Gisterenavond hebben we ons eerst nog even opgewarmd aan de kachel alvorens naar de kamer te gaan. Even voelden we ons één met de bedoeïenen. Het heeft wel iets, met z’n allen rond het vuur, een tasje thee drinken. Rond half 10 besloten we te gaan slapen. De geur van natte cement kwam ons tegemoet en we voelden de kilte in de kamer. Uit ervaring weet ik dat je best niet tussen klammige lakens kruipt maar tussen de twee dekens gaat liggen. Wanneer na een uurtje de kilte verdwenen is, dan pas onder de lakens kruipen. Kim volgt mijn voorbeeld, Ria niet en heeft bijgevolg kou. Midden in de nacht kruipt ze toch tussen de dekens en steekt ze haar benen in haar fleece. Ondanks de ijskoude nacht, slapen we prima, ik vooral want volgens Kim heb ik wel wat gesnurkt. We worden gewekt door een blaffende hond omstreeks een uur of vijf maar draaien ons nog even om tot de wekker afgaat om half 7. Wat ben ik toch gezegend met een slimme roomie. Ria neemt haar kleding van de stoel mee in bed om het te verwarmen. Wij volgen haar voorbeeld en blijven nog wat tussen de warme dekens. Niemand heeft zin in een koude douche dus kleden we ons snel aan. Het ontbijt stelt niets voor, brood confituur en wat koude groenten. Gelukkig heb ik nog een banaantje bewaard van gisteren. Ik vind het verrassend te horen dat bijna iedereen goed geslapen heeft. Enkel Gabriël, die gisteren al niet happy was met de gemeenschappelijke ruimtes (hij voelde zich net in een vluchtelingenkamp zei hij toen) had ook vannacht pech want zijn roomie Marc heeft heel erg gesnurkt.
Na het ontbijt maken we een ochtendwandeling in de overweldigende natuur van het nationale park Dana. Onze bedoeïenengids Achmed (ja inderdaad onze gastheer en dorpsgek) neemt ons mee. Met zijn rode sjaal om zijn hoofd, zijn legerkleurige broek en de versleten bodywarmer ziet hij eruit als een doorgewinterde avonturier. Hij vertelt honderduit over de verschillende bloemen en planten in het gebied. Naar het schijnt leven hier ongeveer 800 verschillende plantensoorten en 449 verschillende soorten vogels, reptielen en zoogdieren. Ik ben benieuwd want mijn ‘spot-skills’ zijn niet zo geweldig te noemen.
De zon zit nog verscholen achter de bergen, het is slechts een graad of vijf en de vallei is gehuld in mist. Wat is het soms toch heerlijk om wakker te zijn voordat de rest van de wereld dat is. Steile bergruggen wisselen zich af met grillige rotsformaties die zich uitstrekken in de vallei. De ongerepte natuur, de kale omgeving en de diepe kloven zijn indrukwekkend. Ver van de bewoonde wereld, alleen maar stilte en fantastische kleuren. Het wandelpad is bezaaid met kleine steentjes die onder onze voeten knisperen. We stoppen regelmatig bij een uitzichtpunt over de vallei. Het gebied heeft een oppervlakte van maar liefst 320 vierkante kilometer. In de verte hoor ik het scherpe geluid van een fluit. Ik tuur naar boven maar ik zie niets. Achmed wijst naar de kudde schapen op de bergrug. Hij leeft voor de natuur, groeide op in de natuur. Zijn zintuigen zijn daardoor ongetwijfeld ook beter ontwikkeld dan die van de gemiddelde mens. Ze weten waar ze op moeten letten.
Terwijl mijn voeten zich gestaag voortbewegen, valt het mij op dat het landschap mooier en mooier wordt. Hoe verder we stijgen, hoe meer de zon als een deken op de top van de berg lijkt te liggen. Erosie heeft Gaudi achtige sculpturen in het landschap gevormd. Af en toe lopen we via een kleine richel dus moeten we wel uitkijken waar we onze voeten zetten. De uitzichten onderweg zijn verbijsterend mooi maar moeilijk op beeld vast te leggen. Op onze terugweg trekt het deken van mist langzaamaan open en schijnen de eerste zonnestralen langs de rotsen. Dat zorgt voor een mystieke sfeer. Aan het einde van de wandeling nodigt Achmed ons uit in zijn ouderlijke woning. Zijn leven en zijn kijk op het leven fascineert me. Zijn huisje telt slechts twee kamers - een keukentje en een leefruimte. In het midden staat een kacheltje met daaronder allemaal dekens waar de ganse familie kan op zitten. Het is bewonderenswaardig hoe weinig deze man heeft, maar hoe gelukkig hij is met alles. Mensen hebben minder nodig dan dat we vaak denken.
Vanuit Dana rijden we in drie uur tijd naar Wadi Rum, de uitgestrekte woestijn. Wadi Rum was ooit een zeebodem, nu een symfonie van zandduinen en bergen die door weer en wind geboetseerd lijken tot gigantische bloemkolen en rotsbruggen die smelten in de gloed van de namiddagzon. Enkele bezienswaardigheden in Wadi Rum zijn vernoemd naar Thomas Lawrence, een Britse officier die hier in de jaren ’20 zijn Arabische leger voorbereidde op een aanval op Aqaba. Later werd zijn verhaal verfilmd: Lawrence of Arabia. In zijn boek 'De 7 pijlers van Wijsheid' beschrijft T.E. Lawrence (Lawrence of Arabia) Wadi Rum als: 'uitgestrekt en goddelijk'. Hij had gelijk. Wadi Rum is één van de meest spectaculaire landschappen op aarde. Onderweg er naartoe zien we prachtige, steile kliffen in diverse tinten rood, onmetelijke zandvlakten en bizarre duinformaties. Ik kom hier ogen te kort! Het wonderlijke landschap maakt sprakeloos. Vandaag wordt er zeker eentje vol ooooh’s en aaaah’s. Ik had er al veel over gehoor, gelezen en gezien op foto’s maar er is werkelijk niets wat de schoonheid van Wadi Rum kan omschrijven. Het is een kale vlakte waar niets groeit en de zon ongenadig brand maar oh zo mooi! Tenzij je een dead wish hebt, ga je nooit alleen de woestijn in want dat is levensgevaarlijk!
We verblijven in het Al Zwaydeh Camp, een eenvoudig bedoeïenkamp midden in de Wadi Rum. Het tentenkamp dat is opgezet in de luwte van een berg is basic, héél basic maar aan de andere kant toch verrassend comfortabel. Hier en daar kruipt er wel een beestje en vooral de reusachtige mieren geven me de kriebels. Bij aankomst krijgen we gelijk onze tent met muskietennet maar deze zit vol gaten dus veel gaan we daar niet aan hebben vanavond. De tent ziet er schoon uit en er liggen dikke dekens op de bedden. Ik ben normaal echt wel een luxe paardje maar logeren bij mensen die er een volledig andere levensstijl op nahouden is toch wel verrijkend. Enig nadeel is dat de toiletten best ver van onze tent verwijderd zijn dus dat belooft voor straks. Ik denk dat ik niet veel ga drinken vandaag! De lunch wordt geserveerd op de grote binnenplaats en nadien genieten we nog even van de zon maar ik kijk er echt naar uit om zelf het karavaanleven te ervaren, even nomade te zijn en door de woestijn te trekken.
Rond half vier staat iedereen klaar voor een jeep safari. Eindelijk ga ik met eigen ogen kunnen zien waarom Lawrence of Arabia zo verknocht was aan dit gebied. Ik herinner me nog een helse rit in Bolivia op de zoutvlaktes waarbij de chauffeurs dachten dat ze aan Parijs-Dakar deelnamen, aan topsnelheid. Een bijzonder leuke rit, dat wel, maar niet voor herhaling vatbaar: ik voelde me toen compleet dooreengeschud en groggy. Ik had mij dus enigszins aan een soortgelijke turbulente woestijnrace verwacht, maar onze Jordaanse chauffeur blijkt heel wat rustiger: de rit lijkt zelfs een beetje op een gezapig zondagsritje. Geen gekke woestijn rollercoaster dus, en veel minder adrenaline dan ik had verwacht. Des te beter: kunnen we tenminste intens van de omgeving genieten, ware het niet dat de wind best koud is. Met de koude wind in onze haren scheuren we over de zandduinen. Het gele zand ligt als een zee voor ons. Hoge rotspartijen aan beide zijden. Duizenden eeuwen natuur. Het besef dat ik daar maar een klein stukje van ben, maakt mij klein en groots tegelijk. Stel je een wonderlijk landschap voor vol rotsformaties, zandsteen en een prachtig kleur die naargelang de lichtinval vuurrood, roze of geel lijkt. Hier en daar doet de omgeving een beetje denken aan een maanlandschap – de Wadi Rum wordt ook wel eens “The Valley of the Moon” genoemd. Als we de rotsen van dichtbij bekijken, zijn vele versierd met kunstige tekeningen. We wanen ons in het decor van “The English patient”.
In één van de donkerbruine geitenharen tenten van de bedoeïen die in het adembenemende landschap zijn opgesteld drinken we thee. Op het vuurtje in de grond in het midden van de tent staan twee oude theepotten gevuld met saliethee. Daarrond dunne kussens waarop we ons neervlijen. Heerlijk!
Ik neem ook de tijd om er even alleen op uit te trekken, alleen met mijn gedachten genietend van de stilte. Ja, het is echt een adembenemende plek om alle indrukken te laten bezinken. Ik plof neer in het zand en het is alsof ik neerplof in een grote leegte. De stilte van de woestijn krijgt me te pakken. Ik kijk om me heen naar de bergen die me omringen en ik heb het gevoel dat mama over me waakt. Ik denk aan haar en aan het gemis. Plots moet ik onbedaarlijk huilen. De rem is er volledig af en de tranen stromen. Toch voel ik me vreemd genoeg getroost. Ik kijk omhoog naar de lucht en voel me voor het eerst sinds het overlijden van mijn mama niet eenzaam maar op een vreemdsoortige manier juist gelukkig en vervuld al weet ik niet met wat. Maurina komt bij me zitten en begrijpt het gevoel.
Beetje bij beetje geeft de woestijn haar geheimen prijs. Er zijn verschillende natuurlijke zandstenen boogbruggen in het natuurgebied, zoals de Jabal Umm Fruth. Veel van deze natuurlijk gevormde bruggen kunnen beklommen worden en de hoogste rotsbrug heeft een hoogte van 80 meter. Ondanks de hoogte is deze brug vrij goed te beklimmen via de zijkant. Vanaf die hoge rotsbrug hebben we een schitterend uitzicht op de omgeving. Het is hier magisch en romantisch tegelijkertijd. Alleen terug afdalen is niet zo eenvoudig. Je zou het misschien anders verwachten, maar de woestijn is allesbehalve saai. Nergens zag ik zo een mooie kleurenpracht als hier, op elk moment van de dag ziet het er helemaal anders uit.
Door het drinken van al die thee moet ik dringend naar het toilet. Maar we zijn in een woestijn en daar is geen stromend water of elektriciteit, laat staan een toilet. En afhankelijk van het gedeelte van de woestijn waar we ons bevinden ook geen boom om achter te schuilen. Ria liet haar gêne thuis en is al geweest maar ik dacht dat ik het nog wel even zou kunnen inhouden. De gids stopt echter om van de zonsondergang te genieten dus zal ik nog even moeten wachten. Het licht verandert nu snel, per minuut is het anders. Het lange wachten in de barre kou wordt rijkelijk beloond. Een waaier aan kleuren licht de horizon op tot iemand de stekker uittrekt en het plots donker wordt. De terugweg lijkt uren te duren. Iedereen is verkleumd, alweer.
