Heerlijk geslapen vannacht en dus uitgerust voor het hoogtepunt van onze reis, de verlaten karavaanstad Petra, ook wel de roze stad genoemd vanwege de kleur van de rotsen. Ja, dit is dus de meest toeristische attractie van Jordanië maar ik wil het voor geen geld missen. Het staat al jaren op mijn Bucket List en eindelijk is het zo ver! Na het geweldige ontbijt met uitgebreid buffet vertrekken we omstreeks 8 uur naar de ingang op slechts 5 min wandelen van ons hotel. Bij de ingang krijgen we allemaal ons ticket en gaan we gezamenlijk Petra binnen. Er hangt een doordringende geur van paarden- en kamelenpoep en dat is niet zo verwonderlijk want bij dit wereldwonder staan de mannen met hun ezels en kamelen ons al op te wachten. Wij besluiten echter te voet te gaan.
Petra betekent ‘rots’ en was de Griekse naam van de hoofdstad van de Nabateeërs. Rond 500 werd de stad verlaten wegens een aantal aardbevingen, die de belangrijkste handelsroute naar de stad vernietigden. En zo bleef de stad jaren en jaren verstopt in de kloof, onzichtbaar voor passanten, slechts bekend bij enkele bedoeïen. Tot in 1800 een Zwitser, vermomd als Indiase handelaar, de stad weer ontdekte.
De echte ingang van Petra wordt gevormd door de Siq, een belevenis op zich. In de nauwe kloof die naar de verlaten stad voert, lopen we in stilte over het stoffige pad tussen de metershoge rotswanden, die vol staan met inscripties waarvan de betekenis van vele vandaag de dag nog een raadsel is. We voelen ons klein, overweldigd door de grootsheid van deze plek en we hebben de neiging om te fluisteren. De vreemde, verweerde rotsen verheffen zich tot een hoogte van soms meer dan dertig meter. Ze passen als een puzzel in elkaar, want de breuk in de berg is het gevolg van een aardverschuiving. Geleidelijk komen de hoge, roze rotswanden dichter bij elkaar en ontstaat er een engte waarin nauwelijks zonlicht doordringt. Het lijkt wel of we worden door de aarde opgeslokt. De spanning loopt bij elke bocht op. Wanneer zullen we Al Khazneh, de beroemde schatkamer van Petra te zien krijgen? Bijna een uur later opent de kloof zich als de poort naar een ver verleden en aanschouwen we het wonder. De donkere Siq vormt een prachtig contrast met de plotseling opduikende Khazneh (Schatkamer) die baadt in het zonlicht. Het mausoleum is gebouwd volgens oude Oosterse tradities. De volledig uit de kleurige rotsen gehouwen praalgevel vol zuilen, pilasters en sierlijstwerk is bijna veertig meter hoog en maakt een verpletterende indruk. Hier schieten woorden echt tekort: dit moet je zelf ervaren.
Ik kan het bijna niet geloven dat een stad met zoveel schoonheid ooit als ‘verloren’ is beschouwd. In de urn op de top van het gebouw werden schatten opgeslagen. Al Khazneh wordt daarom ook de Schatkamer genoemd of de “schatkamer van de farao”. Het gebouw speelt een belangrijke rol in de film “Indiana Jones and the Last Crusade” van Steven Spielberg. Na de schatkamer neemt Adel ons mee naar een gezellig terrasje waar we gezamenlijk nog iets drinken en daarna is iedereen vrij om Petra te verkennen. Maurina is ondertussen verdwenen en niemand weet waarheen. We staan nog wat rond te draaien maar na een kwartier gaan we er toch van uit dat zij al alleen vertrokken is en starten ook wij aan de ontdekkingstocht door Petra.
Wie denk dat hij het mooiste gezien heeft, is mis want Al Khazneh is nog maar het begin. Niets kan een mens voorbereiden op de ervaring die Petra is. Het zachte licht doet de kleuren van Petra mooi uitkomen. In vlammend roze en gele zandsteen ligt de stad aan onze voeten. Ruim twee millennia geleden zijn hier in de bergen huizen, tempels en graven uitgehouwen. Nu deels verweerd en gepolijst door zon, wind en water, gaan ze natuurlijk op in hun omgeving. De geschiedenis herleeft.
Tegenwoordig hoef je je niet meer als bedoeïnen uit te dossen om dit Unesco werelderfgoed te bezoeken, al doen de verkopers van kefiyehs (Jordaanse rood-wit geblokte hoofddoeken) hun best om je te overhalen tot de aankoop van zo’n ding. Overal zien we fotogenieke bedoeïnen en allemaal lijken ze op Jack Sparrow met hun Kohl omrande ogen en hoofddoek. In tegenstelling tot hun ouders groeiden ze niet op in de rotswoningen. Ze wonen allemaal in een dorp dat speciaal gebouwd werd voor hen. Alleen overdag mogen de bedoeïenen in Petra vertoeven.
We passeren achtereenvolgens een indrukwekkend theater en een tempel om uiteindelijk te arriveren bij de trappen naar het klooster. Hiervoor moeten we maar liefst 1000 treden omhoog. Vol goede moed beginnen we eraan. Tijdens de klim zie ik enkele Jordaanse vrouwtjes. Hun kwieke en frisse blik vormt een schril contrast met mijn vermoeide, blozende wangen. Onderweg komen we heel veel ezeltjes tegen die zwoegend hun veelal corpulente Europese vrachtjes naar boven dragen over het zeer smalle pad. Alleen al het gedacht dat deze ezeltjes hun poten wel eens verkeerd zouden kunnen zetten en ik naar beneden zou kunnen donderen, weerhoudt me om voor het gemak te kiezen. Eenmaal boven worden ze met veel geschreeuw door hun baas weer snel naar beneden gedirigeerd want daar staan immers nieuwe klanten te wachten. We moeten soms opzij springen of ons tegen de rotswand platdrukken wanneer ze tegen een hoge snelheid ons over het nauwe pad voorbijrennen, opgehitst door hun eigenaar. Op een van de smalle doorgangen wordt een Chinese dame bijna omvergeduwd door een ezel, bijna hadden we meeneem Chinees!
Aan het einde van onze klim aanschouwen we opnieuw een wonder, het ad-Deir klooster. Wat mijn camera kan vastleggen, valt in het niets bij wat mijn oog ziet. Het gebouw is nog mooier en groter dan de schatkamer. Op het plein voor het klooster zien we Maurina zitten op een steen en we ploffen dankbaar naast haar neer. Zij ging ervan uit dat wij haar hadden zien vertrekken en verontschuldigt zich. Bij het zien van zoveel schoonheid smelt de eerdere frustratie om haar verdwijning weg als sneeuw voor de zon. Het is hier in dit adembenemend decor dat we besluiten ons lunchpakket boven te halen. Na de lunch klimmen we nog een beetje hoger. Verspreid in het landschap lopen geiten, ezels en kamelen. We vinden het ongelofelijk dat er zo weinig mensen zijn op deze plek. Misschien vanwege de hoogte en de steile klim.
Na een half uurtje rust zetten we de terugtocht in. Naar boven was vermoeiend maar naar beneden is een aanslag op mijn gewrichten. Gelukkig hebben we voldoende afleiding want langs het wandelpad staan souvenirstalletjes. Bij elk stalletje staat iemand die ons toeroept: Very cheap, 1 dinar. Af en toe horen we zelfs wat Nederlands: ‘goedkoper dan bij Albert Heyn’ en de meer gevorderden roepen ‘kijken, kijken, vergelijken’. Een vraag die ik mezelf voor mijn bezoek stelde: hoe ga ik om met opdringerige verkopers? Ik had namelijk verwacht dat de mensen op een plek zoals Petra erg aanwezig en opdringerig zouden zijn. Maar niets is minder waar. Veel mensen vragen even om onze aandacht, maar wanneer we hun aanbod vriendelijk afslaan en antwoorden met “No, thank you” laten ze ons met rust. De mooiste herinneringen zijn immers niet tastbaar. Ondertussen is er mega veel volk. Je bent één van de zeven wereldwonderen of je bent het niet. Petra is er één, en dat is meer dan terecht!
