Vanmorgen om 9 uur vertrek naar Potosi via de juist geopende geasfalteerde snelweg (7 weken pas in gebruik) dus dat betekent dat we er in plaats van 13 uur normaal maar 4 uurtjes over zullen doen. Hebben wij even geluk! We rijden door werkelijk prachtige landschappen. De rotsformaties worden steeds grilliger en kleurrijker. Dit is de regio waar de legendarische ‘outlaws’ Butch Cassidy en The Sundance Kid hun laatste treinoverval pleegden, voordat ze door het Boliviaanse leger werden gevangen en gedood. Uiteraard stoppen we in het stadje Pulacayo om dat eens van dichtbij te bekijken. Het bijna verlaten dorpje is mooi om te zien. Sinds kort is er terug bedrijvigheid - door de aanleg van de nieuwe weg werd de mijn opnieuw in gebruik genomen. We wanen ons in een cowboy en western film. Hier kunnen we de laatste trein bewonderen die Butch Cassidy en Sundance Kid overvallen hebben. Het weer is opnieuw super. Wat hebben we toch geluk, nog geen druppel gezien en heel aangename temperaturen. Af en toe een windje maar dat nemen we er graag bij. Onderweg komen we weer heel wat lama's en vicuña's tegen. Ben niet echt een beestjesmens maar vind ze toch echt wel schattig. De lokale indianen (indígenas) leven hier op hoogte in adobe-huisjes gemaakt van gedroogde klei, riet en uitwerpselen. Dat houdt de warmte beter vast dan beton. Aan Tica Tica slingert de bergweg langs diepe ravijnen vol met cactussen. Het landschap is echt heel afwisselend en adembenemend mooi en ik geniet hier echt zo van - de busrit is dus alles behalve saai!
We gaan weer boven de 4000 m dus veel drinken... gelukkig hebben we een bus met wc aan boord. Ik ben diegene die er wederom het meeste gebruik van maak .. madam pipi! Na een schitterende tocht bereiken we het historisch belangrijke Potosi. Wat een teleurstelling, bij aankomst willen we er zo snel mogelijk weg - wat een troosteloze, vuil uitziende stad maar Fabian zegt ons niet te voorbarig te zijn want het centrum zou prachtig zijn. We checken in en het hotel is al veelbelovend, grote kamers. Paula is jammer genoeg ziek geworden en moet forfait geven. Annelies en ik trekken er op uit de stad in. Het blijkt een heel karaktervolle stad te zijn waar we prachtige koloniale gebouwen ontdekken die dateren van de tijd dat deze hoogste stad ter wereld groter was dan Londen en Parijs. Ooit was dit de rijkste stad van Zuid Amerika. Dit had ze te danken aan de aanwezigheid van de zilvermijnen. Ook nu nog vind je her en der in de stad winkeltjes die zilver verkopen. Ook ik voel me een beetje draaierig maar we stoppen af en toe en dan gaat het wel weer. Ja die hoogte is echt niet te onderschatten. We wandelen naar het 10 november plein (vraag ons niet waarom het zo noemt) waar de mooie kathedraal van Potosi staat maar ze is gesloten. We zetten ons even op een bankje en kijken wat naar de mensen. Het is er lekker chaotisch en druk. Overal zien we van die ouderwetse ijsstalletjes maar daar moeten we af blijven - jammer want het zou smaken zo'n ijsje.
Na dit rustmomentje, wandelen we verder naar het Convento de San Francisco, een klooster met een mooi binnentuintje dat gesticht werd in 1547. Daar aangekomen vraag ik of we het klooster kunnen bezichtigen. Dat is geen probleem, we moeten een klein dametje volgen ... ze spreekt echter enkel Spaans. Het moment van de waarheid. Ze vertelt over het klooster en het gaat nog redelijk goed om wat ze zegt te vertalen voor Annelies. Ze neemt ons mee het dak op voor een prachtig zicht over de stad. Overal duiken kerktorentjes op tussen de prachtige rode daken van de huizen. De koepels van het klooster bestaan uit gebogen dakpannen die door de toenmalige slaven gevormd werden op hun dijbenen. De sfeer doet een beetje aan Firenze denken, vindt Annelies. Hoog boven de stad torent de zilverberg Sumay Orcko uit, Quencha voor ‘de mooiste berg’.
Rond vier uur wordt het frisser dus gaan we terug naar het hotel om iets warmers aan te trekken. In de stad ben ik nog snel even een apotheek binnengestapt om iets tegen de verkoudheid te halen. Loop nu toch al een hele week met een snotneus rond. Ze geeft me een neusspray en heel grappig, ik krijg ook een blister met pilletjes, zonder doosje of bijsluiter... en moet er maar vanuit gaan dat het weldegelijk pillen zijn tegen het snot. Ik meende me te herinneren dat snot moco is in het Spaans dus ze heeft me wel verstaan denk ik. 'Typirec Lafar' - dat zoeken we even op en het geneesmiddel is wel degelijk tegen verkoudheid ... gelukkig! We spreken af met Claire, Stefaan en Achiel om iets te gaan eten in El Fogon, een restaurantje dat Fabian ons aangeraden heeft. Wanneer we beneden komen, blijkt ook Malika aan de receptie te staan ... tja we hebben geen keuze dan haar ook mee te nemen. Ik weet dat het meisje er niks kan aan doen maar het is echt vervelend dat je geen gesprek met haar kan aanknopen, ze praat constant naast de kwestie, begint over de meest onbenullige dingen. Nu ook weer ... zitten we lekker te keuvelen over onze reis en de prachtige indrukken die we al hebben opgedaan, zegt zij opeens: 'An van Elsen gaat scheiden ... ah ja haar man bedriegt haar al jaren'. Hé? Wat kan ons dat nu schelen? Annelies is een heel geduldig iemand maar nu begint ze toch ook stilaan haar geduld te verliezen. De laatste tijd heeft ze meer en meer zin om te gillen .... als dat maar goed komt! Morgen ben ik even alleen in de voormiddag want Annelies gaat op excursie naar de mijn maar daar pas ik, vanwege claustrofobie liever voor. Wanneer Malika dat hoort, vraagt ze natuurlijk onmiddellijk of we dan iets samen kunnen doen. No thanks!
Mijn eerste werk, als ik tijd heb, is steeds
BeantwoordenVerwijderenweer naar je blog surfen en ja hoor, er staat
weer een heerlijk reisverslag, dus de weinige
minuten die ik nog heb, want ik ga een dagje
naar maaseik naar de chinese tentoonstelling,
besteed ik om weer eens te kunnen genieten van je schrijfsels. Ik denk niet dat je spijt hebt
dat je je voor deze reis hebt ingeschreven, want
je geniet echt van al deze wonderbaarlijke belevenissen.
Kusje