zaterdag 8 juli 2023

Zaanse Schans - Zaandam

Deze ochtend word ik uitgerust wakker, wat een zalig bedje! Sofie en ik gaan alvast naar de bakker. Het is heerlijk rustig in de straten van De Rijp en het weerspiegelende ochtendlicht in het water is prachtig. We ontbijten op ons eigen terrasje: vers sapje, omelette, croissantjes … dat is toch echt congé!

Na het ontbijt rijden we naar de Zaanse schans, een vrij toegankelijk woon-werkgebied anno 1850. Hier wonen nog steeds mensen. De Zaanse Schans is in het begin van de jaren 60 ontstaan en kenmerkt zich door polderlandschap, pakhuizen en vooral molens. Wanneer we over de brug wandelen, merken we al gelijk dat we er niet alleen zijn. Het krioelt er van de Chinezen die, wat had je gedacht, allemaal één voor één op de foto willen. Het uitzicht is mooier in het echt dan op de foto. We vinden het nu al indrukwekkend dus hoe moet het er vroeger uitgezien hebben? 

In de historische woonhuizen zijn kleine musea ingericht. Tegenwoordig vinden we overal in de lage landen wel een Albert Heijn, maar de allereerste winkel van deze familiekruidenier (1887!) vind je hier, op de Zaanse Schans! Bewoners van deze pittoreske regio komen al lang niet meer naar hier om hun boodschappen te doen, maar het is wel een prachtig overblijfsel. De Zaanse Schans is toch wel heel fotogeniek! De molens, slootjes, pittoreske bruggetjes, groene houten huisjes en schattige voortuintjes kunnen ons wel bekoren, alleen de drukte is er wat te veel aan. Ook de Franse schilder Claude Monet werd hier geïnspireerd door de schoonheid van dit feeëriek sprookjesdorp. Het is eigenlijk een openluchtmuseum.


De houten gevels en lage deuren verhogen het gevoel van nostalgie. De huisjes werden honderden jaren geleden opgetrokken en het lijkt misschien alsof deze huisjes gewoon een attractie zijn van de Zaanse Schans, maar sommige zijn weldegelijk nog bewoond. Wanneer we door de straatjes wandelen, proberen we dat dus met respect te doen en niet zo maar door de tuintjes te lopen. Of de vele Chinezen dat ook doen, durven wij te betwijfelen.  Wanneer we langs het bakkerijmuseum wandelen, genieten we van de geur van vers brood. Binnen is er een gezellig winkeltje maar er staat niemand dus Sofie gaat dan maar achter de toog staan. De meeste rijkversierde houten panden van de Zaanse Schans zijn gemaakt met behulp van één van de zaagmolens.

Vanaf de Gouden Eeuw was er in de Zaanstreek een waar industriepark van molens. Het waren er meer dan duizend waarvan er in 1920 amper nog 20 over waren! Ze produceerden onder andere papier, verfstoffen, meel, specerijen, allerlei soorten oliën, planken en balken. Er zijn nog 6 molens overgebleven. We bezoeken ze eerst via de lange wandeldijk. De houtzaagmolen, het jonge schaap dateert uit 2007 en is echt een prikkeling voor onze zintuigen! De geur van vers gezaagd hout is er vermengd met een vleugje hars en dat is best wel doordringend. De achtkantige molen “De Zoeker” perst olie. Deze indrukwekkende constructie uit de zeventiende eeuw werd in 1968 van het open veld in Zaandijk verhuisd tot bij de andere molens van de Zaanse Schans. Met behulp van een forse wind, helpen de reusachtige maalstenen (aangedreven door wieken) om olie uit zaden te persen. De “Huismanmolen” (anno 1756) stond oorspronkelijk in een woonbuurt in Zaandam. Daar maakte hij jarenlang snuiftabak en mosterd. Deze mosterd werd wereldwijd geëxporteerd en verkocht, terwijl de snuiftabak een stille dood kende. De molen maakt nu alleen nog specerijen en werd in 2011 gerestaureerd. Je ziet dat deze kleine, achtkantige molen op een schuur is gebouwd. Na een tijdje hebben we even genoeg van de drukte en de warmte. Het water lonkt.

We besluiten nog maar eens in een bootje te stappen om de molens vanaf het water te bewonderen. Een Libanees gezin is er niet echt happy op om de boot met ons te delen maar de dame van de bootverhuur geeft niet toe. Er kunnen 12 mensen op de boot en die moeten allemaal mee. We zetten ons op de boeg in dikke grote kussens en maken het ons  gezellig. Wat is het weer heerlijk op het water. Van hieruit hebben we toch een vrijer zicht op de prachtige molens. Bovendien mag de schipper ook best gezien worden. Hij vertelt ons wat over de historie van de molens. De opvallende groene molen werd in 2004 nog grondig gerenoveerd. Hij werd genoemd naar zijn interieur en is gebouwd op een ondergrond van bakstenen. Het gevaarte werd in 1963 naar zijn huidige plek verhuisd. De Verfmolen “De Kat” is de laatst overgebleven windverfmolen ter wereld waar men hoogwaardige verf en pigmenten vervaardigt. Wij vinden het heel bijzonder hoeveel verschillende taken zo’n molen aankan. Vroeger dacht ik altijd dat molens alleen gebruikt werden om graan te malen. Ik ben dus verbaasd over de verschillende functies die deze mastodonten op zich kunnen nemen.

