zondag 21 april 2019

Mukawir - Karak - Dana national park

Niet zo geweldig geslapen maar de lekkere warme douche maakt veel goed. Het ontbijt stelt deze keer ook niet veel voor maar de falafel balletjes zijn wel heerlijk. Rare keuze voor ‘s morgens maar het smaakt. De zon schijnt, het is blauwe lucht maar fris - slechts een graad of 12 maar dat zijn we al gewend. Straks zal dat wel beteren. 


Over de spectaculaire King’s Highway rijden we vandaag naar het zuiden. Deze loopt dwars door het land en is vanwege de haarspeldbochten de langzaamste optie. Toch is het zonder twijfel ook de mooiste optie. Kruisvaarders, pelgrims, Romeinen en Nabateeërs gingen ons voor. Geen bocht van deze oude weg is zonder verhaal. De King's Highway volgt het spoor van een oude handelsroute die Syrië verbond met Egypte en Arabië. Deze weg staat zelfs al beschreven in het oude testament! Inmiddels zijn we al goed gewend aan de Jordaanse rijstijl. Je niks aantrekken van de belijning, drie banen betekent dat je gemakkelijk met z’n vijven naast elkaar kunt rijden. Voor ons rijdt een camion met geiten, af en toe zien we de beestjes omhoog wippen wanneer de chauffeur een vluchtheuvel over rijdt. Ria merkt op: ze vertrekken met melk maar bij aankomst is het boter. Na slechts een half uurtje rijden door een prachtig woestijngebied waar amper een mens te bekennen is, arriveren we bij Mount Nebo, volgens de Bijbel de plaats waar Mozes uitkeek over het Beloofde Land, nadat hij zijn volk veertig jaar door de woestijn had geleid.  Het heeft iets mystieks en onwerkelijks. A place of cure for both body and soul, lezen we op een bord. Inderdaad de landschappen zijn adembenemend. We kunnen het maar moeilijk bevatten dat er al zo lang mensen ruzie maken over een stuk land dat zo extreem droog en weinig vruchtbaar is. Er is nog een klein museum met opgravingen van de oude kapel. De mozaïeken zijn prachtig! Het is uiteraard mega toeristisch maar het blijft een plek waar je wel geweest wil zijn als je dan toch in de buurt bent. De dadelpalmen, olijf-, argan- en vijgenbomen waaien heen en weer door de felle wind. Ja in Jordanië is het niet altijd prachtig weer.



Madaba is de stad van het mozaïek en dat merk je onderweg. Rond Madaba vind je massa's workshops en winkels met mozaïek.  Intussen pikt de hele stad een graantje mee van de mozaïek-mania. Wij stoppen bij Madaba Arts Handicraft Center. We krijgen een uitleg over hoe alles gemaakt wordt maar we kunnen niet snel genoeg in de winkel zijn. Daar krijgen we een thee aangeboden en toon je iets of wat interesse, krijg je een verkoper in je kielzog. Het centrum leidt uitsluitend andersvalide meisjes op in de mozaïekkunst, wat hun zelfrespect en prestige een enorme boost geeft. Marc stelt alvast een goede daad en koopt een mozaïeken ei, het is tenslotte Pasen. Terwijl we rustig onze thee uitdrinken en een lekker koekje eten in het salon, zien we de regen met bakken uit de kucht vallen. Het is een echte zondvloed. Onze chauffeur parkeert de bus vlak voor de deur zodat we niet te nat worden. 


