maandag 22 september 2025

Assos


En we zijn weer weg! Vandaag vetrekken papa en ik naar Kefalonia, één van de mooiste eilanden van Griekenland, zo heb ik gelezen. Het hoort bij de Ionische eilanden, net zoals Zakynthos en Korfu. Kefalonia treft een tragisch lot, het eiland is waanzinnig mooi maar het ligt precies op de breuklijn van de Afrikaanse en Euraziatische plaat. Aardbevingen hebben dit eiland in de Ionische Zee dan ook getekend, maar de natuurlijke schoonheid blijft onaangetast. In 1953 was er een grote aardbeving die veel van het eiland verwoest heeft. Alles moest daarna opnieuw opgebouwd worden, dus van echte oudheid is geen sprake. Hopelijk is de ziel van Kefalonia met al die aardbevingen niet ten onder gegaan en blijven wij deze 10 dagen gespaard van aardschokken. 


Gisterenavond bracht Ingo ons al naar Schiphol waar we een nachtje geslapen hebben in het Ibis Hotel. Onze vlucht vertrekt vroeg, zó vroeg dat de shuttle van het hotel nog niet werkt. We bellen dus rond 3 uur een über en die brengt ons in 15 minuutjes naar de hoofdterminal. Voor de eerste keer heb ik assistentie gevraag en dat blijkt een prima idee. Een lieve dame komt ons ophalen bij de assistentie balie en loodst ons via een snellere weg door de security. Veiligheid wordt hier hoog in het vaandel gedragen, want papa wordt uitvoerig gefouilleerd. Ook aan de gate hebben we voorrang en kunnen we eerst het vliegtuig in. Ondanks zijn lichte tegenzin bij de boeking, is hij nu wel heel blij met deze, overigens gratis, service. Het duurt wel even alvorens we opstijgen. De eerste 15 minuten rijden we gewoon over de tarmac. Eenmaal in de lucht is er best wat turbulentie maar na een uurtje wordt het rustiger. Enig minpuntje is dat het verschrikkelijk koud is in de cabine. We vliegen 2,5 uur en hebben dan een tussenstop in Zakynthos. Gelukkig moeten we het vliegtuig niet uit. Er is even chaos want iedereen zit door elkaar. We verliezen een klein uurtje en gaan dan terug de lucht in voor twintig minuutjes. Om 11u15 plaatselijke tijd (het is hier 1 uurtje later) landen we op Kefalonia. Kalimera!


De purser meldt door de luidspreker dat de ambulance voor de persoon die assistentie gevraagd heeft, al klaar staat. Onze pa wordt al lichtjes ongemakkelijk. Wanneer iedereen het vliegtuig verlaten heeft, is het aan ons. We worden in een soort flinstonemobiel op hoge poten gezet die dan met een lift naar beneden gaat. Van daaruit gaat het verder met de rolstoel tot aan de bagageband. Wat een luxe! We hebben zoals vanouds gereserveerd bij Sunny Cars en in de vertrekhal staat er al iemand op ons te wachten. Na het invullen van de papierwinkel, krijgen we een nieuwe Citroën waarmee we de komende 10 dagen kunnen gaan cruisen. We rijden naar onze eerste bestemming, Assos. Er werd een nieuwe, brede weg aangelegd door de bergen. Omdat het een spiksplinternieuwe auto is, gaan er biebjes af wanneer ik de snelheidslimiet overschrijd en dat gebeurt meer dan eens. Na een uurtje rijden, zien we het dorp met haar pastelkleurige huisjes in de verte al liggen tussen twee prachtige baaien. Als een ware formule 1 coureur trotseer ik de smalle bergweg met de vele haarspeldbochten, die naar het dorp leidt. Oh wat kan ik daar van genieten … zo vader, zo dochter zeker.


We logeren in de Cosis Inn en hebben een leuk appartementje op de begane grond. Na het inchecken gaan we alvast op ontdekking. De eerste dag is het altijd een beetje aftasten. Benieuwd wat we, na de meeste Ionische eilanden te hebben gezien, hier mogen verwachten. Alle Griekse eilanden zijn op hun eigen manier prachtig, maar een groot deel van de Cycladen en de Dodekanesos kan rotsachtig en kaal zijn. Wel, dat is niet het geval op Kefalonia. De natuur is echt adembenemend en heel erg groen. Het kristalheldere water van de Ionische Zee onder die heldergroene bergen is prachtig! 


Dit plaatsje ademt historie, is heel authentiek en is gelegen aan de noordwestelijke kant van het eiland. Precies aan de hals van het gelijknamige schiereilandje. Het pittoreske dorpje lijkt rechtstreeks uit een sprookje te komen. Wat opvalt als we binnenwandelen, zijn de eeuwenoude vervallen Venetiaanse huizen. De versierde gevels met typische balkonnetjes staan nog overeind. Deuren staan op een kier, uitnodigend. Maar pas op, want binnen vind je geen vloer meer om op te staan. De natuur heeft het overgenomen en bloeit in alle liefelijkheid als om oude tijden te eren. In groot contrast hiermee zien de nieuwe huizen eruit alsof ze gisteren nog geschilderd zijn. De bougainville groeit en bloeit weelderig in verschillende kleuren en geeft de omgeving een zowel lieflijke als elegante uitstraling. Er hangt een fijne sfeer en ondanks dat het toeristisch is, is het er niet extreem druk.

Op het plein staat een oud kanon gericht op de haven, ter herinnering aan oude glorie. De haven is ook een apart verhaal. Het is een natuurlijke baai, gevormd door het bergmassief rondom, met strandje. In de baai dobberen plezier- en vissersbootjes vredig naast elkaar. Het geheel wordt omlijst met diverse restaurantjes. Het is ondertussen 1 uur voorbij en we hebben honger dus zetten we ons op het eerste terras dat we passeren. Na amper 10 minuten staat onze pa zijn eerste mythos op tafel. We bestellen inktvis en gyros en genieten van het eten met de azuurblauwe zee op de achtergrond.


Na de lunch gaat papa even op een bankje in de schaduw zitten om het eten wat te laten zakken terwijl ik op verkenning ga. Bij het haventje neem ik aan de rechterkant, de trap omhoog voor wat meer overzicht. Wanneer de traptreden ophouden, volg ik het paadje langs de kust. Wat is het water hier mooi van kleur! Ik zou er spontaan inspringen, ook al ben ik geen zwemmer. Wanneer ik een goede eerste indruk heb opgedaan, ga ik papa halen. Samen wandelen we nog even naar de bakker en de supermarkt om wat wijn, olijven, kaas en zoetigheden te kopen voor vanavond. In ons huisje zetten we ons onder de bougainville om wat te chillen.


Wanneer de zon wat minder brandt, besluit ik nog een ommetje te maken in het dorp. Voor ik het goed en wel besef, ben ik begonnen aan een wandeling van 45 minuten over een 3 km lange geplaveide weg naar een Venetiaanse vesting uit de 16de eeuw. Onderweg is het landschap prachtig. Ik loop door prachtige olijfboombossen en voel de geschiedenis tot leven komen, aangezien de gewelfde kasteelpoort vrij goed bewaard is gebleven. Deze geeft toegang tot het fort dat tot begin vorige eeuw nog dienstdeed als strafkamp. De vesting werd omstreeks 1590 gebouwd om de bevolking te beschermen tegen invallen van piraten. Tijd en aardbevingen hebben de gebouwen in ruïnes veranderd maar ik krijg toch een goed beeld van de omvang van het complex. De resten van de oude kerk en de kazerne zijn ook nog te zien. Het pad, aangelegd in ‘Romeinse stijl’, meandert tussen oude olijfbomen en cipressen door langs de overblijfselen van dit indrukwekkende geheel. Het uitzicht is ronduit adembenemend. Helemaal boven zie ik de baai van Myrtos, de Ionische zee en de westelijke kust van Eryssos. Ik heb wel niet goed nagedacht over die klim want ik ben op stap zonder drinken en geld en op slippers. Tegen dat ik bijna terug beneden ben, heb ik een blein op mijn voet maar het dorp waar nu een prachtige gouden gloed over hangt, is zo mooi om te zien dat ik de pijn vergeet. Ik ben wel blij wanneer ik terug bij ons huisje kom. Ik zak weg in een heerlijke ´holiday high’, die hopelijk 10 dagen zal aanhouden.


Onze eerste dag zit er bijna op. We eten nog een flink stuk galaktoboureko en kijken nog wat tv. Moe maar voldaan kruip ik om half tien mijn bed in want ik kan mijn ogen niet meer open houden.



Ps: fotokes kan ik er blijkbaar nu niet opzetten. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten