vrijdag 22 oktober 2010

Gyanze

Vandaag ontbijt om 7u30 - pancakes met appel - lekker! Daarna nemen we de bus tot aan de rivier waar we met de ferry opnieuw over moeten. De buschauffeur rijdt goed door en achteraan de bus horen we regelmatig een gil - hij rijdt dan ook in alle putten in plaats van ze te ontwijken. Op de ferry is het toch redelijk frisjes en iedereen duffelt zich goed in - handschoenen en mutsen worden bovengehaald. De rit duurt amper een half uurtje maar het is zo rustig op het water - iedereen geniet van de besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Onze schipper heeft wel een heel kleurijke muts aan en moet er aan geloven ... iedereen wil hem natuurlijk op de foto! Aan de andere oever stappen we terug op onze vertrouwde bus en beginnen we aan de beklimming van onze eerste pas. De bus brengt ons steeds hoger en hoger en we genieten van de prachtige vergezichten.

Uiteindelijk arriveren we op de top van de Khamba-La (4794 m) Van hier hebben we een mooi uitzicht over Yamdroktso, een prachtig turkoois meer en één van de heilige meren in Tibet. De zon schijnt fel maar de koude wind doet je toch verlangen naar iets warmere kledij. We nemen een groepsfoto aan de hoogtesteen. Hier vraagt een mannetje 2 yuan om het toilet te gebruiken. De eerste keer betaal ik maar de tweede keer neem ik de yakstallen - de geur blijft hetzelfde en dat is gratis.

We lunchen in een klein dorpje - buffet maar het restaurant ziet er zo vies uit dat mijn honger me is vergaan - ik neem dus enkel witte rijst en wat pompoen - de rest ziet er niet echt appetijtelijk uit. Gelukkig heb ik nog wat lekkere koekjes van gisteren. Laat in de middag passeren we de Karo-La (5045 m) en even verder stoppen we om de gletsjers van Nojin Gangzang te bewonderen. De weg gaat verder langs een stuwmeer en vervolgens rijden we langs de Nyangchu rivier. De kleuren van het landschap zijn echt prachtig – geelbruin maar door zon en schaduw in veel schakeringen. De dorpjes die we passeren zien er soms goed verzorgd uit met mooie huizen maar soms ook erg armoedig. Het zijn vooral boerendorpjes en het is duidelijk ploegtijd. Overal zien we de inwoners op het veld werken – de mannen met hun yaks, de vrouwen met schop. We arriveren rond 5 u in Gyanze waar we de rest van de avond vrij hebben. We wandelen na een heerlijke warme douche wat rond in dit toch wel bijzondere dorp. Ondanks de vele nieuwe aanpassingen (voetpaden, straatlantaarns …) verloopt het dagelijkse leven hier nog vrij authentiek. We zien nog veel in traditionele stijl gebouwde huizen waardoor deze stad zijn oorspronkelijk Tibetaanse karakter heeft weten te behouden. De Gyanze Dzong (= kloosterburcht) ligt op een bergrug en biedt uitzicht over het klooster en de stad. We besluiten dat we de berg vandaag niet gaan beklimmen. Misschien morgen .... Na een tijdje krijgen we honger en eten we bij Zhuang Yuan. Boven de deur staat geschreven: 'Heel lekker'. We worden ontvangen door een grappig mannetje gekleed in een niet meer zo wit koksuniform. Er zitten al enkele Nederlanders die ons verzekeren dat het écht heel lekker is. Annelies en ik nemen beide frietjes want daar hebben we na al die rijst wel zin in gekregen. Wanneer hij aan onze kipgerechten begint, komt hij ons roepen en mogen we in de keuken een kijkje nemen hoe hij het bereidt. Hij is trots wanneer we een foto nemen van zijn werk. We besluiten morgen terug te gaan voor de lunch.

 

 

donderdag 21 oktober 2010

Samye - dag 2

Goed geslapen. Vandaag nemen we opnieuw die oude, gammele bus naar het vrouwenklooster. Na ongeveer 3 kwartier rijden en weer heel wat gelach achteraan bereiken we het begin van de Kora. We moeten nog een half uurtje klimmen ... Onderweg zien we weer de kleurrijke gebedsvlaggen wapperen in de wind. Af en toe toch buiten adem door de hoogte maar het loont wel de moeite. In het nonnenklooster is er net een dienst bezig die we mogen bijwonen. Nadien lopen we nog wat rond in het klooster en bij het naar beneden gaan, worden we binnengeroepen door een nonnetje om haar grotwoning te komen bewonderen. Het is er piepklein binnen en het hangt vol met foto's. Ze biedt ons yakboterthee aan .. ik had mezelf voorgenomen dat ik uit beleefdheid toch zou proberen om dit op te drinken – ik proef dus een beetje maar voor iemand die geen boter lust, is het echt niet te drinken – hoewel Miranda daar anders over denkt. Ze ziet het aan mijn gezicht en geeft me dan maar een heet kopje jasmijn thee – gelukkig!

We dalen verder af en nemen dan terug de bus naar Samye. We lunchen in hetzelfde restaurantje van gisteren en gaan dan een kijkje nemen in het klooster van Samye. De plattegrond symboliseert een mandala. Binnen de cirkelvormige muren ligt de hoofdtempel. Vier tempels in de vier windrichtingen staan voor de vier continenten. De twee tegenovergestelde tempels staan voor zon en maan. De vier stoepa’s in verschillende kleuren op de hoeken van de hoofdtempel maken de hemelse geometrie van het geheel compleet. Annelies en ik lopen de Kora en deze keer is die plat want hij loopt aan de binnenzijde van het ommuurde klooster ... Deze duurt toch wel 2 uur maar we doen het op het gemakje, het zonnetje schijnt en we passeren heel wat pelgrims. De muren zijn bezaaid met 1028 kleine stoepa’s en we zien hoe enkele inwoners fijne rode streepjes aanbrengen op elke stoepa. Die gaan wel even bezig zijn! Voor een volledig zicht zouden we de Heporiheuvel, die boven het klooster uittorent, moeten beklimmen maar daar passen we toch voor.

Tijdens het wandelen, zien we een hele hoop mensen samen zitten in het zonnetje. We besluiten wat dichterbij te gaan kijken. Ze maken afbeeldigen uit klei. Het is echt teamwerk: de ene kneedt de klei (of beter klopt hem mals op de rotsen), de andere boetseert en nog een andere schildert. Een klein jongetje toont ons trots zijn kunstwerkje. Daarna gaan we op een terrasje iets fris drinken. De vrouw spreekt geen Engels maar we wijzen gewoon aan wat we willen drinken. Daar blijven we nog een uurtje zitten keuvelen en wat naar de mensen kijken .... de boeren komen terug van hun velden. Daarna gaan we wat rusten op onze kamer want vanaf nu begint het zware werk ... reizen op de grote hoogtes. De hoogte is echt niet te onderschatten - wanneer ik van mijn bed naar het wc ga ben ik al buiten adem. Dat had ik echt niet verwacht ... Wat gaat dat geven op Rongbuk? Wieland is de enige van de groep die rookt ... ben benieuwd of hij misschien zal stoppen eens Rongbuk bereikt... ' s Avonds eten we in hetzelfde restaurantje - ik neem de chicken sizzler maar ik denk dat ze het oudste, taaiste beest van de stad hebben gezocht en deze in stukken hebben gehakt. Ik krijg enkel been en pezen - voor de eerste keer deze reis laat ik mijn eten dan ook staan. Gelukkig is Annelies een kleine eter en ze heeft nog wat stoemp over ... niet echt iets wat ik normaal in Azië zou kiezen maar met look en fijne ui is het best lekker ....De kat van het huis is in ieder geval blij dat ik mijn kip niet lekker vond.

 

 

woensdag 20 oktober 2010

Samye

Vandaag begint het mooiste gedeelte van de reis: de tocht over land via de Friendship Highway naar Kathmandu. Voor ik deze reis geboekt had, dacht ik echt dat de wegen in Tibet verschrikkelijk zouden zijn maar wat blijkt .... de wegen zijn toch redelijk goed. Af en toe moeten we de aangelegde weg even verlaten omdat deze vol putten zit – ze leggen er dan een stuk plastiek over en vóór de putten liggen dan gekleurde stenen om de automobilisten er attent op te maken. We genieten van prachtige, weidse landschappen en af en toe wordt er gestopt om een foto te nemen en uiteraard een plasstop.

