zondag 18 juni 2017

Santorini - Oia en het Noorden

Wanneer we om 8 uur opstaan, schijnt de zon, is er opnieuw geen wolkje te zien en is er ook weer geen wind! We slaken een zucht van verlichting. Hopelijk blijft dit mooie weer aanhouden. We hebben een auto gehuurd en hopen dat deze op tijd komt. Ze hebben beloofd tegen 9 uur maar je weet maar nooit met die Grieken. Na het ontbijt wachten we geduldig af en raar maar waar om 9 uur stipt wordt ons mooie rode autootje afgeleverd. De tank is zo goed als leeg dus passeren we eerst even het tankstation. We worden hier nog vriendelijk geholpen door een pompbediende, een beroep dat bij ons volledig uitgestorven is. Vandaag gaan we eerst naar Oia (spreek uit: Ia), helemaal in het Noorden van het eiland. Het stadje is gelegen op een klif en staat bekend om zijn vele witte huisjes. Het is een geslaagde kruising tussen Griekse en Venetiaanse architectuur. Een opvallend kenmerk van Oia is dat er hier veel huizen in de rotsen zijn gegraven, een soort grothuizen, die je alleen op dit eiland ziet. Er groeit bijna niets op dit vulkanisch gesteente. Het bouwen en renoveren van huizen staat hier onder toezicht van de gemeente zodat de traditionele stijl behouden blijft. Opvallend is dat de woningen niet allemaal wit zijn maar in de pastelkleuren blauw, roze en geel geschilderd zijn. Het meest indrukwekkende van Oia is het prachtige uitzicht over de zee en het dorp geeft me onmiddellijk een vakantiegevoel. Het telt amper 700 inwoners, maar ooit woonden hier duizenden mensen en was het een zeer drukke handelsstad. De aardbeving van 1956 verwoestte echter nagenoeg het hele stadje en lange tijd was het een vervallen en vergeten oord. Nu is het dankzij het toerisme opnieuw een bloeiend centrum en is het uitgegroeid tot het meest idyllische stadje van Santorini. De weg er naartoe loopt via Fira en Imerovigli en daarna over een bergkam door een dor maar mooi landschap. De zee is zowel links als rechts van de weg te zien. Aan de oostkant rijden we langs een steile afgrond boven een brede vlakte die uitdijt tot aan de zee. Om iets voor 10 uur bereiken we Oia en we rijden meteen één van de betalende parkings op. Voor slechts 3 Euro mogen we hier 5 uur staan. 


 


Als we via een klein pleintje met een prachtig kerkje aan de hoofdstraat komen, die parallel loopt met de kust, geraken we nauwelijks vooruit. Om de tien meter biedt er zich een nieuw schitterend uitzicht aan dat op de foto moet vastgelegd worden. Dit is werkelijk het paradijs voor de fotograaf. Tegen veel gevels staan bougainvilles waarin fuchsia bloemen weelderig bloeien. Oia is zo mogelijk nóg mooier dan in mijn gedachten. Toen liep ik er wel helemaal alleen en was er geen toerist te zien. Ik herinner me dat er destijds slechts 1 winkeltje was van een pottenbakstertje. Dat is ondertussen een klein beetje veranderd. De vele souvenirwinkels maken het vroegere pittoreske dorp minder pittoresk. Het is warm en we hebben dorst. Op een zalig terrasje genieten we van een drankje terwijl we het dorp meer en meer overspoeld zien door voornamelijk Aziatische toeristen. We bezoeken uiteraard het uiterste puntje van de stad met de burcht en de windmolens. De zon bestookt ons met haar ongenadige hitte en de trappen zijn vermoeiend maar de prachtige uitzichten maken veel goed. Op de burcht zit een Griek de longen uit zijn lijf te zingen in de hoop een paar euro’s te verdienen maar veel ligt er niet in zijn mandje. We vragen ons hardop af of we hem geen geld zouden geven om te stoppen want onze oren kunnen hier echt niet tegen. 


We willen voor het middageten in het iets verder gelegen vissershaventje van Ammoudi zijn. Iets na 1 uur rijden we de parking af en rijden nog even verder noordelijk. De weg is vrij smal en steil en na enkele kilometers bereiken we het eindpunt van de baan. Hier moeten we te voet verder afdalen naar het kleine haventje van Ammoudi. Er is geen parking, dus moeten we de auto langs de smalle weg achterlaten. Ammoudi ligt eigenlijk loodrecht onder Oia. Het is een klein haventje met amper een paar huizen en natuurlijk enkele restaurantjes. Op zee dobberen kleine plezierbootjes en enkele kleurrijke visserssloepen. Aan de kade zien we her en der grote octopussen hangen die in de zon gedroogd worden. We kiezen voor restaurant Sunset helemaal op het uiteinde van het haventje en hebben gelukkig nog een plaats op het overdekte terras. Ons tafeltje staat op nauwelijks een meter van de zee. Zalig even vertoeven in de schaduw met een fris briesje. Mama denkt daar anders over, ze heeft het koud maar eten in de brandende zon tijdens de warmste uren van de dag is echt geen optie. Uiteraard willen we vis want we zitten tenslotte aan de haven waar deze vers wordt gevangen. De vriendelijke ober neemt ons mee naar zijn toog waar we de vis zelf kunnen uitkiezen. Het wordt zeebaars en de vis wordt voor ons vakkundig gegrild. Hun zelfgemaakte olijfolie met rozemarijn en citroen is overheerlijk! Dit is genieten… 


 


Na het eten wandelen we terug over de kade met naast ons het glasheldere water van de zee. Wanneer we bij de auto komen, heerst er chaos op de smalle weg. Auto's die helemaal tot beneden zijn gereden willen terug naar boven, terwijl er een hele resem nieuwe auto's staat aan te schuiven om naar beneden te rijden. We kunnen dus niet weg uit onze parkeerplaats en er zit niets anders op dan te wachten. Ik denk dat dit uren gaat duren maar dat is buiten een Griek met organisatietalent gerekend. Hij bemoeit zich met de situatie en in no time is de verkeersopstopping opgelost. Ik kan dus veilig uit mijn parkeerplaatsje rijden maar moet wel keren op de helling en de weg is zoals gezegd heel erg smal maar het lukt in een paar keer. Op de terugweg rijden we naar Vourvoulos helemaal vanuit de bergen naar beneden. De weg is zo steil dat ik bij mezelf stilletjes hoop dat ik deze weg niet meer terug naar boven moet doen. Eenmaal beneden is er niet veel te zien. Buiten een mooi wit kerkje met dito blauw dak en een kleine taverne is er hier niets. We vervolgen dus onze weg naar Karterados waar ik zeker een kijkje wil gaan nemen omdat ik hier 30 jaar geleden gelogeerd heb. Het wordt een teleurstelling want het dorp is zo goed als uitgestorven. We lopen helemaal alleen door de ooit zo pittoreske straatjes en buiten een verloren gelopen straatkat komen we niemand tegen. De mooie huizen van weleer zijn nu bijna allemaal vervallen. Er is niets meer - zelfs geen taverne.

 

We stappen dus terug de auto in en rijden over Messaria opnieuw naar Kamari. We parkeren de auto bij Lolo’s en gaan daar onze zoete zonde van de dag nuttigen: Appeltaart met honing en ijs. We besluiten opnieuw de boulevard af te wandelen maar deze keer helemaal tot het einde. Het eerste deel is de mondaine kant van Kamari met tal van cocktail bars en hippe tentjes waar we gisteren ook gegeten hebben, het tweede deel is meer de typisch Griekse kant met de traditionele tavernes. Aan het einde gekomen, zien we dat hier veeleer Grieken van het zonnetje komen genieten. We keren op onze stappen terug en gaan bij Lolo’s nog een klein hapje eten alvorens opnieuw naar het hotel te rijden. Het was een super leuke dag met heel veel mooie momenten.


2 opmerkingen:

  1. Dat geloof ik zeker van die mooie momenten.
    Het ziet er een geweldig eiland uit.Op je foto zitten
    jullie precies met de tafel in het water te eten
    heel mooie fotos Geniet nog en hier ook blauwe hemel
    en zeer warm Kusjes voor allen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo te zien ontsnappen jullie aan de extreme warmte die overal in z.europa en vooral ook bij ons heerst. Aan zee is er gelukkig een lichte zeebries,maar zeker ook 28° maar in Antwerpen gaan ze tot 35°. Gelukkig voor Cois kan hij nu in het zalige Griekenland vertoeven. Groetjes en geniet nog.


    BeantwoordenVerwijderen