vrijdag 4 oktober 2024

Montserrat - Cologna Guëll

Onze laatste dag is aangebroken en we moeten jammer genoeg terug naar huis maar niet getreurd, we hebben nog een hele dag om te genieten van dit prachtige weer. We ontbijten voor de laatste keer in ons hotel. Jamón en tortilla … ik ga het weer missen! Bij het uitchecken vergeet de receptionist 2 ontbijten aan te rekenen. Omdat ik hem erop aanspreek, deelt hij de koek in twee. Hij rekent er maar eentje extra aan. Soms loont het om eerlijk te zijn.  We rijden richting Barcelona maar maken een tussenstop in Montserrat, een bijzondere rotsformatie met op 1236 meter de hoogste piek. De weg er naartoe, met de vele haarspeldbochten is prachtig. Achter elke bocht hebben we zicht op de indrukwekkende rotsformaties die ons omringen. Wat voelen we ons klein.


Op de berg is het Benedictijnse klooster van Montserrat gevestigd, welke veel pelgrims trekt vanwege het beeld van de ‘Zwarte Madonna’. We kopen een toegangskaartje voor de basiliek en een bezoekje aan de zwarte Madonna maar moeten een uurtje wachten want er is net en dienst bezig en dan mogen er geen toeristen binnen. We zetten ons dus eerst even in het zonnetje.


Een kwartiertje voor het einde van de dienst gaan we aanschuiven. Het klooster met een enorme bibliotheek is gebouwd in de 11e eeuw en is best indrukwekkend. Er zijn op het domein ook nog enkele musea maar die gaan we niet bezoeken. De mensen die in groepsverband komen, mogen wel eerder binnen.


Eenmaal binnen in de basiliek is het dan ook al een drukte van jewelste. We wandelen tot aan het altaar en doen dan nog een rondje. Aan de zijkant is er een kleine wandelweg waar je een kaarsje kan kopen om aan te steken. De vele kleurtjes van de kaarsen zijn wel stemmig moet ik zeggen. We vragen aan een medewerkster waar nu eigenlijk de zwarte Madonna staat. Blijkt dat we dan terug naar buiten moeten en dan aan een andere deur opnieuw moeten aanschuiven. De rij is verschrikkelijk lang en met één blik naar elkaar, denken we hetzelfde en maken we rechtsomkeer. Of ze nu zwart of blank is, het blijft een Maria. 


We rijden naar Colonia Güell, een dorpje dat in 1890 werd gesticht door de industrieel Eusebi Güell en diende als een soort gemeenschap voor zijn medewerkers in de textielindustrie. Het is even zoeken maar uiteindelijk vinden we een parking dicht bij het toeristenbureau. We kopen alvast een ticket voor de kerk en dwalen wat door het dorpje dat vol prachtige huisjes staat.


Niemand minder dan Antoni Gaudí kreeg de opdracht om de plaatselijke kerk te bouwen. Door geldgebrek is deze kerk nooit afgewerkt en werd alleen de onderste crypte afgerond. Van zodra we het domein betreden, hebben we de Gaudi vibe. De pilaren die schuin naar het dak toelopen en de vele mozaïeksteentjes zijn niet te miskennen. 


Ook binnen is het prachtig. De  crypte heeft veel glas-in-lood en mozaïek, zoals enkel Gaudi dat kon. Zelfs de kerkstoelen zijn bijzonder.


Na ons bezoek aan de kerk is het twee uur voorbij en ons buikje begint te rommelen. We gaan dus op zoek naar een restaurantje. We nemen elke een tapa met zoete aardappelfrietjes en pan con tomate. De hoeveelheid eten die op tafel komt is immens. We gaan zeker geen honger hebben vanavond. Rond vier uur rijden we naar de luchthaven om onze huurwagen terug in te leveren. Deze keer eens geen problemen gehad met ons wagentje en ook na de checkup is hij goedgekeurd. We kunnen met een gerust hartje terug vertrekken. Het was alweer een top vakantie met ons tweetjes. 


donderdag 3 oktober 2024

Castellfollit de la Roca - Besalú - Bayoles

Tijd voor een korte road trip in het binnenland!  We rijden Girona uit en touren door de wijn- en olijfboomgaarden in de regio La Garrotxa, een gebied dat bekend staat om zijn vulkanische verleden. Dit is een compleet ander landschap, in de verte de bergtoppen van de Pyreneeën. Het is hier heerlijk rustig en het landschap is heuvelig en onverwacht groen. Er hangen slierten mist tussen de bergtoppen en terwijl papa rustig indommelt, geniet ik van het voorbijglijdende landschap. 


Castellfollit de la Roca is een klein dorp. Het kleinste voor wat betreft uitgestrektheid in Garrotxa en een van de kleinste van Catalonië. Op een vijftig meter hoge wand van basaltsteen ligt dit middeleeuwse dorp met zijn smalle straatjes en prachtige uitzichten over de valleien van de Fluvià en de Toronell. Het is de klokkentoren van de kerk van Sant Salvador die onmiddellijk in het oog springt, alsook de klok van de toren van Sant Roc, die het tempo aangeeft van dit dorp bovenop de klif. De weg er naartoe biedt een spectaculair uitzicht op het dorp!


Het dorp zelf stelt niet veel voor, het lijkt er uitgestorven dus rijden we verder naar Besalu. We parkeren de auto net buiten de oude stad en gaan te voet verder. Van zodra we de oude stad betreden, botsen we op de middeleeuwse kerk van Sant Vicenç. Een vrijwilligster houdt de kerk open en probeert ons in haar beste Engels de geschiedenis te vertellen. Het is de oudste kerk van het dorp, ze dateert uit de 12de eeuw. 


Binnen speelt er prachtige muziek en ook al is het er erg donker toch vind ik ze prachtig. Er zijn slechts twee glasramen waardoor het licht naar binnen valt. We wanen ons instant in de middeleeuwen en in gedachten zien we ridders en jonkvrouwen.


De dame heeft papa’s toestel gezien en wil voor hem wel de grootste schat van de kerk tonen. Deze zit verstopt in één van de zijkapellen achter een donkere deur die normaal enkel geopend wordt tijdens de ‘Procesión dels Dolors’ die elk jaar plaatsvindt op de vrijdag voor Palm zondag. De prachtige gouden relikwieën worden dan door de straten gedragen. Nu schitteren ze achter het glas. Wanneer we een foto genomen hebben, krijgt onze pa nog een knipoog van de dame en gaat het deurtje weer terug op slot. 


We wandelen naar de Placa Major, het epicentrum van het dorp. De halve cirkelvormige bogen omringen bijna het hele plein en geven het een unieke uitstraling. Dit was vroeger een belangrijk kruispunt waar de hoofdwegen naar Olot, Figueres en Girona kruisten. Het dorp heeft zoveel mooie oude gebouwen met prachtige houten deuren en terwijl we binnen de stadsmuren lopen, wanen we ons echt een paar eeuwen terug. Er staat zelfs een echte ridder voor een van de huizen hier. 


De hoofdstraat komt uit op de Puente Romano, de burg met zeven bogen en twee torens die dateert uit de 11de eeuw. Ze is in de loop der jaren een paar keer herbouwd, is 195 meter lang en 30 meter hoog. Opmerkelijk is dat de pilaren op de natuurlijke rotsen van de rivierbedding zijn geplaatst. We wandelen door de stadspoort en hebben zo een prachtig zicht op het oude centrum.  


We keren op onze stappen terug. In de Joodse wijk El Call, zijn er enkele resten van een synagoge en Joodse baden die nog stammen uit de 12e eeuw. Deze kunnen echter enkel in het weekend bezocht worden. Net naast de baden met prachtig uitzicht op de oude brug, is er een klein cafeetje. We zetten ons op het terras en bestellen een heerlijke ijskoffie. Een Engels koppel zet zich naast ons en het lijkt wel of we naar een aflevering van ‘Keeping up appearance’ kijken. Ze wil wel op de foto maar telkens hij er eentje wil nemen, verandert zij de setting. Wanneer de arme man eindelijk wil gaan zitten, wordt hij aangemaand om nog een rietje te halen voor haar. Hij ondergaat alles met de glimlach. Hilarisch! 


Na dit intermezzo, dalen we af naar de oude stadsmuur die langs de oever van de Fluvià rivier loopt. Van hier hebben we een prachtig uitzicht op de oude brug. 


Lopen door de smalle straatjes is een waar genot. Overal zijn er ook leuke winkeltjes en dat komt goed uit want papa moet af en toe op adem komen en dat geeft mij de kans om hier en daar binnen te lopen. Wat Besalú ook opmerkelijk maakt, zijn de stoelen die opgehangen zijn aan de muren van verschillende gebouwen in de stad. Ze vormen een merkwaardige attractie. Stoelen zie je ook in het plaatselijke parkje, al kan je er niet op gaan zitten.


We hebben ondertussen honger gekregen en zien een restaurantje waar een grote affiche hangt met een dampende paella op. Daar hebben we wel zin in. Wanneer we de kaart krijgen, blijkt er echter geen paella op te staan. We laten de verbouwereerde ober achter en verlaten het terras. We besluiten naar Banyoles te rijden, waar zich het enige natuurlijke meer in Catalonië bevindt. Daar zal er vast wel een gezellig restaurantje aan het water zijn. Daar aangekomen verbazen we ons over het blauwe water. Het is zo helder dat je de bodem kan zien. Het meer is 700 meter bij een kleine 250 meter en is omgeven door rietkragen, oeverplanten en bossen.


Ja, de omgeving van het meer heeft een bijzondere aantrekkingskracht. Het groen contrasteert mooi met het blauw. Wat een sereniteit, wat een schoonheid. Met alleen het uitzicht kunnen we ons al vermaken. We nemen plaats op een terrasje aan het water en bestellen wat tapa’s. Hier is het goed toeven en we zien alleen maar lachende gezichten rond ons. 


De eendjes komen ons vergezellen. Niets bijzonder zou je zeggen, maar tussen hen een prachtig gekleurd exemplaar. Het blijkt de Mandarijn eend te zijn die aanzien wordt als een van de mooiste vogels ter wereld. Dit komt door zijn prachtig verenkleed dat bestaat uit een hele reeks kleuren. Een ding is zeker: deze ‘hot duck’ heeft veel bekijks. 


Na de lunch wandelen we nog wat verder over de bomenrijke boulevard langs het meer tot bij het mooie witte badhuis. Deze werd eind 19de eeuw gebouwd en weerspiegeld zich in het immense meer. Catalanen picknicken hier en de vissers nemen hun plaats in bij de vele, historische vissershuisjes.




woensdag 2 oktober 2024

Girona

We ontbijten in het hotel vandaag dus iets uitgebreider dan al de vorige dagen. Rustig wakker worden is er niet bij want er is een luidruchtige ploeg Franse wielrenners neergestreken. Gelukkig hebben ze bijna gedaan met eten wanneer wij toekomen. De heerlijke broodjes, croissants en zoetigheden maken veel goed.


Ook al ligt ons hotel op twintig minuutjes stappen van het oude gedeelte van Girona, nemen we toch de auto. Volgens de receptionist van ons hotel is er een gratis parking dichtbij. Die kunnen we helaas niet vinden dus wordt het toch een parkeergarage. Ook hier weer zijn de plekjes megaklein en zelfs met mijn Kia kan ik er maar amper tussen. Uitstappen doe ik langs de passagierskant om krassen te vermijden.


We staan aan de andere kant van de Onyar rivier dus we moeten sowieso een brug over dus dan best gelijk de mooiste. Groot is mijn verbazing wanneer ik merk dat de Puente de las Peixateries Velles aan beide kanten afgeplakt is met een groot spandoek van de champions league. De brug, ook wel bekend als de Eiffelbrug is met zijn rode constructie heel indrukwekkend. De Spaanse naam betekent eigenlijk  ‘vismarktbrug’, verwijzend naar de vismarkt die zich vroeger in dit gebied bevond.


