zondag 27 april 2003

Essaouira - Casablanca


Doel van deze mini-break is tot rust komen maar helaas, de oproep tot gebed steekt hier toch een stokje voor. Uitslapen is er niet echt bij. Na het ontbijt maken we kennis met de groep en vertrekken we richting Essaouira, stad van de wind. Onderweg komen we een arganboom tegen, ook wel ‘geitenboom’ genoemd. Aan deze boom hangen pitten waarvan het omhulsel door de geitjes wordt opgegeten. De pit zelf valt op de grond en wordt bewerkt tot olie. De geiten zijn goede klimmers en er zitten er dan ook enkele helemaal bovenaan in de boom. Het is eens wat anders dan vogels. Terwijl onze gids alles zorgvuldig uitlegt, besluit ik even een bergje af te gaan om zo de geitjes boven mij beter te kunnen fotograferen. De helling bestaat echter uit mul zand en ik schuif uit waardoor ik op mijn bibs naar beneden tuimel. Gevolg: Bil helemaal geschaafd en broek kapot. Dat begint al goed! Onderweg zoeken we een werkplaats op waar de vrouwen de pitten van de geitenboom openbreken en verwerken tot olie. De wereldberoemde arganolie wordt vooral gebruikt als schoonheidsmiddel. Goed voor haar en lichaam. Wanneer we in Essaouira aankomen, zijn we aangenaam verrast. De koele oceaanbries is zalig en de stad lijkt net een sprookje. Twee kleuren overheersen hier: Blauw en wit. Blauw van de honderden vissersbootjes die klaar liggen om de Atlantische oceaan te bevaren. Ook de luiken van de huisjes hier zijn blauw en doen een beetje denken aan de Griekse eilanden. Wit van de meeuwen die neer zijn gestreken op de kade en azen op de verse vis die net de haven is binnengebracht. De bedrijvigheid op deze plek is groot. We krijgen de gelegenheid om dit prachtige stadje zelf te ontdekken. De mensen zijn er vriendelijk en gastvrij. Hier worden we niet aangeklampt zoals we gedacht hadden. Onze eerste indruk van Marokko valt mee! Na het slenteren in de oude stad, ook wel medina genoemd, passeren we nog even langs het lange zandstrand. De temperatuur is ondertussen opgelopen tot 25°C maar toch liggen er niet veel mensen op het strand. Enkele toeristen in badkleding en de plaatselijke bevolking in hun djellaba’s en hoofddoeken. Een grappig contrast! Enkele jongens spreken ons aan en we zijn op onze hoede maar ze zijn echt vriendelijk en willen niets verkopen. Ze vragen ons waar we vandaan komen en laten ons ook terug vertrekken zonder opdringerig te zijn. Na de late lunch rijden we verder naar de economische hoofdstad Casablanca. Daar komen we aan wanneer de zon net is onder gegaan. We bezoeken nog even de prachtige Grande Mosquée Hassan II, het symbool van de stad. Het was Hassan II die dit monument voor zichzelf bouwde, geïnspireerd door de koranvers “Gods troon stond op het water”. De op twee na grootste moskee ter wereld is dan ook voor een deel boven de oceaan gebouwd en tijdens het gebed kunnen de grote deuren aan de oceaanzijde geopend worden. Ook de deels glazen vloer biedt zicht op het water. De moskee is niet enkel een plaats voor het gebed. Het is ook een plek waar mensen voor de ontspanning bij elkaar komen. Jongeren springen vanaf de muren naast de moskee in de golven van de oceaan, terwijl kinderen lopen te voetballen op het grote plein voor het imposante gebouw. De inwoners komen samen onder de galerijen rond de moskee om bij te praten. Bij valavond is de moskee prachtig verlicht en iedereen is er een beetje stil van. ’s Avonds logeren we in het imposante Hotel Kensi Basma.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten