dinsdag 1 november 2022

Nationaal Park Hoge Veluwe - Kröller Müller Museum

Vandaag slapen we wat langer uit en nemen we op het gemakje ons ontbijt. In de kleine ontbijtruimte van de Wever Lodge, schijnt de zon binnen en dat geeft onmiddellijk een fijn gevoel. Al het lekkers op het buffet wordt aangevuld met een heleboel extra’s op de menukaart, heerlijke roereitjes en zelfs wentelteefjes met appel. We checken uit maar laten de auto aan de lodge staan en wandelen naar het Nationale Park De Hoge Veluwe. Eenmaal binnen nemen we een fiets en trappen we richting het Kröller-Müller museum dat midden in het park ligt. Even wordt er getwijfeld vanwege mijn pijnlijke lies maar het gemak krijgt voorrang op het vooruitzicht om tot daar te wandelen. De natuur is hier heel uitgestrekt en we moeten af en toe een heuveltje op. We doen het rustig aan. 


Wanneer we het Kröller-Müller bereiken, zetten we ons fietsje aan de kant en wandelen naar het indrukwekkende gebouw. Het museum is het levenswerk van Helene Müller. Zij kocht tussen 1907 en 1922 samen met haar man Anton Kröller bijna 11.500 kunstwerken aan, waarmee haar verzameling tot de grootste privécollecties van de twintigste eeuw gerekend kan worden. Een opvallende, parmantige bronzen meneer van Oswald Wenckebach heet ons welkom bij de ingang van het museum. Hij staat symbool voor de Nederlandse burgerman die de tentoonstelling komt bezoeken.  Meneer Jacques is ondertussen het boegbeeld van het museum. Intrigerende sculptuur. Kijken mag, aanraken niet.


Aan de ingang worden we tegengehouden door een vrouw die ons al fluisterend benadert. Ze wil graag in onze tassen kijken vanwege de voorbije gebeurtenissen met activisten die zich vastkleven aan kunstwerken. Door de ligging midden op de Veluwe en de unieke combinatie van kunst en natuur is het Kröller-Müller een plek om te genieten en tot rust te komen.


We starten met de indrukwekkende beeldentuin van maar liefst 25 hectare. Beneden zien we een gecultiveerde tuin maar besluiten dit voor later te houden. We zoeken het hogerop waar de natuur meer ruig is gelaten. Veel trappen, dat wel maar het loont de moeite. Hoewel de bosrijke omgeving niet museaal aandoet, mag je de beelden die er staan niet aanraken. Sommige beelden spreken ons onmiddellijk aan, andere doen ons de wenkbrauwen fronsen. Het beeld ‘view’ maakt ons blij. Het doet me denken aan een grote prei die openvalt, maar dat is wat ik er in zie. De in cortenstaal opgetrokken hoge wanden omringen ons en door de spleten zien we het bos en de blauwe lucht. Wat verder zien we de Rocky Lumps van Tom Claassen, op zich een hoopje stenen maar het kunstwerk is zo geplaatst dat het zonlicht tussen de stenen een prachtig schaduwspel geeft. 


Het Kröller-Müller Museum is in die zin echt geworden wat Helen Müller voor ogen had: een ‘blijvend monument waar natuur en kunst op zeldzame wijze verenigd zijn’.


Jan Fabre maakte verschillende zelfportretten, in de leeftijd van 20 tot 70 jaar, gecombineerd met dierlijke hoorns, een gewei en ezelsoren. Het is geen ijdelheid maar het tonen van zijn verschillende persoonlijkheden. De beelden glinsteren in de zon en trekken me op een of andere manier aan.


Na een uurtje trekken we naar binnen om de tweede grootste verzameling Van Goghs te bewonderen. Net geen negentig schilderijen hebben ze, waarvan er maar een dertigtal uithangen. Nu is Van Gogh niet echt mijn favoriete schilder maar de schilderijen komen hier wel mooi tot hun recht. We zien nog veel meer werk van wereldberoemde namen. Rodin, Georges Seurat, Claude Monet, Picasso, maar ook Piet Mondriaan. En dat allemaal in dat natuurlijke, onrechtstreeks binnenvallende licht. Er is ook heel wat moderne kunst. De ruimtelijke werken van Esther Tielemans vinden we mooi in al hun eenvoud. 


Na de lunch, nemen we opnieuw de fiets voor een tochtje van ongeveer 10 km door het park. De zon speelt een schaduwspel door de bomen. We fietsen over een bladerdek van mooie tinten bruin en oranje en de vele eikeltjes kraken onder onze banden. Na een twintig minuutjes fietsen, komen we aan bij het huis van Anton Kröller en Helene Müller. Ze waren zo rijk dat ze niet alleen het natuurdomein kochten, ze lieten ook architect Hendrik Berlage een gigantisch woonhuis ontwerpen in de vorm van een hertengewei. Middenin tekende Berlage een eenendertig meter hoge toren, want Helene vond het wel prettig om een kopje thee te nuttigen met zicht over haar domein. Ook wij bestellen een theetje en zetten ons op een bankje in de zon aan de indrukwekkende vijver. 


Met wind op kop rijden we terug naar de uitgang van het park. Vermoeiend maar we hebben er wel van genoten. We wandelen terug naar de Wever Lodge en drinken nog iets op het terrasje om ons weekendje in schoonheid af te sluiten. Tijd om terug naar huis te rijden. Het was een TOP weekend, eentje met een gouden randje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten