena worden we vriendelijk ontvangen door een dame die geen of bijna geen Engels verstaat. Wanneer we de kamer binnenkomen, zien we een dubbel bed, terwijl ik uitdrukkelijk om twee bedden heb gevraagd. Initieel zegt ze dat er niets meer vrij is, maar na wat aandringen en een telefoontje naar haar chef, krijgen we een prachtig appartement met opnieuw twee slaapkamers en twee badkamers. We droppen onze bagage en rijden dan terug naar het autoverhuurbedrijf want het automatisch slot werkt niet. Daar aangekomen komt de man mee naar buiten, drukt op het knopje en de wagen springt op slot. We begrijpen er niets van, want we hebben het beide meermaals geprobeerd. Je ziet hem denken ‘’t’is weer een vrouw’! Wat blijkt nu? Je moet eerst op ontgrendelen drukken en dan pas vergrendelen. Niet logisch, vinden wij maar ’t’is een weetje!


We maken een korte wandeling door het stadje Madalena op zoek naar een restaurantje want ondertussen is het middag. We proberen eerst de haven maar buiten een rood-wit cilindrisch windmolentje, is daar niet veel te beleven. De rode kap van de windmolens, vaak met een ronde of piramidevormige vorm, is een belangrijk onderdeel van het landschap. Aan de binnenkant is er sprake van een slim mechanisme dat ervoor zorgt dat de koepel van de molen kan draaien, om ervoor te zorgen dat de wieken altijd goed in de wind staan.


Dan maar terug de stad in. Die wordt gedomineerd door de grote kerk die, net zoals in Faial, zwart met wit geschilderd is. Alhoewel de Igreja de Santa Maria Madalena, de grootste kerk op het eiland Pico, in de 17de eeuw is gebouwd, heeft het een voorgevel in 19e eeuws neogotische stijl. Op het hoofdplein is het erg stil, een bewoner rust wat uit op een bank maar verder is er geen mens te bespeuren. In het gehele dorp zijn er ook niet veel toeristen. Waarschijnlijk zijn die allemaal de pico aan het beklimmen, de top attractie van het eiland. Wij denken hier nog even over na en beslissen morgen. 


In een zijstraatje botsen we op restaurant Arruda. Het blijkt ‘the place to be’ voor de Portugezen want hier serveren ze een uitgebreid buffet voor 10 euro. Alle specialiteiten van het eiland op je bord, wat wil je nog meer? Portugezen zijn tot onze verbazing meer vleeseters dan viseters. Op het buffet ligt gelukkig ook vis voor Sonja, maar ik proef de specialiteit van het eiland, ‘Alcatra’. Dit is een gerecht met rundvlees, klaargemaakt in een kleipot die meerdere uren de oven ingaat. Het staat overal op de kaart, maar ik heb het nog nergens gegeten. Het is eigenlijk stoofvlees waarbij de smaak van kaneel overheerst. Ik vind het best lekker. Het tweede gerechtje dat ik probeer, is de kip piri piri, waarbij de kippendijen gemarineerd worden in een kruidenolie met heel veel knoflook. Heerlijk vind ik het, maar zo’n buffet is niet goed voor mijn lijn. Ik eet te snel en mijn brein heeft geen tijd om te registreren dat ik genoeg heb. 


Het klimaat op de Azoren is het hele jaar door zacht en vrij aangenaam. Dat komt vanwege de unieke ligging aan de Golfstroom, waardoor er een hoge luchtvochtigheid is en er dus veel groeit en bloeit! De Azoren worden niet voor niets de groene eilanden genoemd. Wij staan er alvast niet meer van te kijken dat de bewolking bij aankomst op het eiland, weeral gekeerd is. De zon schijnt volop en het is boven de 25ºC.


Tijd voor een wandeling om die extra calorietjes kwijt te geraken. We rijden naar  het noorden, parkeren de auto en gaan dan kris kras door de wijnvelden op ontdekking.  Hier, midden tussen de prachtige wijngaarden van Pico, zijn we weer helemaal alleen. Op het langwerpige eiland, dat aan de voet van de berg Pico ligt, worden druiven op de flanken verbouwd. De lage muurtjes, gebouwd van zwart vulkanisch gesteente, houden de warmte vast, wat perfect is voor wijnbouw. Hier en daar staat er wel wat onkruid tussen de wijnranken, een beetje slordig dus, maar dat is eigen aan de Portugezen. In één van de lavastenen werd er een kapelletje gemaakt met kinneke Jezus, Maria en Jozef. De os en de ezel ontbreken.


Ondanks de lange geschiedenis van de wijnbouw op het eiland, blijft Pico zelfs voor de meest ervaren wijnliefhebbers onder de radar. Toch zijn de wijntradities van het eiland diepgeworteld in de cultuur en dit is dus de plek bij uitstek om de wijngaarden te ontdekken. De unieke wijncultuur gaat terug tot de 15e eeuw. De druiven worden dus geteeld op lavabodem. Hierdoor krijgen ze een unieke smaak.


Het is een apart gezicht, de groene wijnranken op de zwarte vulkanische ondergrond. De percelen worden omsloten door zwarte basaltmuren ingenieus ontworpen om de wijnstokken af te schermen van de zoute Atlantische wind. De lokale bevolking noemt de uitgestrekte lavavelden ook wel ‘lajidos’ of ‘terras de biscoits’– koekjesvelden. Sinds 2004 mag dit unieke landschap Unesco Werelderfgoed genoemd worden. De lava kraakt onder onze voeten bij elke stap die we zetten en de hitte lijkt wel uit de grond te komen. De zon is erg fel op Pico. ‘It’s good for the grapes, but not for your skin’, zeggen de eilandbewoners, dus we smeren wat af hier. De temperatuur is flink omhoog gegaan het voorbije uur en we hebben dorst.


We rijden verder naar Zona Balnear do Cachorro, een natuurlijke zwemplek die omringd wordt door opvallende vulkanische rotsformaties. We hopen dat we daar een cafeetje zullen vinden. En ja hoor, er is een klein wijnbarretje waar we gelijk de uitzonderlijke wijnen van Pico kunnen proeven. Tegen mijn principes in, drink ik toch een bodempje mee van zowel een witte als een rode wijn. Verrassend is dat beiden gemaakt werden van de rode Isabella druif.  Volgens de knappe barman ruikt de witte naar bananenyoghurt en de rode naar aardbeien cheesecake. Bij de eerste volgen we, maar de tweede heeft voor ons niet zo’n lekkere geur. ‘It smells more like wet grass’, zegt Sonja waarop hij in de lach schiet en zegt ‘From now on I will always associate this wine with grass’. Beide wijnen worden niet uitgevoerd buiten de Azoren en zijn echt wijnen die enkel hier worden gedronken. Ze zijn beide trouwens heel erg lekker. Op onderstaande foto moest ik er nog aan beginnen. De rode wangen zijn van de hitte!


Er zijn zo goed als geen controles van de politie op dit eiland. Iedereen drinkt, zegt de jongeman, het is ‘part of who we are’. De omgeving hier is prachtig! Het is een indrukwekkende plek waar de golven van de oceaan bruusk inbeuken op tunnels, grotten en rotsbogen die op hun beurt ontstaan zijn door enorme lavastromen. Via paden, trappen en platformen kunnen we het wilde schouwspel van de turquoise golven en donkere rotsen vanuit verschillende hoeken bewonderen.


Een van de rotsen, de Arcos do Cachorro lijkt op een hondenkop. We vragen ons wel af of er hier echt gezwommen wordt want ons lijkt dit levensgevaarlijk. In het water zal geen probleem zijn maar hoe je er terug uit klautert, geen idee. We besluiten dus wijselijk om niet in het water te gaan. Dit plekje doet ons weer erg aan Ierland denken.


Nu we toch in the wine vibe zijn, besluiten we gelijk het wijnmuseum van Vila da Madalena te bezoeken. We verdiepen ons hier in de geschiedenis van de unieke druivensoorten die hun aparte smaak ontlenen aan de vulkanische bodem en de zeebries. De informatieborden zijn wel allemaal in het Portugees maar we krijgen een boekje mee waarin de Engelse vertaling staat. Zo komen we erachter dat de grond vanuit Faial naar Pico werd verscheept om zo de juiste aarde voor de wijnvelden te hebben. Hier kunnen we ook ons reukvermogen testen. In plastiek tubes ruik je eerst en dan kan je allerlei ingrediënten kiezen die volgens jou je neus zijn binnengedrongen. Niet zo simpel als het lijkt! We zien ook de persen waarmee de wijn wordt gemaakt.


Op het domein staan prachtige drakenbloedbomen. Deze kunnen tot 12 meter hoog worden en hebben meerdere stammen met een relatief dichte parapluvormige kroon met dikke bladeren. De leeftijd van de bomen wordt geschat aan de hand van het aantal vertakkingen maar groeit heel traag. Als de bast wordt ingesneden of de bladeren gekneusd, scheidt de plant een roodachtige hars uit dat bekendstaat als drakenbloed. 


We eindigen de dag bij de natuurlijke zwembaden van Criação Velha. Hier is een mooie poel die gevormd werd door de vulkanische rotsen. Die fungeren als een natuurlijke barrière en creëren een veilige zwemomgeving afgeschermd van de oceaangolven. Het is de perfecte plek voor een verfrissende duik maar met al die wijn in haar lijf, wil Sonja niet meer het water in. Of is ze bang dat er weer een Portugees oorlogsschip haar pad zal kruisen? We eten dan maar een ijsje op het terras met zicht op de zee.


Onderweg naar huis, zien we in een wei enkele koeien staan. Deze zijn weer van een compleet andere soort en lijken wel gewassen met dash, spierwit zijn ze. Onderweg worden we ook nog even belemmerd door enkele koeien die rustig over de weg wandelen. In hun kielzog de boer met stok maar die laatste moet hij gelukkig niet gebruiken. Ze doen wat van hen wordt gevraagd.


Eenmaal terug in ons appartementje genieten we van de zon op ons terrasje terwijl er een zwoel briesje voorbijkomt. 



1 opmerking:

  1. Weer mooie foto's wel een special eilandje en weeral mooi weer
    hopelijk met auto geen probleem meer geniet en stuur een beetje zon naar ons

    BeantwoordenVerwijderen