donderdag 1 augustus 2019

Riga - Jugendstil wijk

Er staat weer een ‘familie-reisje’ gepland. Samen met papa, Greta, Inge en Thomas reis ik vandaag naar één van de Baltische staten. Mijn kennis over Letland, bovenbuur van Litouwen en onderbuur van Estland, is niet groot. Benieuwd naar wat er komen gaat, wrijf ik me eens goed in de handen, klaar om Riga te ontdekken. Ik heb toch wat vertrek stress want voor het eerst neem ik een vliegtuig met enkel handbagage. Bovendien is het weerbericht wat wisselvallig. Ze voorspellen 20 graden, bewolkt en af en toe een bui dus wat neem ik mee?


Het is vroeg in de ochtend wanneer het luchthaven transport ons komt ophalen maar het is hoogseizoen dus willen we geen enkel risico nemen. Er is al behoorlijk wat volk in Zaventem maar inchecken hoeven we niet want we hebben enkel handbagage bij. Het vliegtuig van Air Baltic is op tijd. Inge en Thomas moeten even opzij want ze krijgen een andere stoel. Gevolg: wij zitten helemaal achteraan en zij helemaal vooraan. Waarom? Ons een raadsel want de oorspronkelijk geboekte stoelen naast ons, zijn gewoon vrij. De kapitein spreekt ons via de luidsprekers toe in het Lets. Het klinkt zangerig, vriendelijk en op de een of andere manier bekend – ook al begrijp ik er niets van. Slechts tweeënhalf uur na het opstijgen, landt het vliegtuig op het internationale vliegveld van Riga. We nemen een taxi en maken onmiddellijk kennis met de niet al te vriendelijke inwoners. We geven de chauffeur het adres van ons hotel. Zijn wegkijkende blik straalt irritatie en vermoeidheid uit. Zonder enige verbale reactie start hij de wagen. Welkom in Riga! We hebben hotel Mosaic geboekt. Voor slechts 113 euro logeren we 3 nachten in een moderne kamer in dit eenvoudige maar best wel trendy hotel. De entree is alvast heel kleurrijk. Ook de vriendelijkheid van de loketbediende is  prima.


Het is al ver na de middag wanneer we eindelijk op ontdekking kunnen gaan in Riga. De stad wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Daugava. Op de westelijke oever liggen de Oude en Nieuwe Stad, waar zich de meeste toeristische bezienswaardigheden bevinden. Maar ook buiten het centrum is voldoende te beleven. Volgens de reisgids zitten wij in de wijk van de Art Nouveau en Jugendstil architectuur dus een prima startpunt voor onze ontdekking in Riga. In de Elizabetes Iela waar ons hotel gelegen is, zou zich op nummer 10 een juweeltje van de Jugendstil bevinden. Al snel wordt duidelijk dat de nummering van de huizen hier niet is zoals bij ons. Op nummer 10 zien we een grauw huis zonder enige versiering. Vol enthousiasme zetten we onze tocht verder in de richting van het Kronvalda park. Deze groene long in de stad is een ontmoetingsplaats voor jong en oud. Af en toe schieten we in de lach en dat heeft alles te maken met de bijzondere kledingstijl van de Letten. Pas op, die is zeker modern en we denken dat de kledij ook best wel duur is maar toch hebben we zo onze bedenkingen. Een sjeik kleed met daaronder een soort pantoffel met vooraan een grote pompon, jeans met meer gaten dan stof, rokken en blouses met een vreemde snit. In het midden van het park staat er een ijskarretje. Verkoopstechniek nul komma nul want wie haalt het nu in zijn hoofd om deze koude lekkernij te kopen wanneer de verkoopster ineengedoken op een stoeltje zit, gekleed in een oversized regenpak. Vreemd volk die Letten wat het is nu wel wat bewolkt maar toch nog een aangename 19 graden. 


In het park zou bij het kunstmuseum een borstbeeld staan van de schilder Janis Rozentals, een van de protagonisten van de jugendstil en het is ook daar dat onze stadswandeling start. Tot drie maal toe wandelen we het park rond maar geen Janis te bekennen. We verlaten het park dan maar en wandelen wat rond want ver kan het niet zijn. Tijdens die zoektocht passeren we een restaurant en vermits het ondertussen bijna half 4 is en iedereen een beetje honger heeft, besluiten we toch eerst een hapje te eten. Op goed geluk en mede omdat de buitenkant er zo mooi uitziet, gaan we binnen bij Ikos Olivia. Dat blijkt een voltreffer! Bij tripadvisor gewaardeerd met 4 sterren en dat is het meer dan waard. Het gezellige, warme interieur en de mooi gedekte tafels zijn uitnodigend en wanneer we de menukaart bekijken zijn we helemaal aangenaam verrast. De gerechten zijn stuk voor stuk heel erg origineel met verrassende combinaties. Blijkbaar heeft de chef bij verschillende sterren restaurants gewerkt en dat proef je! Mijn tagliatelle met kreeft is om duimen en vingers bij af te likken. Papa en Greta gaan voor zwaardvis, Thomas voor ribeye en Inge neemt het meest gewaagde gerecht, eend met geitenkaas en chocoladesaus. Wat ons betreft prijs, kwaliteit uitstekend. We kunnen het iedereen aanbevelen. 


Met ons buikje goed gevuld, kunnen we onze zoektocht relaxter verder zetten en al snel arriveren we in het hart van de Jugendstil wijk. Toch zijn we een beetje teleurgesteld want als je bij ons de Cogels Osyslei gezien hebt, stellen de huizen hier niet veel voor. De mooiste straat in deze wijk is de Alberta straat. Wij verstaan echter iets helemaal anders onder jugendstil maar onmiskenbaar zijn de huizen wel allemaal rond 1900 gebouwd. De façades van de gebouwen tonen de meest uitbundige ornamenten denkbaar: allerlei grappige versieringen gemaakt van verschillende materialen zoals cement, keramiek, metaal en hout zorgen voor een vrolijk en vaak grappig geheel. De huizen zijn versierd met nimfen, waterspuwers, dieren en wezens ontsproten aan de fantasie van de architect. Ieder gebouw is daardoor volslagen uniek. Veel gebouwen zijn trouwens gerestaureerd. Achter de hoek bevindt zich het jugendstil museum maar we zijn net te laat want om zes uur sluit het. 


Naast de zogenaamde Jugendstil gebouwen zien we hier ook heel veel houten huizen en dat komt omdat er tot het einde van de negentiende eeuw een wet bestond die het bouwen van stenen gebouwen buiten de stadsmuren verbood. De reden daarvoor was dat houten gebouwen gemakkelijk in brand gestoken konden worden om te voorkomen dat indringers de stad innamen. Deze combinatie van Middeleeuwse gebouwen, Jugendstil en houten architectuur maakt van Riga een allesbehalve alledaagse stad.


Een hele vreemde gewoonte van de Letten is dat ze met hun fiets gewoon op het voetpad rijden. Gelukkig zijn de meeste heel erg breed maar af en toe moeten we toch even opzij springen. Riga is echt een stad met twee gezichten, aan de ene kant zie je echt veel armoede, ouderen die lopen te bedelen of een karig loontje met een ijscokarretje bij elkaar proberen te schrapen, aan de andere kant staan er schitterende gebouwen.


We gaan alvast het restaurantje reserveren waar papa zaterdag op zijn verjaardag wil gaan eten. Op het terras zit een groep Vlamingen die mijn vraag om hoe laat iedereen wil eten, beantwoorden met ‘tegen acht uur is goed zene’. 


Voor het mooiste uitzicht over de stad, trekken we naar de 26st verdieping van het Radisson Hotel. In de Skyline bar hebben ze heerlijke cocktails. Ik ga voor de Angel Falls met rum, mango, passievrucht, ananassap, limoen en rietsuiker. Heerlijk zoet en het gaat vlot naar binnen. Al nippend aan ons heerlijke drankje, genieten we van het uitzicht. Wat een grote stad is Riga! De onvermijdelijke vraag van iedereen tegenwoordig, luidt: Is er wifi? Wel, Riga is in 2014 uitgeroepen tot Europese wifi-hoofdstad. De stad is dan ook volledig ‘connected’ en de wifi is overal gratis. Ook hier, hoog boven de grond. Wat mij betreft een fijne afsluiter van de dag maar de anderen gaan naast ons hotel nog een afzakkertje drinken. Ik kruip echter mijn bedje in want we hebben vandaag maar liefst 15.000 stappen gezet en dat voel ik aan de voetjes. Bovendien wordt morgen ook weer een vermoeiende dag. 




1 opmerking: