donderdag 18 april 2019

Salt - Jerash - Amman

Ondanks mijn vermoeidheid slaap ik slecht en tot overmaat van ramp roept om een uur of vijf in de nacht de muezzin op tot de salat, het Islamitisch gebed en ik veronderstel dat we vlak in de buurt van een moskee slapen, want het is best luid. Het is even wennen, maar dat hoort erbij in een islamitisch land. Hier moet er vijf keer per dag gebeden worden. De eerste keer een half uur voor zonsopgang. Zelfs mijn oordoppen helpen niet en het is gewoon een kwestie van afwachten. Ik dommel terug een beetje in maar kan de slaap toch niet meer vatten. We zijn benieuwd hoe een ontbijt in Jordanië eruit ziet dus trekken we naar de ontbijtzaal. Daar worden we aangenaam verrast want het is zeer uitgebreid met zowel lokale als continentale gerechten. 


Gisteren zijn we aangekomen in het donker dus hebben we nog geen echte indruk van Jordanië maar daar komt nu verandering in want we gaan op eerste uitstap. De gids begint te tellen: 1, 2, 3 ... 19 - wie missen we? Alexandra, een vrouw die we nog niet echt hebben leren kennen maar waarvan ik gisteren al zei tegen Ria ‘da is een voze’ (Voor de mensen die het verhaal kennen, ze doet me een beetje aan Malika denken). Mensenkennis! Vijftien minuten en een zoektocht verder, besluit onze gids door te rijden. 


In de bus staar ik verwonderd uit het raam. Als in een film schiet de stad aan me voorbij. Eigenlijk kom ik ogen te kort. Het leven op straat observeren is al een hele belevenis op zich. We passeren Arabisch winkels en grote ketens zoals we die ook bij ons kennen, smoezelige kinderen, minaretten, palmbomen en dat alles tegen een horizon van zand en stof, aan beide zijden. Het valt me op dat ik op straat vooral mannen zie. Ze staan in groepjes bij elkaar, ze kussen elkaar stevig op de wang als hartelijke begroeting en lijken hoegenaamd geen stress te hebben, in tegenstelling tot de gesluierde vrouwen en de hip geklede jonge meisjes die geagiteerd voorbij snellen. 


Om eerlijk te zijn, lijkt me autorijden in Jordanië best een uitdaging en ik ben dus blij dat we een chauffeur ter beschikking hebben. Met name het verkeer in en rondom de grote stad is één grote chaos. Een tweebaansweg wordt met gemak een vier-of vijfbaansweg als het druk is. Maar we hebben een goede chauffeur die zich er gewoon tussen gooit als dat nodig is. De wegen op zich zijn wel goed en de bewegwijzering is duidelijk en altijd in zowel Arabisch als Engels. 


Nadat we met z’n allen geld gewisseld hebben, rijden we naar het pittoreske Salt, de voormalige hoofdstad van Jordanië. Hier voelen we het typische sfeertje van de Arabische souk. Deze oude handelsstad met nauwe straatjes, bepakte ezeltjes en oude mannen vind ik heerlijk. Op elke straathoek ontdekken we weer iets nieuws: een leuk bakkerijtje, koffietentjes, kippenhandelaren. Hier klinkt Arabische muziek, hier geurt het naar kruiden, waterpijp en paardenpoep. Salt is een prachtige plek om een uurtje door te brengen en even de sfeer te proeven van het authentieke Jordanië. Het meest enthousiast ben ik hier over de mensen. Ze zijn namelijk niet alleen ongelofelijk vriendelijk en gastvrij, maar ook nog eens heel nieuwsgierig naar de bezoekers die hun stad komen bewonderen. Hier krijgt de toerist een welgemeend ‘welkom in Jordanië’ te horen. De markt is een van de beste plekken om met de lokale mensen in contact te komen en te zien hoe het dagelijks leven in Jordanië is. Kleurrijke piramides van groenten en fruit worden afgewisseld met bergen olijven en manden vol heerlijke kruiden. Het aroma van zoete wierook mengt zich vrolijk met de geur van specerijen. Hier zoeken gesluierde vrouwen driftig naar de beste appels, kruiden en andere koopjes. Je hoort de stof van hun chador ritselen en geheel in het zwart gekleed trekken ze onze aandacht. De mannen kijken niet naar de gesluierde vrouwen maar des te meer naar ons. Omgangsvormen, gewoontes en tradities verschillen nogal naargelang het land waar je vertoeft maar als je rekening houdt met de typische trekjes van een cultuur, kan je echt wel rekenen op de sympathie van de plaatselijke bevolking. 



Onze zintuigen komen niks te kort hier in Jordanië. Al lopend over de markt snuiven we de geuren van de lekkerste kruiden en specerijen op. Bij de groenteboer ontdekken we een rare groene vrucht en die moeten we toch even proeven. De eerste hap doet me denken aan een rauwe sperzieboon maar binnenin wordt ze zachter en smaakt ze naar citroen, zuur dus. Not my cup of tea! 


We dwalen heerlijk door de oude stad en verdwalen in het labyrint van nauwe straatjes. Plots horen we het gebed door de luidsprekers van de moskee. Het klinkt prachtig. Zuiver. Vredig. We passeren een theehuisje waar twee Jordaniërs op het terrasje nippen aan een  Turkse koffie en besluiten zelf ook even te rusten. Een van de mannen, een look alike van Omar Sharif, zet al een krukje bij. Zijn gezicht is getekend door een gevecht met de elementen van de natuur: zee, wind en zon. Onder het rieten afdakje kiezen wij voor een lekkere zoete thee.  Alleen Ria wijkt af en gaat voor een koffie waarvan haar haar recht omhoog komt te staan. Johan vult de glazen zoals het moet, vanuit de hoogte met veel belletjes want dat brengt geluk. Ondertussen verdwijnt Maurina naar het toilet maar ze blijft wel heel lang weg. Een groepje mannen verzamelt voor de deur en plots is er commotie. De deur kan van binnenuit niet geopend worden maar de mannen bevrijden haar met plezier. De tijd gaat snel voorbij en we moeten naar de bus dus rekenen we snel af. We komen 8 minuten te laat aan en worden terechtgewezen maar er is dan ook zoveel te zien. Wat mij betreft is Salt een niet te missen stadje in de Jordaanvallei.



Voor de lunch mogen we eindelijk kennismaken met de Jordaanse keuken. De maaltijd start met mezze, de voorgerechten. Dit bestaat uit humus, ful, olijven, auberginemoes en ander heerlijk lekkers. Bij de warme gerechten kan ik kiezen voor kip in een heerlijk sausje vergezeld met kruidige rijst dus mijn dag kan al niet meer stuk.  Arabieren zijn zoetebekken. De oliebolletjes met honing zijn dan ook zoet, mierzoet! Zelfs voor een ‘zoetebek pur sang’, is het een beetje té. 


Vanmiddag maken we een excursie naar Jerash, gelegen op een vlakte omringd door vruchtbare heuvels, die hier groen kleuren, met olijfgaarden in de stenige grond. Na Petra is dit de belangrijkste archeologische vindplaats van Jordanië, ook wel het Pompeï van het oosten genoemd. Het is één van de grootste en best bewaarde Romeinse ruïnes buiten Italië. Enig verschil is dat de stad hier niet bedolven werd onder de lava maar onder het zand.


Wanneer we de stad naderen, doemt na een bocht in de weg de Hadrianus Arch, een grote triomfboog op, als gedenkteken voor een bezoek van keizer Hadrianus in het jaar 129. Één van de favoriete tijdsbestedingen van de Romeinen was het bijwonen van paardenrennen. Daarom bouwden ze in Jerash een hipprodroom van 245 lang en 52 meter breed met tribunes voor 15.000 toeschouwers. Tegenwoordig worden deze races nagebootst door legionairs in vol ornaat maar we besluiten deze voornamelijk toeristische attractie links te laten liggen. De ligging van de Romeinse overblijfselen in een groene vallei heeft een bepaalde charme.



De stad had haar welvaart grotendeels te danken aan de vruchtbaarheid van het omliggende platteland en de handel tierde er welig. In de derde eeuw na Christus bereikte Jerash het hoogtepunt van haar ontwikkeling, waarna het verval inzette en de stad uiteindelijk door haar inwoners werd verlaten. In de achtste eeuw tijdens een aardbeving werd de stad grotendeels met zand bedekt. Daardoor zijn het theater, de tempels, de stadspoorten en de geplaveide straten mooi bewaard gebleven. De stad is ruim opgezet en de ligging is prachtig, dat maakt het tot een aangename plek om op ons gemak de antieke straten te verkennen. De ingang op zich is al impressionant. We dwalen door de stad en vragen ons af hoe men al deze gebouwen en zuilen heeft kunnen maken zonder de machines waarover we nu beschikken. Zo zag het leven er 2000 jaar geleden dus uit. De pilaren bewegen op de wind want ze zijn niet vast gemetseld, maar op elkaar gestapeld. Ze wiegen daardoor zachtjes op en neer waardoor Jerash de verschillende aardbevingen goed overleefd heeft. Opmerkelijk in de stad is het forum, ook wel bekend als Oval Plaza, dat in de laatste eeuwen van zijn bestaan de aparte ovale vorm heeft gekregen. Het plein is gebouwd in de eerste eeuw na Christus en is maar liefst 80 bij 90 meter lang. Het Forum wordt omgeven door 160 grote zuilen.


Naast de Zeus Tempel ligt het South Theater, het grootste theater van Jerash. Dit amfitheater biedt plaats aan 3000 toeschouwers. Ook aan de noordzijde van de oude stad ligt een mooi theater. Het North Theater is wat kleiner dan de zuidelijke variant, maar zeker niet minder indrukwekkend. Vanaf het bovenste deel van het theater hebben we bovendien een mooi uitzicht op de North Gate met de moderne stad op de achtergrond. Ik vind vooral het gedeelte achter het podium erg mooi, met de verschillende zuilen en doorgangen. Op de gehele site staan gele en paarse bloemen die een heerlijke geur afgeven. Dit bonte kleurenpalet steekt mooi af tussen de zandkleurige stenen. 


Ook het Nymphaeum is goed bewaard gebleven. Vroeger deed dit bijzondere bouwwerk dienst als openbare fontein van de stad. Het water stroomde over de gevel in het grote bad aan de onderkant. Naast het Nymphaeum bevindt zich de kathedraal van Jerash. Het is niet helemaal duidelijk waarom dit bouwwerk de kathedraal heet, aangezien er geen bewijs is dat dit bouwwerk belangrijker was dan een van de andere kerken. Het meest kenmerkende aan de kathedraal is de grote poort die leidt naar de tempel van Dionysus. Vanuit de kathedraal wandelen we terug naar ons beginpunt. We werpen nog een laatste blik op de indrukwekkende ruïnes van de stad. Jerash heeft me echt verrast. Ik had geen idee dat ik zo onder de indruk zou zijn en vind de 2,5 uur veel te weinig. Hier had ik best nog wat langer willen rondlopen. 


Wanneer we terug in ons hotel komen, merk ik dat ik mijn kabeltje om foto’s van mijn fototoestel naar de IPad over te zetten, vergeten ben. Ik kan mezelf wel slaan. Jullie zullen dus mijn blog zonder mijn foto’s moeten bekijken. Hier en daar misschien eentje van Maurina zodat jullie toch al een beetje een idee hebben. Eenmaal thuis zal ik er dan wel mijn foto’s bijzetten. Aan de receptie vraag ik even of er hier een Apple store is maar deze is ergens in een shopping mall aan de andere kant van de stad en het is ondertussen al laat. Misschien morgen al vrees ik ervoor want morgen is het Goede vrijdag en bijgevolg feestdag in Jordanië. 


Gefrustreerd trek ik samen met de meisjes de stad in op zoek naar de souks. We komen Alexandra tegen die zich verontschuldigt voor de vertraging van deze morgen. De dame was sigaretten gaan kopen en was blijkbaar de tijd uit het oog verloren. We briefen haar alvast voor de twee komende dagen en hopen dat ze alles onthoudt. 


We nemen de trap naar beneden en lopen zo de binnenstad in of downtown, zoals ze dat hier noemen. In en rondom de Al Hashemi-straat zijn er honderden winkels waar werkelijk alles te koop is! Het eerste gedeelte bestaat vooral uit mannenmode en dan gaat het over in damesmode. Aan elke winkel dezelfde djellaba jurken met vooral rood borduurwerk. Stuk voor stuk juweeltjes maar niet draagbaar in België tenzij voor een gekostumeerd bal. De winkeltjes zijn tot aan de nok gevuld met allerlei koopwaar. Ik voel me net in een sprookje met al die tafellampjes, de geur van wierook en overvolle winkeltjes. Maar ook de drukte en het afbieden is typisch voor de Arabische landen. Onze angst, terecht te komen in een broeierig roversnest vol oplichters, tasjesdieven en opdringerige kooplui, blijkt ongegrond. De mensen laten ons rustig kuieren en laten ons gerust. De indrukken die we opdoen zijn overweldigend. Zo veel kleuren, geuren en geluiden. Onze zintuigen draaien overuren.  Het is echt een labyrint van verborgen schatten dat een mysterieuze sfeer uitademt.


De avond valt over Amman en de straten zijn overvol, het getoeter van de vele auto’s is immens. We ontvluchten de drukte en gaan op zoek naar een leuk restaurantje. Maurina heeft deze morgen gezien dat er iets leuks is over ons hotel, lekker gemakkelijk. We zijn omringd door vooral Jordaniërs die genieten van lekker eten en de shisha.  Sinds een jaar of 5 mogen ook vrouwen een waterpijp roken in het openbaar en dat doen ze hier dan ook massaal. De zoete geur dringt in onze neusgaten en vermengt zich met de geur van kebab. Het is hier echt gezellig ingericht, enig nadeel is de muziek. Beneden wordt er doedelzak gespeeld, in de zaal zelf Jordaanse pop en vlak naast de deur Arabische karaoke, een beetje te veel van het goede. Eenmaal op de hotelkamer horen we de muziek even hard als in het restaurant. Het lijkt wel of ons raam staat wagenwijd open terwijl we deze weldegelijk gesloten hebben. Het is feest in de straten van Amman en dat zullen we geweten hebben. Hier en daar toetert er nog een auto tussen de tjingel tjangel door. Dat wordt weer een zalig nachtje! 


3 opmerkingen:

  1. Zoals altijd precies of we zijn erbij geweldig hoe jij dat
    kunt beschrijven.Goed te lezen dat het jullie bevalt.
    Eten drinken schoppen alleen het lawaai.
    Genieten en nogmaals bedankt voor je telefoontje.
    Goede Nacht voor allen en hopelijk kunnen jullie slapen met het lawaai.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Amai, ik wandel precies naast je.
    Ja de Jordaniërs zijn ongelofelijk vriendelijk en gastvrij...
    ben erg benieuwd naar de foto’s... kabel vergeten is niet zo erg als de batterij gegeten hè!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. OH Nadine het gaat toch niet waar zijn dat je een tweede Malika in je gezelschap hebt. Kijk er al naar uit dat je weer hilarische verhalen hebt te vertellen. HooeHope xent het lawaai en Jan je toch een beetje goed slapen. Dikke knuffel.

    BeantwoordenVerwijderen