We steken de voetgangersbrug over en komen zo in de eeuwenoude stad. Papa weet al gelijk waar hij voorstaat want onze eerste stop is de indrukwekkende kathedraal Die boven de stad uittorent. We moeten dus gelijk klimmen. Halverwege passeren we de Basiliek van Sant Feliu en de deur staat open dus besluiten we daar alvast even binnen te gaan. We zetten ons op de kerkbanken en genieten van wat orgelmuziek. We zijn niet gelovig maar dat kan ons wel bekoren. Papa spreekt zich uit over de Paus die momenteel ons land bezoekt. Wanneer het gaat over de abortuswet laat hij het woord ‘rotzak’ vallen. Toeval of niet, net op dat moment gaan alle lichten in de kerk uit. We krijgen er spontaan de slappe lach van. Even zitten we in het donker maar na enkele seconden is er terug licht in de duisternis. 


We zetten de wandeling verder en komen zo onderaan de imposante kathedraal die uit één stuk steen lijkt te zijn gehouwen. Boven ons 90 trappen die we moeten bedwingen. Het is iets voor 10 uur en er is werkelijk niemand. Omdat ik dat toch een beetje vreemd vind, besluit ik boven een kijkje te nemen. Het zou wel vervelend zijn mocht papa al die trappen doen voor niets. Eenmaal boven, gaat de deur van de kerk net open. De beelden op de façade zijn gemaakt door lokale beeldhouwers in de jaren 60. Andere kenmerken van de buitenkant van de kathedraal zijn onder andere de gotische deur.


Papa vat de tocht naar boven aan al zuchtend en puffend, trapje voor trapje terwijl ik van bovenaf geamuseerd toekijk. Ja, ouder worden het is geen pretje. Eenmaal boven, zijn we als eersten bij de ticketbalie. De dame in kwestie verkeert in lichte stress want haar computer lijkt niet op te starten. Even geduld dus. Na enkele minuten krijgt ze hem aan de praat en kunnen we het godshuis betreden. 


We krijgen een audiogids waarmee we individueel de kathedraal kunnen ontdekken. Omdat we als eerste binnen zijn, overvalt ons een serene stilte, een apart gevoel. Het is redelijk donker binnen, vooral omdat het vandaag een bewolkte dag is want er valt geen zonlicht door de kleurrijke glasramen. Het grandioze gotische schip, overdekt door een diagonaal booggewelf ondersteund door groepen kleine zuilen is prachtig en is het grootste van de wereld. Het is maar liefst 23 cm breed.  In de zijbeuk bevinden zich prachtige rijkversierde kapellen. 


Aangrenzend ontdekken we een stuk van het klooster met een mooie zuilengalerij. Helaas is er geen beplanting op de binnenplaats, enkel wat miezerig gras maar we focussen ons op de prachtig uitgewerkte zuilen. In de middeleeuwen waren het toch echt wel kunstenaars die van een gewone solide blok steen zo’n gedetailleerde zuil konden maken. Ook hier zijn we helemaal alleen dus zetten we ons even om wat uit te rusten.  Enkel een rustgevend muziekje ontbreekt nog. Boven de zuilengaanderij is er nog een kleine tentoonstelling over glasramen.


Rondom de zuilengalerij zijn er grafzerken in de vloer verwerkt. Opvallend zijn de uitgehouwen taferelen in de stenen. Ik heb dit nog nergens anders gezien. Heel erg mooi! 


We hebben wel een beetje dorst maar wanneer we de kathedraal buitenkomen, besluiten we toch eerst het museum te bezoeken. We hebben namelijk een combi ticket en dit bevindt zich net naast te kathedraal. Helemaal naar beneden lopen om daarna terug te komen is geen optie. Het museum dat maar liefst vijf verdiepingen telt, kan ons echter niet  bekoren. Veel kerkelijke beelden en schilderijen, niet echt ons ding. We hebben het dan ook snel gezien. 


De omgeving rond de kerk is met de vele oude gebouwen en ruïnes heel schilderachtig maar papa is moe en vermits ik het toch al een keertje gezien heb, besluiten we naar beneden te lopen om iets te gaan drinken. We passeren ook nog de thermische baden maar ik zie direct aan Coiske zijn gezicht dat hij ook hier geen zin in heeft. We zetten ons dus op een terras onderaan de trappen van de kathedraal. Mooi zicht, dat wel maar uiteraard ook een gegeerd plekje en dus duur. We betalen maar liefst 9 euro voor twee sapjes in een klein glas. Ondertussen is iedereen wakker geworden en zijn de trappen overspoeld met toeristen. 


Na de verfrissing gaan we naar het oudste gedeelte van de stad, El Call genoemd. Dit is de Joodse wijk en één van de omvangrijkste van Europa al zou je het niet zeggen, mocht je het niet weten. Af en toe is er wel een winkel die Joodse kandelaars verkoopt maar dat is het dan ook.  We kuieren door de straten vol gepleisterde gebouwen en geheime steegjes. De vele souvenirswinkeltjes doen hier gouden zaken. Ook wij laten ons verleiden in de nougat shop. 


In het nieuwere en modernere gedeelte van de stad zijn er ook veel winkels en restaurantjes te vinden. Een excentrieke Hollander zit voor een standbeeld de longen uit zijn lijf te zingen. We zetten ons even op een bankje om te luisteren. Dat zorgt voor een lachbui wanneer hij probeert Love me Tender te zingen van Elvis Presley. The voice van Holland gaat hij niet winnen maar sommige mensen geloven in zichzelf tegen beter weten in en dat vind ik toch wel mooi. 


We besluiten te gaan lunchen onder de arcades van de Plaça de la Indepencia en moeten dus terug het water over. We nemen nu een andere brug zodat we een mooi uitzicht hebben op de hangende huizen aan de Onyar rivier. Op de brug staat een dame in bikini het water te fotograferen, waarschijnlijk is ze op zoek naar het strand. Er zijn toch gekke mensen in de wereld. Al van ver horen we een geroep en getier. Eenmaal op het plein aangekomen, begrijpen we de commotie. Vanavond is het voetbal: Feyenoord tegen Girona. Een Catalaan is trots op zijn afkomst maar de Nederlanders zijn fanatieker. Een bende Hollanders, ja je herkent ze al van ver!


Om de herrie een beetje te vermijden, trekken we naar de andere kant van het plein en nemen plaats bij tapabar Txot’s. Gefrituurde visjes, scampi’s in look, pan con tomate en tortilla met jamón. Meer dan genoeg om onze honger te stillen. Na een tijdje wordt het stiller want, zo vermoeden wij, de Hollanders kregen waarschijnlijk ook eten.


Na het eten loop ik nog snel even naar de Xuixo bakker. Deze verkoopt verschillende smaken van dit gefrituurde cilindrische dessert. Ik kies er eentje gevuld met Catalaanse room, eentje met pistache en eentje met dulce de leche. Onderweg naar de auto komen we nog enkele prachtige art deco gevels tegen. 




dinsdag 1 oktober 2024

Calella de Palafrugell - Palamós

Vandaag start na ons ontbijt de derde etappe van de reis. We checken uit en wandelen naar de parking maar vertrekken kunnen we vooralsnog niet, want een auto blokkeert de uitgang. Papa beweert dat ik er tussen kan maar ik ga dat niet riskeren met die huurwagen. Terug naar binnen dus om te reclameren. De dame van de receptie blijkt de schuldige dus lang hoeven we gelukkig niet te wachten. Gezwind en gelukkig met de glimlach, verzet ze haar auto en kunnen we vertrekken. Met lichte tegenzin laten we het prachtige Cadaques achter en starten we aan de terugweg door de bergen. 


We rijden eerst naar Calella de Palafrugell, volgens een collega een van de mooiste dorpjes aan de Costa Brava. Hier bezoeken we eerst de botanische tuin van maar liefst 17 hectare groot. Cap Roig ligt 3 km verder dan het dorp zelf en wordt beschouwd als één van de belangrijkste tuinen van de Middellandse Zee. Vandaag geen korting voor  gepensioneerden, iedereen gelijk voor de wet. De ingang bedraagt 12 euro maar dat is het meer dan waard.  


De tuin wordt goed onderhouden en er bevinden zich meer dan duizend verschillende soorten planten van over de hele wereld. Omdat het op een bergtop is gelegen, moeten we best veel klimmen en dalen. Af en toe passeren we een soort ‘secret garden’ waar er bankjes staan om uit te rusten. Papa besluit zich hier te positioneren terwijl ik de tuin verder ontdek. Ik daal en klim tot ik er zelf een beetje moe van word. Achtereenvolgens passeer ik prachtige cactussen, veel geurende kleurrijke bloemen alsook een soort tuin met allerlei kruiden. Tussen de planten bevinden zich enkele kunstwerken.


Helemaal op het uiterste puntje wacht een prachtig uitzicht over de kust en het witte dorpje. Het is hier heerlijk rustig en dit is best wel een zen momentje. Ondertussen ben ik helemaal het noorden kwijt. Waar zat papa nu ook alweer? Het zoeken kan beginnen, trap op, trap af tot ik uiteindelijk een herkenningspunt zie en we elkaar terugvinden. 


Het laatste stukje moeten we opnieuw omhoog naar daar waar we gestart zijn. Het is puffen en zweten want de zon is weer volop van de partij maar eenmaal boven, zijn we moe maar voldaan en genieten we nog van een fris drankje alvorens verder te rijden. We stoppen nog even in het dorpje zelf maar kunnen het echte centrum niet vinden. Omdat we honger hebben, besluiten we om naar Palamos te rijden om daar te lunchen.


Vroeger waren vissers gewend om de zeebodem dicht bij de rotsen af te schuimen op zoek naar zee-egels en deze vervolgens op te eten, vergezeld van brood, bloedworst en wijn (ja, vreemde combinatie). Het was een ritueel en maakte van de maaltijd een sociale bijeenkomst. De zee-egels worden eerst gehalveerd. Eenmaal geopend, neemt men met een lepel het rode gedeelte (klieren) eruit en legt men dit op een sneetje brood. Ik heb gelezen dat dit de delicatesse is, die je hier moet gegeten hebben.  Uiteraard wil papa dat proeven dus gaan we op zoek naar Restaurant La Gamba waar dit op de kaart zou staan.


Wanneer we het gevonden hebben, nemen we plaats op het terras zonder eerst even de kaart te checken. Het blijkt een peperduur restaurant maar terug opstaan durven we niet goed. Er staan wel degelijk gevulde, gegratineerde zee-egels op het menu. Papa heeft zijn keuze dus snel gemaakt maar bij mij duurt het net iets langer. Er zijn geen tapas dus dan maar een visje … tarbot … prijzig maar ja we leven maar één keer zeker. We krijgen wel een soepje van het huis met heerlijk zelf gebakken brood.


Groot is echter onze verbazing wanneer er in plaats van een stekelig beestje, 4 kommetjes geserveerd worden met daarin een soort mousse van zee-egel, groenten en kaas. Papa vindt het lekker maar wat flauw. Mijn tarbot is subliem maar dat mag ook wel voor de prijs van 31 euro. Wanneer we afgerekend hebben, starten we met een kleine wandeling door de stad. Het is flink beginnen waaien, het weer is stilaan aan het veranderen. Morgen verwachten ze zelfs een beetje regen.


Het centrum van Palamos ligt direct achter de haven. In de oude wijk Barrio de Pedró dwalen we door smalle, kronkelende straatjes. Hier staat de Iglesia Danta Maria del Mar. De bouw van deze kerk startte in 1334 en heeft kenmerken uit de renaissance alsook de gotische periode.


Helemaal boven zien we La Rosassa L’Ocul, dat deel uitmaakte van het oude klooster. Het had een decoratieve functie en maakte de verlichting van het schip van de kerk mogelijk.  Van hier hebben we een prachtig uitzicht over de haven.

Met een grote, centrale rol voor het vissers- en zeeleven mag een bezoek aan de oude vissershaven absoluut niet ontbreken. Het beste moment van de dag is in de namiddag, wanneer de vissersboten terugkeren naar de haven en de verkoop van de verse vangst begint maar we moeten nog wel een uurtje rijden naar Girona dus besluiten we naar de auto terug te keren.


Rond vijf uur checken we in bij Hotel Costabella in Girona waar we 3 nachten zullen verblijven. Een lookalike van Erwin ontvangt ons vriendelijk en bezorgt onze sleutel. We overnachten in een ruime kamer met zicht op de stad die we morgen gaan ontdekken.