zaterdag 10 juli 2021

Goes

Vandaag rijden we naar Goes, een stadje ontstaan in de tiende eeuw aan de rand van een kreek. Vroeger was Goes een vestingstad met maar liefst acht stadspoorten, grachten rondom en stadswallen. Ik ben al vaak in Goes geweest maar dan uitsluitend om te winkelen. We maken nu een mooie wandeling via prachtige parken met grote vijvers en komen op plekjes waar ik nog nooit geweest ben. Een groot deel van het Zeeuwse land was vroeger water en ook nu is water nooit veraf. Op het wapen van Goes neemt een gans een prominente plaats in en we zien ook af en toe wat ganzen door de stad lopen. ‘De Engelse vertaling van gans is goose. Er wordt beweerd dat de naam Goes daar vandaan komt.


Het gezellige stadje heeft een imposante kerk, pittoreske straatjes en een mooi haventje. Dat laatste bereiken we wanneer we uit het  smalste straatje van de stad komen, namelijk het Vuilstraatje. Het heeft haar naam niet gestolen want fris ruikt het er niet. De Stadshaven van Goes is echt een plaatje! De jachthaven ligt midden in de stad en heeft de mooiste pakhuizen op de kade staan. In het oog springen de gevels van wat nu restaurant Karel V is, met een historische trapgevel en ’t Soepuus.


Her en der in de stad zien we ook wat graffiti opduiken. In de namiddag is het tijd voor een kleine zonde … heerlijke carrotcake op een gezellig terrasje … wat kan het leven toch mooi zijn.





vrijdag 9 juli 2021

Zoutelande - Veere

Eergisteren mijn tweede Corona prik gekregen dus kan ik met een gerust hart vertrekken naar Nederland. De zon schijnt en de lucht is blauw wanneer ik de auto instap maar hoe dichter Zeeland nadert, hoe grijzer het wordt. Gelukkig maakt de prachtige omgeving de rit de moeite waard, wat een bloemen pracht onderweg. 


Wanneer ik bij Marleen in Zoutelande aankom, is het nog best frisjes maar het weer is toch al iets verbeterd. We besluiten een voormiddag Veere in te plannen. Parkeren hier kost een fortuin. Voor 3,5 uur geeft de parkeermeter maar liefst 12€ aan. En ik die dacht dat België duur was …  Zeeland heeft voor mij altijd al en speciaal plekje gehad. Vooral de ongedwongen gezelligheid die er heerst maakt het een prettige provincie om voor een dagje of meer naartoe te gaan. Zeker als je in een grote stad woont, voelt het in Zeeland echt alsof je op vakantie bent. 


Het prachtige dorpje is zo goed als verlaten. Of we zijn vroeg, of Corona heeft de dagjes toeristen daadwerkelijk afgeschrikt. Al moet ik zeggen, wanneer we hier rondlopen, lijkt Corona volledig uit de wereld. Niemand draagt hier een mondmaskertje, zelfs de winkelbediendes niet. Wanneer wij gemaskerd binnenwandelen, hebben we dan ook veel beziens. Maar beter het zekere voor het onzekere nemen want de cijfers stijgen hier dagelijks. Ook in de restaurants is er geen masker te zien. Gelukkig schijnt de zon en hoeven we niet binnen te zitten.

Wie Veere zegt, zegt stokrozen …. Als je eenmaal het stadje hebt bezocht in de zomerperiode, vergeet je de aanblik nooit meer. Overal zijn de bloemen uitgezaaid en geven het toch al pittoreske stadje een nog romantischere uitstraling

We eten aan de kleine jachthaven op een ondertussen zonovergoten terras. Alleen als je ziek bent, ben je niet welkom staat er in het Zeeuws op een bord geschreven. Het Zeeuws is een grappig taaltje en als je het leest valt het wel mee maar soms als we de mensen in hun dialect horen praten, kon het evengoed Chinees zijn. Het is heel apart en we moeten vaak lachen met de grappige tongval. Zeeland bestaat uit heel veel verschillende streken, waardoor het Zeeuws ook overal verschillend is. Één Zeeuwse taal bestaat dus niet en het dialect verschilt van eiland tot eiland.


Via de kaai wandelen we voorbij de mooie historische Schotse huizen in de richting van de brug. De Schotse huizen getuigen van de bloei in de wolhandel tussen Schotland en Veere. De meeste huizen hebben boven de deur nog het jaartal waarin ze gebouwd zijn, voornamelijk uit de 16 en 17de eeuw. In de eeuwenoude geschiedenis moesten echter heel veel Veerse huizen sneuvelen. Vaak werden van de woningresten hiermee muren opgetrokken die nu nog als tuinmuur dienen en dus zo een tweede leven kregen. De smalle straten met kinderkopjes maken het historische gevoel compleet. 


Wanneer we over de brug bij de jachthaven naar de vroegere stadswal wandelen hebben we een prachtig zicht op het wondermooie stadje. Voor we het weten is de 3,5 uur voorbij en moeten we terug naar de auto. Onderweg heb ik gekust met een hondendrol waardoor er een penetrante geur vanonder mijn voeten komt. Gelukkig komen we voorbij het water zodat ik even kan pootjebaden.


We rijden opnieuw naar Zoutelande voor een strandwandeling. Bløf heeft het stadje enkele jaren geleden op de kaart gezet en sindsdien is het er mega druk maar vandaag valt het best mee. Het strand is niet meer verlaten zoals vroeger maar over de koppen lopen hoeft gelukkig ook niet. Het strand is bovendien breed genoeg en het zijn vooral de hoge duinen die deze kust uniek maken. De karakteristieke paaltjes en de kleine strandhuisjes zorgen ook voor een gezellige sfeer. Ze noemen het hier niet voor niets de Zeeuwse Rivièra.


Het kwallen seizoen is duidelijk aangebroken want heel het strand ligt er vol van. De blauwe glibberige beestjes zijn niet in staat zichzelf voort te bewegen en zijn afhankelijk van de zeestroming, die bepaald wordt door de wind. We kijken gefascineerd naar de prachtige blauw-paarse beestjes waarin mooie patronen zichtbaar zijn. Elke kwal ziet er anders uit en we krijgen er geen genoeg van. Al snel voelen we onze kuiten. Onze wandeling brengt ons bijna tot in Vlissingen en na 3 uur wandelen in het natte zand zijn we blij wanneer we ons in het zonnetje kunnen zetten op ons terras. We eten buiten met het geluid van de blatende schaapjes op de achtergrond. Wat mij nu voor het eerst opvalt is dat de beestjes zo een lange staart hebben. Dat is mij dus nog nooit opgevallen. Ik dacht dat schapen een mini staartje hadden maar nu de beestjes volledig kaal geschoren zijn, zie ik dus dat hun staart bijna tot aan de grond komt.


zondag 27 juni 2021

Kortrijk - Triënnale

Het is bijna acht uur wanneer we naar beneden gaan voor het ontbijt. Er staat een mooi buffetje klaar en iedereen heeft een eigen grijptang gekregen waarmee je het brood kan nemen. Alles goed ‘corona-proof’ geregeld dus. De eigenaar komt ons melden dat we wel even een kijkje mogen nemen in de oude molen en neemt en-passant nog even een foto van ons bij de oude stoof. De man heeft echter geen vaste hand want ook al staan wij stil, de foto is behoorlijk bewogen.

Wanneer we uitchecken is het net negen uur geweest en we rijden in de richting van de stad voor een cultureel dagje. Vanaf gisteren is het namelijk triënnale voor actuele kunst in de stad. In het internationale kunstproject Paradise, staat de utopische droom van het paradijs centraal, met een waaier aan interpretaties van dat concept. 


We starten onze wandeling aan de Leie bij Moeder aarde die verzonken ligt in het malse gras. Het zusje van de moeder aarde die we vorig weekend in Sint Martens Latem zagen. Het Guido Gezellepad brengt ons naar een zijarm van de rivier tot bij de Broeltorens.


