zaterdag 27 juli 2019

Den Bosch

Marleen en ik gaan vandaag ’s Hertogenbosch, of in de volksmond Den Bosch, de hoofdstad van de provincie Noord-Brabant bezoeken. Derde keer goede keer hopen we, want de vorige twee pogingen vielen letterlijk in het water. Ook vandaag voorspellen ze slecht weer maar we wagen het er toch op. Zoals steeds heb ik het internet afgeschuimd op zoek naar een leuke wandeling buiten de toeristische trekpleisters.

We parkeren de wagen aan het centraal station van Den Bosch. Wanneer we de parking buiten komen, botsen we onmiddellijk op de indrukwekkende Drakenfontein, één van de bekendste symbolen van de stad. We kunnen ons voorstellen dat de draak in de zon vol trots glimt maar het is toch een beetje overtrokken. Weinig Bosschenaren kennen het verhaal van de Draak en dat  is behoorlijk droevig eigenlijk. In 1881 kreeg de heer Bosch van Drakestein te maken met een enorm drama. Hij had twee dochters, een tweeling van 16 jaar. Op 19 november stierf de ene dochter. Een dag later, op 20 november, overleed ook zijn andere dochter. Drie jaar later werd hij weer door het noodlot getroffen toen zijn vrouw overleed.  Toen hij in 1894 zelf stierf, liet hij de gemeente Den Bosch een erfenis na van 10.000 gulden. Dit geld was bestemd voor de oprichting van een monument ter herinnering aan zijn overleden dochters en vrouw. In 1903 werd ‘De Draak’ onthuld. Het gouden fabeldier vormt de bekroning en hij houdt het familiewapen in zijn klauw. Aan de voorkant van het monument staat een voorstelling in koper afgebeeld, die herinnert aan de overleden echtgenote en tweelingdochters.


Op een van de hoeken van de rotonde zien we het Coffeelab, een prima begin van de dag. Het is namelijk een fijne koffietent met een gezellige sfeer en heerlijke latte macchiato. We hebben ogen te kort om alles wat zich in het interieur bevindt, in ons op te nemen: veel planten, kleurrijk meubilair, een muur behangen met koffiefilters ... 

Nadien wandelen we in de richting van de rivier de Dommel en zien we een standbeeld van twee spelende kinderen die haasje over doen. We merken op dat ze het in Nederland toch een beetje anders spelen dan bij ons. Wij staan met de kont gericht naar de springer maar hier is het net andersom. Marleen maakt zich de bedenking dat de gebogen persoon zijn hoofd niet omhoog moet doen want dan belandt hij met zijn gezicht recht in het kruis van de springer. 


We hebben zin in street art dus blijven we voor de brug en draaien links voor het water de straat in. Van hier hebben we een prachtig zicht op de oude indrukwekkende treurwilgen die langs het water staan. In de verte zien we reeds de Tramkade met muren vol graffiti. Achter het werkwarenhuis zien we gigantische silo’s die een paar jaar geleden helemaal zijn beschilderd.




Dit weekend vindt er een festival plaats en ze zijn bezig om alle kraampjes op te zetten. Straks wordt het hier een drukte van jewelste. De locatie leent zich in ieder geval want de oude Verkade fabriek is een inspirerende plek waar kunst, muziek, eten en drinken samenkomen. Hier en daar hangen wat bordjes met leuke spreuken.

We keren op onze stappen terug en wandelen in de richting van de Dieze. Aan de rand van deze gracht staan prachtige huizen. Hier wil ik wel een B&B. Ja als het zonnetje schijnt, en dat is het geval, moet je helemaal niet naar het verre Spanje voor een vakantiegevoel. Dat hebben we hier ook! Het is al half 1 wanneer we in het gezelligste deel van Den Bosch aankomen, de Uilenbrug. Hier krioelt het van de restaurantjes dus kiezen we een gezellig terrasje uit in de Karrestraat (Grand Café Carras) en zetten we ons in het zonnetje. We maken ons de bedenking dat we toch wel heel veel geluk hebben met het weer want in Antwerpen valt de regen met bakken uit de lucht. Marleen neemt een koude soep en ik ga voor kip terijaki op bruin boerenbrood. Marleen vraagt wat die dikke brokken zijn op mijn bord ... eh? Kip natuurlijk! Het smaakt en met ons buikje gevuld, zetten we de wandeling verder.


Via de Lepelstraat en de Molenstraat komen we bij het standbeeld van Zoete Lieve Gerritje. Het staat op een verlaagd plateau naast de Binnedieze. Het is eigenlijk een volksliedje dat betrekking heeft op Den Bosch. Het standbeeld van het zingend vrouwtje met naast haar een haan is niet echt mooi maar wel schattig. Van daaruit kan je met een bootje op de Dieze gaan varen maar dat doen we een ander keertje wel. We passeren een antiquair met op de eerste etage Brouwerij Boegbeeld waar ze het Kutbier verkopen. Op de affiche van dit blonde bier staat: Ze verft haar haar het liefst in een zo onnatuurlijk mogelijke kleur. Ze draagt veel make-up en tekent haar wenkbrauwen zoals ze dat zelf wil. Als ze langst komt scheuren op haar tomos, roepen alle mannen op zijn Bosch, ‘Ziet ze er goed uit Kut?’ Kutbier is een ode aan haar en aan het pareltje van het Bossche taalgebruik.  

Niet ver van hier, net buiten het centrum, bevindt zich de Bossche Broek, een prachtig natuurgebied. Om daar te komen moeten we het water over via een brug, dan de trap af naar een soort houten vlondertje dat ons onder een brug brengt. Het water is hier smerig dus letten we goed op dat we er niet in tuimelen. Zo arriveren we opnieuw aan water en daar zien we een vlot waarmee we zelf naar de overkant moeten varen. Verwoed begin ik aan het wiel te draaien en langzaam komt de ketting los. Halverwege neemt Marleen het over want het vraagt best wat kracht om het vlot naar de overkant te trekken. Een echtpaar dat aan de andere kant van de Dieze staat, slaat ons geamuseerd gade. De laatste loodjes wegen het zwaarst en gelukkig begint de man ook verwoed aan het wiel te draaien zodat we de laatste meters iets sneller vooruit gaan. Het natuurgebied is indrukwekkend en we zien veel reigers en andere vogels die hier in alle rust vertoeven. We wandelen er door en krijgen het plots heel erg benauwd. De temperatuur lijkt wel met vijf graden te zijn gestegen en we hopen dat dit niet de voorbode is van een onweer. Of zou het toch iets te maken hebben met de inspanning van daarnet?


Aan de andere kant van de Bossche Broek komen we terug in de bewoonde wereld. Net voor ik opnieuw beton onder mijn voeten heb, schuif ik uit .... in een hondendrol! Mijn geribbelde zool neemt de heerlijk geurende substantie met plezier in zich op. Beduusd zet ik me op een bankje en probeer ik verwoed alles met een stokje te verwijderen. De geur maakt me misselijk. Eens het klusje geklaard, steken we de baan over en zien we enkele opvallende figuren. Het zijn de verzonnen figuren van Jheronimus Bosch, oftewel Jeroen Bosch, de schilder uit de vijftiende eeuw die vooral surrealistische werken maakte. In het water een drenkeling die nog net zijn hoofd boven water kan houden en aan de kade een grappig figuur aan een kampvuurtje. Via de oude vestingmuur komen we in het Zuiderpark. Hier is het lekker koel onder de bomen.


We verlaten de natuur en komen midden in het centrum terecht op de Parade, één van de twee grootste pleinen in Den Bosch. Hier zijn er heel wat statige huizen te bewonderen maar het plein is gevuld met podia dus hier zal straks of morgen ook weer een soort festival plaatsvinden. Daardoor is het zicht op dé trekpleister van de stad, de Sint-Janskathedraal, niet optimaal. Toch zien we meteen dat het een indrukwekkend gebouw is. Vroeger tussen 1629 en 1810 een hervormde protestantse kerk maar nu katholiek. Het is een onvervalste parel van de Brabantse gotiek, een stijl die mij wel weet te bekoren ook al is het redelijk druk binnenin. Er zijn tal van luchtbogen met een groot aantal versieringen die doen denken aan kantwerk.

Eenmaal terug buiten op het plein is het moeilijk om een volledig beeld te krijgen van de immense kathedraal maar in een zijstraatje hebben we toch een mooi zijaanzicht. In de beschrijving van de stadswandeling staat dat we op zoek moeten gaan naar de engel met de telefoon. We bekijken elkaar bedenkelijk aan, want in die tijd waren er toch helemaal geen mobiele telefoons? Toch ga ik op zoek terwijl Marleen geamuseerd op me wacht. Ik wandel helemaal rondom de kathedraal maar er zijn zo veel ornamenten dat ik door het bos de bomen niet meer zie. Een schattig oud vrouwtje met fototoestel komt naar me toe en weet meteen waar ik naar op zoek ben. Zij zet me op het juiste spoor en dan zie ik hem, helemaal bovenaan op het dak. Het vrouwtje vertelt dat de engel geplaatst werd na de jarenlange renovatie. Het lijkt misschien gek maar de engel op de Sint-Janskathedraal kan daadwerkelijk gebeld worden. Voor tachtig cent per minuut kan je op het nummer 0900-7468526 een boodschap aan de hemel doorgeven. De opbrengst gaat naar het onderhoud van de kathedraal. Ik vraag me in stilte af of er nu werkelijk iemand zo gek is om het nummer te bellen. 


We houden ook wel van winkelen en Den Bosch is hiervoor een fantastische stad zo blijkt, maar we hebben vorig weekend al wat te wild gedaan in Breda dus laten we de vele kleine boetiekjes en leuke snuisterij winkeltjes in de Vughterstraat links liggen! We besluiten in plaats van te winkelen nog even iets te gaan drinken in een taartenwinkel waar ze ook pralines van leonidas verkopen. We kijken reikhalzend uit naar onze bestelde koffie en thee in de hoop dat er ook een pralineke geserveerd wordt, maar dat blijkt ijdele hoop. We bestellen dan maar een schaaltje pralines extra. Wanneer we onze voetjes genoeg rust bezorgd hebben, gaan we verder op ontdekking in de stad van Jeroen Bosch. 


De schilderstraat is een schattig steegje dat je niet zou verwachten in het drukke stadscentrum. Aan het eind ervan, zien we een immense muurschildering. Geen graffiti dit keer maar een schildering gemaakt met de echte authentieke Italiaanse frescotechniek. Uitgangspunt was Eva van Jeroen Bosch uit de tuin der lusten en het werd gemaakt door 9 leerlingen van de opleiding oude schildertechnieken. Heel indrukwekkend! Even later komen we bij het Oeteldonks Gemintemuzejum, oftewel het carnavalmuseum. Oeteldonk is namelijk de naam van Den Bosch in de carnavalsperiode.  Het is een van de belangrijkste feesten voor een Bosschenaar. Misschien een leuk museum voor kinderen maar niets voor ons.

We gaan op zoek naar de Jeroen Bosch tuin en vragen de weg aan een vader die met zijn zoon even pauzeert tijdens het fietsen. De vader zegt dat we naar links moeten, de zoon zegt dat we rechtdoor moeten. Iets in ons zegt dat we naar de jeugd moeten luisteren. Achter ons horen we vader en zoon nog even verder kibbelen hierover maar hij had dus gelijk. In het kleine parkje is het rustig. Buiten een groepje jongeren die op het gras ligt, is het er zo goed als verlaten. Er staan wat bankjes voor drie muren die bedekt zijn met surrealistische figuren. Ook al is de Jeroen Bosch tuin niet echt indrukwekkend het is een leuk intermezzo. 


Via een klein straatje komen we terug aan de immense kathedraal maar dit keer aan de voorkant. We blijven ons verbazen over de grootte ervan. Ik ben een snoeperke en meestal zou ik niet twijfelen wanneer ik een plaatselijke zoete lekkernij kan verorberen maar voor de Bossche Bol ga ik toch passen. Ik ben sowieso al niet gek van soezendeeg en dat dan nog eens gevuld met slagroom en overgoten met fondant chocolade, nee daar ga ik voor passen. Dan liever iets anders lekkers en dat is niet moeilijk want in de Hinthamerstraat passeren we een Italiaanse ijsbar ‘Gelateria Davide’. Bij het binnenkomen, is de meterslange toonbank de blikvanger, boordevol vers ijs in vele smaken, diverse ijstaarten en kleurige macarons. Toch even moeilijk kiezen maar ik ga voor de pistache en die is heerlijk smeuïg. Dat is echt genieten en een fijne afsluiter van een prachtige dag. 

maandag 8 juli 2019

Rotterdam: Oude Noorden - het ZOHO kwartier en het Schieblock

Eerste gedachte bij het wakker worden: Easyhotel is geen aanrader. Nu hou ik wel van wat zwoele salsa muziek wanneer ik ervan kan genieten op een zonovergoten terras maar wanneer ik tracht de slaap te vatten ervaar ik deze muziek eerder als enerverend. Het lijkt wel of er geen ramen in onze kamer staan en ik midden tussen de Caraïbische klanken vertoef. Het is al na middernacht alvorens het stil wordt. Na een half uurtje, ik zit net in mijn eerste slaap, beslist er iemand toch nog een deuntje op te zetten en alles begint opnieuw. Rond een uur of twee valt terug de stilte. ‘s Morgens is het de vuilniswagen en het helse verkeer dat me wakker maakt. Het was een korte nacht!  Gelukkig heeft Greta er geen last van gehad, het heeft zo zijn voordelen een beetje doof te zijn. We checken uit en gelukkig vraagt de dame aan de balie ons niet of we goed geslapen hebben, want anders zou ik toch even op mijn tong hebben moeten bijten, een welgemeend ja heerlijk kan er bij mij echt niet af. Tot ziens roept ze ons nog toe maar ik denk het niet! 


Ontbijten doen we bij Baker and Moore, op zo’n 240 meter van het hotel. Wanneer we de gezellige koffiebar binnenkomen, worden we vriendelijk verwelkomd en mogen we een tafeltje kiezen. De grote ruimte heeft een industriële look en is net als het personeel uitnodigend. Een knappe man met exotisch uiterlijk is helemaal afgestemd op zijn collega. Beide hebben ze het haar straks naar achter met een dotje boven op hun hoofd. Hij zorgt voor de drankjes, zij voor het eten. Het ontbijt bestaat uit twee sneetjes brood, lekker vers en dik gesneden met ham of kaas, een gekookt eitje en een croissantje. We krijgen er ook nog een glaasje vers fruitsap en een kopje koffie of thee bij. Meer dan voldoende om de dag te starten. Hun slogan: healthy, home made, fresh and delicious, doen ze alle eer aan. 


We besluiten vandaag de andere kant van Rotterdam te gaan ontdekken en nemen tram 8 naar de Zwaanshals. Van daaruit starten we een alternatieve wandeling, het Rotterdam aan de andere kant van het spoor. Op deze route geen grote highlights maar wel enkele verborgen parels. Rotterdam staat, ondanks zijn naam, bekend om de Maas en niet om de veel kleinere Rotte. De Rotte mag dan uiteindelijk stilletjes uitmonden in de Maas, pas in het Oude Noorden merk je dat de rivier waaraan de stad zijn naam dankt, nog altijd een vrij grote stroom is. Staand aan de kades is goed te zien dat deze buurt nooit gebombardeerd is geweest. Het Oude Noorden werd in de 19de eeuw gebouwd om het overvolle centrum te ontlasten. Het is een van de oudste wijken van de stad met mooie pleinen, oude bruggetjes en bruine buurtcafés. 


Vlak bij de Rotte zien we een voormalige brandweerkazerne waar momenteel een lokale bierbrouwerij gevestigd is. Aan ons is een bierproeverij niet besteed maar als je houdt van dit gele vocht dan is een bezoekje aan dit adres een must. Een van de bewoners in de straat achter de brouwerij is alvast fan want zijn terras puilt uit van de bakken bier.


Het is heel erg rustig in deze buurt. De huisjes zijn stuk voor stuk pareltjes en voor bijna elke deur groeien indrukwekkende stokrozen. Hier en daar ook prachtige graffiti aan de muren. Hier wonen heel wat creatievelingen en dat zie je aan alles. Heel mooi zijn de houten vogelhuisjes aan sommige gevels. 


Bij de legendarische bruine kroeg Café de Bel bevindt zich misschien wel de kleinste en meest bizarre kunstruimte van Rotterdam, het Roro Museum. Kunstenaar Rosa Peters en barman Romana begonnen met deze wisselvitrine in 2013. Iedere twee weken wordt op zondagmiddag een nieuw kunstwerk onthuld in de kleine glazen kubus aan de wand. We kunnen het niet van dichtbij bewonderen want het café is nog gesloten. Voor de deur zit er een ijsbeer in een vuilbak, op zich al een blikvanger in de straat. 


Wanneer we binnenstappen bij Arzu belanden we in de zevende chocolade hemel. Het is een klein tentje dat in hoofdzaak gekend is onder de jonge moslima’s uit de buurt. In de kleine toog liggen de chocoladebars uitnodigend klaar. Ze zien er niet alleen prachtig uit maar er zijn ontelbare smaken. Het is dus moeilijk kiezen. We gaan voor blue vanilla, red velvet en forrest fruit. Ze zijn stuk voor stuk heerlijk zacht, smeuïg en lekker zoet. Deze suiker-shot is voldoende voor de komende weken. 


Aangekomen in Rotterdam Noord, een voormalig station, kijken we onze ogen uit. De ruimtes onder het spoor, de Hofbogen, zijn mooi gerestaureerd en hier bevinden zich leuke boetiekjes, restaurants en cafeetjes. We passeren het hoofdkantoor van Man Met Bril Koffie. Hier schenken ze volgens velen ‘s lands lekkerste ‘bakkie pleur’. We nemen er even een kijkje en ook al ben ik dan geen koffiedrinker, de geur die in mijn neusgaten dringt is hemels. Ze branden hier zelf hun bonen en zoeken constant naar nieuwe heerlijke koffie blends. 


Begin 19de eeuw besloot de welgestelde Geertruy Groenevelt dat ze een fortuin zou nalaten voor de bouw van een hofje waar bejaarden en ongetrouwde vrouwen konden wonen. Zo ontstond Vrouwe Groenevelt’s Liefdesgesticht. Het bestaat nu al meer dan 100 jaar en er wonen nog steeds mensen. We kunnen er jammer genoeg niet in maar loeren toch even door het hek. We merken op de belletjes aan de poort dat hier geen vreemdelingen wonen, alhoewel we toch in een buurt rondlopen waar de pita zaken, halal beenhouwerijen en Marokkaanse winkeltjes eerder regel dan uitzondering zijn.


Ondertussen zijn we beland in het ZOHO kwartier waar er zich allerlei moderne kantoorpanden bevinden. In dit gedeelte van de stad zou het meest bijzondere restaurant zijn en inderdaad verborgen op een klein pleintje komen we bij Gare du Nord. Het is een oude treinwagon en er wordt uitsluitend met biologische en plantaardige ingrediënten gekookt. Naast de wagon bevindt zich de pluktuin waar twee Rotterdammers met een ‘geitenwollensokken imago’ druk in de weer zijn. Waarschijnlijk niet mijn ding maar het is wel speciaal. 


Het dak van het Station Hofplein is een heus luchtpark. De helft bestaat uit een eetbare tuin waarvan de oogst door omringende restaurants wordt gebruikt. De andere helft van het groene dak is goed voor een wandeling over een 390 meter lange loopbrug die in 2015 werd opgeleverd. Slechts vier jaar geleden maar toch al aan renovatie toe. De gele verf kan best een opfrissing gebruiken. De singel is versierd met stukjes uit het gedicht ‘Mi have een droom’ van Ramsey Nasr. Het echt Rotterdams is voor ons een beetje Chinees. 


Het was een fijne wandeling in een stukje Rotterdam waar bijna geen enkele toerist komt. Jammer want tegenwoordig is het een van de hipste wijken van Rotterdam en onder locals een geliefd winkel en restaurantgebied. 


Opnieuw in het centrum van de stad aangekomen, besluiten we nog even wat te winkelen maar eigenlijk zijn we beiden doodmoe van twee dagen kuieren door de stad. Na een uurtje houden we het dan ook voor bekeken, laten we de prachtige stad aan de Maas achter ons en rijden we terug naar Antwerpen. 


zondag 7 juli 2019

Rotterdam - Oude centrum

Voor Greta’s verjaardag gaan we op citytrip naar de stoere havenstad Rotterdam. Ja ze heeft er even op moeten wachten maar eindelijk is het zo ver. De metropool aan de Maas charmeert me iedere keer weer door zijn eigen karakter en zijn markante stadsgezicht. Ik ben al vaak in Rotterdam geweest maar telkens om te shoppen dus misschien is het wel eens leuk om ook wat cultuur op te snuiven. 


Het is nog te vroeg om in te checken en we hebben gemakkelijke schoenen aan om te wandelen dus geven we ons over aan deze veelzijdige wereldstad aan de Maas. We wandelen eerst naar het Station want van daaruit begint er een stadswandeling. Het centraal station werd pas in maart 2014 opnieuw geopend na een periode van 4 jaar intense renovatie. Wat is het hier mooi! Als je dit vergelijkt met de stationsbuurt in Antwerpen, moet je gewoon vaststellen dat onze stad hier nog wat van kan leren. Het gebouw zelf is indrukwekkend en het spel van licht en ruimte in de puntzak constructie maken het tot een toonaangevend voorbeeld van moderne architectuur. Dagelijks passeren hier maar liefst 110.000 reizigers. 


De skyline van Rotterdam raakt steeds meer gevuld. Met voorsprong is het dan ook de hoogbouwstad van Nederland. Het Witte Huis geldt als de eerste Nederlandse wolkenkrabber ooit. Met zijn 42 m hoogte nu een klein duimpje tussen de grote broers als de Euromast (185 m) , Montevideo (152 m) en de Maastoren (165 m). Wat voelen we ons klein tussen al deze immense hoogbouw. 


De wandeling gaat in de richting van een groene boulevard en bij het monument van het verzet lopen we verder langst het water. Het zorgt voor een zen gevoel en we genieten volop. Onderweg passeren we het moderne bouwwerk van de Pauluskerk. Hier worden vooral daklozen, vluchtelingen en drugsverslaafden opgevangen. Aan het water zien we heel wat beelden van de internationale beeldencollectie van Rotterdam. Mooi vinden we ze niet maar het heeft wel iets, zoveel kunst in de stad. 


De wijk van het Museumpark steelt onmiddellijk mijn hart. In de achtertuin van het bekendste museum van Rotterdam, het Museum Boijmans - Van Beuningen is het werkelijk prachtig om te wandelen. Aan het einde van het park zien we een schattig Grieks kerkje en we besluiten er een kijkje te gaan nemen. We krijgen een instant Grieks vakantiegevoel. Er is net een dienst bezig en het kleine kerkje barst dan ook bijna uit zijn voegen. We worden verwelkomt met de woorden ‘kalimera’. Uiteraard verstaan we geen woord van wat de priester vertelt maar we vinden het charmant en blijven toch even luisteren. Blijkbaar zijn er heel wat Grieken in Rotterdam. 


Via de Kunsthal Rotterdam en het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, arriveren we bij het grootste park van de stad. Het was voorbestemd om een slachthuis te worden maar de bevolking liet van zich horen en de bouwplannen werden afgevoerd. De tuin is ontworpen naar Engelse landschapsstijl. We bezoeken het Noorse Zeemanskerkje. Het is een soort opvangcentra voor zeelui, die daar hun godsdienstige plichten kunnen vervullen en zich ook in een plezierige omgeving kunnen ontspannen. Het bijgebouw wordt gebruikt voor bijeenkomsten van de Noorse gemeenschap in Nederland en er worden Noorse taalcursussen verzorgd. In het winkeltje zijn Noorse producten te koop. 


Aan de grote vogelkooi wandelen we rechtdoor naar de Euromast. Deze werd gebouwd ter gelegenheid van de Floriade. In 1960 werd de scheepsmast geopend. Met zijn hoogte van 185 m is de Euromast het hoogste gebouw van Rotterdam. Aan de zijkant bengelen wat mensen aan een koord, zij hebben geen last van hoogtevrees. 


Een ander mooi plekje in Rotterdam is de Veerhaven, een jachthaven die omgeven is door historische gebouwen. Vele eeuwen terug was dit een haven voor de veerboten naar de andere oever van de Nieuwe Maas, vandaar de naam.  Aan de Wilhelminakade zien we veel oude pakhuizen die verbouwd werden. Hier lag de brandgrens in 1940. Tot hier stond Rotterdam dus in brand. Het was 14 mei 1940 en op een kwartier tijd werd het hart van de stad weggeveegd door een bombardement met als trieste balans: 800 doden, 25.000 woningen, 14.000 gebouwen vernield en een brand die dagenlang na smeulde. 


Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de Erasmusbrug. Deze brug over de Nieuwe Maas is 802 meter lang. De Rotterdammers noemen de brug De Zwaan omdat de witte pyloon, die zelf ook 139 meter hoog is, doet denken aan een zwanenhals. Ze werd in 1996 officieel geopend. Met zicht op deze prachtige brug, zetten we ons op het zonnige terras van Restaurant Zenne waar de Griekse uitbaters ons vriendelijk verwelkomen. Op de kaart van dit Griekse restaurant staat eigenlijk weinig Grieks, wel Spaanse gehaktballetjes en oer-Hollandse kroketten. We gaan voor dit laatste en ze smaken heerlijk. 


We volgen de kade verder tot aan het Monument De Boeg. Dit oorlogsmonument is 46 m hoog en is een eerbetoon aan de 3.500 zeelieden die het leven verloren in de tweede wereldoorlog. Het monument stelt de boeg in de golven voor en dateert van 1957. In 1965 werd een bronzen beeldengroep toegevoegd.


We wandelen verder tot aan de Nieuwe Leuvebrug bij de historische haven van Rotterdam. Hier zien we oude schepen, kranen en werktuigen. En daar zie, het Witte Huis! Zijn we wel in Rotterdam? Ja hoor maar het Witte Huis ziet er wel iets anders uit dan de Amerikaanse variant. Het werd gebouwd eind 19de eeuw in art nouveau stijl en was met zijn 42 m hoogte, de eerste wolkenkrabber van Nederland. Op de gevel vind je sculpturen van vooruitgang, nijverheid, handel, zeevaart, landbouw en arbeid. Dat het 11 verdiepingen tellende gebouw een lift heeft was voor die tijd uitermate modern. Het overleefde het bombardement in 1940.


Dan komen we bij de kubuswoningen, een icoon van de stad en een combinatie van sociale woningbouw en verfraaiing. Het was een idee van de Amsterdamse architect Piet Blom. Hij zag de kubuswoning als een boom en het geheel als een bos. Er zijn 38 woningen in totaal en je kan er zelfs eentje bezichtigen. Ik heb dit al eens gedaan dus Greta gaat even alleen een kijkje nemen terwijl ik me op een bank in het zonnetje zet. De kubus rust met één punt op een betonnen zeshoekige onderbouw. De aparte vorm vraagt inventiviteit qua gebruik en inrichting.


De kubussen zijn gelegen vlak aan de centrale Marktplaats bij de Nieuwe Markthal. Aan de buitenkant is het een grote boog van 40 meter hoog, binnenin een indrukwekkende ruimte waarin kraampjes, winkels, cafés en restaurantjes zijn ondergebracht. Hier kunnen de inwoners van Rotterdam inkopen doen en socializen tegelijkertijd. Het foodwalhalla is 7 op 7 geopend. We vergapen ons aan de kunstige wanden bestaande uit ruim 4.000 platen in aluminium die door de Nederlandse kunstenaar Arno Coenen van tekeningen en afbeeldingen werden voorzien. Niet alleen qua vorm maar vooral vanwege het bijzondere plafond: de Hoorn des Overvloeds. Zo indrukwekkend zag je het zelden. De kleurige beschilderingen, je blijft ernaar kijken. Het is het grootste kunstwerk van Nederland, gemaakt door Arno Coenen en Iris Roskam. Het wordt zelfs ‘De Sixtijnse kapel van Rotterdam’ genoemd. Wist je dat dit kleurrijke geheel op de binnengevel uit 400.000 megapixels bestaat? En dan het eten natuurlijk. Want daar is hij voor gemaakt. Goedkoop is het niet, maar als je er bent snap je meteen waarom. Hier is echt zorg aan besteed. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. De markthal is werkelijk ingenieus want het aanvoeren van goederen gebeurt ondergronds. Er zijn buffers en driedubbel glas aangebracht waardoor de bewoners van de appartementen bovenaan in de markthal geen last hebben van het lawaai. 


We hebben uiteraard geproefd en gekeurd en ik zou me hier suf kunnen kopen en eten. Het is helemaal mijn ding, het mediterrane, het oriëntaalse, het wereldse. Ik hou ervan! Toch nog even enkele pasteis de nata kopen want een dessertje gaat er altijd in! 


De laatgotische Laurenskerk is het enige monument in Rotterdam dat dateert uit de middeleeuwen. Voltooid in 1646 maar na het bombardement van mei 1940 volledig heropgebouwd. Het gebouw staat schots en scheef, gelukkig heb ik niets gedronken anders zou ik denken dat het aan mij ligt. Aan het Grotekerkplein komen er zwoele klanken onze richting uit. Een latin groepje zorgt er voor ambiance en de kleine dansvloer voor het podium is gevuld met enthousiaste tango dansers. We blijven even staan kijken in de schaduw van het Erasmus monument.


Ondertussen zijn we aangekomen in de Lijnbaan, dé shoppingstraat van Rotterdam maar we wijken even af naar het stadhuis en het postgebouw. Beide gebouwen stammen uit de Art Deco periode. Het stadhuis is één van de weinige gebouwen dat de bommenregen overleefde. We wanen ons even aan de Antwerpse leien want ook hier lijkt het wel een bouwwerf. Na bijna 10 km wandelen, vinden we dat onze voetjes wat rust hebben verdiend dus zetten we ons voor een drankje op een zonnig terras. Daarna wandelen we naar ons hotel om in te checken. We logeren in het EasyHotel Rotterdam City Centre (Westblaak 67). De kamer is klein, modern en luidruchtig. Gelukkig heb ik oorstoppen bij en kan greta haar hoorapparaat straks uitdoen.


‘s Avonds dineren we bij Caffe Italia, een echte Italiaan waar de pasta nog zelf gemaakt wordt. We proeven de verse ingrediënten en de bediening is vriendelijk. Aan de muur een prachtige zwart wit foto uit West Side Story. Met ons buikje goed gevuld, maken we nog een prachtige wandeling naar de Erasmusbrug. Daar gaan we nog iets drinken op het terras  van Prachtig, dat trouwens zijn naam niet gestolen heeft want hier aan het water is het werkelijk prachtig. De mooie avondzon legt een indrukwekkende gloed over de kade en doet het water schitteren. Hier neem ik nog een heerlijk dessertje, moet kunnen op vakantie niet? Moe maar voldaan gaan we terug naar ons hotel voor een hopelijk zalige nacht.




maandag 27 mei 2019

Delft

Toch iets beter geslapen dan gisteren. We weten het nu zeker, onze gastvrouw Annebe heeft óf Alzheimer light óf ze luistert gewoon niet naar haar gasten. Ik krijg vanmorgen ontbijt met kaas, Annelies zonder en opnieuw komen er twee tassen thee op tafel.   Wanneer Annelies vraagt waar ze een kop kan vinden voor koffie, vult Annebe prompt twee tassen koffie. We doen maar geen moeite meer, alles staat op tafel dus probleem opgelost. Vandaag verlaten we de stad Leiden en rijden we terug richting Antwerpen. Onderweg stoppen we in Delft.


Van zodra we de Delftse binnenstad inlopen, zijn we al overtuigd: het is een lust voor het oog. In het vvv kantoor gaan we de historische wandelroute halen en starten daarna met het eindeloos slenteren langs de grachten en door de sfeervolle straatjes met prachtige gevelhuizen. We starten op de markt, het hart van de historische stad, met symbolisch aan de ene kant het wereldlijke gezag, namelijk het stadhuis en aan de andere kant het geestelijke gezag, de nieuwe kerk. Hier zitten de vele terrasjes vol maar de wat kleinere Beestenmarkt vinden we toch veel gezelliger. Van 1595 tot en met 1972 was het plein de plaats voor de Delftse veemarkten. Boeren uit het Westland toonden hier hun vee. Tegenwoordig is het een gezellig plein vol terrasjes waar het zonlicht zacht gefilterd  wordt door de oude platanen. Er staat ook een grappig, modern standbeeld. 


Delft werd in 1400 ommuurd met een stadsmuur, waarin acht stadspoorten gezet werden om de stad in en uit te kunnen. Van die muur blijft nog amper iets over, en de Oostpoort is de laatste staande stadspoort. De Oostpoort bestaat uit twee delen, een landpoort en een waterpoort, welke door het laatste stukje stadsmuur verbonden zijn. De poort is een prachtig plaatje en zeker de korte wandeling vanuit het centrum waard. Wanneer we terug de stad inlopen, passeren we het Klaeuwshofje, een hofje van liefdadigheid voor rooms-katholieke ongehuwde vrouwen en weduwen. 


Delft is de stad van Johannes Vermeer, één van de meest beroemde Nederlandsche schilders uit de Gouden Eeuw, iets waar Delft erg trots op is. Van zijn beroemde schilderij ‘het Meisje met de parel’, zien we overal replica’s hangen. In 1632 werd hij in Delft geboren en hier heeft hij zijn hele leven gewoond en gewerkt. Van op verschillende plekken in de stad trachten we ons in te leven in zijn schilderijen. Niet alles uit die tijd is echter bewaard gebleven. De grachten zitten vol met prachtige waterlelies en deze geven de omgeving een extra romantische sfeer. 


Ondertussen is het lunchtijd en zetten we ons op het terras van Willem Van Oranje voor een dagsoepje. Terwijl we daar genieten van het eten en het zonnetje, kijken we uit op een prachtige schildering van het Meisje met de parel. Toch best cultureel verantwoord zo’n lunch nietwaar? We zitten op een prachtige plek, net tegenover de nieuwe kerk. Hier bevindt zich het mausoleum van Willem van Oranje en nog steeds vinden leden van de Koninklijke familie hier hun laatste rustplaats. Na de lunch is het hoog tijd om terug wat calorieën te verbranden.


We wandelen achter het stadhuis door naar de Waagsteeg en komen zo op de Oude Delft. Wat mij betreft, één van de leukste grachten van Delft. Hier zijn er zo veel romantisch ogende gevels, prachtige huizen waar beroemde mensen gewoond hebben, zoals de schilder Jan Steen. 


We nemen nog snel even een zijstraatje en komen zo bij het nieuwe treinstation van Delft, ontworpen door architectenbureau Mecanoo. In de stationshal ontvouwt zich een indrukwekkend plafond met de historische kaart van Delft en vergapen we ons aan wanden en kolommen versierd met eigentijdse Delfts blauwe tegeltjes. Ook de buitenkant is de moeite waard. Het gemeentehuis, boven het station, heeft een glazen gevel die prachtig de Nederlandse lucht reflecteert.


Na dit modern intermezzo gaan we terug naar de Oude Delft voor een terrasje in de zon. Bij het verschijnen van de eerste zonnestralen komen de grachten steeds meer vol te liggen met boten. Hier wordt heel creatief extra terrasruimte van gemaakt. Zo ook bij het Stads-Koffyhuis, dé perfecte plek om te genieten. Dit ouderwetse koffiecafé is al generaties lang geliefd bij de inwoners van Delft en met reden. Locals komen hier om bij te kletsen, de krant te lezen of gewoon voor een goede kop koffie en een taartje. Ook wij genieten van iets lekkers met uitzicht op de gracht.


In de verte zien we de Oude Kerk die deels uit de elfde en deels uit de dertiende eeuw stamt. Vooral de toren springt in het oog omdat deze tijdens de bouw is gaan zakken. Hij is 75 meter hoog maar staat 1,96 meter uit het lood, een grappig gezicht. Wij zouden de toren niet beklimmen want het lijkt wel of hij kan elk moment omver kan vallen. 


Bij Delft denkt iedereen natuurlijk aan Delfts Blauw. Doorheen de stad zien we aardig wat straatkunst, waarvan een groot deel ook gemaakt is met het Delfts blauw. Op het Sint Agathaplein bij voorbeeld werden drie lantaarnpalen versierd met beschilderd porselein. Ook op de fijnste plek in de stad om even te relaxen, zien we Delfts blauw. Deze plek is de tuin van het museum Prinsenhof. Hier hebben we bijna niet in de gaten dat we vlak langs een drukke ringweg zitten, het is er lekker rustig.


In de Hippolytusbuurt zijn er, net als elders in de stad, prachtige huizen en grachten maar ook hele leuke winkeltjes. Eentje komen we buiten met een groot pak ... altijd fijn een souveniertje voor thuis. Om tien voor drie sluiten we onze dag af bij ‘Ten to three Bakery’, een tof barretje in snoepkleurtjes waar ze een geweldige keuze hebben aan heerlijke makarons, scones, mini cupcakes en brownies. Hier zetten we ons voor de laatst keer op een terrasje. De uitbaatster heeft en stem waarmee ze zo aan de slag kan bij de Efteling. Hetzelfde kan gezegd worden over haar outfit. Ja alles past hier in deze bakery, het is een sfeervol, knus plekje en ideaal om ons driedaags uitje te beëindigen. 


zondag 26 mei 2019

Leiden - Aan wal en op het water

Toen we gisteren ons bedje inkropen, was er nog heel wat nachtelijke activiteit in Leiden en met name in ons straatje maar na middernacht werd het stil. Annelies heeft heerlijk geslapen maar mede door mijn verkoudheid was het voor mij een korte nacht. Het ontbijt maakt alles goed. Annebe brengt ons een heel gevarieerd ontbijtje. We krijgen een eitje, lekker vers beleg, heerlijke warme broodjes, zelfgemaakte bananencake, fruit, noten en rozijntjes, confituur, etc .... Haar geheugen is niet echt goed want ze brengt ons ook beide en tasje thee maar Annelies drinkt koffie. Even later begint ze ook nog een conversatie in het Engels. Ik ben nog niet goed wakker en beantwoord haar vragen ook in het Engels. Na enkele minuten zeg ik haar ‘waarom spreken we in godsnaam Engels’ waarop ze me even vreemd aankijkt, lacht en dan zegt ‘ja je lijkt Engels’. Zou ze lijden aan Alzheimer light? 


Na het ontbijt gaan we naar het Rijksmuseum volkenkunde. Dit etnologisch museum is gevestigd in een monumentaal pand aan de Singel. Vermits wij wel nieuwsgierig zijn naar de enorme culturele diversiteit die de wereld rijk is, is dit helemaal ons ding. De inkom is 15€ maar dat is het helemaal waard. Er zijn wisselende exposities en vandaag is dat er eentje over Bali. Ik word even terug gekatapulteerd in de tijd en bevind me in no time terug in het paradijs. Bijna iedereen gaat naar het Indonesische eiland Bali, is er geweest of heeft het op zijn bucketlist. Verleidelijke reisbeschrijvingen en enthousiaste blogs garanderen je een droomvakantie maar dat is niet het complete verhaal. We ontdekken hier hoe het paradijs onder druk staat, mede door de plastiek vervuiling. Maar de cultuur is nog wel springlevend en dat leren we dan weer dankzij interviews met een  hindoeïstische priester. Zelf ben ik er al geweest maar toch leer ik nog dingen bij en dat is toch het doel van een museum.


Na de tijdelijke tentoonstelling over Bali gaan we de rest van het museum ontdekken. Hier openen we onze blik op de wereld. Alle werelddelen komen aan bod en het gaat over thema’s die allemaal één ding gemeen hebben, namelijk de mens. Er worden verhalen verteld over universele thema’s zoals vieren, rouwen, versieren, bidden, liefhebben en vechten. De opstellingen zijn prachtig en bij elk werelddeel hoort ook aangepaste muziek. Alleen bij Tibet ontbreekt de immer galmende mantra ‘om mani padme hum’. Annelies besluit het dan maar zelf te zingen. Dat levert haar geen vreemde blikken op want we lopen er helemaal alleen. Ook voor kinderen is dit museum geweldig want uitleg wordt ook op ‘kindermaat’ gepresenteerd. Annelies begint te lachen wanneer ik op mijn knieën ga om helemaal onderaan een vitrinekast over de Inuit een tekst te lezen en ik me luidop afvraag of ze het misschien nog iets lager zouden kunnen zetten. Ja blijkt dus dat de tekst voor volwassen gewoon op ooghoogte staat en voor kindjes dus onderaan. Toch slim bedacht!


Het is al snel twee uur later en tijd dus om iets te eten. In het grand Café van het museum verkopen ze heerlijke broodjes dus blijven we hier gewoon hangen en nog wat nagenieten van dit prachtige museum. Wat ons betreft, echt een aanrader wanneer je in Leiden bent. 


Om twee uur hebben we een ‘Hofjeswandeling’ en daarvoor moeten we naar de Burcht. Op het plein ontmoeten we onze gids. We zijn wat te vroeg en betalen alvast ons deel (4€ pp). Zoals jullie al gelezen hebben in de blog van gisteren, telt Leiden maar liefst 35 verschillende hofjes en het oudste dateert uit 1467! In deze hofjes is het rustig en ben je helemaal afgesloten van al het rumoer uit de stad dus ideaal voor een zondag zo vinden wij. Ons groepje wordt groter en uiteindelijk vertrekken we met 9 personen. De gids blijkt een saaie vent die zichzelf nochtans heel grappig vindt. Bij elke bezienswaardigheid in de stad stopt hij en begint hij een ellenlange uitleg. We zijn al een uur aan het wandelen en hebben nog geen enkel hofje gezien. Annelies en ik worden er een beetje chagrijnig van en besluiten af te haken. Zij wil liefst zachtjes verdwijnen maar dat is buiten mij gerekend. Wanneer hij eindelijk zijn mond houdt, zeg ik hem dat we het voor bekeken houden. Hij kijkt me verbaast aan dus ik zeg hem ‘we zijn al een uur aan het wandelen en hebben nog geen enkel hofje gezien’. Gevat als hij is, antwoordt hij: ‘Oh maar daar gaan we zo naartoe’. Tja dat hofje waar we nu inderdaad voorstaan, hebben we gisteren al gezien.  


We besluiten dan maar om en andere toeristische attractie op te zoeken. Leiden is misschien wel de beste stad om een prachtige rondvaart doorheen te maken! Door de vele grachten heeft Leiden een uitgebreid netwerk van waterwegen waardoor iedereen zich gemakkelijk door Leiden kan verplaatsen. Het mooie is dat heel veel bezienswaardigheden in Leiden direct aan het water liggen waardoor een rondvaart ook een prachtige gelegenheid biedt om de stad te bekijken vanuit een boot op het water. Voor slechts 10€ schepen we in bij de Leidse Rederij en worden aan boord geholpen door Rein waar ik het op slag warm van krijg, wat een knappe man! Hij blijkt bovendien dan ook nog eens perfect tweetalig en grappig. Hij geeft een interessante uitleg die hoegenaamd niet verveeld.  Zo komen we heel wat te weten over Leiden, de inwoners en de Koninklijke familie. Ook koning Willem Alexander heeft in Leiden gestudeerd, nu ja gestudeerd kan je misschien niet echt zeggen. De eindwerken van de studenten worden gepubliceerd maar dat van Willem Alexander niet omdat hij blijkbaar te veel hulp kreeg van de professoren. Ook al vertelt Rein alle dagen meerdere keren hetzelfde verhaaltje, toch vertelt hij het alsof het de eerste keer is en met zo veel humor en originaliteit. Het uur is zo voorbij en we vinden het beiden jammer dat het zo snel gedaan is. Leiden is mooi van op de kades maar vanop het water is het nog tien keer mooier.


Wanneer we terug aan wal zijn, slenteren we wat door de binnenstad. Plots is het heel wat drukker en dat is niet te verwonderen want we zijn aangekomen in dé winkelstraat van Leiden, de Haarlemmerstraat. Het is zondag en zelfs vandaag zijn alle winkels open. Annelies en ik zijn dit weekend niet bewust gaan shoppen maar wanneer we Cecil passeren, vindt Annelies al snel haar gading en koopt ze enkele bloesjes. Het is net of ik met Liliane op stap ben. Cecil kan zij ook nooit voorbij! Ook ik vind een prachtige vest die me past als gegoten. Tja .... als het op je weg komt! 


Om vijf uur sluiten de meeste winkels en gaan we terug naar onze B&B voor een aperitiefje. ‘s Avonds trekken we naar de Vrouwenkerkkoorstraat naar het Indische restaurant ‘Indian Way’ voor ons diner. Achterin is het heel erg druk maar aan het raam is nog een plaatsje vrij. De papadums en onze drankjes komen onmiddellijk maar daarna valt het stil. Mensen komen en gaan en wij hebben honger. Na bijna anderhalf uur komt het dan eindelijk op tafel. Heerlijk of wat hadden jullie gedacht? Mijn lievelingskeuken stelt nooit teleur! Na afloop komt de eigenaar persoonlijk zijn excuses aanbieden voor de lange wachttijd maar die zijn wij al lang vergeten. We wandelen terug naar de B&B voor een laatste nacht in klein Amsterdam.


Leiden heeft ons echt verrast. De stad van Rembrandt uit de 17de eeuw is nagenoeg nog volledig intact. Met zijn vele grachten, idyllische bruggetjes, kleine pleinen, drijvende terrassen en niet in het minst zijn tientallen binnenhofjes is dit de ideale stad om te wandelen. En wandelen hebben we gedaan! We hebben ook lekker gegeten, genoten van het zonnetje en met een bootje gevaren. Kortom Leiden is een stad die we iedereen kunnen aanbevelen.


zaterdag 25 mei 2019

Leiden - Wandeling door de oude stad

Dit weekend laten we ons verLEIDEN want we trekken naar een stad die door de Nederlanders ook vaak klein Amsterdam wordt genoemd. Reden hiervoor is dat de stad ook doorkruist wordt door diverse grachten met de bijbehorende karakteristieke grachtenpanden. Hopelijk zijn er niet zo veel toeristen als in de hoofdstad. Om half negen pik ik Annelies op en in de regen rijden we richting Nederland om dan 1,5 uur later daar aan te komen in het zonnetje. We parkeren de auto op een park en ride net buiten het centrum. We gaan eerst iets drinken in de gezellige sixties bar, ‘De Leidse lente’. We hebben ogen te kort om het ganse interieur in ons op te nemen. Een grote tas thee, een cappuccino en fijn gezelschap leiden tot een diepzinnig gesprek waarbij de eerste traantjes rollen, van emotie maar ook van plezier. Even je hart blootleggen bij een goede vriendin kan enorm opluchten.


Tijd om de stad te gaan ontdekken en we merken al snel dat Leiden, de thuisbasis van de oudste universiteit van Nederland en de geboorteplaats van Rembrandt, een heel gezellige stad is. De oude stad is dus doorspekt met vele grachten, mooie bruggetjes en romantische binnenhofjes. Deze geven ons het gevoel dat we in een openluchtmuseum lopen. We slenteren door de smalle straatjes, in de voetsporen van één van de bekendste schilders van Nederland.


In 1645 ontwierp de Leidense stadsarchitect de Doelenpoort. Ze gaf toegang tot een oefenterrein van twee schutters verenigingen die de stad verdedigden in tijden van oorlog maar ook het handhaven van de openbare orde in vredige tijden. De beeldengroep bovenaan stelt St Joris voor, de beschermheilige van de schutters, die een draak verslaat. We gaan door de poort de Doelensteeg in en komen zo in het binnenhofje van Eva Hoogeveen, volgens de Latijnse tekst op de poort, een kuise maagd uit die tijd. Leiden is naast universiteitsstad ook stad van de hofjes! Verspreid over de stad zijn er meer dan 35 idyllische binnenhofjes die meestal tot stand kwamen door een rijke familie die hun hemel wilden verdienen. Ze bouwden kleine woningen binnen een ommuring die voorzien waren van het standaardcomfort voor die tijd, met centraal een gemeenschappelijke tuin of binnenhof. Arme mensen mochten er komen wonen in ruil voor een dagelijks gebed voor de weldoener. ’s Nachts werden de poorten gesloten. Vandaag worden de woningen verhuurd aan senioren die er ook nu nog aan een voordelige prijs kunnen wonen. Dit binnenhofje heeft Eva Hoogeveen laten bouwen na haar dood in 1654 met haar erfenis.


Vermits we het juiste seizoen gekozen hebben voor het bezoeken van een tuin, gaan we even langs bij Hortus Botanicus. Deze tuin ligt tussen de universiteitsgebouwen en werd gesticht door Clusius in 1594 die er vooral tulpen kweekte. Hij bracht zijn eerste tulp mee vanuit Wenen. Net voor de ingang komen we al voorbij de oudste plant van de tuin. Deze dateert van 1601. De enorme entree in de grote glazen kas is op zich ook al heel indrukwekkend. Wanneer we door de tuin wandelen, zien we dat sommige kassen gesloten zijn voor het publiek. Dat komt omdat er hier nog steeds wetenschappelijk onderzoek gebeurt. We passeren een prachtige Japanse tuin die destijds in 1829 door Siebold gemaakt werd. In de victoriakas zien we een reuzewaterlelie uit de Amazone. In deze kast zijn er ook vlinders en prachtige orchideeën te bewonderen. 


Wanneer we uit de tuin komen, zien we de kapel van het Witte Nonnenklooster. Hier werd de eerste universiteit van Nederland opgericht in 1575 maar nu heeft het enkel nog een ceremoniële functie. Het is ondertussen tijd voor de lunch dus zetten we ons op een zonovergoten terras op de brug over één van de grachten. Er is toch werkelijk niets dat lekker eten in het zonnetje kan overtreffen want zoals de slogan hier zegt ‘The only thing I like better than talking about food, is eating it’. Bar Barrera aan de Rapenburg is een aanrader als je houdt van lekkere broodjes. 


Met ons buikje goed gevuld, wandelen we verder naar de Pieterskerk maar komen een klein poortje voorbij waarachter een van de mooiste binnenhofjes van Leiden ligt, het Jean Pasijnshofje uit 1655.  Hier blijven we even rondhangen om te genieten van de stilte. 


Ondertussen zijn we dus aangekomen in het Pieterskwartier, nog echt een oud stukje Leiden.  De idyllische, smalle straatjes met klinkertjes rondom de Pieterskerk noemt men ook wel het ‘Quartier Latin’ van Leiden. In de zijstraatjes zijn er leuke vintage- en antiekwinkeltjes, maar ook de leuke decoratiewinkeltjes die de moeite waard zijn om even in rond te kijken. Het Pieterskwartier wordt al eeuwen bevolkt door kunstenaars en studenten en dat is nu ook nog steeds zo. Het is er heel pittoresk en de steegjes en oude panden stralen rust en vredigheid uit, een erg fijn plekje en ook de buurt waar onze B&B gelegen is dus dat treft! 


De Pieterskerk is een laatgotische kerk, opgetrokken in zandsteen.  Oorspronkelijk stond er hier in 1121 een kapel die dus later vervangen werd door een kerk gewijd aan Sint Pieter. De kerk is de oudste van Leiden. Ze is opgebouwd in fases doordat er in sommige perioden minder financiële middelen aanwezig waren dan in andere perioden. Uiteindelijk heeft het bouwen van de Pieterskerk 180 jaar gekost. De glas in lood ramen hebben al heel wat te verduren gehad, vooral tijdens de Beeldenstorm en de kruitramp van 1807. Oorspronkelijk had de Pieterskerk een westtoren, deze werd in 1920 gebouwd en werd de Coningh der Zee genoemd aangezien de toren zo hoog was dat de schepen vanuit de Noordzee de toren met gemak konden zien staan. Op 5 maart 1512 viel de maar liefst 110 meter hoge toren echter om en werd daarna niet meer opgebouwd. Uiteraard nemen we een kijkje in deze 12e -eeuwse oudste kerk (900 jaar) in het hartje van Leiden. We gaan binnen via het Pieterskerkcafé en zijn aangenaam verrast wanneer we de kerk binnenkomen. Het is enorm groot en er is veel lichtinval. In de kerk bevinden zich een dertigtal grafstenen en gedenkplaten van bekende kunstenaars, vooraanstaande figuren en ‘rijke stinkerds’. Deze laatste zijn mensen die zo rijk waren dat ze het zich konden veroorloven om in de kerk begraven te worden. Als die begonnen te rotten dan kwamen er geurtjes vrij van onder de grafsteen. Een paar weken na de begrafenis kon het dus flink stinken in de kerk.  


Via een ander binnenhofje met gezellige hoekjes, een muur vol leuke spreuken en kleurrijke spulletjes, komen we in de Breestraat waar we oog in oog staan met het prachtige oude stadhuis! De gevel dateert van 1547 en is geheel in renaissancestijl opgetrokken. In 1929 voltrok zich een enorme brand die later herinnerd zou worden als ‘de stadhuisbrand van 1929’. De brand ontstond doordat men de kolenkachels in het stadhuis aan had laten staan. Bij deze brand ging naast het bevolkingsregister van Leiden ook een groot deel van het stadhuis Leiden zelf verloren, alleen de voorgevel overleefde het. Het stadsbestuur van Leiden besloot in 1932 een nieuw stadhuis achter de voorgevel te bouwen. 


De Breestraat is één van de twee grotere winkelstraten in Leiden. Hier vind je enkele ketens maar het gros van de winkels zijn speciaalzaken. Ik verbaas me vooral over het grote aantal prachtige bloemenwinkels met heerlijk geurende bloemen, mooie vazen en exotische planten. Een walhalla voor plantenliefhebbers dus! Misschien neem ik maandag toch wel een leuk plantje mee voor thuis. 


Aan de Vismarkt zien we de Kroonbrug met galerijen. Hier krijgen we een goed beeld van hoe er vroeger handel werd gedreven. Het graan werd verhandeld en opgeslagen onder het dak. In die tijd waren er geen markten en werd de koopwaar verkocht op bruggen en pontons. Veel bruggen dragen dan ook namen van koopwaar. Rondom de brug heerst er een gezellige drukte want het is marktdag. De geur van verse vis dringt in onze neusgaten, toch iets minder dan de heerlijke bloemengeur van daarnet.


De Burcht van Leiden is met haar gemiddeld 6,2 meter hoge muren en een muurdikte van zo’n 85 centimeter zeer imposant om te zien. De Burcht bevindt zich op een zeer centrale locatie in het midden van de stad en werd gebouwd met als voornaamste doel de Leidenaren bescherming te bieden in tijden van oorlog. Tegenwoordig is de Burcht een waar symbool voor de stad. Ze werd gebouwd in de 11e eeuw en is daarmee een van de oudste burchten van Nederland. De kunstmatige heuvel, ook wel een motte genoemd, waar de burcht op staat werd al gevormd in de 10e eeuw en is in de loop der tijd meerdere malen verhoogd tot een hoogte van wel 9 meter. Vanaf de Burcht heeft men een zeer riant uitzicht over de gehele stad.


We komen aan bij de oudste brug van Leiden, de Visbrug. Zoals de naam al doet vermoeden, werd er op deze brug vis verkocht.  Even verder ligt De Leidse Waag. Op deze plaats stond vanaf eind 15de eeuw een houten waag, een gebouw waar de goederen van handelaren uit andere steden gewogen en gecontroleerd werden. Op deze manier was het voor de stad Leiden mogelijk om naast accijnzen op de goederen te heffen ook de producten op kwaliteit te controleren. Een ander voordeel van de Waag was dat de afnemer, de uiteindelijke koper van het handelswaar, precies wist waar hij of zij aan toe was aangezien de handelaren een ‘waagbriefje’ kregen wat eigenlijk de garantie was voor de consument dat het gewicht van de goederen juist was. In 1657 kwam er een stenen versie in classicistische stijl. Boven de ingang zien we nog afbeeldingen van het wegen en het verpakken. De kraan om goederen te lossen en te laden is er jammer genoeg niet meer. Vandaag is er een restaurant gevestigd. 


Even verderop passeren we de oudste schouwburg van Nederland. Na verschillende renovaties straalt de Leidse schouwburg opnieuw de pracht uit van weleer. Het ligt aan een mooie gracht en hier is het lekker rustig. Vroeger stonden er op de wallen van leiden 19 windmolens. Vandaag rest er nog slechts één originele, De Valk. Het is een authentieke stellingkorenmolen van 29 meter hoog uit 1743 met zeven verdiepingen. Deze werd in amper 3 maanden gebouwd en er werd tot in 1925 graan gemalen. 


Aan het stationsgebouw Leiden Centraal moeten we even de weg vragen want we zijn een beetje verloren gelopen. Een hulpvaardige bloemenverkoopster brengt ons terug op het juiste pad. We passeren het Rijksmuseum Volkenkunde maar we hebben al zo veel gestapt en dat beginnen we te voelen, we zijn te moe om binnen te gaan. Misschien doen we dit morgen. We hebben nu echt wel een taartje verdiend en wanneer we de koffiebar Lavendi passeren, moeten we niet lang nadenken. Tijd om even onze voetjes wat rust te gunnen. Het gezellige interieur straalt een ontspannen en vriendelijke sfeer uit. Met veel liefde en passie wordt hier verse koffie, heerlijke taarten en super lekkere chocolademelk gemaakt. Het is een plek waar we ons helemaal thuis voelen. De barrista is heel bedreven in het versieren van het melkschuim, het is bijna te mooi om op te drinken. De wortelcake is smeuïg en smaakt heerlijk. 


We vervolgen onze weg en komen aan bij een driehoekig plein, de Beestenmarkt. Zoals de naam al doet vermoeden, werden hier vroeger dieren verhandeld. In die tijd werd de start van de markt aangegeven door een bel die er nu nog steeds zou gangen maar wij vinden ze niet. Even verderop komen we aan in een kleine haven. Oude binnenschepen werden omgebouwd tot woonboten en geven de kleine haven opnieuw een zekere allure. Rechts zien we de Leidse Stadstimmerwerf. Dit was de werkplaats met magazijnen en woningen voor de timmerman, metselaar en steenhouwer. Het huis vooraan werd bewoond door de stadsarchitect, daarachter was zijn atelier en dat van de bouwlieden. De voorgevel in Hollandse renaissance dateert van 1612. De natuursteen die uitsteekt onder de ramen moest er voor zorgen dat de bakstenen grotendeels droog bleven. Via een poortje komen we opnieuw in een mooi binnenhofje terecht. 


We wandelen verder naar de Morspoort, één van de tien stadspoorten die Leiden ooit had. Momenteel zijn er slechts 2 bewaard gebleven. Vroeger heette deze poort de Galgpoort omdat deze plek toegang gaf naar het Galgenveld. In de 17de eeuw kreeg de poort haar huidige naam, afgeleid van het moerasgebied de Morsch aan de westelijke  rand van de stad. Opvallend is de grote achtkantige koepel. Lange tijd werden in de poort gevangene vastgehouden. 


Bij de brug en Molen De Put blijven we even staan. Beiden zien er heel erg oud uit maar dat zijn ze niet. De molen is een nagebouwde standaardmolen uit 1997 die wel nog steeds in gebruik is. De Rembrandtbrug is een recente reconstructie van de brug uit de 17de eeuw. Sommigen beweren dat Rembrandt’s ouders hier hun molen hadden maar blijkbaar stond die molen buiten de stad. Van op de brug hebben we een prachtig zicht op de historische haven. Rechts op een gevel zien we een gedicht, geschreven in het Fries. Her en der in de stad zijn er nog gedichten te lezen in niet minder dan 103 verschillende talen. Het initiatief werd opgestart in 1992 met als doel vreemdelingen te verwelkomen. Ik vind het alvast geweldig! Ik hou van gedichten en op een of andere manier zijn ze nóg mooier als je ze op een stenen muur ziet. Een prachtig initiatief!


Even verder zien we opnieuw een brug. Deze kreeg de naam Galgewater omdat er hier vroeger veel galgen stonden waar misdadigers werden opgehangen.   Dit deel lag immers net buiten de stadsmuren. Eenmaal over het water komen we aan de Rembrandtplaats. Een kleine plaat doet ons eraan herinneren dat hier  het geboortehuis van de beroemde schilder gestaan heeft . Hij heeft hier gewoond van aan zijn geboorte in 1606 tot 1631 maar het huis werd ondertussen afgebroken. Op het pleintje zien we het bronzen standbeeld ‘De jonge Rembrandt’  dat werd gemaakt naar aanleiding van het 400st geboortejaar van de schilder in 2006. De kleine Rembrandt schildert een zelfportret. 


Rembrandt de beroemde kunstschilder werd dus geboren in Leiden als negende van tien kinderen en was nog geen veertien toen zijn ouders hem inschreven aan de universiteit. Hij studeerde er nauwelijks want de schilderkunst trok hem te erg aan. In de Young Rembrandt Studio leerde Rembrandt in zijn beginjaren schilderen, tekenen en etsen van zijn leermeester Jacob van Swanenburgh. In 1631 verhuisde hij naar Amsterdam en dat was de start van aan reeks productieve werken. Artistiek gaat het hem voor de wind maar op familiaal vlak heeft hij niet veel geluk gekend. Drie maal op rij stierf een pasgeboren kind. Uiteindelijk kreeg hij toch 1 zoon en 1 dochter. Hij leefde te erg boven zijn stand en in 1658 moest hij zijn huis en al zijn bezittingen verkopen. Tijdens zijn laatste jaren leverde hij ondanks zijn armtierig bestaan nog prachtige werken af. Hij blies zijn laatste adem uit in 1669.  


Via een klein parkje wandelen we in de richting van het water. Hier stond vroeger in de 19de eeuw de zeevaartschool waar studenten sliepen in hangmatten zodat ze zich volledig konden inleven hoe een verblijf op zee eruit zou zien. We genieten van de kleine, pittoreske straatjes met de prachtige, typische Hollandse huisjes waarvan de gevels altijd bedekt zijn met veel groen. 


Ondertussen zijn we terug bij de park en ride waar onze auto staat. We halen de koffers uit de wagen want het is tijd om in te checken. We logeren dus in één van de leukste en meest historische wijken van Leiden, het Pieterskwartier. De Pelgrimsplaats is een sfeervolle B&B met slechts 1 kamer.  De woning dateert uit 1750 en bij aankomst, voelen we ons onmiddellijk thuis bij Annebe. Deze toffe dame heeft over de hele wereld gewoond en richtte haar B&B in met kunst en verzamelde items van haar vele reizen. Dit creëert een gezellig sfeertje. We krijgen een korte uitleg en een welkomstdrankje, een soort bessensapje. In de ijskast staat een lekker wit wijntje dus besluiten we alvast te aperitieven. Ik vraag of zij uit de voeten kan met een kurkentrekker want dat is niet mijn ding maar ik krijg een vreemde blik. Het blijkt een draaistop te zijn dus fles is in no time open. We zetten ons voor het huisje en genieten nog wat na in de warmte van de avondzon. Het is een drukte van jewelste in ons straatje want in dit gedeelte van de stad rijden er bijna geen auto’s maar er passeren veel fietsers en voetgangers. Mensjes kijken is altijd leuk. Wie had dit vanmorgen gedacht dat we om zes uur in T-shirt nog in de zon zouden zitten? Wij in ieder geval niet! 


Rond half zeven gaan we op zoek naar het Thaise restaurantje Siri Thai in de Doezastraat. We hebben niet gereserveerd maar gelukkig is er nog een tafeltje vrij in dit kleine, knusse restaurantje. We laten ons verleiden om een voorgerechtje te nemen. De portie is al redelijk groot maar wanneer het hoofdgerecht op tafel komt, weten we het zeker: dit krijgen we nooit op. Annelies kiest de ‘Moo Phad Horapha Krob’, varkenshaas met pittige peper in oestersaus, groenten en krokante basilicum. Ik ga voor de ‘Kai Med Mamuang’, kip met oestersaus, geserveerd in een licht pittige bruine sambal, verse groenten en cashewnoten. Een mooie combinatie tussen een zoete en licht gekruide smaak. Hier worden mijn smaakpapillen vrolijk van. Wanneer ik ooit terug naar Leiden kom, reserveer ik hier opnieuw! 


Wanneer we ‘s avonds terug naar onze B&B wandelen, is het nog gezellig druk in de stad. Rond de kerk is er een Foodtruck festival waar inwoners van Leiden samen komen om gezellig te babbelen, te eten en te drinken. Terug in ons huisje drinken we nog een wijntje en kruipen dan onder de wol