Iets na de middag eten we naast de weg onze lunchbox op terwijl onze Tibetaanse gids, Kalsan de permits regelt om Lhasa te mogen verlaten - ja hier kom je niet zomaar vrij in of uit! Paula heeft ons gisterenavond weer verkeerd gebrieft ... zo veel mogelijk laagjes kledij over elkaar want het wordt koud ... gelukkig zegt Marcel me aan het ontbijt dat dat voor vandaag niet echt nodig is zodat ik nog snel dat thermisch ondergoed weer in de koffer kan steken. De ergernissen rond onze reisleidster nemen beetje bij beetje toe ... ze is hier volgens sommigen duidelijk voor een gratis vakantie en niet om te gidsen! De zon staat weer hoog aan de hemel en het is dan ook aangenaam warm - na het nuttigen van de lunch moet ik hoe kan het ook anders weer plassen. Niets in de buurt dus wanhopig loop ik een restaurant binnen en probeer het uit te leggen. Daar er hier weer niemand Engels praat - niet zo makkelijk .... Met handen en voeten leg ik het uit en uiteindelijk begrijpt hij me. Hij wijst naar een donker kot ... ik open de deur en de geur van frietvet komt me tegemoet ... eens wat anders ... het toilet ligt dan ook achter de keuken. De muren druipen van het vet maar ook al spant dit toilet op deze reis de kroon ... ik ben zo intens blij ... ja kleine dingen kunnen een mens gelukkig maken. We stappen opnieuw in de bus en rijden verder naar het Yumbulakang klooster. Van ver zien we het boven op de heuvel liggen ... de moed zakt me in de schoenen ... weer klimmen! Gelukkig staan er ezeltjes ... dus ik twijfel geen moment - voor 20 yuan brengen ze ons in no time naar boven.... laat die anderen maar ploeteren denk ik - maar ik zie dat er toch nog enkele zijn die kiezen voor het alternatieve vervoersmiddel. De ezeltjes zijn trouwens heel mooi versierd met belletjes en pompons. Yumbulakang betekent ‘paleis van moeder en zoon’ en zou het oudste fort van Tibet zijn. Hier wonen vandaag nog slechts 6 monniken. Boven is het zicht heel erg mooi en van daar kunnen we nog hoger klimmen tot op de top van de berg. Ik besluit dan toch maar enige actie te ondernemen vandaag en volg Patrick naar boven waar er een kleine photoshoot plaatsvindt tussen de wapperende vlaggen! Prachtig gewoon ....

Guy probeert het ook maar wanneer hij terug naar beneden moet, panikeert hij een beetje ... zo hoog! Dan maar op z’n gat naar beneden ..... We dalen terug af en rijden dan naar de rivier om de ferry te nemen naar Samye. De grote bagage blijft in de bus en we nemen enkel een kleine rugzak mee voor twee dagen. Bij de aanlegplaats liggen twee boten – de ene ziet er niet echt veelbelovend uit maar de andere – die van ons blijkbaar – valt best mee. T’is een soort platbodem met een motor. Er worden reddingsvesten uitgedeeld. Tijdens de tocht tegen stroom in en tussen de vele zandbanken genieten we van de warmte die de zon ons brengt ... mocht die er niet zijn, zou het echt koud zijn. We hebben jammer genoeg geen Tibetaanse medepassagiers. Na een uurtje bereiken we de overkant waar een gammel busje ons opwacht. Van buiten ziet het er prima uit maar vanbinnen is het stoffig, versleten en tja het ruikt ook niet erg fris. Maar daar moeten we het de komende twee dagen dus mee doen. Alles is echter beter dan de open laadbak van een truck, zoals vermeld in het programma - dus we klagen niet. Het lijkt wel een Clint Eastwood film ... al hobbelend en onder luid gelach van diegenen die achteraan zitten en letterlijk door elkaar geschut worden, rijdt de bus door het woeste landschap. In de verte zien we al de Heporiheuvel die kleurrijk afsteekt tegen de blauwe lucht. Er zijn namelijk honderden gebedsvlaggen aangebracht op de heuvel ter herdenking van de slachtoffers van de aardbeving die hier in april plaatsvond.

Wanneer we in Samye arriveren is het er zeer rustig. De varkens en koeien lopen hier los op straat en doen zich te goed aan de achtergelaten etensresten. We zouden primitief overnachten met vier op een kamer maar het valt nog mee. We krijgen in het Samye Monastery Guesthouse toch een tweepersoonskamer toegewezen maar de komende twee nachten slaap ik alleen. De kamer oogt mooi maar ruikt redelijk muf - de badkamer tja ... amper water komt er uit de kraan, de vloer is kletsnat want het toilet lekt , doortrekken gaat niet, wc bril is stuk enfin .... mijn klein paradijsje stelt dus niet veel voor! Dan maar hangen over de pot - tja altijd beter dan een gat in de grond. We eten in het enige restaurant van de stad waar ze een Engelse menukaart hebben. Sweet en sour chicken met witte rijst ... lekker maar ik probeer niet te veel in de keuken te kijken want de chinezen staan niet echt gekend om hun netheid ... Om 9u ga ik naar bed - doodmoe door al die prachtige indrukken die we vandaag hebben opgedaan. Ons ontbijtje voor morgen is al besteld.

 

 

dinsdag 19 oktober 2010

Lhasa - dag 4

Vandaag is het een facultatieve uitstap maar volgens de trotter mag je dit niet missen dus schrijf ik me in - een beproeving wordt het sowieso want het klooster ligt 1000 m hoger dan Lhasa stad op 4500 m. Iedereen besluit mee te gaan. We vertrekken om 9u met een eigen bus en dat op zich is al indrukwekkend. De ene haarspeldbocht volgt de andere op in een verschrikkelijk snel tempo. Heb al spijt dat ik naast de Diamox, geen toeristilleke heb genomen! Enfin na een uurtje komt het klooster in zicht tussen de witte bergtoppen van de Himalaya - in 1 woord ... adembenemend! We stoppen even om foto's te nemen van op een afstandje en rijden dan verder de berg op.

Het Ganden Klooster is de bakermat van de Gelugpa sekte en is bij het begin van de culturele revolutie bijna geheel verwoest. Er zijn nog wat ruïnes maar de heropbouw is toch bijna af. In tegenstelling tot de manier van werken in andere kloosters, wordt hier in Ganden de titel van abt niet door incarnatie doorgegeven. Er wordt een keuze gemaakt uit de meest verlichte monniken zonder onderscheid van klasse. De verkozene draagt de titel Tri Rinpoche of Tripa en blijft minstens 7 jaar aan. Bij aankomst voel ik niets van de hoogte tot we beginnen te wandelen ...elke stap is vermoeiend maar beetje bij beetje ontdekken we het klooster. Zo bezoeken we o.a. de drukkerij waar Tibetaanse gebedsboeken met de hand gedrukt en verzameld worden. Tibet is toch wat duurder dan Nepal vind ik want je betaalt niet alleen voor de bezienswaardigheid maar ook voor elke kamer waarin je foto's wil nemen, moet je nog eens 20 Yuan extra betalen = 2 Euro. Enkel in de drukkerij neem ik dus foto's omdat ik die wel indrukwekkend vind. Ik laat me uiteraard helemaal gaan – als ik dan toch moet betalen .... Tussen de vele houten drukblokken zie je geld steken. Ook hier wordt er geofferd. We lunchen hier, maar 4 moedigen van de groep - Miranda, Patrick, Yves en Marcel - besluiten de lunch over te slaan en de grote Kora te lopen rond de berg - een steile wandeling van zo'n 1,5 uur. Met 7 besluiten we om de kleine Kora te lopen die zo'n uurtje in beslag zal nemen. Volgens de gids slechts één steil stukje en dan plat ...ja dat heb ik meer gehoord dus ik twijfel maar wil het toch niet missen. Na de korte klim bereiken we een punt waar vele gebedsvlaggetjes hangen - heel kleurrijk! Deze worden opgehangen om de gebeden die er op staan door de wind te laten verspreiden. Elke kleur heeft een betekenis: blauw is het water, groen is metaal, rood is vuur, geel is aarde.

De Kora gaat via een smal bergpad en we hebben een prachtig uitzicht over de Kyichu vallei en de besneeuwde bergtoppen. Van hieruit zien we ook de ongelofelijke kronkelweg die we met de bus afgelegd hebben om tot hier te komen. Elke inspanning is op deze hoogte vermoeiend maar ik hoor niemand klagen ook al moeten we regelmatig stoppen om even op adem te komen. Gelukkig heb ik zoals sommigen geen hoofdpijn! Voor ons huppelen er enkele pelgrims en monniken hetzelfde pad als geiten de berg op. We mogen met hen op de foto. Op het einde van de wandeling komen we voorbij een klein huisje en in de tuin staat een vreemd uitziend opject. Het lijken wel twee metalen vleugels waarin de zon weerspiegeld ... het is de Tibetaanse waterkoker. Heel grappig maar Kalsan zegt ons dat er al menig huis in brand gevlogen is door dit kleinood omdat het metaal vaak zo heet wordt en alles wat dichtbij en brandbaar is, mee in brand vliegt. Wanneer we terug aankomen bij ons beginpunt ben ik echt fier op mezelf en blij dat ik toch niet achter ben gebleven zoals Annelies, Agnes, Nadine en Johan. We vertrekken terug naar beneden en wanneer we halfweg zijn moet ik weer naar het toilet - begrijp er echt niks van - ben het laatste half uur al 4x geweest ....dus plasstop voor mij .... drinken die anderen, ondanks de waarschuwingen voor uitdroging op deze grote hoogte, nu veel minder dan mij of heb ik echt zo'n klein blaasje? Er wordt weerom gelachen natuurlijk - moet mij een goede loodgieter zoeken! Op de terugweg naar het hotel, stoppen we nog even bij een pittoresk dorpje met prachtige huisjes. Vooral de voordeuren zijn heel mooi uitgewerkt en zeer kleurrijk. Omdat ik opnieuw naar het toilet moet en niet op straat wil gaan, snuffel ik wat rond achter 1 van de deurtjes ... daar vind ik een geschikt plaatsje. Agnes volgt me en gaat een beetje verder om de eventuele mensen die er wonen wat af te leiden. Ik hoor ze een praatje slaan met iemand dus besluit ik ook even te gaan kijken. We worden verwelkomd door een oud vrouwtje die ons laat zien hoe ze de yakboter maakt in een lange houten koker. Haar man kijkt ons gefascineerd aan maar we denken dat hij niet erg veel meer ziet .... z’n ogen zijn in ieder geval redelijk wazig.

 

 

maandag 18 oktober 2010

Lhasa - dag 3

De wekker loopt af om 7u en het wordt een zware dag! Na het ontbijt - overheerlijke pannenkoekjes met honing, wandelen we naar het Barkhorplein waar de indrukwekkende Jokhang tempel het meest in het oog springt. Dit is niet alleen de oudste tempel van Tibet maar ook het heiligste bouwwerk van het land. Het dateert van 650. Uiteraard gaan we deze bezoeken dus onze gids Kalsan zorgt voor tickets. Terwijl we staan te wachten, zien we devote pelgrims de kora (= pelgrimsronde) lopen rond de tempel - sommigen doen dit de hele dag lang! De meesten blijven op hun twee voeten maar er zijn er die prosterneren = Rechtop staan, handen tegen elkaar boven het hoofd, handen laten zakken tot het voorhoofd, de keel, de borst, op de knieen, en geheel languit gaan liggen terwijl de handen op een stuk karton over de grond tot ver voor het hoofd worden gestrekt. Weer op gaan staan en opnieuw beginnen. En eindeloos zo door. Indrukwekkend! Het is echt schitterend om te zien hoe de oude vrouwtjes met verweerde gezichten in traditionele kledij hun kleine gebedsmolentjes voortdurend in beweging houden.
Vaak hebben ze ook een kralenketting in hun handen. Voor de Jokhang branden offergaven in grote rookovens en de rookontwikkeling is enorm. Bij het binnengaan zijn er twee rijen – eentje voor de pelgrims en eentje voor de toeristen. Alhoewel de Tibetanen zich hier niet echt aan houden – wanneer het te druk is in hun rij, gaan ze gewoon langst de andere rij ... Vele hebben een thermoskan met een yakvloeistof bij zich of een zakje yakboter. De hele tempel is dan ook met yakboter besmeurd en je moet opletten dat je niet uitglijdt. Binnen in de tempel hou ik het niet meer uit - ik zoek weerom het toilet op. Een monnik verwijst me naar de bovenverdieping dus ik dwaal door gangen en steegjes en ga uiteindelijk op de geur af.... Nadien vervoeg ik me weer bij de groep. We zien reciterende monniken, honderden gebedsmolens, enorme Boeddhabeelden, zoals het beeld van Sakyamuni dat verlicht wordt door kaarsjes van yakboter, waarvan de ranzige lucht in onze neusgaten dringt. Wanneer we de binnenkant grondig bezocht hebben, gaan we het dak op. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad en de pelgrims die voor de ingang van de tempel allemaal hun matje hebben gelegd om hun gebeden te doen. Heel kleurrijk! Waar ook in Lhasa je staat, van verre rijst de Potala aan de horizon op dus ook van op deze hoogte. Dit gigantische gebouw bepaalt echt het stadsbeeld en het is net of het onderdeel uitmaakt van de berg. Hij symboliseert de macht van het volk in de 17de eeuw en staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Een bezoekje staat dan ook op het programma. We kregen vanmorgen strenge richtlijnen: geen vloeistoffen, geen scherpe voorwerpen, geen shorts of sandalen en lange mouwen dragen. Dat laatste is niet zo erg want het is lichtbewolkt maar de trappen beklimmen zonder water pfffff!

Het kost heel wat zweetdruppels voor we alle trappen beklommen hebben maar het is meer dan de moeite waard. Slechts een klein gedeelte van de Potala is voor het publiek toegankelijk want het paleis heeft wel duizend kamers. Hoewel de Potala zijn aanzien heeft weten te bewaren, heeft hij sinds het vertrek van zijn illustere bewoner toch wat van zijn heilige en mythische karakter en levendigheid verloren. De enkele monniken die overblijven zijn de bewaarders van een gigantisch museum. Enkel de bedevaarders die voor het grootste gedeelte uit de hoogvlaktes komen, verlenen deze plek een sfeer van gebed. Je hebt het rode paleis, het religieuze gedeelte van het gebouw, de tempels, vele kapellen en de mausolea van de 7 Dalai Lama’s. Het witte paleis was de opslagplaats, het wapenhuis en het woonvertrek van het personeel. Van de verblijven van de Dalai Lama’s die nog steeds in de oude staat verkeren, kom je in een labyrint van galerijen, gangen, trappen en tempels waar meesterwerken van de Tibetaanse boeddhistische kunst zijn ondergebracht. Deze overdaad aan beelden, thangka’s, mandala’s, schilderijen, verbluffende graftombes en stoepa’s van de Dalai Lama’s geven je een goed idee van de vroegere artistieke rijkdom van Tibet. We zien ook de vertrekken waar de huidige 14de Dalai Lama tot 1959 gewoond, gewerkt en gemediteerd heeft. Gelukkig gaat Kalsan mee want ik zou hier nooit de weg vinden. In één van de vertrekken zien we een afbeelding van Mr Bean ...sommige monniken hebben dan toch gevoel voor humor. Of zou een toerist deze beeltenis hebben opgehangen? We verlaten de Potala aan de achterkant en van daaruit hebben we een prachtig zicht op de stad. Hier zien we ook voor het eerst de bizarre schilderkunsten van de Tibetanen. Ze doppen hun kwast in de verfpot en gooien die verf dan tegen de gevels .... met het gevolg dat alles, maar dan ook alles volhangt met verf ... zelfs de planten die zich tegen de muur bevinden krijgen wat spetters mee. Ondertussen is de hemel helemaal opengetrokken dus wandelen we nog maar wat verder naar het ultieme plekje voor de fotografen onder ons. Aan de overzijde van de straat staat er een kleine stoepa die je kan beklimmen voor 10 yuan = 1 euro. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de Potala en kunnen we dus de ultieme foto nemen zoals die ook in alle boekjes over Lhasa verschijnt.

Voor onze lunch zakken we af naar een Chinees restaurantje. Daar ontstaat er wat commotie want Paula heeft beslist dat zij voor ons allerlei kleine gerechtjes zal bestellen. Wanneer het op tafel komt, geloven we onze ogen niet .... het eten blijft komen. Blijkbaar was er een misverstand wat de grootte van de porties betreft ...niemand spreekt hier dan ook Engels in Tibet ....enkele kleine kindjes die het leren op school maar daar blijft het bij. Het is - met uitzondering van de kaas momo's wel heel erg lekker. Die geven we dan maar integraal aan een Chinese familie die uitgehongerd naar ons eten zit te staren - ze zijn overgelukkig! Na de lunch nemen we enkele taxi's en rijden we naar het Sera Kloosterdorp aan de voet van de berg Phurpa Chok Ri. Vroeger woonden hier meer dan 5000 monniken – vandaag zijn dat er nog slechts 500. Hier kunnen we in de prachtige kloostertuin de debatterende monniken gaan bekijken. Redelijk spectaculair hoe ze discussiëren over het Boeddhisme en het geloof in het algemeen en hoe ze luid roepend en met grote bewegingen hun woorden kracht bijzetten. Ze klappen in hun handen en stampen met de voeten hard op de grond. Ik stel me echter wel de vraag of deze opvoering niet enkel voor de toeristen is maar onze gids zegt van niet ... ik versta geen Tibetaans dus zal het nooit weten natuurlijk.

