woensdag 3 oktober 2018

Algarve - Olhão, Tavira & Loulé

Onze laatste volle dag in Portugal is aangebroken dus moeten we daar ten volle van genieten. Na het ontbijt trekken we naar Olhão, een dorp dat leeft van de visvangst. We vinden een parkeerplaatsje net buiten het centrum waar we gratis mogen parkeren. Ergens hebben we een engelbewaarder denk ik, die er telkens voor zorgt dat we een goed plekje vinden. Het in Moorse stijl opgetrokken centrum is prachtig. Hier bevindt zich de Igreja Matriz de Nossa Senhora do Rosário, gebouwd in de 17de eeuw en het meest opvallende gebouw van de stad. De sobere gevel met Moorse invloeden kan me wel bekoren maar binnen valt het dan weer wat tegen. 


Maar de reden van ons bezoek is de druk bezochte Mercado dus gaan we eerst hiernaar op zoek. We wandelen in de richting van de zee en in tegenovergestelde richting van alle plaatselijke bewoners die we met zakken vis zien passeren. Aan de prachtige avenue duikt het indrukwekkende gebouw op dat ontworpen werd door niemand minder dan Gustaaf Eiffel. Het is verdeeld in twee stukken: in het westelijke deel is de grootste vismarkt van de Algarve gevestigd (tot circa 12.00 uur in bedrijf) in het oostelijk gelegen gebouw de groenten- en fruitmarkt die langer open blijft. We starten bij de vis. Beesten waarvan we geen idee hadden dat ze de oceanen bewonen, komen we hier tegen. We slenteren langs de kramen en verwonderen ons over de variëteit. Het heeft toch wel een zekere charme, ook al stinkt het er verschrikkelijk. In het andere gebouw snuiven we de geur van verse kruiden, veel beter! Verder is er niets speciaals, een groentemarkt als een andere maar wel heel kleurrijk.



We kuieren wat door de smalle straatjes en genieten van de gezellige drukte. Het is een mooi dorp met veel typische Portugese kenmerken. Zelfs de bankjes in het park zijn versierd met prachtige azulejos. Bij een plaatselijke pastelaria genieten we van ons vers fruitsapje en een pasteis de nata. Het valt ons op dat hier in de Algarve wel overal Engels gesproken wordt. Dat maakt het voor ons toch een beetje gemakkelijker. 



Wat we heel erg leuk vinden hier zijn de met de hand gelegde calceteiros. De stoepen zijn echt prachtig bedekt met mozaïekenZwarte en witte golven, voorwerpen, symbolen, patronen en dieren sieren de stoepen waar de Portugezen en vandaag ook wij ons over verplaatsen. Stukken leuker dan die saaie stoepen in België dacht ik zo!


Daarna brengen we een bezoek aan Tavira. Dit stadje is minder bekend en gelukkig maar want daardoor is het er lekker rustig en worden we niet onder de voet gelopen door veel toeristen. Oude mannetjes bekijken de langslopende mensen van op een bankje, vrouwen wisselen de laatste roddels uit, kinderen spelen in het groen en jongeren eten een ijsje, drinken een biertje in de schaduw of slenteren gewoon wat rond op zoek naar vertier. Wij slenterden met hen mee en bekijken ondertussen de vele leuke winkeltjes.



Tavira ligt aan de monding van de rivier Gilao, waardoor het ook wel het Venetië van de Algarve wordt genoemd. De rivier splitst de stad doormidden. Schilderachtige huisjes, de voorgevels bedekt met gekleurde tegels, imposante deuren maar soms ook afgebladderde verf in de meest uiteenlopende kleuren. Heel fotogeniek. Waar ik vooral enthousiast over ben, zijn de vele verschillende deurkloppers. In Tavira is bijna elke deurklopper een sierlijke vrouwenhand. Aan de pols is soms een randje van de kleding zichtbaar, meestal een kanten manchet. Handjes van Fatima worden ze genoemd. De deurkloppers lijken niet op de gestileerde hand van Fatima. Ze stammen dan ook niet uit de Arabische traditie. Ze werden in de negentiende eeuw in Frankrijk gemaakt en zijn als een elegante Franse accessoire heel populair geworden in Portugal.



Er zijn heel veel restaurantjes in de stad maar de meesten liggen aan de zonnige kant van de rivier en daar is het veel te warm. We vinden een plekje in de schaduw aan het water bij restaurant Gilao. De bediening is subliem - alle obers spreken zowel Engels als Frans wat toch wel een uitzondering is hier in Portugal. Het eten is verfijnd en lekker en ook de rekening valt mee vooral gezien deze unieke ligging. 


Er zijn heel wat prachtige gebouwen en kerken en we ontdekken ze al slenterend doorheen de straatjes. We bezoeken de Santa Maria do Castelo kerk maar het is vooral het interieur van de Igreja da Misericórdia dat bij ons een wow gevoel ontlokt. Grote blauw-witte tegeltableaus bedekken de wanden. Nooit eerder hebben we zoiets gezien. Heel indrukwekkend! We mogen ook even de Bell Tower op en van hierboven hebben we een adembenemend zicht over de stad. 



Onze laatste stop voor vandaag is één van de oudste steden in de Algarve, Loulé. Ook nu weer hebben we geluk en vinden we een laatste parkeerplaatsje net aan de rand van de stadswallen. Eenmaal binnen in de ommuurde stad zijn we een beetje teleurgesteld. Het lijkt er helemaal verlaten behalve dan in het plaatselijke parkje waar enkele oudere inwoners wat zitten te keuvelen. We slenteren door de straatjes maar zien enkel oude vervallen huisjes.


Wel leuk zijn de schoorstenen die vol trots op de Portugese daken prijken. Vroeger waren deze schoorstenen een symbool van welvaart voor de huiseigenaar. Hoe rijker versierd, hoe duurder de schoorsteen. Als je er een beetje op let, kom je hele mooie exemplaren tegen. Deze ‘chaminés algarvias’ zijn hoofdzakelijk bedoeld ter decoratie en niet zozeer voor gebruik. Daarom vind je vaak meerdere schoorstenen op één dak, waarvan er slechts één ook daadwerkelijk gebruikt wordt.



We komen bij de markthal en wanneer we de hoek omdraaien, botsen we op een prachtige fontein te midden van een rotonde die een mooie avenue in twee deelt. Dit blijkt het iets nieuwere gedeelte van de stad. Origineel is het een Arabische stad en de Moorse invloeden zijn hier nog heel goed te zien wanneer we door de straten lopen. We zetten ons nog maar eens op een terrasje bij een grappige Portugees die ons in perfect Engels te woord staat. Papa neemt lichtjes onder druk een plaatselijk biertje dat hij wat promoot maar het blijkt een goede keuze. 



Alvorens we Loulé definitief verlaten, rijden we met de auto tot aan de moderne kerk van de Nossa Senhora da Piedade. Deze kapel van de beschermheilige van de Algarve staat op een heuvel. Reeds van ver valt de kerk enorm op door de witte koepel midden in de groene omgeving. We parkeren de wagen beneden want we moeten te voet naar boven. Er zijn twee mogelijkheden: een steile helling of een trap. We gaan voor de tweede optie maar halverwege de top komen we een vrouw tegen die in het Portugees begint te leuteren. We begrijpen er niet veel van en denken eerst dat we niet verder mogen maar dan begint het ons te dagen. Ze wil ons waarschuwen dat deze weg niet zo gemakkelijk is omdat hij wat schots en scheef ligt met rotsblokken maar we zijn nu al in de helft en hebben geen zin om terug te draaien. Ze mompelt nog wat verder maar wij wandelen door. Na het biertje gaat dat niet meer zo gemakkelijk maar papa haalt toch de top. De kerk is jammergenoeg gesloten. Waarschijnlijk zat de werkdag van de vrouw die we tegenkwamen erop. Van op het plein voor de kapel hebben we wel een panoramisch uitzicht over de stad Loulé en de weidse omgeving.



Onze goed gevulde dag zit er op, alsook ons verblijf in de Algarve, een bestemming die mensen vooral opzoeken voor zon-zee-strand maar de regio heeft zeer zeker meer te bieden dan een weekje van op een handdoek genieten van de zon. Het mag voor ons dan niet dé streek met de mooiste bezienswaardigheden op cultureel vlak zijn, maar 't is zeker een streek waar we een warm gevoel aan over houden. Vooral de mensen zijn er vriendelijk, hartelijk en warm.


1 opmerking:

  1. Genoten hebben jullie zeker van deze geweldige reis.
    Met je mooie beschrijving was ik mee op reis.
    Een goede thuiskomst gewenst het zal voor jullie hier koud
    aanvullen 20.gr voor vandaag.Dikke knuffel

    BeantwoordenVerwijderen