zondag 20 juli 2025

Cap Blanc Nez - Calais

Ook deze ochtend staan we op met mooi weer. Dat is een meevaller, want de voorspellingen zijn niet zo gunstig voor vandaag. Rond 9 uur rijden we gepakt en gezakt  in de richting van Wissant, een nostalgisch vissersdorpje, gelegen tussen de prachtige rotskapen Cap Gris Nez en Cap Blanc Nez. Het is zondag en dat merk je, want er is nog niemand op straat. Bij Cap Blanc-Nez lopen we richting de zee. Het is eb dus langzaam geeft het strand zich prijs. Normaal kan de wind hier behoorlijk fel uithalen maar vandaag is het zo goed als windstil. Het geluid van de golven en van de duizenden nestelende meeuwen in de klifwanden is heerlijk. Van hier op het strand is het uitzicht op de kliffen heel indrukwekkend. 


We maken een kleine wandeling en worden enkel gestoord door een man die zich uitkleedt en in het water verdwijnt. Dat mag je letterlijk nemen want na amper 5 minuten is hij uit het zicht verdwenen. We gaan ervan uit dat hij wel weet wat hij doet. Het is heerlijk om zo langzaam wakker te worden. Het zout op onze huid te voelen en de wind in onze haren. Twee BFF’s die nu al plannen smeden om terug te komen, want wat zijn we verliefd op deze streek. De Opaalkust is echt onze geliefde dichtbij-bestemming. De krijtrotsen vormen een witte lijn tussen land en zee. De natuur is hier zo overweldigend. En achter unieke natuur zit vaak een interessant verhaal. De kliffen zijn namelijk ontstaan door een breuk, veroorzaakt door een aardverschuiving. De zee baande zich een weg tussen Noord-Frankrijk en Groot-Brittannië. Er wordt ook veel aan landbouw gedaan op het lappendeken van kleurrijke akkers. Het verschil met onze Belgische volgebouwde kust is gigantisch. Tussen al die natuurpracht staan witte huisjes waar ‘cottage lovers’ helemaal wild van worden.


Met enige tegenzin verlaten we deze prachtige plek en rijden van de absolute stilte naar de drukte van de stad. Calais geniet een matige reputatie maar toch wilden we deze stad eens van dichtbij bezoeken. De slechte reputatie blijkt volledig onterecht. Vroeger was de stad vuil en verloederd maar ze kreeg een mooie opknapbeurt. We parkeren de auto op het einde van de zeedijk. Zeemeeuwen krijsen boven de boulevard en schuimende golven laten een wit spoor achter op het strand van Calais.


Calais heeft een verrassende inwoner. Plots verschijnt er voor ons een mysterieus silhouet met blauwgroene schubben, rode ogen en een briesende bek. Ik had vooraf al wel eens foto’s van hem gezien maar wanneer je oog in oog komt te staan met de draak van Calais blijft het een even indrukwekkende als wonderlijke ervaring. Hij is 12 meter hoog, 25 meter lang en hij weegt 72 ton. Bijna 50 passagiers kunnen meerijden op de rug van dit mysterieuze wezen, maar de motoriek en uitdrukkingen zie je van op de grond beter dan hoog op zijn rug.


Vanaf het strand lopen we in een kleine 10 minuten naar het centrum van Calais. Vanaf deze maand start het street art festival. Onderweg komen we dan ook prachtige graffiti tegen. 


Op Place d’Armes, het centrale plein van de stad ontmoeten we Charles de Gaulle, al wandelend gearmd met zijn vrouw. De beroemde generaal is hier namelijk getrouwd. Ondertussen is het middag en besluiten we bij Le Chill nog een laatste visje te eten. Het wordt zeebaars met preisaus en rijst. Terwijl we hier zitten te eten, gaan de hemelsluizen open en valt de regen met bakken uit de hemel. We lassen nog een kleine stop in bij een plaatselijke kaasboer voor wat specialiteiten uit de streek en wandelen dan terug richting de auto. We houden het voor bekeken, we komen toch nog eens terug. Hopelijk schijnt dan de zon volop en kunnen we de graffiti tour wel uitwandelen. 




zaterdag 19 juli 2025

Wimereux - Pointe de la Crèche

In ons appartementje was het stil vannacht en ook deze ochtend wanneer we het raam openen, overvalt ons de stilte. Vogeltjes fluiten en er lopen slechts enkele eenzame hondenliefhebbers door de duinen met hun viervoeters, maar verder is er nog geen beweging. De zee is rustig en er hangt wat lage bewolking maar het is alvast droog. Eerst cadeautjes uitpakken, want Dee Dee is jarig! Daarna bij een theetje op het terras alle verjaardagsberichtjes beluisteren. Kortom, we beginnen de dag relaxed.


Wanneer we uiteindelijk vertrekken, vallen er een paar druppels maar van zodra we in Wimereux aankomen, schijnt de zon. In de oudste badplaats van de Opaalkust zorgen kleurige villa’s met fresco gedecoreerde gevels voor een nostalgische sfeer. Tijdens de Belle Epoque kwamen vakanties aan zee in de mode en Wimereux was een van de eerste badplaatsen van de Opaalkust die zich ontwikkelde. Welgestelde Parijzenaars, Engelsen en Belgen kwamen er uitwaaien en vertier zoeken. Hoe anders zagen strandtoeristen eruit aan het einde van 19e eeuw! Niks slippers en bermuda’s. Op het treinstation van Wimille-Wimereux stapten dames met elegante jurken en parasolletjes uit de stoomtrein, in gezelschap van heren in driedelig pak. Zo mondain als in de beginjaren is Wimereux niet meer: tegenwoordig is het vooral een gemoedelijke badplaats voor families met een heerlijk nostalgische sfeer en bijna zonder hoogbouw. We maken een wandeling langs de prachtige huizen, met hun heerlijk fantasierijke namen: La Brise Folle (de gekke wind), La Romance (de romance), Le Santerre (de landloze), La Frégate (het fregat), Melpomene, Le Torpilleur (de torpedojager), enz. De eigenaren hebben de levendige kleuren van het houtwerk en de gevels behouden. 


Wanneer je in Frankrijk bent, moet je toch een heerlijke, verse botercroissant nuttigen. In de hoofdstraat zit ‘Cascara’, een leuk theehuisje waar we vorige keer ook gestopt zijn. Vandaag hebben ze ook huisgemaakte amandeltaart dus die moeten we ook proeven. Een decadent calorierijk ontbijt dus, maar het is een speciale dag nietwaar. Hier zijn ze bovendien zo vriendelijk. Het is altijd een genot om hier te stoppen. 


Wimereux staat bekend voor haar prachtige strandboulevard maar heeft nog een andere leuke attractie. Aan de rand van de stad, ligt namelijk een prachtig natuurgebied ’La Plaine d’Houlouve’. We verlaten het dorp bij de oude bogenbrug en maken er een mooie wandeling. De rivier Le Wimereux, doorkruist het park en eendjes zwemmen er in het water. Onmiddellijk overvalt ons de absolute rust.


Het landschap is hier adembenemend mooi. We wandelen over mooie houten vlonders en bruggetjes, omgeven door riet en bloemen. Verrassend en afwisselend tegelijk. Wat is het hier weer rustig! Je mag niet vergeten, het is hoogseizoen en hier loopt zo goed als niemand. Onbegrijpelijk! Zo ontspannen heb ik me in geen tijden gevoeld. Het zijn de kleine momentjes die mij het meest ontroeren: gesprekken die we in het dagelijkse leven niet voeren, samen de slappe lach krijgen …


Op de terugweg, passeren we ‘les jardins de la Baie Saint-Jean’, gelegen op de vroegere terreinen van de haven van Napoleon. De botanische tuinen zijn ingericht volgens de seizoenen en wat overheerst op dit eilandje is de rust. We zijn er opnieuw helemaal alleen. Ondertussen is de temperatuur hoog opgelopen en we hebben het best warm in onze jeans. Tijd dus om richting zee te trekken, waar het water lonkt.


De kust, ze brengt het mooiste en het lelijkste in de mens naar boven. We passeren mannen in driekwartsbroeken, waar Jani spontaan grijs haar van zou krijgen, maar ook vrouwen in elegante kledij. Op de strandboulevard herinnert de lange rij houten, witte badhokjes aan vervlogen tijden! Ooit waren dit soort cabines de enige gepaste plek voor badgasten om zich te verkleden op het strand. Tegenwoordig gebruiken de lokale families ze bijna als klein vakantiehuisje. Ze bergen er niet alleen strandspullen op, maar organiseren er soms zelfs kleine picknicks voor de deur. De hokjes hebben geen cijfers maar mooie namen ter herkenning voor de eigenaren.


Wat is er leuker dan mensjes kijken? Een bezigheid waar we beiden van kunnen genieten dus zoeken we een strategische plek om de badgasten te bespieden. Op het terras van L’Atlantico gaan we lunchen. Door de ligging aan zee genieten we hier van een heerlijke zeebries. Goed voor de longen en de gezondheid! Het is Dee Dee’s verjaardag dus mag een beetje verwennerij wel. Ze heeft al zo lang zin in een echte fruit de mer en dit is de uitgelezen plek hiervoor. Mij kunnen koude zeevruchten niet zo bekoren, dus kies ik de zeebaars met worteltatin, yuzu, kokosmelk, mango en dille. Wat een heerlijke combinatie! Dee Dee vindt dat ik een oester moet proeven, want dat moet je toch ooit eens gegeten hebben. Eigenlijk vind ik het best meevallen. Het is minder zout en glibberig dan ik had gedacht, maar ik word toch vrolijker van mijn gerechtje. Na het eten besluiten we nog voor een dessertje te gaan, karamel en vanille-ijs met zoute karamelsaus en gekarameliseerde pecannoten. Zoals gewoonlijk zijn onze ogen groter dan onze buik en beseffen we pas veel te laat dat we met 1 portie genoeg hadden gehad. 


Alvorens terug naar ons appartementje te rijden, stoppen we bij de kliffen van ‘Pointe de la Crèche’, waar de Noorse stormvogel leeft. Het is een beschermd gebied van waar we een prachtig uitzicht hebben over de zee. Het is een onbekende parel aan de opaalkust die zich het best laat bewonderen bij laagtij. De kliffen bieden een scala aan oker, grijs en groen georganiseerd in regelmatige stroken. De verschillende geologische lagen zijn hier mooi te zien. Op de flanken van de kliffen, zien we een kudde ezels. Wie zei dat ezels luie beesten zijn? De deze lijken wel ADHD te hebben. Ze lopen elkaar achterna en stoeien met elkaar. Heerlijk om ze gade te slaan.  In het water zien we een lange dijk, die in de jaren 30 werd gebouwd. Hier konden de boten aanleggen. Het materiaal werd van boven naar beneden getransporteerd via een kabelbaan en sporen. We klimmen nog wat hoger en komen uit bij een oude bunker, vanwaar we nog een kleine wandeling maken door de velden. Wanneer we merken dat het pad ons iets te ver zou leiden, keren we op onze stappen terug.