Af en toe komt er een stofwolk voorbij - straks dus na het vele zand van Wadi Rum ook nog rood zand van Petra op de vloer van ons hotel.
Tegenover het theater ligt de Jebel Khubta, de Koningswand. Opnieuw schieten woorden tekort en staan we met open mond te staren naar zoveel schoonheid. In deze wand zijn Koninklijke tombes uitgehakt, de grafkamers zijn via een trap bereikbaar. Het is ondertussen erg warm geworden maar hierbinnen is het zalig fris. De kleurschakeringen op de rotsen zijn hier heel erg goed te zien. Rood is het ijzer, roos tot grijs is magnesium, geel is zwavel en groen koper.
We hebben dorst en zowel Kim als ikzelf willen een ijsje dus wandelen we terug via Al Khazna door de Siq naar de uitgang. We moeten meermaals opzij springen wanneer de koetsen mensen terug naar buiten brengen. Wij volharden en gaan te voet terug maar in al onze verwondering van deze morgen hebben we niet gemerkt dat de weg een beetje naar beneden ging. Nu moeten we dus lichtjes stijgen en na een ganse dag stappen is dat best vermoeiend. Dat ijsje hebben we dus echt wel verdiend!
Ondanks de ruim negen uur die we in Petra doorbrengen, voelt dit voor ieder van ons alsnog veel te kort. Wat een adembenemend mooie stad is dit! Ze ademt geschiedenis, rijkdom en ontelbare verhalen. Bij aankomst in Petra baadde de Al Khazneh in zonlicht en was hij bijna oranje. Wanneer we Petra verlaten, neemt de zon langzaam afscheid en ligt hij in de schaduw en dan is hij roze, vandaar haar naam de 'rozerode stad'. Weemoedig wandelen we naar buiten. Dit eerste bezoek aan Petra heeft me helemaal in vervoering gebracht. Gelukkig hebben we morgen nog een halve dag om te genieten van dit wereldwonder.
Tania wil nog even naar het museum dus doen we dat er nog maar even bij. Ook een aanrader trouwens! We besluiten nadien onmiddellijk te gaan eten in het restaurantje van gisteren. Opnieuw is het daar genieten van de Jordaanse keuken. Moe maar gelukkig kruipen we in ons bedje.
Told you... dat het adembenemend mooi is...
BeantwoordenVerwijderenmaar ik kan het helaas niet zo mooi beschrijven
Kunnen jullie het nog aan,al die wonderbaarlijke uitzichten want dat geeft toch een serieuze boost van endorfine? Zelfs bij het lezen van uw beschrijving kan ik mijn emoties moeilijk bedwingen. Dus wat geeft het als je daar echt staat?!♥️🌟
BeantwoordenVerwijderenDat was weer een wereldwonderen wat voor één.Met je
Verwijderenverhaal maken wij de hele dag mee alsof wij aanwezig zijn.
Hoe jij dat zo mooi kunt beschrijven.Gelukkig heb je
gisteren goed geslapen.Het weer ziet er ok uit.Hier nu
regen en ook de volgende dagen.Geniet morgen nog van Petra.KNuffels
Het was weeral een adembenemend verslag. Ik sta ervan versteld hoe goed je conditie is, maar ik neem aan dat het aanschouwen van zoveel schoonheid je extra kracht geeft.
BeantwoordenVerwijderenVandaag bijna een hartverlamming door Stijn. Was voorlaatste ! Kusje en hopelijk een goede nachtrust.