Jordanië is beroemd om de prachtige gevarieerde woestijnlandschappen en het is werkelijk adembenemend om erdoor te rijden. Het landschap wordt droger en droger, maar toch is het niet saai. Zand en stenen laten aparte vormen achter in verschillende kleurschakeringen. Wanneer we in Mukawir aankomen is de regen gestopt en breekt de zon door.  Hier hebben we een magnifiek uitzicht over de kloven. Hoog op de berg ligt hier het paleis van Herodes te midden van een weergaloos indrukwekkend landschap. Wat een ruige natuurpracht! Zelfs de route er naartoe is al mooi en het verovert onmiddellijk mijn hart. Maurina besluit beneden te blijven maar wij lopen via een weggetje naar boven. We waaien bijna weg want de wind heeft hier vrij spel. Halverwege haakt ook Tania af maar ik wil en zal de top halen. Eenmaal boven wandelen we door de ruïnes van het oude kasteel. Van de  witte stenen muren staat weinig meer overeind maar ze verblinden onze ogen, terwijl in de holtes van de rotsflanken het zonlicht niet kan komen. Vanaf de metersdikke muren van de burcht kijken we in onmetelijke dieptes van de kloven. Het gemekker van de geitjes die in deze rotsachtige omgeving worden gehoed, weerkaatst omhoog. Terug beneden worden we getrakteerd op een tasje thee.



We zetten onze tocht verder en de omgeving wordt weer groener. Dit is echt een heel mooi stukje Kings Highway. Verspreid door het landschap lopen ook hier herders met geiten en schapen. We passeren verschillende dorpen en dan verandert het landschap terug van groen naar grauw. Zodra de Wadi Mujib, één van de spectaculairste rivierkloven in Jordanië in zicht komt, stijgt de spanning. Onze gids vraagt om onze ogen te sluiten en hij telt af. Op tien mogen we de ogen openen en zien we de meters diepe kloof met een rivier en een stuwdam. Wadi Mujib heeft de bijnaam 'Jordaanse Grand Canyon'. Het uitzicht is overweldigend, een enorme diepte met grote uitgesleten rotswanden.  Op deze prachtige locatie gaan we lunchen. We worden verwelkomd door Jack Sparrow die ons uitnodigt in zijn onderkomen. Een bedoeïener die lijkt op Johnny Depp wat wil een mens nog meer. Met zijn donkerbruine ogen geaccentueerd door zwarte kohlranden en zijn strak naar achter gebonden hoofddoek pakt hij ons één voor één helemaal in dus besluiten we bij hem thee te drinken. Alleen hij heeft het niet helemaal begrepen en wil ons stamppot verkopen. We hebben echter een lunchpakketje mee. Hij laat ons toch zitten en dat komt goed uit want hierboven waait de wind weer heel hard. 



Na de lunch zetten we onze natuurdag verder want even verderop stopt onze chauffeur Atalla om de nationale bloem van Jordanië, de zwarte Iris te bekijken. Ze bloeit enkel in april en slechts twee weken. Ik denk dat Atalla zich dat ondertussen al beklaagd heeft want de bloem staat in een modderig weiland met als gevolg dat onze schoenen vol hangen. Hij zal weten wat doen vanavond.  Aan de kant van de weg staat er een man met enkele afgeplukte bloemen in zijn hand om deze te verkopen. Daar staat echter een serieuze boete tegenover, 500 JD per afgeplukte bloem. 


In de zeer oude stad Karak maken we een korte stop om de overblijfselen van het grote kruisvaarderkasteel uit 1132 te bezoeken. Het is berekoud en de wind is nog toegenomen in kracht. Iedereen knoopt zijn winterjas of fleece hoog dicht. Kim in haar jeans vestje bibbert bijna uit haar vel. Enkel mijn ogen zijn nog zichtbaar maar mijn handen en voeten lijken wel ijsklompjes. Adel spurt naar binnen en geeft zijn uitleg in het kasteel. Dit had vroeger zeven verdiepingen, waarvan er nu nog slechts twee verdiepingen overblijven. Zware aardbevingen hebben bijna alles verwoest maar er is wel al veel gerestaureerd. Hier zijn zoveel bloedige veldslagen uitgevochten, dat het verleden er bijna voelbaar is. De omvang van het bastion is zelfs voor de meest ervaren reizigers overdonderend. We lopen door de donkere zalen met enorme booggewelven maar moeten jammer genoeg terug naar buiten. Adel begint opnieuw een uitleg maar hij lijkt wel Speedie Gonzales, hoe sneller hij alles gezegd heeft, hoe sneller we weg kunnen. Van op de kantelen van de westelijke kasteelmuur kunnen we zo ver kijken dat we de bergen aan de Dode Zee kunnen zien maar het interesseert niemand meer. Onze enige bekommernis is zo snel mogelijk terug naar de bus. We zitten hier op 1000 meter boven de zeespiegel maar slapen vannacht in Dana, 400 meter hoger, dus nog kouder. Wat ben ik blij dat ik mijn thermisch ondergoed in de koffer heb gestoken. De andere Jordan Girls hebben me een beetje uitgelachen maar ik denk dat ik het ga kunnen gebruiken. 


We laten de haarspeldbochten achter ons en vervolgen onze weg op de Desert Highway. Ook hier zien we enorm veel vuilnis langs de weg. Dat is zo verschrikkelijk jammer want verder is Jordanië echt een prachtig land. Adel vindt ook dat de hygiëne te wensen laat en wijdt dit aan de bedoeïenen die niet beter weten. Hij hoopt dat de jongere generatie beter zal omspringen met het milieu. In Macaba, waar hij woont, heeft de regering enkele jaren geleden geïnvesteerd in vuilbakken maar toen kwamen de zigeuners en die braken de vuilbakken af om ze te verkopen voor oud ijzer. Tot zover de inspanningen van de regering.


Na een 200 kilometer lange busreis bereiken we het grootste natuurreservaat van Jordanië, het Dana Biosphere Reserve. Natuurliefhebbers, eat your heart out! We zijn blij dat we van de bus zijn. Niet alleen vanwege de stijve spieren maar ook voor de rust. Onze chauffeur hoort zichzelf graag babbelen en houdt geen moment zijn mond. Overnachten doen we in het Dana Hotel, dat wordt gerund door een lokale familie. De heer des huizes Achmed is volgens ons de plaatselijke dorpsgek. We worden naar een bovenverdieping gebracht waarin een olie kachel staat. Hij begint op het keteltje te kloppen en die valt van de stoof waarop de ganse ruimte zich vult met een oliegeur. Jo petrol begint verwoed alles op te kuisen met wc papier. We krijgen een kopje thee en worden geëntertaind door Achmed, een stand up comedian is er niets tegen. Maurina krijgt de slappe lach want ze vindt dat hij op catweasel lijkt. Op slag vergeten we de koude.



Het hotel blijkt overboekt dus er is wat commotie onder de singles die plots een kamer moeten delen. Ik vraag Achmed of er geen kamers zijn voor 3 personen en die is er, dus Kim komt bij ons op de kamer. We zijn een beetje gespannen en bereiden ons voor op het ergste. Onze gastheer laat de kamer zien en we zijn aangenaam verrast. De kamers zijn gesitueerd in een oud gebouw en het is best ok. Het is net of we terug in de tijd gaan. Er is een bed, een douche en een toilet op de kamer. Het licht doet het, er is elektriciteit en meer hebben we niet nodig, toch?


In Dana zijn er geen goede restaurants dus wordt er voor ons gekookt. Jordaniërs zijn een heel genereus volk en er wordt een heus buffet klaargezet. We eten met jas en sjaal aan maar het is best gezellig. Laat maken we het vanavond niet. Het wordt een koude korte nacht. 


3 opmerkingen:

  1. OH wat een pech met het weer. Misschien iets te vroeg op het jaar ? Het lijkt dat wij momenteel het beste af zijn met het weer. Vandaag weer een zalige dag. Hopelijk heb je een goede nachtrust. Tot morgen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kan ernog meer gebeuren op1dag?!Puur natuur,daarkan niets tegenop👍👍👍spijtig van de wind en de regen,

    Maar zoals Ingeborg zingt:dwars door alles heen 😂en Kim die stond de bibberen in haar jeansjasje zal vast opgewarmd zijn door jullie liefdevolle aandacht.Bedankt♥️

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Pech voor jullie met het weer.Wel veel natuur gezien .
    Hopelijk een goede nachtrust gehad met het koude weer.
    Hier is het prachtig weer zal wat naar jullie opsturen.
    Groetjes aan allen

    BeantwoordenVerwijderen