Eenmaal terug aan wal, bezoeken we het klompenmuseum in het oude Westzaanse pakhuis “De Vreede” uit 1750. Voorheen werden in dit pakhuis granen en snuiftabak opgeslagen. In de Zaanstreek dragen de bewoners van de Zaanse Schans dit schoeisel nog steeds. Waarom is mij een raadsel want zo’n klompen zijn volgens mij allesbehalve comfortabel. Ook op het platteland en als veiligheidsschoeisel in fabrieken wordt het trouwens nog gedragen. Er begint net een demonstratie. De man maakt een klein klompje en dat vindt Yves wel iets hebben. Voor 2,5 euro mag hij het meenemen. Aan de klompenmakerij is ook een museumgedeelte verbonden. Hier zien we een prachtige collectie antieke en bijzondere klompen. Vooral de bruidsklompen vonden wij wel uniek. De enige klomp die ik wel mee naar huis wou nemen, was die met de duizenden Swarovski-kristallen. Buiten hangen de klompen in allerlei maten in de vorm van een hartje. De ideale plek voor de Instagram girls dus moeten we even geduld hebben. Ook wij wagen ons aan de obligatoire foto. 


Het Italiaanse restaurant Diga ligt aan de Zaandijk op enkele honderden meters van de Zaanse Schans. De perfecte plek om te lunchen met zicht op de molens. In een schaduwrijk hoekje op het terras genieten we van een lekkere pasta. Na de lunch trekken we naar het stadje Zaandam zelf, dat langs beide kanten geflankeerd is door de rivier de Zaan. Zaandam is de grootste stad en ook het hart van de Zaanstreek. Een stad die cultuur en historie ademt. Zaandam onderscheidt zich van andere steden in Nederland door de authentieke Zaanse houtbouw architectuur van sommige gebouwen. “You love it or you hate it”! Wanneer we het dorpje binnenrijden is het al beslist … ik behoor tot de eerste groep. 


Eenmaal we de parking uitkomen, zien we onmiddellijk een aantal gebouwtjes in ‘oude Zaanse stijl’. Ze weerspiegelen in het water. De groene Zaanse geveltjes zijn ons inmiddels bekend. Hier waren vroeger veel timmermannen actief. Terwijl in andere steden in verband met het gevaar van stadsbranden afscheid werd genomen van het hout, bleef men in de Zaanstreek nog tot in het begin van de twintigste eeuw met hout bouwen. De kwaliteit was echter steeds slechter geworden, ook omdat de vraag naar huizen groeide. Met de woningwet van 1901 werd het bouwen met alleen hout verboden. Veel houten huizen verdwenen daarna geleidelijk. Pas laat in de vorige eeuw dacht men eraan dat het leuk zou zijn voor volgende generaties om de oude houten huizen te bewaren.

De Franse schilder Claude Monet, waar ikzelf grote fan van ben, verbleef in 1871 gedurende 4 maanden in Zaandam. In die periode maakte hij 25 schilderijen. Wanneer we zijn atelier passeren, moet ik toch even een kijkje nemen. Vanaf de brug is er een trapje naar beneden en daar aan het water staat het lichtgroen geschilderde huisje waar hij werkte. De overgang van windmolens naar stoommachines was nog niet begonnen; Monet kon nog de oude Zaanstreek vastleggen. De schilderijen die Monet hier maakte zijn verspreid over de wereld. In het oude atelier hangen slechts enkele replica’s dus echt indrukwekkend is het niet.


Een andere historische beroemdheid die welgeteld een week in Zaandam verbleef, is tsaar Peter de Grote. Het Czaar petershuisje is één van de oudste houten huisjes van Nederland. In dit wereldberoemde huisje logeerde de Russische tsaar Peter de Grote in 1697. Het is een trekpleister waar nog steeds duizenden Russen per jaar op af komen en waar tegenwoordig een stenen omhulsel omheen gebouwd is. We gaan even naar binnen maar quasi onmiddellijk word ik duizelig in mijn hoofd. De muren staan namelijk heel erg scheef en dit heeft een impact op ons evenwicht. 

We eindigen onze wandeling in Zaandam bij de meest gefotografeerde plek in Zaandam, het Inntel hotel.  Het 40 meter hoge hotel is opgebouwd uit een opeenstapeling van 70 Zaanse huisjes in de 4 kleuren Zaans groen.  Door die stijl, en al die kleuren, lijkt het wel een speelgoed gebouw. Het wordt zelfs soms ook het ‘Lego hotel’ genoemd. Je zou het niet zeggen maar het gebouw telt maar liefst twaalf verdiepingen en telt 160 kamers. Je ziet in het hotel 1 blauw huisje. Dit refereert naar het schilderij van Monet Het blauwe huis’. De meningen over deze blikvanger van Zaandam zijn verdeeld, maar wij kunnen deze enigszins kitscherige architectuur wel waarderen en worden er in ieder geval heel vrolijk van.

Terug in De Rijp gaan we op een terrasje alvast een aperitiefje drinken. Sofie en ikzelf zijn alcohol niet zo gewoon en we worden dan ook al snel tipsy met die lege maag. We besluiten dan maar een ijsje te gaan eten bij Toetie Froeti. De smaakjes kunnen ons alvast bekoren en het ijs op zich is ook best lekker. In de kerk horen we jazzy klanken dus gaan we een kijkje nemen. Binnen een uurtje begint hier een klein concertje en de band is alvast aan het oefenen. De muziek kan me wel bekoren maar we moeten nog eten. Op de terugweg naar ons huisje lopen we door de Rechtestraat … hilarisch vinden we dat, te meer omdat bijna elk huis hier schots en scheef staat. Of zouden we toch te veel gedronken hebben? Deze avond eten we alle drie iets anders. Ik eet de restjes op, Yves een soepje en Sofie die ging frietjes en bitterballen uithalen. Iedereen tevreden!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten