zaterdag 21 mei 2022

Dagje Leuven

Leuven heeft deze maand een tour met geluidskunst, onder de naam Hear Here dus besluiten we om dit te combineren met een wandeling door de stad, de leukste manier om op ontdekking te gaan.  Elke installatie gaat een akoestische dialoog aan met de architectuur en de omgeving. We parkeren de auto onder het Ladeuzeplein  en wandelen in de richting van de Petatemet, Leuvens voor aardappelmarkt. In de straatjes rond het kleine pleintje staan echt prachtige huizen. Even verder zien we voor het eerst de Dijle met de indrukwekkende Sint Geertruikerk op de achtergrond. Over het water liggen enkele loopbrugjes.


Voorbij de huizenrij, komen we via een steegje uit bij het klein begijnhof. Klein is het inderdaad want eigenlijk is het maar één straat. Het ontstond in de 13de eeuw maar de huidige huizen dateren uit de 17de eeuw. De blauwe lucht verraadt dat het een prachtige dag wordt, al is het nu nog een beetje fris. Heel even voelen we ons alleen op de wereld, ver weg van het drukke centrum. Even op de pauze knop drukken, is een vorm van eigenliefde. 


We steken de vismarkt over en gaan op zoek naar het Italiaanse restaurant Zoff in de Mechelsestraat. We hebben niet gereserveerd maar gelukkig is er nog een plaatsje op het terras. We bestellen een glas wijn en een heerlijke pasta. Authenticiteit op het bord en in de beleving. We worden verrast door de eenvoud en de versheid van de ingrediënten. Even wanen we ons in Italië. Bovendien is  de bediening hier top. Een restaurant mag de lekkerste gerechten serveren, als er geen vriendelijke bediening of gezellige sfeer is, kom ik niet terug. Maar hierover hebben we dus niets te klagen. Aan de overkant slaan we nog wat lekkers in bij het bijhorend Italiaanse winkeltje. Ja alles wat je eet en drinkt in het restaurant, kan je daar ook kopen. 


Met een gevulde maag trekken we verder langs het water naar een merkwaardig beeld van een soort nar. Wat een schattige uitstraling heeft het bronzen mannetje! Het valt ons op dat er hier, net als in Antwerpen, overal in de stad bouwwerven zijn. Het is een utopie dat de steden op een dag volledig af zullen zijn, geen kranen of hoogtewerkers meer aan de horizon, geen openliggende straten of drilboren die de stilte verstoren. Een stad is echter nooit voltooid. Hier hebben ze dat goed begrepen, Leuven is een fietsstad en we moeten dus niet enkel uitkijken dat we niet in een of andere put vallen, maar ook dat we niet van onze sokken gereden worden door een fiets of een step. Eerlijkheidshalve moet ik ook bekennen dat het niet helpt dat we de namiddag starten in een tipsy mood. Een glas wijn op nuchtere maag op een warme dag, geen goede combi.


Bij het Wagehuys stappen we even de binnentuin in om te genieten van de rust. Alle geluiden van de drukke stad verstommen en van hieruit hebben we een prachtig zicht op de kerk van Onze Lieve Vrouw ter Predikheren. Net om de hoek wandelen we door de Romaanse poort en dwalen wat door het vroegere klooster. Er ruisen geen zwarte habijten meer door de oude gangen. Ze zijn wel opgesmukt met vrouwentongen op de vensterbank maar zijn verlaten. 


De kruidtuin van Leuven is de oudste botanische tuin van België en wat een pareltje. We kuieren door dit prachtig stukje natuur, genietend van de bloemenpracht.


Mijn eerste reactie bij het horen van duizende zoemende bijen, is er eentje van het onmiddellijk op een lopen zetten maar we beseffen al snel dat we in de oranjerie opnieuw te maken hebben met een geluidsinstallatie van hear here. Het bestaat uit 250 kleine luidsprekertjes. Elke luidspreker speelt de klank af van één enkele vliegende bij. Swarm van Félix Blume, lijkt wel een zingend luchtkoor. Ik kan oprecht genieten van kleine dingen en op onverwachte momenten een klein gelukske beleven. Dit is er zo eentje. 


Wanneer we bij het Nachbar Huis de poort doorlopen komen we in een binnentuin terecht met een vervallen smeedijzeren galerij. Ondanks het verval is dit toch een uniek plekje. Leegstaande gebouwen hebben voor mij altijd een bepaalde schoonheid. We ruilen onze dikke trui voor een luchtig t-shirt want ondertussen staat de zon hoog aan de hemel.


We kunnen weer verder en komen bij het Groot Begijnhof, opnieuw een pittoresk plekje in de stad. De hobbelige kasseisteegjes, de serene rust, het groen, de conventhuisjes en de prachtige doorkijkjes met zicht op de Dijle die hier geruisloos doorheen vloeit, maakt ons melancholisch. Hier zouden we nog wel een tijdje kunnen blijven, maar we hebben dorst gekregen en gaan op zoek naar een cafeetje. Op een gezellig pleintje, omgedoopt tot de Plaza del Sol ploffen we neer op het terras en bestellen een liter water. Ons vochtgehalte moet dringend bijgevuld worden. 


Bij de ronde Kadoc kapel betreden we de installatie van de Franse kunstenaar Céleste Boursier-Mougenot. In de ruimte bevindt zich een rond waterbad met daarin drijvende witte porseleinen schalen. Deze bewegen door middel van een verborgen pomp. Het botsen van de schalen zorgt voor een rustgevend geluid dat ons bijna in een meditatieve staat brengt. We luisteren in stilte en genieten, in tegenstelling tot enkele dames die het nodig vinden luidop commentaar te geven. Zij hebben het niet begrepen denken we.


Op de Grote Markt sta ik versteld van de prachtige gebouwen die hier staan. Wat mij betreft, met stip het mooiste stadhuis dat ik ooit zag. Het is een pareltje van Brabantse laatgotiek, mijn absolute favoriete bouwstijl. Dit is duidelijk het toeristische hart van Leuven want alle terrasjes zitten hier overvol. Toch kunnen we nog een plekje in de zon vinden bij Sweet Coffee. Hier sluiten we onze prachtige culturele dag in Leuven af met een heerlijk taartje. Het huisgemaakte gebak is bijzonder lekker. Ik ben echt verslaafd aan carrot cake en deze is de stop meer dan waard. Ons dagje Leuven was goed gevuld en we deden maar liefst 16000 stappen! 




zondag 8 mei 2022

Dagje Breda

Breda is de shopping stad bij uitstek als ik naar Nederland trek. Bovendien is het er gezellig en levendig maar wat velen vergeten is dat deze Nassaustad ook tal van historische monumenten heeft. Vandaag laten we de winkels voor straks en trekken we onze stapschoenen aan voor een beetje cultuur en natuur. 

We starten daar waar ik mijn shoppingtrip meestal afsluit, namelijk aan de Grote Kerk op de Grote Markt. Dit voorbeeld van de Brabantse gotiek ben ik eigenlijk nog nooit binnengestapt. Hoog tijd dus! Het interieur is eerder sober te noemen maar de muur- en gewelfschilderingen getuigen van grote historische kunstwaarde. Opvallend zijn de kleine monumenten die tegen de wanden hangen. De houten koorbanken zijn uit de 15de eeuw en zijn mooi uitgesneden maar het zijn de vele graftombes die mijn aandacht trekken. De rijke stinkerds zijn allemaal begraven onder de kerk. Prins Willem Van Oranje wou hier ook begraven worden maar toen hij in 1584 stierf, werden de Nederlanden bezet door de Spanjaarden en die lieten dat niet toe. 


Bij het buitenkomen, wandelen we via de Havermarkt in de richting van het water. Voor ons duiken de twee zevenhoekige torens op van het Spanjaardsgat, een waterpoort en restant van een vesting die het kasteel van Breda moest beschermen.  Reeds in de 12de eeuw stond er hier een kasteel waar veel leden van het vorstenhuis woonden gedurende 150 jaar. Sinds 1828 huist hier de Koninklijke Militaire Academie.


In de vroegere kasteeltuin, nu het Valkenberg stadspark, brachten de kasteelbewoners graag hun vrije tijd door met valkenjacht. Vandaar dus de naam! In het park zitten veel Canadese ganzen en sommigen hebben kuikens dus het is toch een beetje uitkijken want de moederkloek houdt ons nauwlettend in het oog. In het midden van het park staat een beklijvend monument dat herinnert aan de 'Vlucht van Breda'. Op 12 Mei 1940 moesten de inwoners van Breda vluchten omdat Breda een slagveld dreigde te worden. 


We wandelen door het groen in de richting van het Catharinabegijnhof dat al van in 1535 bestaat. Breda heeft een bruisend centrum, maar het Begijnhof is daarentegen een oase van rust. Dit hofje ligt tussen het park en het centrum in, maar je hebt niet het gevoel dat je in het centrum bent. De begijnen waren de oorspronkelijke bewoners van dit hof. Begijnen hebben veel weg van nonnen in een klooster, want ze wijden hun leven ook aan religie en God, maar ze behouden iets meer vrijheid en hoeven geen gelofte af te leggen. Bovendien mogen ze bezittingen hebben en behouden ze hun rechten. In 1990 overleed het laatste begijntje en kwam er een einde aan de begijnengeschiedenis in Breda. In de moestuin zien we een beeld als aandenken van de begijnen. Het is een fijne plek en we zetten ons even op een bankje in de zon. 


Net naast de ingang bevindt zich de Waalse kerk, het gebedshuis van de begijntjes tot de reformatie daar een eind aan maakte. In 1578 moesten de begijnen hun kerk afstaan aan de Franssprekenden.  l’Eglise Wallonne staat er boven de ingang. In Breda bestaat nog steeds een protestantse kerkgemeenschap die instaat voor diensten in het Frans en er is er net eentje bezig. We worden dus vriendelijk verzocht de kerk te verlaten. Tegenover de kerk zien we de toegangspoort tot de Willem Merkxtuin, genoemd naar Willem Merckx die burgemeester was tussen 1967 en 1983. Binnen in het hofje staan enkele kunstbeelden, waaronder een mini standbeeld van de burgemeester. Hier zouden we ons wel willen settelen. Wat staan er hier prachtige huizen! 


We passeren een leuk koffiehuis met op het raam de slogan ‘I HATE SUGAR, said no fun person ever’. Tijd dus voor een tasje thee met iets zoets. Heerlijk! Iedereen die van bier houdt zal zeker halthouden bij Brouwerij de Beyerd. Een bijna verloren gegane traditie wordt hier in ere hersteld. Sinds 2004 wordt er opnieuw bier gebrouwen. Tijdens de wandeling komen we ook af en toe wat graffiti tegen. Niet echt de graffiti die ik geweldig vind maar de kunstwerken vertellen vaak een verhaal over het verleden van de stad.


Naast de kloosterkazerne bevindt zich het Chassé Theater, opgetrokken uit hout, beton en ijzer. Er zijn maar liefst 3 zalen die gebouwd zijn als afzonderlijke betonnen dozen, die amper geluid doorlaten. Bij de opening van het theater in 1995 schreef de Volkskrant dat het gebouw, ontworpen door de architect Hertzberger, bepalend is voor de twintigste-eeuwse architectuur van Nederland. Het ontwerp is levendig en heeft een bijna speelse uitstraling. Het bevat veel ronde en golvende vormen, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant. Hertzberger kreeg de opdracht om de twee grootste theaterzalen uit te rusten met een toneeltoren. Om te voorkomen dat het Bredase stadsgezicht voortaan bedorven zou worden, koos hij er voor het geheel te overdekken met een golvend dak en dat is tevens ook het meest in het oog springende element.


We eindigen de wandeling bij de Sint-Antoniuskathedraal uit de eerste helft van de 19de eeuw. De mooie strakke voorgevel in neoclassicistische stijl, lijkt wel een Griekse tempel.

Daarna gaan we op zoek naar de foodhall van Breda die zich in de Reigerstraat bevindt. Het zou één van de leukste plekken zijn om iets te eten en ik wist nog niets van haar bestaan af. Maar inderdaad in de  overdekte hal bevinden zich onder één dak 12 keukens met een grote variatie aan gerechten en drankjes uit de verschillende windstreken: Braziliaans, Mexicaans, Turks, Vietnamees en natuurlijk Nederlands. Terwijl het overal in de stad super druk is op de terrasjes en in de winkelstraten, is het hier lekker rustig. Marleen gaat voor een Vietnamees snackje en ik trek naar de Indonesiër voor heerlijke saté ayam. 


Na de late lunch wandelen we nog wat aan de waterkant en we eindigen ons dagje op het terras van Cannella met hoe kan het anders, iets lekkers.