We eindigen de dag op ons zonovergoten terras met zicht op zee en hopen op een mooie zonsondergang straks. 




vrijdag 18 juli 2025

Ambleteuse - Audresselles

Dit weekend is Dee Dee jarig dus trekken we er een paar dagen op uit. Net over de Franse grens ligt een mooi stukje kust waar we al eens enkele dagen hebben verbleven. Natuur is er in overvloed en dat is altijd goed om je kopje leeg te maken. Als ik aan de opaalkust denk, word ik overspoeld door nostalgie, al weet ik niet waarom. We vertrekken al om 7 uur ’s morgens zodat we optimaal van de dag kunnen genieten, want het is toch zo’n 2,5 uurtjes rijden. We zetten de muziek aan en vertrekken richting Audresselles, waar we zullen stoppen. Wanneer we er bijna zijn, voel ik de auto schokken en na enkele kilometers komt er een melding ‘foutmelding van de motor, gelieve te verhelpen’. De stress neemt toe en ik kan niet meer helder denken, gelukkig heb ik Dee Dee bij die zoals steeds het hoofd koel houdt. Ze zoekt waar de dichtstbijzijnde garage is en geeft dit in op waZe. Na 6 minuten zijn we er al. De man zegt dat hij pas plaats heeft om 2 uur maar dat we van hier nog wel naar het strand mogen rijden. Ondertussen ben ik al veel te zenuwachtig dus neemt Dee Dee het stuur over. 

We parkeren de auto op een gratis parking en wandelen de duinen in. Het is al een tijdje warm en droog en het fijne zand vindt al meteen zijn weg in onze schoenen. Een mooi pad omzoomd door houten schuttingen waarachter kleine roze bloementjes schuilgaan, leidt ons naar zee. Er hangt nog een beetje mist maar deze maakt snel plaats voor het zonnetje. 


Het strand is zo goed als verlaten, een man met een snuffelgrage, lieve hond passeert ons maar verder komen we geen levende ziel tegen. We volgen het ruige strand ongeveer 1,5 kilometer met de prachtige duinen aan onze linkerzijde. We mogen natuurlijk niet vergeten om af en toe eens stil te staan om te luisteren naar het geluid van de golven en de alom aanwezige meeuwen. Ondertussen heb ik europ assistance gebeld met de vraag of ik recht heb op een vervangwagen, mocht het nodig zijn. Dat is gelukkig wel het geval dus ben ik er al iets geruster in. 


Rond 11 uur besluiten we naar Ambleteuse te rijden. Het dorp ligt op zo’n 10 minuutjes van hier dus dat zal nog wel lukken. Al voor de oorlog werd het voormalige vissersplaatsje omgetoverd tot een badplaats van de Belle Epoque. Eind 19e eeuw verrezen hier, net als elders langs de Opaalkust, hotels, strandvilla’s en tennisbanen. Toch bleef Ambleteuse heel kleinschalig: je vindt er geen hoge gebouwen en weinig winkels of restaurants. We kunnen hier dus in relatieve rust over de strandboulevard slenteren.


Beneden aan zee, staat het historische fort van Vauban, ook wel het Fort d’Ambleteuse genoemd en soms, ten onrechte, het ‘Fort Mahon’. Het is omgeven door de duinen van de Slack en biedt een glimp van het strategische belang van de regio tijdens verschillende conflicten door de geschiedenis heen. Het is laagtij en we kunnen er helemaal omheen wandelen en genieten van een adembenemend uitzicht op de omliggende kustlijn. Het is een beetje een mini versie van de Mont Saint-Michel. Bij vloed wordt het bouwwerk geteisterd door woeste golven. Het is nu dus opletten geblazen want de grillige met felgroene algen begroeide rotsen, zijn best nog nat en er gaat al een vrouw onderuit. Aan de Opaalkust vormen de stranden, rotsen en het landschap ‘tout court’ dé attractie. 


Betaalbaar en lekker eten is hier de norm, dus wanneer we honger krijgen, zetten we ons op een terras voor een lekker visje. De zeebaars met zuiderse groentjes en vers gebakken frietjes, smaakt heerlijk. Na de lunch maken we nog een kleine wandeling in het stadje zelf. Er zijn veel prachtige oude huisjes en mooie villa’s, geflankeerd door hoge stokrozen. 


Tegen 2 uur rijden we terug naar de garage. Na amper een kwartiertje, weten we wat het probleem is. Een van de bougies is tot op de draad versleten. De garagist besluit ze gewoon alle 4 te vervangen want de andere zien er ook niet meer al te best uit. Na nog wat verse olie, rijden we 185 euro lichter, naar Audresselles, een authentiek vissersdorp aan de Opaalkust. Al van zodra we er binnenrijden, ben ik verliefd. Het dorp is al eeuwen richting de zee gekeerd want het is gebouwd op een rotsrichel boven het strand. Deze hoge ligging zorgt voor een soort balkon boven de zee, zodat de vissers zelfs vanuit de straten in het dorp een helder uitzicht hebben op de golfen en de getijden.


Het steeds veranderende lichtspel houdt ons langs de hele kustlijn voortdurend bezig. Zou er hier opaal te vinden zijn? Even met de voetjes op de grond … ik kan je de zoektocht besparen. De prachtige opaalsteen zou ons heel blij maken, maar deze gaan we hier dus niet vinden. De kustlijn kreeg deze naam – Côte d’Opale – in 1911 van de schilder Édouard Lévêque die helemaal in de ban was van het variërende kleurenspektakel dat hier door de natuur gepresenteerd werd. In de verte het melkachtig wit van de rotsen en kliffen van Cap Gris Nez, de pastelkleurige huisjes, de zwarte rotsen op het goudgele strand en de blauwe gloed van de vele mosselschelpen. De kunstenaar zocht naar een ander element in de natuur met een gelijkaardige diversiteit aan kleuren en vond het in de opaal, een edelsteen met melkachtige pasteltinten tot levendige regenboogkleuren.


Dit landschap behoort echt tot de meest iconische van Europa. De metershoge rotsen die uit het water oprijzen met hun natuurlijke bogen en hun spel van licht en schaduw zijn een feest voor het oog. Het geluid van beukende golven en de geur van zout en vrijheid in onze neus maken het plaatje compleet. Wanneer Dee Dee de zee ziet, is ze instant happy dus gaan de schoenen uit en moet ze het water in. Het water is een welgekomen verfrissing. Van op het strand, dat bezaaid is met mooie schelpjes, hebben we een prachtig zicht op de huisjes boven op de kliffen.


Het is ook fijn rondwandelen in dit dorp, in de frisse zeelucht en langs de lage witte vissershuisjes met blauwe luiken die doen denken aan Bretagne. Ook hier zien we overal prachtige stokrozen voor de deur. We komen meer te weten over het dorp via de wandeling van 2,7 km dwars door het dorp. De wandeling ‘Sentier des Pecheurs’ passeert 10 grote borden waarop de lokale geschiedenis en tradities verteld worden. In de straten zien we hier en daar flobarts, historische vissersboten die typisch zijn voor de Opaalkust. Ze worden met een soort vrachtwagen naar zee gereden. De krabvisserij zorgt voor het inkomen van de meeste inwoners. Er zijn dan ook heel wat restaurantjes waar je verse krab en kreeft kan eten. 


Rond 5 uur rijden we verder langs de prachtige kustweg en passeren we weilanden en velden. Voor de komende 2 nachten hebben we een gezellige studio geboekt die gelegen is in de zeer rustige, standingvolle residentie ‘La Naturelle’, te midden van het natuurpark ‘Caps et Marais D’Opale’. Van op het zonnige, zuidwest gerichte terras op de eerste verdieping hebben we een rechtstreeks zeezicht van 180° en omdat het vandaag zo’n helder weer is kunnen we zelfs de Engelse krijtrotsen in de verte zien. Vooral het ‘gouden uurtje’ mag je hier niet missen, het laatste uur voor de zon achter de horizon verdwijnt. Dat moment is werkelijk magisch!  Dee Dee, die na een hele week ziekte, voor de eerste keer terug buitenkwam, heeft het gevoel dat ze een marathon gelopen heeft. Haar energie zit door al dat hoesten nog niet echt goed dus kruipen we vroeg ons bedje in.