Met de lokale bus rijden we terug naar het centrum waar we met sommige afspreken om in restaurant Dunya, uitgebaat door Nederlanders en gelegen aan het hotel, enkel een noedel soepje te gaan eten na die uitgebreide maaltijd van vanmiddag. Nadien hebben we nog wat vrije tijd om Lhasa te verkennen. Ik ga eerst naar een leuk koffiehuisje waar ik kan internetten. Daarna loop ik nog wat rond op het Barkhorplein en besluit de winkeltjes rond de Jokhang eens van naderbij te bekijken. Zonder het goed te beseffen, loop ik tussen de vele pelgrims met hun gebedsmolentjes toch wel enkele kms. Ik ben niet zo dol op de Chinese toeristen die ongegeneerd met hun digitale camera's tussen de prostenerende Tibetanen staan te springen. Er komen hier massa's Chinese toeristen, ongeveer tien keer zoveel als Westerse toeristen, zeker nu de treinlijn van Beijing naar Lhasa geopend is. Chinese toeristen verplaatsen zich doorgaans in grote toergroepen, voorzien van identieke petjes of T-shirts, onder de leiding van een reisleider met paraplu of vlag. Verder vallen ze vaak op door een volledig gebrek aan respect voor de Tibetanen.

 

zondag 17 oktober 2010

Lhasa - dag 2

Een zalige nacht ... en we mochten uitslapen! Het Tibetaanse ontbijt ziet er lekker uit. Iedereen is present behalve Annelies en Philip, die een redelijk slechte nacht hebben gehad door de hoogte. Sommigen hebben wat last van hoofdpijn maar buiten een snotvalling voel ik me prima. We zijn in Lhasa en ik kan het nog steeds niet geloven. Annelies heeft me gevraagd af en toe eens in haar arm te knijpen zodat ze weet dat het geen droom is . Eeuwenlang was Lhasa binnenkomen nagenoeg onmogelijk en voor buitenlanders vaak verboden. Vandaag is het nog niet zo evident om alleen te reizen – zonder gids en geldige papieren kom je er niet in. Volgens Paula is de stad op enkele jaren tijd enorm veranderd. In het straatbeeld zien we veel militairen en de stad is echt verdeeld in een Chinees en een Tibetaans gedeelte. We nemen een taxi naar Drepung om het grootste kloostercomplex van Tibet te bezoeken. Dit ligt op 8 km ten westen van Lhasa. Het bestaat uit een reeks witte gebouwen die opgestapeld zijn tegen de Gyengbuwudze berg. Het werd gesticht in 1416 en was ooit het rijkste klooster ter wereld.

De Tsomchen of ‘grote tempel van de vergadering’ ligt midden in het complex. Deze immense tempel van 2000 m2 is versierd met standbeelden en we hebben geluk … we kunnen een dienst bijwonen met reciterende monniken. We horen rinkelende bellen, monotone trommelslagen en prevelende gebeden. Rondom de verschillende tempels lopen de Tibetanen in hun oorspronkelijke klederdracht en dat is prachtig om zien. Ik maak verschillende keren gebruik van de plaatselijk toiletten - en geloof me, ook al wen je aan alles - ik was op die momenten zelfs blij met mijn snotvalling! Het zijn dus gaten in de grond met tussenschotjes maar de voorkant is gewoon open! Beneden op de parking worden we al snel omringd door Tibetaanse vrouwtjes die hun koopwaar aan ons kwijt willen ... Ik hou de boot nog even af maar bezwijk dan voor een prachtig Tibetaans gebedsmolentje ... waarschijnlijk heb ik met mijn 50 Yuan = 5 euro te veel betaald maar ik vind het prachtig en daar draait het toch om. Na Drepung wandelen we naar het Nechung klooster. Hier huisde eeuwenlang het staatsorakel van Tibet. Boven op het dak heb je een prachtig uitzicht over de omgeving met de besneeuwde bergtoppen en de vele gebedsvlaggetjes. Ik word aangesproken door een klein meisje dat graag haar Engels wil oefenen maar veel verder dan ‘What is your name’ en ‘Where are you from’ komt ze niet. Haar ouders spreken iets beter Engels en zijn duidelijk heel trots op hun dochtertje. Over het algemeen zijn de Tibetanen redelijk schuchter en ze op de foto krijgen is niet evident. Eerst het vertrouwen winnen van de kindjes en dan lukt het meestal wel.