In de gemeenschappelijke tent is het lekker warm en aan de zijkanten staan lage tafels en banken met kussens. In die kussens zak ik zo diep weg dat ik nauwelijks terug overeind kom. En dat laatste is nu juist wel de bedoeling want we moeten terug naar buiten om te kijken hoe ons eten gemaakt wordt want dat is wel heel bijzonder. Ze koken het “onder de grond”. Daar word je wel even stil van als je denkt aan de goed uitgeruste keuken die we thuis hebben. Ze stapelen op een soort etagiaire vlees, groenten, kip en aardappels, vervolgens wordt het in een groot vat gezet. Onderin het gat waar het vat ingezet wordt, ligt gloeiende houtskool, daarop wordt het vat geplaatst, het deksel wordt erop gedaan en het geheel wordt afgedekt met een deken en daarna met zand. Het stooft z’n 3 tot 3½ uur. Alles wordt op het buffet gezet - er is kip en lamsvlees met wortelen, allerlei soorten humus en koude groenten en natuurlijk ook vers gemaakte ‘sjaak’, een soort van brood zo dun als een pannenkoek dat gebakken wordt op een omgekeerde wok.
Wanneer de nacht gevallen is, maken de bedoeïen nog een kampvuur buiten maar daar zal denk ik niemand zitten vanavond want het is echt behoorlijk koud in de woestijn. Na het eten blijven we dus nog even in de tent maar om tien uur gaan awe naar bed. De Melkweg, het kompas van de woestijn, is zeer duidelijk te zien omdat er hier zo goed als geen luchtvervuiling is. Als er iets is waar Wadi Rum veel van heeft behalve zand, zijn het wel sterren. We genieten van de fascinerende woestijnnacht. Absolute stilte en sterren. Ik krijg er echt kippenvel van, zowel van de stilte en de schoonheid maar ook van de kou. Maurina wou graag buiten onder de sterrenhemel slapen maar heeft zich toch bedacht. Terwijl het buiten volledig afgekoeld is en onze adem wolkjes in de lucht maakt, kruipen we onder een dikke kamelendeken. Met de sterren nog op ons netvlies vallen we in slaap met op de achtergrond de slaapverwekkende Arabische muziek.
Amai goed ingeduffeld allen gelukkig komt het zonnetje.
BeantwoordenVerwijderenWel prachtig verhaal en mooie natuur .Denk dat jullie de reis
van je leven maakt een hele belevenis.
Geniet nog en groetjes voor allen.
Het verslag was adembenemend en heeft mijn muur ook even neergehaald. Wat een reis he. En snurken.. really ,! Geniet nog van wat er komt. Dikke knuffel
BeantwoordenVerwijderenWat een belevenissen-reis ... ik geef je een hele dikke luchtknuffel...denk veel aan je... ben zo benieuwd naar de fotoreportage
BeantwoordenVerwijderenDeze keer heb ik het niet kunnen drooghouden met wat je beschrijft. Zoveel herkenbare emoties ⭐🌟Nu mis ik mijn kindje wel 😓
BeantwoordenVerwijderenHeb het vervolg nu gelezen wonderbaar mooi en je hebt me ook enkele traantjes gelaten bij die mooie tekst van je mama ik
BeantwoordenVerwijderenkan je heel goed begrijpen.Maurina zal je wel steunen.
Doe het verder goed en mama zal zeker waken over jou.Dikke knuffel slaap wel
prachtig beschreven reisverhaal......bedankt dat je Maurina vergezeld hebt..........
BeantwoordenVerwijderen