Hier en ook wat verderop in het begijnhof komen we bij de eerste kunstwerken. In ‘The wonderful world of abstraction’ nodigt de kunstenaar het publiek uit om te verdwijnen in een kleurrijke zee van linten. Aan de buitenkant komt het kunstwerk tot leven door mensen die in en uit de kleurvelden meanderen. Wanneer je het kunstwerk zelf betreedt, word je volledig opgenomen en onzichtbaar voor anderen. Het voelt zalig om tussen de satijnen linten te lopen op zoek naar een uitgang. 


Het begijnhof zelf is een stad binnen de stad en een oase van rust. Het ruisen van de linten in de wind is toepasselijk voor de locatie. We flaneren wat tussen de prachtig wit geschilderde huisjes en houden ook even halt aan het standbeeld van het oudste begijntje, Marcella Pattyn.


Het museum Kortrijk 1302 in het Begijnhofpark is vandaag gratis te bezichtigen omdat er ook enkele kunstwerken van de triënnale te zien zijn. Kunst met de grote K is het niet maar zoveel kleur in de stad is toch wel leuk. 


Bij het Baggaertshof, een beschermd binnenhofje staat het kunstwerk ‘wish tree’ van wel een heel bijzondere dame, namelijk Yoko Ono. Met deze wensboom nodigt ze mensen van over de hele wereld uit om na te denken over hun persoonlijke wensen. Je kan deze noteren en in de wensboom hangen. Die kans laten we niet aan ons voorbij gaan … baat het niet, dan schaadt het niet. Al deze wensen reizen achteraf naar Ono herself en worden begraven aan de voet van ‘the imagine peace Tower’, een permanente installatie in IJsland, opgedragen aan haar overleden echtgenoot. Blikvangers hier zijn echter ook de eeuwenoude kapel en de prachtige kruidentuin vol geurende planten en bloemen. 


Lunchen doen we op de Veemarkt en we eindigen ons weekendje Kortrijk op de Grote Markt met een mega ijscoupe, een late traktatie voor Viviane’s verjaardag van vorige week. Alles is net op wanneer de lucht gitzwart wordt en we naar de auto spurten. Net op tijd voor het onweer losbarst. Kortrijk, een van de oudste steden van België,  is echt een stad in verandering, vol historische gebouwen en verborgen plekjes met een bruisende sfeer. 


zaterdag 26 juni 2021

Kortrijk

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om eindelijk nog eens op citytrip te kunnen. Het geplande weekendje met Viviane kon in 2020 niet doorgaan want de lockdown strooide roet in het eten. Nu het ergste van de coronacrisis voorbij is en de meesten onder ons al een prik hebben gekregen, kunnen we gelukkig ook het reizen langzaam terug opstarten. We trekken naar Kortrijk, een kleurrijke stad die heel wat te bieden heeft, zo herinner ik me van mijn vorige bezoekje. Ik kijk er naar uit om deze stad, ooit het strijdtoneel van de Guldensporenslag, te herontdekken. 


We logeren in het prachtige D-Hotel, opgetrokken rond een authentieke windmolen uit 1841. De oude elementen worden verenigd met een strak nieuwbouwcomplex en veel design. Omdat onze kamers nog niet klaar zijn, geven we alvast de bagage af en rijden we naar de historische binnenstad. We parkeren aan de broeltorens en wandelen naar het begijnhof waar we bij Huyse Begga alvast een theetje gaan drinken op het terras. Wanneer het zachtjes begin te miezeren, besluiten we ons nog maar een drankje aan te schaffen. Specialiteit van de dag is een café macchiato met frangipane smaak. Het smaakt me zo goed, dat ik er nog een tweede neem.


Wanneer de lucht opentrekt, wandelen we naar de winkelstraten voor een nieuwe zomergarderobe. Winkeltje in, winkeltje uit, mondmaskertje op, mondmaskertje af … het bekomt me niet en rond een uur of twee ben ik zo misselijk dat ik bijna flauwval. We zoeken daarom de rust op en gaan even zitten bij barcycliste. Dit is gelegen tussen de historische Onze Lieve Vrouwekerk en het begijnhof, hartje stad dus maar zonder de drukte. Hier staan twee stoeltjes klaar waarin ik lekker onderuit kan zakken en de oogjes even kan sluiten. Ondertussen schijnt de zon volop en loopt het kleine café vol. De bediening is super vriendelijk en de dienster informeert naar onze bevindingen van de stad. Ik drink, heel atypisch voor mij, een cola en Viviane gaat voor de plaatselijke cocktail met picon met de toepasselijke naam Picon Hélène, vernoemd naar de uitbaatster. Hier blijven we bijna twee uur zitten want de misselijkheid gaat maar niet over. Ik voel me alsof ik op een draaimolen zit. Gelukkig moet Viviane wat bekomen van de alcohol en vindt ze het dus niet erg om onderuitgezakt wat naar de artistieke types te kijken die het terras en de tuin vullen. Wanneer ik min of meer terug op mijn plooi kom, kruipen we uit de lage kuipstoeltjes en wandelen terug de drukte in. 


Kortrijkzanen zijn net zo’n noeste werkers als de andere West-Vlamingen. Dat blijkt ondermeer uit de zeer korte tijdspanne waarin de inwoners van Kortrijk hun stad in een nieuw kleedje hebben gestoken.  Van een ingeslapen stadje is het getransformeerd naar een hippe en bruisende stad. En wat ons het meest opvalt, wat is het hier proper! Dwars door het centrum loopt de rivier de Leie en de verlaagde oevers zijn de perfecte plek om te dineren in het laatste avondzonnetje. Bij mister spaghetti schuiven we de voetjes onder tafel. Van het ene terrasje naar het andere dus. In tegenstelling tot de dame die naast ons plaatsneemt, weten wij wel waarvoor we hier zijn. Hilarisch … de dame vraagt namelijk aan de serveerster of ze ook spaghetti serveren. Je zou denken dat het al lachend gevraagd wordt maar de dame is bloedserieus. Wanneer het enorme bord spaghetti voor onze neus gezet wordt, zijn we het er beide over eens … dit is een goede keuze.


Na het eten wandelen we in de avondzon terug naar de auto en rijden we naar het hotel. De molen is bij aankomst al mooi verlicht. Gelukkig is het lekker fris in de kamer. Ik hoop dat ik lekker slaap en morgen verlost ben van die misselijkheid. 





zondag 20 juni 2021

Sint Martens Latem

Na het zien van het vtm programma ‘Latem Leven’, waren zowel Vivke als ik getriggerd om eens naar dit prachtige dorpje te rijden. In Libelle verscheen er kort daarna een artikel met daarin de wandelroute ‘Albijn Van den Abeele’ en die gaan we vandaag doen! We smeren onze beentjes goed in want het is maar liefst 9 km. Rond 10 uur vertrekken we in Boechout en rijden we naar de Palepelstraat waar onze tocht zal beginnen. We parkeren de wagen aan een kleine parking en maken nog eerst even een korte sanitaire stop. 

Begin twintigste eeuw vormde zich in Latem een kunstenaarsgroep, de zogenaamde ‘Latemse scholen’ die talrijke, impressionistische meesterwerken maakten, die vaak de omgeving met een eigen karakter als motief hebben. De wandeling is uiteraard opgebouwd rond Albijn Van den Abeele, stamvader van die ‘Latemse scholen’. Hij heeft er mee voor gezorgd dat Sint-Martens-Latem is uitgegroeid tot een heus kunstdorp want ook vandaag wonen er in deze regio nog veel kunstenaars.


Het eerste stukje gaat door het pittoreske dorpje zelf. Hier staat het geboortehuis van Albijn Van den Abeele (1835-1918). De plechtige dorpswoning was een belangrijk trefpunt voor de Latemse schilders, dichters en beeldhouwers, die hier graag aan tafel schoven voor een borrel of een tas koffie. 

Even verder komen we aan de monumentale Sint-Martinuskerk. Rond 1900 kreeg het brede middenschip van deze dorpskerk, na ingrijpende verbouwingen, het aanzien van drie gotische hallen. De kerk is echt prachtig en we blijven even zitten om te genieten van de mooie muziek die er speelt op de achtergrond. Op het kerkhof zouden Van den Abeele én ook George Minne begraven liggen, in een hoek voorbij de westelijke ingang. Na twee rondjes om de kerk moeten we helaas bekennen dat we de graven niet gevonden hebben. 


De Leiestreek is heel groen, wondermooi en een beetje romantisch. In St.-Martens-Latem is het rivierenlandschap van de Leie met zijn meanders tot op de dag van vandaag in zijn originaliteit bewaard gebleven. We wijken even af van onze route en wandelen rechts richting de steiger. Het uitzicht bij de steiger, met aan de overkant vlakke, groene weiden met knotwilgen en aan onze kant het Tempelhof en het huis van Valerius de Saedeleer, is ronduit indrukwekkend en zeer Instagramwaardig. Weinig andere plekken in de regio werd door kunstenaars zo vaak vereeuwigd als deze plek. Her en der staan er ook gedichten op de muren geschilderd. We besluiten om even van de omgeving te genieten en zetten ons op een bankje. Vivke voelt zich onmiddellijk thuis en wil hier wel wonen. 


Na de culturele kant van de wandeling, duiken we via het knuppelpad de natuur in. Hier komen we echt tot rust in de Latemse Meersen, een prachtig natuurgebied van 130 hectare met 8 kilometer aan wandelpaden. Dit gebied ligt 6 à 7 meter boven de zeespiegel, amper één meter boven het gemiddelde peil van de Leie. De maaivelden staan er in het voorjaar waarschijnlijk heel kleurrijk bij, maar vandaag zijn het vooral grassen en af en toe wat klaprozen die het landschap kleuren. Vogels als de blauwe reiger, wilde eend, ooievaar, kieviet, buizerd en kiekendief zijn hier thuis, zowel op de weilanden als in de waterrijke zones. De schattige schaapjes komen ons tegemoet en zijn niet bang. 

Wanneer we in de verte de Koutermolen spotten, weten we dat we bijna ten einde zijn. De Latemse Koutermolen of Sint-Baafsmole is een houten staakmolen die toebehoorde aan de Gentse Sint-Baafsabdij. Hier bevinden we ons echt op de kouter, het vroegere akkergebied van Sint-Martens-Latem. 


Om de dag in stijl af te sluiten, rijden we naar Zandhoven voor een lekker diner in ons lievelingsrestaurantje ‘Het Boothuys’. 






zaterdag 17 april 2021

Met de waterbus naar Bazel

Het is nog lekker fris wanneer we, corona-gewijs elk met onze eigen wagen, aankomen in Antwerpen. Aan het ponton van’t steen nemen we de waterbus richting Hemiksem, om op een ontspannen manier een dagje Havenland te beleven. Voor slechts 2,5 € varen we via de Schelde langs de polders van Kruibeke naar onze bestemming. Daar aangekomen moeten we nog enkele minuten wachten alvorens met het veer over te steken naar Bazel, gehonoreerd als één van de mooiste dorpen. Het veer vaart de ganse dag op en neer en ik heb medelijden met de schipper. Slechts tien minuten duurt het om van de rechter- naar de linkeroever te varen, geen uitdagende job dus. 


Wanneer we de boot verlaten, wandelen we door een gecontroleerd overstromingsgebied. In de natte grond werden grachtjes uitgegraven en met die grond werden de stroken ertussen opgehoogd. Bij een indrukwekkende lindeboom gekomen, zien we een Maria kapelletje hangen. Het is een oud gebruik dat teruggaat tot de voor-christelijke periode toen Freya, de godin van de liefde, gerechtigheid, huiselijk geluk en vruchtbaarheid, bij de lindeboom vereerd werd. Geliefden uit alle windstreken komen hier nog steeds samen bij een kunstwerk waar ze hun liefdesslotje kunnen ophangen. Zo niet het kibbelende koppel dat ons met de fiets passeert. Ze rijden ons bijna van onze sokken. 


Via de Arcade, een kunstwerk van Gijs Van Vaerenbergh, klimmen we omhoog over de hoge Schelde dijk, waarna het prachtige dorp aan onze voeten ligt. We wandelen over de oudst bewaarde smeed- en gietijzeren hangbrug van het continent. Ze werd gerestaureerd waardoor ze nu niet meer echt hangt maar de kleuren zijn wel nog identiek aan de originele kleuren uit 1825: blauw voor de hemel, groen voor de aarde. Het kasteel van Wissekerke is idyllisch gelegen in een prachtig park met rondom een mooie vijver. We passeren de oude duiventoren en komen zo via de monumentale poort in de dorpskern. 


Bij het Hofke van Bazel, staat er een kleine Foodtruck dus houden we even halt voor een theetje. In Corona tijden is het niet zo evident om een plasstop in te lassen maar de vriendelijke uitbater maakt er geen probleem van wanneer we vragen om even van het toilet gebruik te maken. Een sterrenrestaurant zonder sterallures. We kuieren wat rond in het dorp waar de inwoners gevoel voor humor hebben: ook alle standbeelden dragen hier een mondmasker. De Sint Pieterskerk domineert de dorpskern en het blijkt ook nog een mooie kerk te zijn. Wanneer we achteraan pal in het midden van de kerk gaan staan en naar het hoofdaltaar kijken, merken we op dat het koor sterk naar links afwijkt. Dat is geen toeval ... het scheve koor is een symbool voor Christus die aan het kruis zijn hoofd ‘neigde’. 


In het park lunchen we en drinken we een glas wijn. Twee Bourgondiërs op een bankje, genieten van de zon, de rust, de vogeltjes en het uitzicht op het sprookjesachtige kasteel. Na de lunch moet er wat mij betreft toch nog iets zoets volgen dus keren we nog even op onze stappen terug, opnieuw naar het Hofke van Bazel voor een lekker ijsje. Pas daarna zetten we onze wandeling verder. Via de nieuwe ringdijk komen we in een mooi natuurgebied waar slikken, schorren, visvijvers en poelen elkaar afwisselen. Het is super aangenaam vertoeven in dit gevarieerd landschap. In de natuur kom ik steeds tot mezelf. Het zachte gekwetter van de vogels verjaagt het lawaai in mijn hoofd. Vooraleer we terug aan boord gaan van het veer, adem ik nog snel even wat Bazelse lucht in om mee te nemen naar huis. Dat is onderdeel van het geluksgevoel ... 


Wanneer we opnieuw onze mooie stad in het vizier krijgen, is dat gelukzalige gevoel er nog steeds want ik hou van mijn stad. We hebben geluk dat er op het Steenplein nog een bankje vrij is met zicht op het water dus zetten we ons nog even neer in de vroege avondzon en schenken we ons nog een glas wijn in om te klinken op deze mooie dag.  




zaterdag 6 maart 2021

De Hobokense polders

De voorbije dagen heb ik de neiging om ‘s morgens luidkeels het nummer van Diana Ross, ‘A brand new day’ te zingen. Waarschijnlijk omdat we eindelijk weer af en toe de zon terug te zien krijgen. Met de woorden, ‘Everybody look up and feel the hope that we’ve been waiting for’ in gedachten, rij ik mijn afspraak tegemoet. Viv heeft weer een leuke wandeling gevonden om ons hoofd effe leeg te maken. We treffen elkaar in Hoboken, waar ze in gesprek is met een inwoner. De vriendelijke man legt haar uit waar de wandeling begint en bezorgt ons zelfs een plannetje. Goedgemutst, starten we aan de AS Adventure wandeling in de Hobokense polder. De route is bewegwijzerd met witte plaatjes met het logo van AS, dus dat moet lukken. 


Ik ben een beetje sceptisch want Hoboken associeer ik vooral met industrie en niet echt met natuur maar het blijkt een verrassing van formaat. De route ligt namelijk vlak aan de Schelde, in een toch wel uitgestrekt natuurgebied. Ik wil gewoon variatie maar Viv wil koeien zien. Het Polderbos zou namelijk de thuis zijn van een aantal Galloway runderen. Een steen waarop staat ‘Polderbos voor iedereen’, heet ons welkom. Het eerste bosweggetje dat we inslaan, ligt onder de modder maar dat kan de pret niet drukken. Het is uitkijken dat we niet uitglijden en ik maak me wel even de bedenking dat ik er niet echt op ‘geschoeiseld’ ben met mijn leren bottekes, maar dapper ploeteren we erdoor.


Wanneer we bij een grote waterplas aankomen, ben ik dat snel vergeten. Wat is het hier mooi, zo vroeg in de ochtend.  De bomen aan de overkant weerspiegelen in het stilstaande blauwe water en ook al horen we op de achtergrond lawaai van de fabrieken, tot onze verbazing wordt dit overstemt  door het gefluit van de vele vogels. Dit zorgt voor een verrassend rustig decor. Hier voelen tal van dieren zich thuis. Waarschijnlijk zit het water vol met kikkers, vissen en salamanders maar het zijn vooral de trekvogels die een enorme aantrekkingskracht hebben op de liefhebbers. Wanneer de tijd rijp is, komen ze hier broeden.


Al snel merken we dat er hier werkelijk een grote verscheidenheid is aan landschappen. Aan de zijkant van een grote plas wat verderop zien we rietkragen en moerassen, daarna kruisen  we grasland en even later wandelen we door het bos. Bij de vogelkijkhut ‘De Roerdomp’, lezen we op een informatiebord dat we hier wel eens de ijsvogel zouden kunnen spotten. Van achter een roestige kijkwand zien we echter enkel zwanen, wat eenden en in de verte spotten we een blauwe reiger. Ook niet slecht voor een mooie winterdag. Vele vrijwilligers houden dit natuurgebied in ere en wanneer wij aankomen in de hut is er net een interview bezig met één van hen. Het enthousiasme horen we in zijn stem wanneer hij praat over de vele vogels die hier voorkomen. 


Een vlonderpad leidt ons door een moerassig gebied en voorkomt natte voeten. Ooit stond hier Japanse duizendknoop dat werd uitgegraven tot op grondwaterniveau. Via een poortje komen we dan eindelijk bij de begrazingszone van de Galloway koeien en Viv’s hartje begint al wat sneller te slaan. We kuieren over het open grasland maar er is geen koe te bekennen. Toch zien we her en der, in onze ogen, verse uitwerpselen. Het kost ons zelfs een beetje moeite om deze te ontwijken, waarschijnlijk omdat we zo in gesprek zijn dat we niet echt opletten. We speuren de horizon af, waar zijn die logge, lieve beesten nu naartoe? Enkele vrouwen passeren ons en we horen hen zeggen dat de koeien op stal staan. Het zou nog te vroeg zijn om ze al buiten te zetten. Het heeft vannacht inderdaad nog gevroren ...


Een beetje teleurgesteld klimmen we over de hoge dijk en komen we bij het water. De aanblik van de prachtige Schelde maakt veel goed. Af en toe passeert er een vrachtschip en dat zet het water in beweging. Met onze ogen toe, lijkt het wel of we horen het ruisen van de zee. We zetten ons op een bankje in de zon, en genieten nog wat na van al dat moois. Wat wil een mens eigenlijk nog meer? Als Corona mij één ding heeft geleerd, is het wel  genieten van alle kleine gelukjes die op mijn pad komen. Ook in eigen land kan het prachtig zijn!


Na een wandeling van 8km komen we terug bij de auto en we zijn het er beide over eens, dat het toch wel heel bijzonder is om vast te stellen dat een groene wandeling zo dicht bij het stadscentrum van Antwerpen mogelijk is. De geluiden van de stad op de achtergrond namen we er met veel plezier bij. We komen zeker nog eens terug om de koeien te zien.