We zien hier voor de eerste keer dat de kleine kindjes rondlopen met broekjes waarvan de achternaad volledig open is ... makkelijk om naar het toilet te gaan maar ons inziens toch wel redelijk koud met die bibs bloot. Rond 3 u krijg ik toch wel wat honger en we besluiten terug naar het hotel te gaan om een late lunch te nemen. Daarna terug platte rust want morgen bezoeken we de Potala en moet ik dus al die trappen op!

 

 

zaterdag 16 oktober 2010

Lhasa

Vandaag dus ons laatste ontbijt in Nepal en ik hou het gewoon bij toast. De souvenirtassen worden afgegeven en staan hopelijk op ons te wachten bij terugkeer. Wanneer we het hotel verlaten, regent het dus de koffers gaan achteraan in de bus in plaats van op het dak. Na een klein half uurtje arriveren we op de luchthaven. Bij het ontbijt heb ik diamox ingenomen en ik voel reeds de bijwerkingen, duizeligheid, tintelende vingers en tenen. Ik voel me ook helemaal warm worden - zou het zo aanvoelen die menopauze? Opnieuw dienen er allerlei papiertjes ingevuld te worden en het is verschrikkelijk warm in de vertrekhal. Wanneer we op het vliegtuig zitten, krijgen we een soort van Mc Donald broodje met ham, chocolade en nootjes. Best lekker. Na een uurtje vliegen, arriveren we in Lhasa.

Ondertussen ben ik al 5x naar het toilet geweest - ook 1 van de bijwerkingen van Diamox. Na wat douaneformaliteiten staan we buiten en zijn we écht in Lhasa! Het zonnetje schijnt dus wat wil je nog meer... Welkom ‘Tashi Delek’ - iedereen krijgt een witte sjaal, een Tibetaans symbool ter verwelkoming en voor een goede reis, maar die zal snel in de vuilbak belanden ... (ja voor iemand met een sjaal fetisj zoals mij een wonder!) Ons busje is netjes en we rijden richting hotel - opnieuw aan de rechterkant van de weg - de rit duurt ongeveer 1,5 uur en de omgeving is adembenemend. Het landschap is helemaal anders dan in Nepal – weg al het groen en in de plaats daarvan weidse, rotsachtige landschappen. Op het eerste gezicht is er hier weinig armoede – de lanen zijn mooi breed en er rijden heel wat mooie auto’s – maar schijn bedriegt ... We zitten op 3650 m en de ingeademde lucht bevat aanzienlijk minder zuurstof dan op zeeniveau. Ik veronderstelde dat we onmiddellijk last zouden hebben van die ijle lucht maar ik voel nog niets, behalve dan de kleine ongemakken van de Diamox. Onze gids Kalsan zegt me dat het lichaam nog niet weet dat het zuurstof te kort heeft en dat ik het na een uur of 2 wel zal voelen. Het hotel ligt in het Tibetaanse gedeelte van Lhasa - op slechts enkele min wandelen van de Potala. We slapen 4 nachten in het Yak Hotel. Ons kamertje is fraai gedecoreerd in Tibetaanse stijl – klein maar gezellig. Wanneer de zon weg is, wordt het redelijk fris en ook in de kamer is het koud. Omdat het lichaam zich langzaam moet aanpassen aan de hoogte, besluit ik niet mee te gaan eten en blijf in de kamer, luister wat naar muziek, lees wat en doe het kalm aan. Wanneer Annelies terug komt - mijn roommate voor de komende 4 nachten - gaan we onmiddellijk slapen.